• No results found

het bezwaarschrift van 7 mei oktober december 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "het bezwaarschrift van 7 mei oktober december 2021"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ADVIES VAN DE BEZWAARSCHRIFTENADVIESCOMMISSIE

Aan:

Betreft:

Primair besluit:

Ontvangst bezwaarschrift B/T:

Hoorzitting:

Overdracht advies aan Belastingdienst/Toeslagen:

Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen

het bezwaarschrift van

26 maart 2020, T-C DR CAF-11 CB 3b 7 mei 2020

1 oktober 2021

3 december 2021

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van belanghebbende, ingediend door gemachtigde is gericht tegen de beschikking definitieve compensatie CAF 11 van 26 maart 2020 (T-C DR CAF-11 CB 3b) van de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT). De compensatie is aan belanghebbende toegekend omdat belanghebbende deel heeft uitgemaakt van het onderzoek CAF 11.

Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 van 6 december 2019 (Staatscourant 9 december 2019, 66172) is aan haar een bedrag van € 32.419,- toegekend.

De compensatie bestaat uit verschillende elementen, zoals bepaald in onderdeel 1 sub a, b, c, d, e, f en onderdeel 7 van die regeling (g).

Procesverloop Voornemen

Belanghebbende heeft op 17 december 2019 het voornemen ontvangen voor een compensatie CAF 11 van € 28.733, -. Gemachtigde heeft namens belanghebbende bij brief van 6 januari 2020 op dit voornemen gereageerd.

Bestreden besluit

Bij besluit van 26 maart 2020 heeft UHT belanghebbende een definitieve compensatie toegekend van € 32.419, -. De gemachtigde heeft een pro forma bezwaarschrift ingediend d.d. 6 mei 2020 en dit aangevuld met gronden op 21 september 2020, door de dienst ontvangen op 25 september 2020.

(2)

2 Verweerschrift

UHT heeft voorafgaand aan de hoorzitting een schriftelijke reactie op het bezwaarschrift (hierna: verweerschrift) met dagtekening 22 mei 2021 ingediend bij de

Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie).

Op 28 september 2021 ontving de Commissie via de e-mail nog een aanvulling op het verweerschrift. Deze aanvulling is naar de gemachtigde gestuurd, die daarop bij e- mailbericht van 30 september 2021 heeft gereageerd.

Bijeenkomst met het Landelijk Incasso Centrum (LIC)

Op 15 september 2021 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen het LIC,

gemachtigde, UHT en twee secretarissen van de BAC. Deze bijeenkomst was een pilot en bedoeld om, voorafgaande aan deze hoorzitting meer duidelijkheid over de

onderliggende cijfers en de berekening van het compensatiebedrag uit het bestreden besluit te krijgen.

Commissie Werkelijke Schade

De gemachtigde heeft op 11 december 2020 aan het secretariaat van de Commissie verzocht om het inleidend en aanvullend bezwaarschrift door te sturen naar de Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS) in verband met een verzoek om aanvullende vergoeding van de werkelijke schade. Deze doorzending heeft op 16 december 2020 plaatsgevonden en is aan gemachtigde bevestigd bij brief van 18 december 2020.

Hoorzitting

Op 1 oktober 2021 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van de gemachtigde en de belanghebbende.

Gronden van bezwaar

Het primaire besluit voldoet niet aan de eisen van de artikelen 3:2 (zorgvuldige

voorbereiding) en 3:46 (motivering van het besluit) van de Algemene Wet Bestuursrecht (hierna: Awb):

Onzorgvuldige voorbereiding

Niet bekend is de wijze waarop de nadere stukken van de gemachtigde, in reactie op de vooraankondiging van 17 december 2019, al of niet zijn meegewogen door de dienst. In deze reactie worden opmerkingen gemaakt over de betreffende regeling, wordt de daadwerkelijke schade geduid en onderbouwd en zijn de advocaatkosten aangegeven.

Het compensatiebedrag is niet inzichtelijk/dossier ontbreekt

Omdat zij het dossier (nog) niet had ontvangen, kon belanghebbende de juistheid van de berekening van het forfait voor wat betreft de hoogte van de vordering (terugvordering kinderopvangtoeslag) en/of juiste duur van de procedure in verband met de berekening van de immateriële schade niet controleren.

De juistheid van de berekening

Gemachtigde heeft op de hoorzitting aangegeven dat door de bespreking met (o.a.) het LIC het compensatiebedrag inmiddels voor belanghebbende inzichtelijk is en dat zij akkoord is met de door UHT aangegeven bijstelling daarvan.

(3)

De bezwaren die betrekking hadden op de berekening behoeven geen verdere bespreking.

Maatwerk ontbreekt bij compensatie materiële en immateriële schade.

In plaats van toekenning van standaardbedragen had de werkelijke materiële en immateriële schade vergoed moeten worden. Gemachtigde stelt dat deze reële schade ook reeds voor het primaire besluit is geduid en onderbouwd. De dienst had zelf initiatief moeten nemen tot maatwerk in plaats van te verwijzen naar een wettelijke regeling en/of een nadere beoordeling buiten het primaire besluit om door een andere commissie.

Gemachtigde stelt dat de uitspraak van de Hoge Raad van 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:736, handvatten geeft voor maatwerk.

Daarbij komt dat het forfait voor immateriële schadevergoeding ten onrechte slechts uitgaat van een bedrag van € 500,- voor de genoemde periode (tot moment van volledig herstel) en gemaximeerd wordt. Hij stelt dat de immateriële schade nu juist los staat van hetgeen feitelijk is teruggevorderd en niet te plaatsen is in het wettelijk systeem.

De interpretatie van de forfaitaire vergoeding voor immateriële schade

De CWS interpreteert de forfaitaire vergoeding voor immateriële vergoeding als een vergoeding specifiek gericht op de het compenseren van de duur van de onzekerheid waarin de ouder heeft verkeerd en de vertraging in het herstel van de onzekerheid (een vergoeding voor het overschrijden van de redelijke termijn). Naar het oordeel van deze commissie moet de werkelijke immateriële schade niet verrekend worden met de door de ouder al op grond van de Compensatieregeling ontvangen ímmateriële

schadevergoeding” voor wat wel genoemd wordt ‘procedureleed’.

Deze benadering roept de vraag op hoe de regeling zoals die nu is vormgegeven in het Besluit CAF-11 nu moet worden gezien. In ieder geval niet als een voorschot op de daadwerkelijk geleden immateriële schade, maar wel als een vergoeding voor vertragingsschade. Dit standpunt van CWS roept (te meer) de vraag op of niet per betrokken jaar een vergoeding moet worden toegekend. Immers, indien sprake is van zuivere vertragingsschade pleit dit voor een harmonisering van deze regeling met de wijze waarop in de ‘reguliere’ bestuursrechtspraak met vertragingsschade wordt omgegaan. Indien hier een verschil ontstaat is dat niet wenselijk en ook niet juridisch verdedigbaar.

Verzoek vergoeding proceskosten.

Gemachtigde verzoekt om, bij gegrondverklaring, vergoeding van proceskosten voor de onderhavige bezwaarprocedure.

Verweer

In de (aanvullende) schriftelijke reactie op het bezwaarschrift stelt de dienst, samengevat:

- belanghebbende is ontvankelijk in haar bezwaar.

- de artikelen 3:2 en 3:46 Awb zijn niet geschonden; de voorlopige en definitieve compensatieberekeningen zijn duidelijk uitgelegd; belanghebbende heeft uitleg kunnen vragen en gegevens kunnen doorgeven. In de definitieve berekening wordt ingegaan op de reactie van belanghebbende;

(4)

4 - de dienst is gebonden aan het Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare

(CAF-) zaken met forfaitair vastgestelde vergoedingen voor materiële en immateriële schade; een aanvullende claim kan ingediend worden bij de CWS;

- er dient nog € 395, - aan toeslagrente toegevoegd te worden aan onderdeel a van de compensatieberekening;

- hierdoor zal onderdeel c van de compensatieberekening ook wijzigen;

- onderdeel f van de compensatieberekening (vergoeding juridische bijstand) dient te worden verhoogd; dit houdt verband met de vergoeding per punt die, gezien het standpunt van de Commissie, opgehoogd wordt naar € 748, -;

- gerekend tot de datum van de hoorzitting, zal met betrekking tot het jaar 2013 de nog te betalen toeslagrente € 2.336 bedragen en met betrekking tot het jaar 2014

€ 2.329. Deze bedragen zullen nog worden aangepast aan de datum van de uitspraak op het bezwaarschrift;

- de immateriële schadevergoeding voor het verloop van de procedure zal worden toegekend vanaf de datum van de eerste neerwaartse correctie (8 juli 2014) tot het moment van de beslissing op bezwaar;

- gezien de voorgaande correcties zal ook onderdeel g van de compensatieberekening wijzigen;

- voor het overige is het bezwaar ongegrond;

- de proceskostenvergoeding voor deze bezwaarprocedure bedraagt € 2.992, -.

Feiten

Aan belanghebbende is als voorschot voor het berekeningsjaar 2013 bij besluit van 21 maart 2013 € 7.657, - aan kinderopvangtoeslag toegekend.

Voor het berekeningsjaar 2014 is het voorschot bij besluit van 21 mei 2014 op € 9.314, - gesteld (prod.15).

De eerste neerwaartse correctie vond plaats op 8 juli 2014 (prod. 16).

Vervolgens is de toeslag voor de jaren 2013 en 2014 bij besluiten van respectievelijk 16 oktober 2015 en 21 november 2014 op nihil gesteld (prod. 21 en 20).

Belanghebbende heeft tegen beide besluiten bezwaar gemaakt.

Dit bezwaar is ongegrond verklaard. Het beroep dat zij vervolgens heeft ingesteld, is eveneens ongegrond verklaard.

Belanghebbende is in beroep bijgestaan door haar toenmalige advocaat.

Omdat belanghebbende betrokken is geweest bij het CAF 11-onderzoek is haar bij beschikking van 26 maart 2020 is een definitieve compensatie CAF 11 toegekend van

€ 32.419,-.

De toegekende compensatie bestaat uit verschillende elementen, zoals bepaald in de Compensatieregeling. Het toegekende bedrag is opgebouwd uit een compensatiebedrag van € 16.971, - (sub a), een bedrag van € 4.244, - ter vergoeding van materiële schade (sub c), een bedrag van € 1.733, - voor rente en kosten (sub d) en een bedrag van € 3.150, - te vergoeding van kosten juridische bijstand (sub f). Ter vergoeding van immateriële schade is een bedrag van € 6.000, - toegekend (sub b) en als extra compensatie is een bedrag van € 321, - verstrekt ter compensatie van de mogelijke gevolgen van een vermogenstoename in de inkomstenbelasting (sub g).

(5)

Toepasselijke wet- en regelgeving

• Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

• Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);

• Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:

Compensatieregeling), gedateerd:

o 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;

o 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;

o 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;

• Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit proceskosten);

• Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag), Staatscourant 19 maart 2021, 14691, hierna:

Catshuisregeling;

• Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag, Staatscourant 1 maart 2021, 10248.

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen en dat het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Kader van het advies

Het verzoek om aanvullende schadevergoeding is doorgestuurd naar de CWS, over de daarop betrekking hebbende geschilpunten zal de Commissie daarom niet adviseren. De Commissie ziet evenwel in dit geval aanleiding om op twee punten - de gevraagde vergoeding voor werkelijk gemaakte proceskosten en de gevraagde vergoeding voor immateriële schade wel in te gaan.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit Het primaire besluit voldoet niet aan de eisen van de artikelen 3:2 (zorgvuldige

voorbereiding) en 3:46 (motivering van het besluit) van de Algemene Wet Bestuursrecht (hierna: Awb):

Onzorgvuldige voorbereiding

De Commissie is van mening dat door gemachtigde onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat het bestreden besluit niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid.

Belanghebbende is in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van 17 december 2019 en in het bestreden besluit wordt ingegaan op de reactie van

belanghebbende.

Het compensatiebedrag is niet inzichtelijk/dossier ontbreekt

De Commissie volgt gemachtigde wel in zijn stelling dat het bestreden besluit

onvoldoende inzichtelijk is: bij de bij het besluit gevoegde berekeningstabel ontbreekt een duidelijke toelichting en verwijzing naar onderliggende stukken c.q. beschikkingen.

In zoverre is het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd.

Naar het oordeel van de Commissie is belanghebbende door deze gang van zaken echter niet benadeeld; aan de hand van het aan gemachtigde toegestuurde verweerschrift van de dienst met bijlagen en de na de hoorzitting toegestuurde LIC-overzichten en de bespreking op 15 september 2021 is de berekening te herleiden tot de in de

(6)

6 berekeningstabel genoemde bedragen. Het motiveringsgebrek kan dan ook met

toepassing van artikel 6:22 Awb gepasseerd worden.

De Commissie adviseert de dienst toekomstige besluiten van een deugdelijke motivering te voorzien.

Maatwerk ontbreekt bij compensatie materiële en immateriële schade.

De Commissie is van mening dat de Compensatieregeling, waarbij gekozen is voor de toekenning van forfaitaire bedragen, niet evident onrechtmatig of onevenredig is.

De Compensatieregeling kent forfaitaire elementen voor materiële schade, te weten 25%

van het compensatiebedrag en immateriële schade, waarvoor een standaardbedrag van

€ 500,- per 6 maanden geldt. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om de werkelijke schade vergoed te krijgen. De Compensatieregeling biedt naar de mening van de Commissie in principe voldoende basis voor het beoordelen en toekennen van de

compensatie, zeker nu voor de beoordeling van mogelijke uitzonderingen een maatwerk regeling is getroffen door middel van het inwinnen van het advies van de CWS.

De interpretatie van de forfaitaire vergoeding voor immateriële schade

Zoals de Commissie al in eerdere adviezen (2020.024/2020.026) heeft overwogen is zij van mening de forfaitaire vergoeding voor immateriële schade een vergoeding is voor veronderstelde stress, ongemak en onzekerheid die de belanghebbende heeft ervaren, omdat het lang heeft geduurd totdat de compensatie definitief werd berekend.

Deze interpretatie verschilt niet met die van de CWS die stelt dat immateriële vergoeding als een vergoeding specifiek gericht op de het compenseren van de duur van de

onzekerheid waarin de ouder heeft verkeerd en de vertraging in het herstel van de onzekerheid.

De Commissie ziet dan ook geen aanleiding om af te wijken van haar eerdere standpunt dat de forfaitaire vergoeding voor immateriële schade op grond van de

Compensatieregeling niet toegekend wordt per toeslagjaar, maar voor het totale tijdvak waarop de compensatiebeschikking betrekking heeft.

Vergoeding proceskosten

Voor de kosten van de rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure heeft belanghebbende, nu het bezwaar naar de mening van de Commissie gedeeltelijk gegrond is, recht op een forfaitaire vergoeding op basis van 2 procespunten (voor het bezwaarschrift en de hoorzitting) met een wegingsfactor 2. Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste vergoeding per procespunt toe te kennen, namelijk € 748, -.

Samenvatting en advies

Samengevat adviseert de Commissie om uitvoering te geven aan de door UHT in het (aanvullende) verweerschrift aangegeven bijstelling van het definitieve

compensatiebedrag en een proceskostenvergoeding voor deze bezwaarprocedure toe te kennen van € 2.992, -.

De secretaris De voorzitter

(7)

VERSLAG HOORZITTING VAN DE BEZWAARSCHRIFTENADVIESCOMMISSIE gehouden op 1 oktober 2021 inzake de behandeling van het bezwaarschrift van:

belanghebbende, gedateerd 6 mei 2020 en ingediend tegen de beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen van 26 maart 2020 met kenmerk T-C DR CAF-11 CB 3b.

gehoord door:

- mr. J.W. van den Berge (voorzitter) - J. Aanzi

- mr. dr. J.J van den Broek

- bijgestaan door mr. H.H. de Muinck Keizer en mr. E.T.C. Beukers (secretarissen) Verschenen zijn:

- belanghebbende en echtgenoot - gemachtigde van belanghebbende

- behandelend ambtenaar namens de Belastingdienst/Toeslagen

Opening:

De voorzitter opent de hoorzitting en heet iedereen welkom. Hij controleert wie er zijn verschenen en deelt de gang van zaken mee.

Vervolgens hebben de aanwezigen hun standpunten als volgt nader uiteengezet.

Gemachtigde

Belanghebbende heeft nog dagelijks last van de toeslagaffaire. Zij heeft inmiddels wel hulp gezocht.

Hij heeft het betreffende LIC-overzicht doorgenomen met een volledige uitleg van het LIC erbij. Deze uitleg en de duidelijke schriftelijke reactie op het bezwaarschrift van de dienst, hebben veel van zijn vragen beantwoord. Duidelijk is geworden waar de

berekening bijstelling behoeft. Hij geeft nog aan dat de uiterlijke einddatum de dag van de beslissing op bezwaar moet zijn.

Hij wil met de Commissie van gedachten wisselen over de overwegingen van de

Commissie Werkelijke Schade (CWS) over de zogenaamde vertragingsschade zoals die zijn weergegeven in het e-mailbericht dat hij de avond daarvoor aan de commissie en de dienst heeft toegestuurd.

Eerder is geoordeeld dat dit een soort voorschot was op de immateriële

schadevergoeding en dat voor verdere aanvulling daarvan naar de CWS moest worden gegaan. De CWS beschouwt de immateriële schade in het kader van de forfaitaire berekening echter niet als immateriële schade maar zuiver als vertragingsschade.

De vraag is hoe met deze vertragingsschade moet worden omgaan in het kader van de Compensatieregeling, die qua optelling afwijkt van het reguliere bestuursrecht zoals dat door de rechter wordt toegepast. Als het bedrag van 500 euro per half jaar uitsluitend een vergoeding voor vertragingsschade is, dan zou het niet per aanvraag maar per jaar of per procedure toegekend moeten worden zoals in het bestuursrecht, hetgeen

overigens niet altijd ten nadele van de gedupeerden zal zijn.

(8)

8 In het rapport Donner wordt de reguliere bestuursrechtregeling als basis voor de

compensatie genoemd waardoor het opmerkelijk is dat daar dan in de Compensatieregeling van wordt afgeweken.

Hij verwacht tijdens deze hoorzitting geen antwoord daarop maar het is goed om daar eens over nadenken en hij hoopt dat dit ook een onderwerp tijdens de komende herijkingsdagen zal zijn.

De behandelend ambtenaar

De Compensatieregeling geeft duidelijk aan dat de immateriële schade per aanvrager wordt vergoed. De Commissie heeft inmiddels geadviseerd de vergoeding per CAF- onderzoek toe te kennen maar dan per aanvraag en niet per jaar.

De CWS zal over verdere vergoeding van de immateriële schade gaan.

Het was te kort dag om de inhoud van eerdergenoemd e-mailbericht van gemachtigde af te stemmen met CWS.

Zij kan zich zo voorstellen dat het bij het opstellen van de Compensatieregeling het niet de bedoeling is geweest dat de vergoeding per jaar berekend moet worden maar per aanvraag omdat anders bij overlappende jaren het bedrag erg zal oplopen.

Belanghebbende

Het gaat nog steeds niet goed met belanghebbende. Zij heeft jaren niets over haar problematische situatie durven te zeggen. Belanghebbende was regelmatig ziek maar durfde geen hulp te vragen. Zij kon zich destijds niet voorstellen dat iemand zou geloven dat niet zij maar de overheid fout zat. Pas onlangs is belanghebbende erover gaan praten omdat er forse fysieke klachten waren ontstaan. Inmiddels krijgt belanghebbende hulp.

Er is gelukkig met veel begrip gereageerd op haar werk. Belanghebbende heeft drie kinderen. Ze was net zwanger van het tweede kindje toen het CAF-onderzoek begon. Zij had zoveel aan haar hoofd dat zij afspraken bij de verloskundige vergat. Haar zoon heeft een achterstand. Zij voelt zich erg schuldig dat zij niet de moeder heeft kunnen zijn, die zij had willen zijn. Er waren tijden dat zij niet eens meer naar huis wilde uit angst dat daar weer een envelop van de Belastingdienst zou liggen. Door dit alles kwam ook haar huwelijk onder spanning te staan. Gelukkig zijn ze nog bij elkaar. Samen proberen ze alles voor hun kinderen te doen. Het middelste kind heeft nu ondersteuning op school.

Met de compensatie hebben zij hun leningen afgelost. Zij hebben geld moeten lenen ten behoeve van de noodzakelijke vervanging van spullen maar ook voor de kinderopvang en andere zaken. Ze moesten aan de dienst € 2.500 per maand aflossen of het totale

bedrag in één keer. Dat was zonder leningen niet mogelijk.

De behandelend ambtenaar

Met de compensatie kan niet het leed dat door de Belastingdienst is berokkend niet vergoed worden. Het is erg om te horen dat belanghebbende met niemand over haar problemen en zorgen heeft kunnen praten.

Sluiting

De voorzitter deelt mede dat de Commissie voldoende geïnformeerd is. Hij bedankt belanghebbende voor haar komst en de moed om haar verhaal te doen. Hij benadrukt dat de Commissie terdege beseft hoe zwaar de hele situatie voor haar moet zijn geweest.

De Commissie brengt zo spoedig mogelijk een advies uit over de afdoening van het bezwaarschrift. Dit advies zal de Commissie tezamen met het verslag van de hoorzitting aan de behandelend ambtenaar zenden.

(9)

De dienst neemt vervolgens een beslissing op bezwaar. De dienst zal zorgdragen voor toezending van het advies en het verslag aan belanghebbenden, tezamen met de beslissing op bezwaar (vgl. artikel 13 tweede lid van de Werkwijze

Bezwaarschriftenadvies-commissie).

De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de hoorzitting.

mr. E.T.C. Beukers mr. J.W. van den Berge

secretaris voorzitter

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

do stuifmeelkieming kan dus gesteld worden, dat temperaturen tussen 10 en 24°C geschikt zijn voor een goede kieming.. Aangezien niet alleen het kiemingspercentage maar juist ook het

Mijn centrale Stelling in dit artikel is evenwel dat bepalend hoort te zijn of het slachtof- fer zieh de compensatie bewust is, niet in die zin dat hij beseft waarom hem een

Op basis van mogelijke aanwezigheid van gevaren in diervoedergrondstoffen en diervoeders, mogelijke overdracht van deze gevaren naar dierlijke producten én toxiciteit van de gevaren

In situaties waarbij de parkeerdruk in de openbare ruimte structureel hoog is, maar er nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de parkeervoorzieningen op eigen ter- rein,

Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf stelt bij de voorbereiding van en het tot stand brengen van een overheidsopdracht of een speciale-sectoropdracht,

huishoudens €428.500 vergoeding toegekend voor immateriële schade. Er gelden vooraf vastgestelde vergoedingen. Alleen in zeer uitzonderlijke situaties wordt daarvan afgeweken.

Bovine HapMap Consortium. Genome-wide survey of SNP variation uncovers the genetic structure of cattle breeds. Bovine Genome Sequencing and Analysis Consortium. The genome sequence of

Figure 5.6: Plot of the Sensor Node Idle State Supply Current as Measured by the Sensor Node and the Tektronix DMM4050 Precision Digital Multimeter for 10 Nodes Descriptive