• No results found

dordt veilig.n/ Feiten & Achtergronden INTEGRAAL VEILIGHEIDS PROGRAMMA DORDRECHT FACTSHEETDIEFSTAL: CIJFERS EN TRENDS 1. Algemeen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "dordt veilig.n/ Feiten & Achtergronden INTEGRAAL VEILIGHEIDS PROGRAMMA DORDRECHT FACTSHEETDIEFSTAL: CIJFERS EN TRENDS 1. Algemeen"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

dordt veilig.n/

Gemeente Dordrecht Programmabureau Veiligheid

Postbus 8

3300 AA Dordrecht Tel.: (078) 639 6504/6446 E-mail:

programmaveiligheid®

dordrecht.nl

Feiten

&

Achtergronden

INTEGRAAL VEILIGHEIDS PROGRAMMA DORDRECHT FACTSHEETDIEFSTAL: CIJFERS EN TRENDS

1. Algemeen

Diefstal is een fenomeen in de samenleving waar elke burger vroeg of laat mee te maken kan krijgen. Sommige diefstallen grijpen dieper in het persoonlijke leven in dan anderen. Woninginbraak bijvoorbeeld treft direct de persoonlijke levenssfeer, terwijl winkeldiefstal meer op afstand blijft.

In deze factsheet wordt ingegaan op de recente cijfers en trends voor het thema diefstal. Het doel van de factsheet is om de

deelnemers aan de themadiscussie een beeld te geven van de stand van zaken voor diefstal in het huidige IVP en gedachtevorming te stimuleren voor een nieuwe periode IVP. Met andere woorden: doen we de goede dingen, doen we ze goed, wat heeft prioriteit en zijn er nieuwe ideeën voor de aanpak van diefstal?

2. Ontwikkelingen in Nederland

In de grootste gemeenten van Nederland (naar inwonertal) is de kans om slachtoffer te worden van een delict groter dan in de kleinste gemeenten. Voor vermogensdelicten (woninginbraak, diefstal van/uit auto, zakkenrollen, fietsendiefstal) is deze kans drie maal zo groot. In 2003 von-den in de kleinste gemeenten (tot 20.000 inwoners) per 100 inwoners 5,1 vermogensdelicten plaats, tegenover 14,7 per 100 burgers in gemeenten met 100.000 tot 250.000 inwoners (waaronder Dordrecht).

Om het aantal diefstallen te verminderen heeft het Rijk onder andere het Veiligheidsprogramma opgesteld. Hierin staan maatregelen om de criminaliteit te beteugelen. Het Rijk richt zich hierbij met name op de aanpak van veelplegers en risico jongeren. Bij de aanpak van veelplegers wordt ervan uitgegaan dat een kleine groep

verantwoordelijk is voor veel criminaliteit. Door hen aan te pakken zal de criminaliteit flink kunnen dalen. Jeugdcriminaliteit zal in een andere themadiscussie uitvoerig aan de orde komen.

Voor wat betreft diefstal heeft het Veiligheidsprogramma zich bij de politie met name door vertaald in de aanpak van volumecriminaliteit.

Bij volumecriminaliteit richt de politie zich op autocriminaliteit, diefstal van fiets en brommer en vernieling. Bij het OM richten de maatregelen vanuit het Veiligheidsprogramma zich met name op de versnelling van de doorlooptijden. De grote steden krijgen via het Grotestedenbeleid (GSB) te maken met het Rijksbeleid.

Een andere ontwikkeling bij het Rijk op het gebied van diefstal is de technologische preventie. De afgelopen jaren is er een

interdepartementale stimuleringsregeling Technologie &

Samenleving van kracht geweest waarin ook aandacht is geweest voor criminaliteitspreventie.

(2)

Verder wordt er binnenkort een landelijk "innovatieplatform voor de opsporing" opgericht. Dit sluit aan bij de aanbevelingen uit een rapport van de Raad van Hoofdcommissarissen

"Tegenhouden Troef" en het binnenkort te verwachten rapport van de commissie Winsemius

"Technologie en Opsporing".

3. Doelbereik Integraal Veiligheids Programma Dordrecht 2002-2006 (IVP-1)

In het Integraal Veiligheids Programma Dordrecht 2002-2006 (IVP-1) zijn voor het thema diefstal vier projecten ingezet waarvan verwacht wordt dat zij de grootste bijdrage leveren aan de realise- ring van de doelstellingen voor dit thema: Woninginbraken, Politiekeurmerk Veilig Wonen, Auto- criminaliteit, Samen Veilig Ondernemen. De ontwikkeling van de resultaten op de onderscheiden doelstellingen voor het thema diefstal is hieronder weergegeven.

Doelstelling IVP-1

Afname slachtofferschap vermogensdelicten tot indicatorscore 3,9 Afname slachtofferschap poging tot inbraak tot 5%

Afname slachtofferschap inbraak in woning tot 3%

Afname aangiften woninginbraak tot 475 Afname slachtofferschap diefstal uit auto tot 12%

Afname slachtofferschap diefstal vanaf of vernieling aan auto tot 25%

Afname aangiften diefstal uit auto en vernieling aan auto tot 2340

Afname slachtofferschap diefstal portemonnee zonder geweld tot 4%

Afname aangiften diefstal portemonnee zonder geweld tot 193

Afname slachtofferschap fietsendiefstal tot 12%

Afname aangiften fietsendiefstal tot 1032

Startcijfer (2001)

5,1 6%

4%

632 14%

30%

2754

5%

206 16%

1377

Standcijfer (1-1-2004)

4,9 6%

4%

702 14%

31%

2816

4%

150 18%

1646

Standcijfer (1-1-2005)

576*

Streefcijfer (2006)

3,9 5%

3%

475 12%

25%

2340

4%

193 12%

1032

Ontwikkeling (2001-2004)

Positief Geen

Geen

Positief Geen

Negatief

Negatief

Positief

Positief Negatief

Negatief Voorlopig cijfer

De ontwikkelingen op de doelstellingen van het IVP voor diefstal laten een gemengd beeld zien.

Positief ontwikkelen de doelstellingen voor het slachtofferschap vermogensdelicten en diefstal portemonnee zonder geweld (zowel slachtofferschap als het aantal aangiften), waarbij de

(3)

doelstellingen voor diefstal portemonnee zonder geweld reeds op 1 januari 2004 gehaald zijn. De inzet van de stadswachten in de Binnenstad op de koopavond en de marktdagen kan hiervoor een reden zijn, want uit de cijfers blijkt dat zakkenrollen met name voorkomt in de Binnenstad (zie ook punt 5). Maar ook de aanpak van veelplegers kan hieraan hebben bijgedragen.

Het doelbereik woninginbraak laat een positief beeld zien. Hoewel het slachtofferschap poging tot inbraak en inbraak in woning op hetzelfde niveau blijven, ontwikkelt het aangiftecijfer zich

positief. Daarnaast laten de politiecijfers over 2004 zien dat het ophelderingspercentage sterk is gestegen (van 10,4 naar 22,9%). Het project woninginbraken van de politie, waartoe het Keurmerk Veilig Wonen en het Woning- en Bedrijfsinbraken Team (WBIT) deel van uit maakt, draagt bij aan het terugdringen van het aantal woninginbraken. Vanaf 2005 valt de regie van het Keurmerk onder de gemeente in plaats van de politie. In het GSB is daarom voor de periode 2005-2009 ingezet op het Keurmerk Veilig Wonen. Alle nieuwbouwwoning dienen voorzien te zijn van het Keurmerk en van de bestaande bouw is afgesproken dat 10% van de woningen een Keurmerk moet hebben in 2009. Extra aandacht dient eventueel uit te gaan naar de diefstallen uit garage/schuur/tuinhuis aangezien dit als slechtste scoort in Nederland (zie ook punt 4).

Negatief heeft zich de doelstelling fietsendiefstal ontwikkeld, hoewel de meest recente

aangiftecijfers een flinke daling laten zien. Dat de doelstelling nog niet gehaald is, kan liggen aan het feit dat er tot voor kort geen specifieke maatregelen genomen waren gericht tegen

fietsendiefstal. Op basis van de gehouden fietsendiefstalscan door de landelijke Fietsersbond in 2004, zullen de gemeente, politie en afdeling toezicht nu samen maatregelen nemen. Inmiddels hebben er al fietsgraveeracties plaatsgevonden en is het de bedoeling dat stadswachten in samenwerking met de politie gestolen fietsen gaan opsporen (methode Harderwijk). Daarnaast zal in 2005 een nieuw fietsbeleidsplan het levenslicht zien waarin met name aandacht zal zijn voor goede stallingmogelijkheden.

Het slachtofferschap diefstal uit auto is stabiel, maar het slachtofferschap diefstal vanaf auto stijgt en ook het aantal aangiften autocriminaliteit, hoewel de laatste cijfers van de politie over 2004 een sterke daling laten zien. In 2004 laat daarnaast ook het ophelderingspecentage van autocriminaliteit een positieve ontwikkeling zien. Om autocriminaliteit tegen te gaan, voert de politie het project autocriminaliteit uit. Daarnaast heeft OOV in 2004 samen met de politie en de afdeling Toezicht de campagne "Niets erin, niets eruit" gestart. Beide projecten dragen bij aan de vermindering van het aantal gevallen van autocriminaliteit.

4. Andere maatregelen op het gebied van diefstal

Het huidige IVP richt zich met name op de gebieden zoals hierboven is gemeld. Maar er zijn ook nog andere gebieder) waar diefstal plaatsvindt zoals op bedrijventerreinen, winkels, sporthallen, scholen, ziekenhuizen, etc. Voor wat betreft de beveiliging van bedrijventerreinen en de

winkelcentra wordt een aparte discussiebijeenkomst georganiseerd. Hieronder wordt ingegaan op een aantal aanvullende maatregelen op het gebied van diefstal.

Een maatregel waarvan verwacht wordt dat het veel invloed kan hebben op het aantal diefstallen is de aanpak van Veelplegers. Justitie, Politie en de gemeenten hebben vanuit het landelijke Veiligheidsprogramma de opdracht gekregen om gezamenlijk een afgestemde aanpak te realiseren. Een convenant persoonsgebonden aanpak veelplegers is reeds in 2004 door de verschillende partijen in het Arrondissement Dordrecht ondertekend. De gemeente Dordrecht zal aanvullend met de partijen betrokken bij de nazorg begin 2005 een nazorg convenant

ondertekenen.

Een andere methode om de criminaliteit verder terug te dringen is de Methode Beke. Dit is een aanpak van groepscriminaliteit bij jongeren. Deze aanpak wordt momenteel in Dordrecht uitgewerkt. Politie inventariseert volgens deze methode de jeugdgroepen in Dordrecht en deelt hen in in hinderlijk, overlastgevend ofwel crimineel. Vervolgens kan er per groep een

groepsgerichte, persoongerichte en situatie gerichte aanpak worden gerealiseerd.

Ketensamenwerking tussen de verschillende benodigde partijen is hierbij van groot belang.

(4)

Het project Samen Veilig Ondernemen is een project in het kader van de winkelcriminaliteit. Het is opgenomen in het IVP, maar is reeds afgelopen en opgenomen in de reguliere werkzaamheden van het Centrummanagement Dordrecht. Uit het onderzoek "Diefstal detailhandel 2004" komt naar voren dat drie op de tien detailhandelsvestigingen in 2004 het slachtoffer zijn geweest van een of meer diefstallen. Ruim de helft van alle diefstallen vindt plaats in een sterk stedelijke (30%) of zeer sterk stedelijke (28%) omgeving. Landelijk is er het Keurmerk Veilig Ondernemen ontwikkeld wat een antwoord kan zijn op onder andere de vele diefstallen in winkels.

Maatregelen van algemene aard om diefstallen tegen te gaan, zijn bijvoorbeeld meer toezicht door politie, stadswachten en beveiligingsorganisaties, maar ook wordt steeds vaker geopperd om burgers zelf ook in te schakelen bij toezicht. Toezicht is verder mogelijk door het plaatsen van camera's. Hierbij wordt opgemerkt dat het plaatsen van camera's alleen niet voldoende is. Het uitkijken en de opvolging moeten goed geregeld worden. De gemeente Dordrecht heeft in 2004 op het centraal station cameratoezicht ingevoerd. Een andere maatregel bij de politie is het vergemakkelijken van aangifte doen. Via de site van de politie kan nu digitaal voor een aantal delicten aangifte gedaan worden.

5. Dordrecht in vergelijking met Nederland en GSB-26

In de Misdaadmeter van het Algemeen Dagblad zijn aangiftegegevens opgenomen over 38 vormen van criminaliteit (delicten) in Nederland. Hieronder is op grond van de criminaliteitsdruk (aantal delicten per 10.000 inwoners) weergegeven welke plaats Dordrecht binnen alle 488 gemeenten in Nederland en binnen de 26 middelgrote gemeenten die deel uitmaken van het Grotestedenbeleid (GSB-26) inneemt op de meest voorkomende delicten (tabel A) en binnen alle 488 gemeenten in Nederland op de overige, minder voorkomende delicten (tabel B). In beide gevallen zijn uitsluitend de gegevens voor delicten binnen het thema diefstal vermeld.

Tabel A: Positie Dordrecht in Nederland en GSB-26 op de meest voorkomende delicten Delict

Diefstal uit garage/schuur/tuinhuis Diefstal van bronv/snorfiets Diefstal van auto

Diefstal uit auto Zakkenrollen

Criminaliteitsdruk*

Dordrecht 55 23 32 181

13

Nederland 14 10 16 121

23

GSB-26 23 18 23 159

31

Plaats in rangorde Nederland

1 6 10 19 91

GSB-26 1 5 8 8 25 Tabel B: Positie Dordrecht in Nederland op de overige, minder voorkomende delicten

Delict

Diefstal op school

Diefstal op sportcomplexen Diefstal van motor/scooter

Criminaliteitsdruk*

Dordrecht 9,3 4,5 4,7

Nederland 7,2 4,1 1,9

Plaats in rangorde Nederland

48 149

18

* Criminaliteitsdruk = aantal delicten per 10.000 inwoners (gegevens 2003)

6. Risicowijken in Dordrecht

In de Veiligheidsanalyse in stad en wijken anno 2004 is achterhaald in welke wijken in Dordrecht problemen op het gebied van criminaliteit en onveiligheid zich vooral voordoen. Hieronder zijn voor elk criminaliteitsprobleem binnen het thema diefstal de risicowijken genoemd waarin het vermelde probleem zich vooral voordoet.

(5)

Criminaliteitsprobleem Vermogensdelicten Fietsendiefstal

Diefstal brom-/snorfiets Diefstal van auto Diefstal uit/vanaf auto Inbraak in woning Zakkenrollen Poging tot inbraak

Risicowijken*

Oud-Krispijn, Binnenstad, Crabbehof/Zuidhoven Binnenstad, Nieuw-Krispijn, Oud-Krispijn Het Reeland, Wielwijk, Binnenstad, Noordflank Wielwijk, Crabbehof/Zuidhoven, Binnenstad Binnenstad, Oud-Krispijn, Wielwijk

Wielwijk, Oud-Krispijn, Crabbehof/Zuidhoven Binnenstad

Noordflank, Wielwijk, Crabbehof/Zuidhoven

* Risicowijken zijn wijken waarin het vermelde criminaliteitsprobleem zich vooral voordoet (gegevens 2003)

7. Ketensamenwerking

De samenwerking tussen de verschillende ketenpartners is op vele onderdelen bij de aanpak van diefstal van groot belang. Men moet van elkaar weten wie wat doet om de aanpak zo effectief mogelijk te laten zijn. Zo wordt er bijvoorbeeld bij de aanpak van veelplegers alle activiteiten op elkaar afgestemd zowel in de Justitieketen als de preventie/nazorg keten. Maar ook de

overgangen tussen deze ketens is essentieel. In hoeverre wordt de regierol van de gemeente op het thema diefstal goed ingevuld? Wat zijn de verwachtingen hieromtrent?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kinderen slagen er dus niet om op de leeftijd van 8 maanden het verschil te zien tussen vier en acht stippen, waardoor we kunnen stellen dat ze (nog) niet kunnen

De meeste pensioenfondsen hebben praktisch alle administra- tieve processen uitbesteed aan een pensioenuitvoerder, een externe partij die in opdracht van een pensioenfonds zorg-

Kaart Inwoners Wonen Wijken en dorpen Ruimtelijke structuur 2018. Uitgave: gemeente Oosterhout Samenstelling: Onderzoek & Statistiek Informatie:

uitgave: gemeente Oosterhout, team Onderzoek & Statistiek (O&S) info:

Vrijwilligerswerk wordt in Nederland het meest gedaan door mensen tussen de 35 en 45 jaar op school, de sportvereniging of de buurt.. Dit zijn ouders met jonge kinderen waarop

Onderwijs en wetenschappen: De sectoren Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs en Hoger Beroepsonderwijs werken niet met het begrip volledige

De veertien arbeidsvoorwaardelijke overheidssectoren (Rijk, Gemeenten, Provincies, Rechterlijke Macht, Waterschappen, Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar

Als we kijken naar de opinie en perceptie van de Nederlandse burger over de integriteit binnen verschillende sectoren en instanties, zien we dat de overheid (met name onderwijs