• No results found

5e JAARGANG Nr.'3 Aug.1972 Verschijnt 4 keer per jaar ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "5e JAARGANG Nr.'3 Aug.1972 Verschijnt 4 keer per jaar ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

5e JAARGANG Nr.'3 Aug.1972 Verschijnt 4 keer per jaar

ORGAAN VAN DE

HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

(2)

Aold Hoksebarge

REDAKTIE :

W. E. ten Asbroek H.

Kormelink J.

Overbeeke J.

Vredenberg

ADMINISTRATIE:

A. J. Temmink, Eibergsestraat 108, Haaksbergen,

Postrek. 2547699 t.n.v. Penningmeester Historische Kring Haaksbergen

„Aold Hoksebarge" wordt toegezonden aan de leden van de „Historische Kring Haaksbergen".

Zij betalen voor lidmaatschap en abonnement f 10,— per jaar. Echtparen betalen f 15,— per jaar.

De abonnementsprijs voor niet leden bedraagt f 5,— per jaar.

Publikatie of overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de auteurs.

Bestuur van de Historische Kring Haaksbergen

D. Jordaan J. G. H. zn., Huize „De Bleeck", Haaksbergen, tel 1248, Voorzitter j.

Overbeeke, Fazantstraat 13, Haaksbergen, tel. 1634, Secretaris

A. J. Temmink, Eibergsestraat 108, Haaksbergen, Postrek. 2547699, Penningmeester B. E. Asbreuk, Erve „Meyerinkbroek", Haaksbergen, tel. 05405-214

W. E. ten Asbroek, Boerhaavelaan 144, Hengelo O., tel. 05400-14576 Mej. R. Brummelhuis, Dr. Ariënsstraat 8, Haaksbergen

H. Kormelink, Lyceumlaan 5, Enschede, tel. 05420-26026 A.

Molenveld, Benninkstraat 61, Haaksbergen j. B. A. Leusink, Nachtegaalstraat 13, Haaksbergen, tel. 2023 J. F. Overbeek, Bevertstraat 14, Haaksbergen, tel. 1564 J. Vredenberg, Geukerdijk 68, Haaksbergen, tel. 2348

(3)

GESLAAGDE EXCURSIE NAAR OOTMARSUM

Op 10 juni j.l. hield de Historische Kring een zeer geslaagde excursie naar Ootmarsum, waar de Stichting tot Bevordering der Heem kunde onze gastheer was. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling op deze dag een reis met een antieke stoomtrein te maken naar Boekelo, maar omdat daar te weinig objekten van historische waarde te bekijken waren, besloot het bestuur de voorkeur te geven aan Oot marsum.

Daar werden de 120 deelnemers ontvangen door zeven bestuursleden en medewerkers van de Ootmarsumse stichting, die de Haaksberge - naren in vijf groepen de R,K, kerk, de N,H, kerk, het "los hoes" en het middeleeuwse stadje lieten zien en daarbij interessante bijzonder - heden wisten te vertellen, De heer Vredenberg was na afloop van de excursie de tolk van allen, toen hij in het "Twents Ethoes" de gast - heren toesprak en bedankte voor de prachtige rondleiding en de voor - treffelijke organisatie. Zijn uitnodiging aan de Ootmarsumse vere - niging om op haar beurt een bezoek aan Haaksbergen te brengen, was dan ook van harte gemeend,

Het Bestuur DE TAAL VAN HAAKSBERGEN (XVI) (Vervolg

aantekeningen Prof. Herman Scholten)

AALTE, AALE Het eerste woord gebruikt men te Deventer, het an- dere in Twente, Zij betekenen wel de pis van 't vee, dog niet zoo als die is wanneer ze gepist wordt, maar nadat ze enigen tijd in den stal gestaan heeft en met den drek der beesten vermengd is. Men schijnt oudtijds ook aaien gebruikt te hebben voor pissen;

men zegt nog: de koe is aan 't bloedaalen of

bloed-aalen, zij bloedaalt, heeft gebloedaalt, om te kennen te geven, dat ze bloed pist of mierig is, (Zie aldaar)

AALRUNE Welke de gedaante zij van dit, nergens dan in de hersens van het godloze bijgeloof bestaande schepsel heb ik nooit gehoord, zijne geboorte wordt dus beschreven:

Als een misdadiger gehangen, zijne blaas geborsten, zijn water op de aarde gelopen en in de grond ge- trokken is, laat men eenen hond onder de galg krab-

289

(4)

ben. Die doet dat met een sterk gehuil (zoo men dat hoort moet men aanstonds sterven) en daar komt een zeker schepsel voor de dag, dat kleedt men en be- waart het in zijn huis. Van die aalrune kan men tel- kens zooveel geld krijgen als men hebben wil. Daar- om zegt men van iemand, welke veel geld wint zon- der dat anderen weten, waarmede hij dat wint: hij heeft eene aalruune in huis, De oorsprong van dezen naam is mij onbekend. Mogelijk komt hij van aale (pisse) en van runnen (loopen, lekken, stollen), want dat schepsel wordt, gelijk men beuzelt, uit uitgelekte en gestolde pis geboren. Mogelijk geeft men het de gedaante van een en ruin, welke uit aale voortgeko- men is; run-stafas waren bij de Oud-Saksers

tovertekenen; run-craeftige man: tovenaar; voor vele ewen noemde men de tooveressen in 't Latijn van dien tijd alirumnas.

Hiermee zijn we aan het eind gekomen van de aantekeningen van prof.

Herman Scholten, zoals hij ze voor ongeveer tweehonderd jaar geplaatst heeft in het Dumbar-handschrift. Behalve door hun taal- kundige waarde hebben deze aantekeningen ook nog betekenis voor de kennis van het dagelijks leven uit die tijd, Hier en daar geven ze een aardig kijkje op verschillende aspecten van wat er in die jaren onder de bevolking leefde en omging. Als zodanig vormen ze een welkome aanvulling op wat andere historici reeds over die tijd hebben

nage-speurd en vastgelegd.

Met enkele taalkundige beschouwingen van Scholten zullen we nu niet meer kunnen meegaan; ze zijn naderhand door nieuwe en betere we- tenschappelijke inzichten achterhaald. Niettemin zijn zijn aanteke- ningen voor onze Haaksbergse geschiedenis van grote waarde. We mogen dankbaar zijn, dat Dr. Bezoen het Dumbar-handschrift in druk heeft uitgegeven, waardoor deze aantekeningen voor een breder

publiek toegankelijk zijn geworden. Hopelijk vormen ze voor bepaalde lezers van ons orgaan - we denken hierbij vooral aan de ouderen -aanleiding om met reacties voor de dag te komen, waarvoor we reeds nu bij voorbaat hartelijk dank zeggen.

Tenslotte zouden wij ons Gemeentebestuur nog in overweging willen geven, om bij het vaststellen van nieuwe straatnamen ook eens aan een figuur als prof. Scholten te denken. Zijn gedachtenis is het wel waard om voor het nageslacht bewaard te blijven.

290 J. Vredenberg

(5)

DE WATERMOLEN VAN HAAKSBERGEN (IV)

Nog één keer wil ondergetekende terugkomen op de historie van de Haaksbergse watermolen. Nadere bestudering van het zogenaamde Spaanse Archief, waarin afrekeningen van de door de Spaanse koning aangestelde rentmeesters van Twente worden bewaard, leverde het onomstotelijke bewijs, dat de Haaksbergse watermolen in de tach- tigjarige oorlog verbrand en niet direct weer opgebouwd is, maar vervangen door een windmolen.

Rentmeester Bernard Boncamp vermeldt in het verslagjaar l oktober 1605 tot 30 september 1606: "Die Coeren- ende oliemoelens zijn hier bevooren deur Rentmr, Rodolph Bitter verpacht geweest voor ses ende tsestich goldeguldens, dan vermitz dese moelens gedurende de troubelen beyde affgebrant zijn ende in den jahre 1602 oft daeromtrent Unico Ripperda weegen der Staeten Drost toe Haexbergen, eene

wintmolen aldaer weder heeft laeten timmeren op zijne costen, mit consente van Staeten ende daeromme deselve voor zijne eygen holt, dus hier nyet (geen pachtopbrengst)". In het verslagjaar 1609 tot 1610 vermeldt dezelfde rentmeester: "Die Cooren- ende oliemolens syn hier bevooren deur den Rentmr, Rodolph Bitter verpachtet geweest voor ses ende tsestich goldeguldens, dan syn beyde geduerende des troubelen affgebrant ende in den Jaere 1602 heeft Unico Ripperda, van der andere syde Droste toe Haexbergen, aldaer wederomme eene Wintmollen laeten richten op syne costen ende holt se voor syn eygen, dus nyet".

In genoemde verslagjaren worden wel pachtontvangst en vermeld van 'koninklijke' erve, huizen en landerijen in het gericht Haaksbergen, een bewijs dat het Spaans gezag zich in 1610 nog liet gelden in Haaks- bergen. In volgende rekeningen ontbreken pachtopbrengsten van Haaksbergen en men mag aannemen, dat toen de Staatsen de baas geworden waren. Wel worden ontvangsten genoteerd van Ootmarsum en Oldenzaal.

W, E„ ten Asbroek HET PARTICULIERE KERKHOF AAN DE SPOORSTRAAT

In het vorige artikel over het algemene kerkhof aan de

Enschedesestraat werd uitvoerig bericht over de vreemde gang van zaken bij het tot stand komen van deze begraafplaats. Vele

Haaksbergenaren hadden stellig met gemengde gevoelens deze gang van zaken gevolgd.

(6)

Merkwaardig is, dat drie dagen voor de gemeenteraadsvergadering van 27 december 1828 een "geheime" overeenkomst gesloten werd tussen de burgemeester W. Waanders en een andere partij, waarvan de woordvoerder alleen als G.R. bekend is. Dit stuk werd door beide partijen ondertekend, gezegeld en in bewaring gegeven bij de school- meester D. J. Kerkhoven, die dit stuk niet mocht afgeven zonder toe- stemming van beide partijen. De inhoud was als volgt: Ik ondergete- kende Burgemeester der Gemeente Haaksbergen verklaar tot

wegneming van alle jalouzij en onaangenaamheden welke hieruit zullen kunnen voortvloeien met tevens belofte tot nakoming van het

nagenoemde te weten:

1. Dat de Kerkhof welke thans aangelegd is volgens de wet, algemeen zal blijven,

2. Dat de Kerkhof na heden niet meer zal mogen geweid worden, maar integendeel van voren en van achteren zal worden beplant met bo men tot versiering van dezelve, zodanig dat de Kerkhof in het midden komt,

3„ Dat uit dezelve na heden geen plaggen of anderzins zal mogen ver- voerd worden,

4, Dat de weg van Morsinkhof tusschen zijn huis en de Joden Kerk door het gemeentebestuur zal moeten worden geappropriëerd (onteigend) tot een algemeene weg, met de verstande nogthans dat de weg door de Blankenburgerstraat door die van Holthuizen zal mogen worden gebruikt benevens de Enschedeseweg door die van Buurse.

5, Dat alle aanbestedingen boven de j 25, - in het vervolg publiek zullen moeten plaats hebben,

6, Dat men zich verbindt voor de secure overdragt alsmede dat door derden nimmer kan worden opgekomen.

Merkwaardig is het, dat de oppositie in de gemeenteraad blijkbaar werd omgekocht. Hierop wijzen de onder punt 4 gedane concessies aan de raadsleden uit Holthuizen en Buurse en met name punt 5, dat geheel buiten de kwestie kerkhof staat. Nu bleek, dat de aankoop van 24 juli 1828 ongeldig was geweest - pas in mei 1830 kon in een open- bare veiling de aankoop gerealiseerd worden - kwam de oppositie met eigen plannen voor een kerkhof. Op 11 januari 1830 werd een

intekenlijst aangelegd voor een particuliere begraafplaats, waarin vermeld werd:

1. Men is voornemens een kerkhof aan te leggen, daartoe wordt ge nomen één schepel lands van Derk Jordaan op de Braak waarvoor betaald zal worden honderd gulden.

2, Zodra het getal van twaalf personen ondertekend zal hebben, zal 292

(7)

men deze bij elkaar doen komen om gezamelijk approbatie (goed- keuring) te verzoeken en verder een contract op te maken omtrent de verdeling.

3. Ieder Godsdienstgenootschap kan hierop intekenen en volgens de gebruiken zijn aandeel wijden.

4, Bij de eerste samenkomst om de approbatie te verzoeken zal ieder lid verplicht zijn om zijn aandeel in de genoemde honderd gulden te voldoen.

Intekenaren werden D, Jordaan, J, F, W, Schuiten, J,D, Jordaan, G,H, Waanders, A,J, Ottink, C, Groothuis, G, Teutelink, H,A, Immink, E, Rozink3 H, Wessels, H. Reymerink, EL Schartman, D,H.

Schartman, L, Oostendorp, J,H. Stuve en Petrus Scheij, G,

Teutelink en H, Reymerink waren gemeenteraadsleden, Kort daarop voegden zich nog bij de intekenaren de raadsleden EL Scholten en E, Roerink uit Buurse, Behalve uit de burgemeester bestond de raad uit zeven leden, De meerderheid van de raad, waarbij men gevoeglijk ook het raadslid J.H. Jordaan mag rekenen, die als één der eersten op de nieuw te stichten begraafplaats begraven zou worden, voelde zich kennelijk "genomen" door de gehele procedure rondom het algemene kerkhof,

Reeds in 1828 had een groep van 13 inwoners van Haaksbergen, waar- onder de toekomstige raadsleden H. Reymerink en E, Roerink op Rengerink, zich tot de Gouverneur der Provincie Overijssel gericht;

"Geven met eerbied te kennen de ondergeteekende ingezetenen van de gemeente Haaksbergen, Dat zij vernomen hebben, dat de Burge- meester en Raad van de Gemeente alhier hebben gekogt, een hoek bouwland toebehorend aan de Heer Substituut Burgemeester

Christi-aan Waanders, welke zal dienen tot een algemeen kerkhof ter grote van ongeveer één en tachtig roeden voor de hoge prijs van 1200 gul -den, betaalbaar in vier jaren, met tevens gebruik der weiden tot dien tijd, voor zo ver daarop niet wordt begraven, Dat zij niet

voorbij kunnen, U Excellentie, te doen opmerken, dat wat de

geschiktheid der Kerkhof zelve betreft, hoewel niet regtst reeks in het noorden van het dorp, evenwel niet veel daarop weten aan te merken, dan, dat dezelve, hoezeer digt bij het dorp, om daar te komen een groten omweg wordt vereischt, alzo de weg tusschen het huis van G.

Morsinkhof en de Joden Kerk een private weg is van gezegde Morsinkhof, en niet zal kunnen worden gebruikt, tenzij de overweg daarvan door de gemeente wordt gekogt, hetgeen denzelven

aanmerkelijk zou doen verhogen, te meer nog, daar denzelven na de tegenwoordige koers ongeveer de halfscheid (helft) te duur is

aangekogt in vergelijking van daarbij gelegene gronden, hetwelk daarenboven zou kunnen bewe-

(8)

zen worden, wanneer den gemelde Heer Waanderd eens moest pro- duceren deszelfs koopbrief, waarbij tevens in aanmerking moet ko- men, dat toen hij denzelven publiek aankogt van de Wed, B. ten Pol en kinderen, het juist de hoogste koers der landerijen alhier was en veel zal verschillen met den tegenwoordige verkoopprijs. U, Excel- lentie, kan hier uit zien, hoe partijdig en interessant men hier te werk gaat, wij zullen onaangeroerd laten, hoeveel voordeel de ge- meente zou hebben, wanneer alle aanbestedingen publiek werden ge- daan, en men bij een ander een locaal voor de gemeente zogt (In een volgend artikel komen we hier i, v,m, het gemeentehuis op terug), waarvoor deese Heer jaarlijks een honderd en vijf en twintig gulden trekt, en geen een huis in het Dorp, met den besten Hof daarbij, ten hoogste zestig 3. zeventig gulden jaarlijks kan doen.

Verder doen wij Uw Excellentie opmerken, dat de voorzeide Kerkhof niet alleen aan hem, maar meede aan deszelfs minderjarige kinderen uit zijn eerste huwelijk is toebehoor end e, zoodat hij daarvan niet eens overdragt kan doen, waaruit te duchten is, dat na verloop van eenige jaren deszelfs kinderen kunnen opkomen, en zo niet de halve Kerkhof terugeischen, althans de gemeente tweemaal zou moeten betalen, indien de gemeente den Kerkhof dan wilde behouden, Wij geven U, Excellentie, hiervan kennis en verzoeken desnoodig voor het belang der gemeente, dat de Burgemeester en de Raad gelast worden om een nieuwe en goedkopere Kerkhof, welke vrij kan wor- den overgedragen, aan te kopen, waartoe een publieke het geschikst zou zijn, om te weten welke grond te koop is, of dat er een nieuwe uit het veld van de marke Haaksbergen en Hones in de nabijheid van de voornoemde Kerkhof wordt aangesmeten (door een sloot en wal omgeven), terwijl wij tevens verzoeken, dat het berigt van de Burge- meester en Raad, ingeval van ontkenning van de in dit Request aan- gehaalde punten, in onze handen wordt gesteld, om daardoor in staat te worden gesteld teneinde het aangevoerde met geloofwaardige acten en bewijzen te bevestigen en het ongerijmde te bewijzen".

Duidelijk is het, dat een aantal inwoners het vreemde gemanipuleer van loco-burgemeester Waanders doorzien hadden, Het antwoord van de Gouverneur is helaas niet in het gemeente-archief bewaard ge- bleven, Maar dat er ingegrepen is, staat vast, als men van de ge- meenteraadsbesluiten van 27 december 1828 kennis neemt, zoals deze in het vorige artikel vermeld zijn, en waarbij verschillende bezwaren werden weggenomen. In dit licht moet men ook de geheime overeenkomst van 24 december met de "oppositie" bezien, Belang- rijk is, dat de burgemeester toezegde, dat alle aanbestedingen voor - 294

(9)

taan publiek zullen zijn. Blijft het punt van de eigenlijke aankoop: bij de openbare veiling van mei 1830 zou men de grond aanmerkelijk goedkoper verwerven. Het is ook duidelijk, dat Christiaan Waanders niet langer als gemeenteraadslid gehandhaafd kon worden en bij de intrede van burgemeester H, A. P. Schaepman als zodanig verdween.

Dat meerderen zich bedrogen voelden, verklaart, dat men overging tot het stichten van een eigen begraafplaats, Natuurlijk werd de toe- stemming hiervoor niet zonder meer verkregen van het Provinciale Bestuur. Men richtte zich o, a. op 5 februari en 10 mei 1830 opnieuw tot de Gouverneur, waarbij de ondertekenaren verklaarden voor zich- zelf, voor hun huisgenoten, familie en vrienden een kerkhof te willen aanleggen op een hoek grond van Derk Jordaan, de Braak genaamd, gelegen ruim honderd ellen ten noordwesten van het dorp, groot ca, 14 roeden, Voorts vroegen zij vrijstelling van de bepaling, dat het

kerkhof met een stenen muur afgescheiden moest worden; zij wilden het doen met een rasterwerk en haag. Ondertekenaren van de ver- schillende rekesten waren Petrus Scheij, predikant, Herman Lodewijk Stuve zonder beroep, Jacobus Armbrost, orgelmaker, Derk Jordaan, winkelier, Hermanus Schartman, winkelier, Hendrik Reymerink, landbouwer, H, Wessels, deurwaarder, A, J, Ottink, Derk Hermanus Schartman, winkelier, J.D. Jordaan, ontvanger, Johann Frederick Wilhelm Schuiten, winkelier, C, Groothuis, Luiken Oostendorp, Egbert Roerink op Rengerink, G. Morsinkhof, G. Leussink, J, Jaasink en Engbert ten Voorde, Zij verklaarden, dat ze tot drie ver- schillende gezindten behoorden: de Gereformeerde, de Rooms Katho- lieke en de Lutherse,

Op 15 juni 1830 berichtten Gedeputeerde Staten aan Petrus Scheij cum suis, dat het hun toegestaan was een particuliere begraafplaats in te richten, echter onverminderd het toezicht van het plaatselijk bestuur.

Van de verplichting tot het maken van een stenen muur werd vrijstelling verleend. Natuurlijk had het plaatselijk bestuur, dat concurrentie vreesde voor zijn eigen kerkhof, wel bezwaren. Op 28 oktober 1830 schreef burgemeester Schaepman aan de stichters van het particuliere kerkhof, dat het niet in gebruik genomen mocht worden voor het gereed was en aan hem getoond onder overlegging van een reglement van begraven. Daarna zou hij een rapport uit- brengen, waar zulks behoorde. Aanleiding tot deze brief was, dat men de avond te voren zonder voorkennis van de burgemeester een kind begraven had, Opnieuw wendden de stichters zich tot de Gouverneur, nu over de tegenwerking van de burgemeester. Zij beschreven hoe het kerkhof aangelegd was compleet met sloot, een heg van

(10)

twee el hoog en een rasterwerk, De burgemeester had echter allerlei

"vitachtigheden". Moeilijkheden waren er ook voor de Rooms Ka- tholieke deelgerechtigden in het kerkhof, die hun aandeel niet door pastoor Groothuis ingezegend konden krijgen, en die hierover zelfs een predikatie had gehouden. Als eenvoudige burgers der gemeente

Haaksbergen, niet genoegzaam bekend met de wetten omtrent het be- graven en omdat zij niet graag alle dagen wederwaardigheden met de burgemeester hadden, die de jeugd van Holthuizen, Eppenzolder en Boekelo belette om naar school te gaan, omdat de schoolmeester H. J.

Fransen ook klerk van de burgemeester was en zo geen tijd had om naar school te gaan of een ondermeester te benoemen, richtten zij zich tot de Gouverneur om diens hulp ootmoedig in te roepen, De

burgemeester grondde zijn verweer blijkbaar op het ontbreken van een stenen muur, want op l maart 1831 berichtte G.S, aan hem, dat bij deze geen bezwaar bestond tegen het kerkhof en de eigenaren vrij- gesteld waren van de verplichting een stenen muur te maken, mits de eigenaren van de omliggende grond een verklaring van geen bezwaar afgaven. Op 14 maart d.a.v. werd deze verklaring gegeven door G„

Eijsink, G. ten Voorde en J, Wolferink, eigenaren van de grond bin- nen de afstand van 35 el van het nieuwe kerkhof. Eindelijk berichtte toen burgemeester Schaepman op 13 juni 1831 aan dominee P, Schei j c,s. dat bij besluit van de gemeenteraad van 9 mei j , l . toegestaan was het nieuwe kerkhof te gebruiken.

De ondergrond van de begraafplaats, die door Derk Jordaan voor honderd gulden aan 16 intekenaren verkocht was, bleef op diens naam staan. Bij het verdelen van zijn boedel op 14 juni 1878 lieten zijn erf- genamen het onverdeeld. Op 28 juli 1932 werd het ingebracht in een Stichting Particuliere Begraafplaats, waarvan de oprichters waren A.

J.P. ten Hoopen, D. Jordaan F. J.zn., G. Jordaan, H, Scholten Vaarwerk, H, J. Hartgerink, J.W. Greve, J,H, Bos en J,G,H. Jor - daan, Bij de indeling van het kerkhof na de oprichting werd nog aan- getekend, dat links van het middenpad de graven van A, Dam velt, A,J.

Ottink, C, Groothuis, H. Schartman, D.H, Schartman, G,H,

Waanders, E. Roossink, L, Oostendorp en twee vacante plaatsen waren en rechts de graven van Stüve, D, Jordaan, P. Scheij, Immink,

Armbrost, H. Reymerink, J, Scholten, Renk, H, Wessels, J.W, Scholten en J.D. Jordaan. Het middenpad was 8 voet breed, de paden tussen ieder perceel l voet en naast de heg 11/2 voet. Tot op de huidige dag is de begraafplaats in gebruik en hebben personen, die afstammen van de oorspronkelijke oprichters, recht van begraving, De geschiedenis van de beide kerkhoven geeft een inzicht in de wan- 296

(11)

ordelijke toestanden bij het gemeentebestuur van Haaksbergen in het begin van de 19e eeuw. De kerkhovenkwestie stond niet alleen, maar ook bij o.a. het eerste gemeentehuis deed zich een zelfde kwestie voor, En zo was er meer. Kwesties, die generaties lang de stem pels op verhoudingen ter plaatse hebben gedrukt en waarvan men de

oorsprong niet meer wist. De kwestie C. Waanders was er één, maar meerdere sproten voort uit vroegere toestanden, waarover ik i n de toekomst nog meer schriftelijk hoop vast te leggen. Niet om oude zaken op te rakelen, gelukkig leven we in een nieuwe tijd'. Maar om meer begrip op te brengen voor de problemen, waarmee onze voor - ouders geconfronteerd werden en die het waard zijn om vastgelegd te worden, Ogenschijnlijk vreemdsoortige zaken kunnen dan ver klaard worden.

D. Jordaan

HET ERVE HAVINK IN HET BRAMMELER BROEK

Het bekende erve Havink ligt in de gemeente Neede, juist over de grens met Haaksbergen in het Gelderse gedeelte van de vroegere marke Brammelo, Deze marke lag namelijk in twee provincies, het Overijsselse deel werd Brammelo genoemd en het Gelderse gedeelte Brammeier Broek of eenvoudig Broek of Brooken. In dit laatste de el, thans officieel een gedeelte van Rietmolen, ligt, aan de St.

Isidorushoeveweg met huisnummer 25 het oude erve Havink, nu

bewoond door de familie J, H, J. Tenhagen. Een bewijs van ouderdom van de boerderij is zijn ligging aan de rand van een langgerek te es, die zich uitstrekt van de vroegere Brammeier school aan de

Eibergsestraat tot aan Havink, Aan dezelfde es liggen ook de oude erven Harink, Hof te Lintelo, Eeltink en Zwerink, Havink wordt in tegenstelling met andere Brammelose erven als Teeselink, Eeltink, Zwerink, Heuperman en Weeink niet genoemd in het bekende

goederenregister van Hendrik, graaf van Dalen en heer van

Diepenheim anno 1188, Ook bij de verkoop van deze boerderijen in 1331 door Willem van Boxtel aan de bisschop van Utrecht wordt Havink niet vermeld. Toch zou Havink later eigendom worden van het bisdom.

De eerste vermelding van Havink vinden we in 1393, waarbij blijkt, dat Havink dan reeds eigendom is van de Blankenborg te Haaksber - gen, In dit jaar sloot Ludolf van Ahaus een contract met zijn schoon - zoon Zweder van Voorst en Keppel, gehuwd met Ludolf's dochter Johanna, waarbij Ludolf aan het jonge paar de heerlijkheid Ahaus verkocht, maar voor zichzelf en zijn vrouw behield: "die Blanken -

(12)

borch myt eren tobehoer ende alle dienstlude ende gude, dat in den Kerspel van Heckesberg gelegen is enz. ende een Guet Haebinck ende Belshoff, die Ludolph vurs. (voorzegd) kofte myt der Blankenborch".

Bij Ludolf's overlijden zou alles aan Zweder en Johanna komen.

Zowel Ludolf als Zweder sterven voor 1406. Eigenaar van de

Blankenborg wordt dan Johanna1 s tweede echtgenoot Godert of Godfried van de Roer. Hun zoon Reynolt van de Roer wordt door financiële noodzaak gedwongen op 16 september 1449 huis en heerlijkheid Blankenborg te verkopen aan Rudolf van Diepholt, bisschop van

Utrecht, waarmee ook Ha vink eigendom wordt van het bisdom. Ook de bisschop zat echter krap in het geld, waardoor hij gedwongen was verschillende bezittingen en ambten te verpanden en zo is bekend, dat Havink in 1460 verpand was aan Heinrich Nyekarcken, vermoedelijk een Haaksbergse richter.

In 1528 verkoopt de Utrechtse bisschop Hendrik van Beieren zijn we- reldlijk gezag over het Oversticht (Overijssel) aan keizer Karel V, heer der Nederlanden, omdat hij Overijssel niet langer kan bescher - men tegen de herhaalde overvallen van Gelre, Ook Havink wordt hiermee eigendom van de "Keizerlijke Majesteit", wiens gezag te Haaksbergen vertegenwoordigd wordt door een rentmeester, van wie met name bekend zijn o.a. van 1530-47 Klaas van Bevervoorde, van 1547-57 Johan van Reede, die beide tevens drost waren, van 1558-63 Johan van Oostendorp en van 1578-88 Rudolf Bitter. Jaarlijks moesten de rentmeesters rekening en verantwoording afleggen van hun beheer in zogenaamde rentmeester rekeningen, waarvan er verschillende be- waard gebleven zijn, In deze rekeningen vindt men regelmatig ver- meldingen over Havink, In de rekening van 1544 wordt Merrie, we- duwe op Hoevinck genoemd, Zij betaalt tienden aan de Drost van Haaksbergen, het klooster Werden en aan zich zelf. In het pachtjaar van 11 november 1547 tot 10 november 1548 worden de pachten in na- tura opgesomd, die Havink moet opbrengen; "Andere ontfranck van diensten, die de meyers van elcken hoff nae beschreven jaerlicks schuldich syn to doen te weten elck thien mudde roggen offe andere gelycke vracht sjaers ende up haer selfs cost tot Deventer te vueren offe wanneer zy des niet en doen betaeln zy elcks daer vuer twaelff stuvers". Havink betaalt zijn twaalf stuiver en bovendien nog tien mudden "taux van roggenpacht", zeven mudden "pachtboeckweyts", vier mudden "gerfhaever" en tenslotte "t halve aeckeren" (halve eikeloogst). In 1549, 50 en 51 is de pacht geheel gelijk, alleen betaalt Havink in plaats van met eikels met geld: 16 pond (l| pond = l

goudgulden). In 1552 is de eikeloogst blijkbaar minder en betaalt "die Meyersche van Hoevinck" slechts 9 pond en 16 stuiver, In 1554

298

(13)

wordt de rogge aan de pachtboeren verkocht voor 25 stuiver per mud en de boekweit voor 22 stuiver. In 1558 is Havink opnieuw verpand, ook weer aan een Hendrick Nykerke, Richter tot Haexbergen, ver - moedelijk een nazaat van de in 1460 genoemde, Havink brengt dus geen pacht op ten bate van de keizer. In hetzelfde jaar wordt aan Havink vergund om een nieuw huis te timmeren, waartoe eiken ge - hakt worden; "Up Hoevinck 23 eecken stammen ende is to weten dat desses meyers huys van nyes getimmert moet syn, daer too hem dee gelaeten ende sall stellen 80 telgen", Ook in 1559-63 wordt geen pacht van Havink ontvangen wegens verpanding aan de inmiddels over - leden richter, In 1563 wordt vermeld: "Dat erve Hoevinck plach jaerlicks onder ander an coornpacht tho doen thien mudde roggen, zoeven mudde boeckweyten, die staet ub pandes zaliger Henrick Nyekerkcke Richter tot Haexbergen ofte zyn erffgenaemen", Over het pachtjaar l oktober 1578 tot 30 september 1579 schrijft rentmeeste r Rudolf Bitter: "Hoovinck placht jaerlix to doen drie golden guldens, dat staet up pandes Engelbert Nyekercken ergo hier niet. In margin e vermeldt de rentmeester aangaande de verpanding: "in losse", In de laatste rentmeesterrekeningen over de jaren 1580 tot 88 worden door de gevolgen van de tachtigjarige oorlog, die inmiddels over Twente gekomen is, geen pachtontvangsten van de meiers meer vermeld, Bij alle erven ziet men de aantekening: "Die meyeren tsamen verloepen, verstorven ende verarmt synnen",

Op 26 juli 1581 zweert; het gewest Overijssel de laatste heer der Ne - derlanden, Philips II, af als zijn landsheer, Alle keizerlijke bezit - tingen, waaronder Havink, worden eigendom van de Staten van Over- ijssel, een situatie, die echter pas bij de vrede van Munster in 1648 officieel bevestigd wordt, In Overijssel ontstaan in 1581 twee partij en, een Spaansgezind katholiek volksdeel, hoofdzakelijk in Twente en een Staatsgezind hervormd volksdeel, hoofdzakelijk in Salland en

Vollenhove,

Omstreeks 1640 is Johan Hoevinck boer op Havink, In het nog aanwe- zige huisarchief op Havink leest men volgende aantekening: "8 en 9 augustus 1649, Holtrichter en erfgenamen van Brammelo verkopen aan Johan Haevinck en huisvrouw de grond om Haevinckhoff en langs de weg, tegenwoordig betuint (omheind) en in hekken gehangen "tot nae den berch toe", Te betalen aan borgermeister Dr, Nylant als ad - vocaat van de marke 45 gulden en aan de holtrichter Anthoni Coninck l rosenobel (oude Engelse munt, later ook in Nederland gangbaar, ter waarde van ca, ƒ 12, -), Actum op Hoff toe Weynck, Zelfs in deze jaren was Johan Havink nog zo Spaansgezind en katholiek, dat hij

(14)

één van zijn zoons Philips liet dopen. Toen deze op 27 februari 1670 met Jenneken ten Damme, weduwe van Arent Weinck, trouwde ging hij wonen op een afsplitsing van Essink, een erve, dat thans nog alge- meen Flips genoemd wordt. Havink's trouw vasthouden aan het geloof van zijn voorvaderen blijkt ook uit de kerkeraadsakten van Neede, waarin aangetekend werd: "1647, Ten Huyse van Johan HSvinck enten Huyse van Johan Schulte op Weninck wordt de misse en andere afgo- derijen ende superstitie (bijgeloof) gepleeght. Anno 1650, 21 Martii te Hövinck in het Brammeier Broeck werd vergaderingh van de

paeps-gesinde gehouden; er werd een merckelyck antall van volcks gevonden", Ook in 1651 werd op het feest van St, Michael (29 september) in de Broeke een mis opgedragen, waarschijnlijk bij Havink, door pater Georgius van Zwilbrock, die op heterdaad betrapt werd en veroordeeld tot een boete van 100 dukaten, 2 voer haver en l voerstenen,

Uit het verpondingsregister van Neede van 18 december 1646 blijkt, dat Havink de hoogste aanslag uit de marke hada Men leest: "Dat erve Haevinck, toebehorende die Landtschap van Overijssel ƒ 184-19-8", Ook in het verpondingsregister van ca, 1770 is Havink nog de hoogst aangeslagene: "De Provintie van Overijssel van 't erve Haevinck ƒ 30-12-7". Op 26 november 1714 kondigen de Staten van Overijssel aan, dat zij op vrijdag l februari 1715 een openbare verkoop zullen houden van eiken en beuken op provinciale erven. Van Havink zullen 56 eiken verkocht worden, In 1754 zijn de Staten blijkbaar van plan geweest hun Needse erven, die dus buiten de provincie lagen, te verkopen,

Waarschijnlijk was geldgebrek de oorzaak van het plan. Over deze kwestie bevindt zich in het huisarchief van Havink een brief aan de ordinaris (gewone) gedeputeerden van de Staten van de Provincie van Overijssel, waarin Scholte Giffele, Fruwink, Olthof, Rengerink, Wanninkhof, Tiesselink en Heuvink meedelen, dat zij sedert meer dan 100 jaar tegen betaling van de vierde garve hun erven en goederen in erfpacht bezeten hebben, de ordinaire en extraordinaire verpondingen betaald hebben en reparaties en opzetten van putten, huizen en schop- pen op eigen kosten gedaan hebben en de landerijen verbeterd, Daar- om protesteren zij tegen de voorgenomen verkoop van de erven vol- gens resolutie van 7 december 1754, Actum 12 october 1755, Blijk- baar heeft deze actie wel succes gehad, want pas op 30 januari 1828 verkopen de Staten van Overijssel het -erf- en bouwrecht van het hofhorig erve Havink in het Brammelerbroek aan de meijer en bezitter van het erf Jan Havink, Ook dit koopcontract is nog op Havink aan- wezig, De koopsom werd op enigszins vreemde wijze bepaald. Het erf- en bouwrecht werd getaxeerd op bruto ƒ 9430, - en na aftrek van

bezwaren (hypotheken) op ƒ 7919, -. De koopsom werd aldus gevonden:

300

(15)

ƒ 7919, - minus 20 maal 153, - pacht en 20 maal 2, 01 uitgang van 3 schepel rogge is ƒ 4818, 80. De koopprijs wordt dan de helft van ƒ 4818, 80 plus 20 maal 153, - pacht, plus 20 maal 2, 01 uitgang van rogge plus 20 maal O, 30 uitgang van een haan is ƒ 5515, 60 welk be- drag in vijf jaarlijkse termijnen aan de Domeinen betaald moest wor - den op 11 november van de jaren 1828, 29, 30, 31 en 32 met bijbe - taling van 5% rente.

Vergeleken met andere dominiale erven was deze koopman bijzonder groot, wat wijst op de belangrijkheid van het erve. De grootte van Havink blijkt ook nog in 1840 als de markerichter J. B. Wilterdinck, schoolonderwijzer te Delden, de grondbelasting omslaat over de er - ven, Voor iedere koe en paard, ouder dan twee jaar, moet 30 cent betaald worden. Hiertoe wordt in het Brammeier Broek het vee ge- teld door de tellers J. Havink en J. Hogenkamp. Samen met

Teeselink heeft Havink het meeste vee, namelijk tien koeien en twee paarden. De omvang van het erve en de inboedel blijkt ook uit

huwelijksvoorwaarden, die gemaakt zijn, toen omstreeks 1840 Johannes Theodorus, alias Derk Havink, trouwde met Johanna

Esseling van het erve Schurink aan de Eibergseweg onder Neede. De vader van de bruidegom Jan Havink, gehuwd met Antonia Bouwman, begiftigt de jongelui met het gehele erve Havink en de daaronder behorende "bouwplaatsjes" Snijders, bewoond door Arend te Flierhaar, en Berendjeshoes, bewoond door Jan Hendrik

Keesenbrink. Als tegenprestatie moeten de jongelui hun ouders tot hun overlijden voeden, verplegen en 25 gulden zakgeld per jaar geven. De overige kinderen, zeven in getal, worden met 150 gulden tevreden gesteld en daarmede practisch onterfd. De totale bezitting is bijna 54 hectare groot en wel 15, 3 hectare bouwland, 11,5 hectare weiland, 9, 7 hectare hooiland, 12, 3 hectare hakhout, 2, 9 hectare heide en l-, 6 hectare bos. De rest is boomgaard, tuin en bebouwde eigendommen, Tot de levende have behoren: 3 paarden met een totale getaxeerde waarde van ƒ 115, -, 7 koeien, 2 ossen, 2 vaarzen, l stier en 5 kalveren, waarde ƒ 275, -, 3 varkens, waarde ƒ 36, -, 30 hoenders en l haan, waarde ƒ 3, -, 11 ganzen, waarde ƒ 3, -, en 3 katten en 2 honden, waarde ƒ2,-. Van de overige inventaris worden genoemd 2 wagens en 3 karren, waarde ƒ 51, -, l ploeg en 3 eggen, waarde ƒ7,-, 8 vlegels, 3 vorken, 4 grepen en 3 schoppen, waarde ƒ2,-, 2 spiegels, waarde ƒ l, -, 2 snijbakken, kafmolen en klok, waarde ƒ 8 , - , 4 ketels, 3 potten, pan, 14 borden, 12 lepels, 12 vorken, 14 paar theegoed, waarde ƒ18,-, 3 spinwielen, 2 tafels, 10 stoelen, 4 tonnen en 5 emmers, waarde ƒ!!,-, 5 kuipen, 2 kisten en 2 kasten, waarde ƒ 20, -, 2 stenen paarden- en 2 dito varkenszompen, waarde ƒ 10, -

(16)

en tenslotte 5 span bedden, 5 peluwen, 10 kussens en lakens, waarde ƒ 60, -. Tegenover deze bezittingen staan echter grote hypotheken tot een totale waarde van ca. ƒ 5500, -, die vermoedelijk opgenomen zijn in 1828, toen het erf- en bouwrecht gekocht moest worden.

Derk Havink overleed reeds op 3 november 1849, toen hij met paard en wagen nabij café De Witte in de Ruwenhof te Neede reed en een trap van zijn trekdier kreeg, Enkele jaren later hertrouwde zijn weduwe Johann Heinrich Hermann Röttger Tenhagen, afkomstig van het erve Hageman te Alstatte, Met deze Herman, die wegens zijn kleine gestalte in de wandeling Hermänneke genoemd werd, deed een nieuw geslacht zijn intrede op Havink, Tenhagen bracht uit zijn ouderlijk huis ruim 786 mark mee en vermoedelijk heeft hij dit geld mede ge- bruikt om op het terrein van Havink een windmolen te bouwen, de zgn, Hövinkmöl, waarvan de romp omstreeks 1950 gesloopt is, Diverse molenaars waren bewoners van Berendjeshoes: Huls, Völkerink en Borgelink, Waarschijnlijk in 1862, welk jaartal in de muurankers van het hoofdgebouw vermeld staat, bouwde Herman Tenhagen ook een nieuw grote boerderij, waarbij het gebouw vermoedelijk een kwartslag gedraaid werd ten opzichte van de oude hoeve, en

de"niendeur" niet meer aan de oostzijde kwam te liggen, zoals bij de meeste oude boerderijen gebruikelijk was. In het achterhuis bevindt zich een helaas ongedateerde steen met de letters HTH-IE, de initialen van Herman Tenhagen en Johanna Esseling, Andere data vindt men in de ingebouwde klokkenkast: 1818, de muurankers van het mesthuis vermelden 1885 en in de schuur HTH-VO-1903, de

beginletters van Herman's zoon Hendrik Tenhagen en zijn vrouw Venne Olminkhof, De nieuwe boerderij werd in een Tee-vorm gebouwd met een Gelders aandoend voorhuis, waarin thans nog duidelijk te zien is, dat een van oudere datum stammende voorkamer in de nieuwbouw is opgenomen, Alle bouwactiviteiten hadden tot gevolg, dat de boerderij een vrij zware schuldenlast te dragen kreeg.

Interessant zijn ook nog de namen van de gronden, die bij het erve Havink behoren, Hiervoor wordt verwezen naar Aold Hoksebarge, 2e jaargang nr, l, waar deze opgesomd werden door ons bestuurslid H.

Kormelink,

Dit artikel mag dan thans besloten worden met in chronologische volgorde te vermelden, wie, voor zover bekend, achtereenvolgens bewoners van Havink geweest zijn:

l. Jan Hoevinck, omstreeks 1590 gehuwd, Zijn weduwe hertrouwde 302

(17)

omstreeks 1610 met een Te Lintelo. Een zoon van Jan Havink, Gert, trouwde met de erfdochter op Bornegoor. Een andere zoon werd op- volger op Havink:

2. Johan Hoeving, omstreeks 1625 gehuwd met Aelle. Hun namen leest men in de Haaksbergse gerichtsprotocollen van 12 september 1636. Kinderen van dit echtpaar waren Berent, die op Schonenborg trouwde, Hendrik gehuwd met J|enneken Lankholt, Geert gehuwd op Lohuis in Oele, Philips, waarover hierboven al geschreven is, Egbert gehuwd met Merrye Evertinck in Oele, Marrie gehuwd met Hendrik Kleinsman op Ruwhof en tenslotte de erfzoon op Havink:

3. Joan Haevinck, geboren 29 augustus 1630, op 21 juli 1657 gehuwd met Geertjen Egginck alias Rouhofs uit Hoonte, Uit dit huwelijk wer den geboren Hendrick getrouwd met Trijntjen ten Kinckeler op Lön- neker, Berent gehuwd met een Jenneken, Geertruit gehuwd met Hendrik Suthof, Aeltien gehuwd met Joan Belshof op Averbeeke en op Havink:

4. Jan Haevinck, op 2 december 1682 gehuwd met Geertjen ten Gro- tenhuys. Volgens het markeboek Brammelo was hij op 16 juni 1707

"gesworene". Kinderen van dit echtpaar waren Hendrick gehuwd met Aeltjen Eeftinck, Grietjen getrouwd met Berent Schonenborg, Jenneken gehuwd met Jan Swerinck, en de erfzoon:

5. Jan Havinck, geboren 15 juni 1704, Hij huwde op 8 december 1718, 14 1/2 jaar oud - dat kan alleen een rijke boerenzoon financieren – met Frederica te Gorsvelt uit Wiene. Kinderen van dit echtpaar waren Janna getrouwd met Jan ten Kattendam, Aeltjen, eerst gehuwd met Hendrikus Meyerink en later met Christiaan te

Vlierhaar, Hendricus, eerste gehuwd met Roelefken ten Botterhuis en daarna met Leyda van de Korf, Jan getrouwd met Geertjen ten Ellenvelt en tenslotte:

6. Derck Havink, geboren op 24 januari 1723, gehuwd op 21 januari 1747 met Johanna te Baek uit Olden Eibergen. In 1766 was Derck gezworene van de marke. Dit echtpaar had een dochter Frederica, gehuwd met Jan Hutink onder Winterswijk, een dochter Jacomina, die driemaal te Buurse trouwde en een zoon;

7. Joan Hoevinck, geboren 3 september 1748, op 8 december 1771 getrouwd met Jenneken te Lintelo van Kerkenlintel. Kinderen van dit echtpaar waren Jacoba, gehuwd met Jannes ten Vlierhaar te

(18)

Rietmolen, Anne Geertruida gehuwd met Arnold Aarmink in

Eppen-zolder, Gerhardus gehuwd met Johanna ter Haar, erfdochter op Groothuzink en de erfzoon:

8, Joannes Havink, geboren in 1776, op 16 april 1807 getrouwd met Antonia Bouwman van de Borculoseweg onder Neede, Uit dit huwelijk werden geboren Gradus, die naar Amerika geëmigreerd is, Gerrit Jan gehuwd met Wilhelmina ten Vregelaar, schoenmaker/herbergier te Haaksbergen, Jan Hendrik, van 1871 tot 1901 pastoor te Deurnin- gen, Joanna getrouwd met Gradus Willem ten Asbroek te Haaksber gen, Geertruid gehuwd met Hendrikus ter Braak op Braok in Bram- melo, Hendrica gehuwd met Johannes Assink op het Assinkbos en tenslotte op Havink:

9, Johannes Theordorus (Derk) Havink, geboren 1808 en omstreeks 1840 gehuwd met Joanna Esseling van het erve Schurink onder Nee- de, Van haar moeder is bekend, dat zij op 14-jarige leeftijd trouw de met speciale toestemming van koning Willem L Het echtpaar Havink-Esseling had twee dochters Johanna en Berendina, Als we duwe hertrouwde Joanna Esseling met Herman Tenhagen van het erve Hageman te Alstatte, Met hem deed de familie Tenhagen zijn intrede op Havink. Zijn zoon volgde hem op als bouwman op Havink°

10, Hendrik Tenhagen, die ook twee keer getrouwd is geweest. Zijn eerste vrouw was Femia Olminkhof van het erve Oude Scholten in Olden Eibergen, zijn tweede vrouw was Engele Hogenkamp van het erve Heuperman.

Thans wordt het erve Havink bewoond door Hendrik's kleinzoon, de in de aanhef van het verhaal genoemde J, H „J, Tenhagen en diens gezin,

W,E„ ten Asbroek ASSINKKAMP

Wegens plaatsgebrek moet helaas het tweede artikel over de

Assink-kamp te Haaksbergen blijven liggen tot het volgende nummer, Redactie

304

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een commissie van 5 mensen heeft hier een visie weergegeven over hoe een en ander in de komende jaren behouden moet blijven voor het dorp, maar ook wat er veranderd

Hetzelfde geldt ook voor nieuwe vervoersregelingen en werkprocessen; allemaal zaken die zijn veranderd en waar wij aan moeten wennen.. Wennen aan dit soort veranderingen duurt vaak

Zoals, onder BLEUMER vermeld verkocht Gerrit ten Rouwenhorst, erfge- naam van Roelof ten Kinkeier alias Brummelhuis, op 20 mei 1727 de halve Leemkuil aan Jan Vonders en zijn vrouw

Ik vind het wel jammer dat niet alle mensen de presentatie van de gemeente Leiderdorp over het groot onderhoud hebben kunnen bijwonen i.v.m.. Dat het aanstaande groot onderhoud in

Het is nog niet zover maar in 2016 bestaat de wijk Leyhof 20 jaar, dit wil het bestuur niet ongemerkt voorbij laten gaan.. De voorbereidingen voor dit feest zijn al in

Beste leden alweer de eerste Leydraet van dit jaar met de nieuwe activiteitenkalender voor 2013. Op deze kalender de bekende activiteiten die U van ons gewend ben en een aantal

Vijf Gentse wijken (Dampoort, Oud Gentbrugge, Ledeberg, Bloemekenswijk en Muide-Meule- stede) krijgen extra aandacht voor de transitie naar propere lucht, minder voertuigen en

De pasjes zullen zoals vorig jaar weer door een aantal IJCE vrijwilligers in de eerste 2 week- enden op de ijsbaan worden uitgedeeld.. Leden die hun pasje niet tijdig ophalen of na