• No results found

RAPPORT A I. Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT A I. Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen)"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT A11-003-I

Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met boringen

Archeologisch onderzoek aan het

Erasmusplein te Vlaardingen

(gemeente Vlaardingen)

(2)

ArcheoMedia BV, Postbus 333, 2910 AH Nieuwerkerk aan den IJssel, tel.: 010-2582 360; fax: 010-2582 325

RAPPORT A11–003–I

Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen

(gemeente Vlaardingen)

Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met boringen

Opdrachtgever:

contactpersoon:

Gemeente Vlaardingen Afdeling Gebiedsmanagement Postbus 1006

3130 EG Vlaardingen dhr. P. Joormann tel.: 010 2484000

(3)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen)

COLOFON

Projectcode: A11-003-I

Bestandsnaam: Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen). Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met boringen.

Datum: Mei 2011, definitief

Auteurs: drs. A.J.D. Isendoorn en M. van Dasselaar Projectleider: drs. A.J.D. Isendoorn

Bureauonderzoek: drs. A.J.D. Isendoorn

Veldonderzoek: drs. A.J.D. Isendoorn, M. van Dasselaar, drs. R.F. Engelse en dr. P.T.A. de Rijk

Redactie: drs. R.F. Engelse

Digitale uitwerking tekeningen: drs. A. Timmers en M.T. Leenders MA Archeologische interpretatie: drs. A.J.D. Isendoorn en M. van Dasselaar Advisering: M. van Dasselaar en drs. A. Wagner Autorisatie:

drs. A. Wagner

senior KNA–archeoloog ArcheoMedia BV e-mail: wagner@arnicon.nl

©ArcheoMedia BV, archeologisch onderzoeks- en adviesbureau, 2011, Capelle aan den IJssel ISBN/EAN: 978-90-5970-705-4

Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers.

Betrouwbaarheid van archeologisch booronderzoek

Het onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en richtlijnen, zoals vastgelegd in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (versie 3.2) van het Centraal College van Deskundigen.

Bij ieder bodemonderzoek wordt gestreefd naar een optimale representativiteit. Het onderzoek is gebaseerd op het verrichten van een beperkt aantal boringen tot een beperkte diepte. Daardoor blijft het mogelijk dat lokaal archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn, die tijdens het onderzoek niet naar voren zijn gekomen. Bovendien laten bepaalde archeologische resten, zoals grafvelden en steentijdvindplaatsen, zich lastig ontdekken met behulp van grondboringen.

ArcheoMedia BV acht zich niet aansprakelijk voor de eventueel uit bovengenoemde afwijkingen voortvloeiende schade of gevolgen.

Certificering

ArcheoMedia BV heeft sinds 1994 een veiligheidsbeheerssysteem dat voldoet aan de eisen van de VCA. Sinds 1996 voldoet het kwaliteitssysteem van ArcheoMedia BV aan de eisen van de NEN-EN-ISO 9001. Sinds 2003 voldoet het kwaliteitssysteem aan de eisen van de NEN-EN-ISO 9001:2000.

ArcheoMedia BV is door het College voor de Archeologische Kwaliteit en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geschikt bevonden voor het verrichten van vergunningsgebonden opgravingswerkzaamheden.

(4)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen)

INHOUDSOPGAVE

SAMENVATTING... 1

1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS... 3

2 AANLEIDING ONDERZOEK EN BELEIDSKADER... 4

3 ONDERZOEKSVRAGEN ... 5

4 BUREAUONDERZOEK... 6

5 INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ...14

6 BEANTWOORDING VAN DE ONDERZOEKSVRAGEN ...19

7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ...21

GERAADPLEEGDE BRONNEN EN LITERATUUR...22

BEGRIPPEN EN AFKORTINGEN...24

OVERZICHT VAN GEOLOGISCHE EN ARCHEOLOGISCHE PERIODEN ...25

BIJLAGE 1 PLANKAART

BIJLAGE 2 ARCHISKAART, GEOLOGIE EN ARCHEOLOGIE WESTWIJK BIJLAGE 3 BOORPUNTENKAART

BIJLAGE 4 BOORSTATEN BIJLAGE 5 PROFIELEN

BIJLAGE 6 HOOGTEKAART KANSRIJKE LAGEN

(5)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 1

SAMENVATTING

Naar aanleiding van het voornemen om aan het plangebied Erasmusplein te Vlaardingen nieuwbouw, een uitbreiding van een vijver en nieuwe infrastructuur te realiseren is door ArcheoMedia BV, in opdracht van de Gemeente Vlaardingen, een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd.

Uit het bureauonderzoek is gebleken dat:

- de bodem op de onderzoekslocatie bestaat uit een afwisseling van het Laagpakket van Wormer, Hollandveen en het Laagpakket van Walcheren (Vlaardingenstelsel);

- de onderzoekslocatie volgens de Archeologische Monumentenkaart geen onderdeel uitmaakt van een gebied met een vastgestelde archeologische waarde;

- van de onderzoekslocatie zelf geen waarnemingen of vondstmeldingen bekend zijn;

- de verwachting op grondsporen en/of vondsten uit de periode Neolithicum/bronstijd middelhoog is;

- de verwachting op grondsporen en/of vondsten uit de periode ijzertijd/Romeinse tijd middelhoog tot hoog is;

- de verwachting op grondsporen en/of vondsten uit de periode middeleeuwen/Nieuwe Tijd laag tot middelhoog is.

Uit het verkennende booronderzoek is gebleken dat:

- de aangetroffen bodemopbouw grotendeels overeenstemt met de verwachting;

- de (licht)veraarde top van het Hollandveen en top van de kreekafzettingen van het Vlaardingen-stelsel kansrijk zijn voor archeologische resten uit de ijzertijd/ Romeinse tijd. De top van de komafzettingen (Vlaardingendek) kansrijk zijn voor archeologische resten uit late middeleeuwen en Nieuwe tijd;

- dit booronderzoek geen aanwijzingen heeft opgeleverd voor een archeologische vindplaats;

- in boring 010 uiterst kleine fragmentjes aardewerk (LME-NT) uit het niveau van net onder de bouwvoor zijn aangetroffen. Mogelijk betreft het een akkerlaag op de kreekrug, er zijn op de oude kaarten geen aanwijzingen voor bebouwing op deze locatie.

Conclusies

Daar de voorgenomen werkzaamheden slechts tot 1,0 m-mv reiken, worden de kansrijke lagen door de huidige herinrichtingsplannen niet bedreigd.

De resultaten van het bureauonderzoek en het inventariserende veldonderzoek geven geen aanleiding tot aanpassingen in de voorgenomen bouwplannen op de onderzoekslocatie.

Aanbevelingen

Op basis van dit booronderzoek wordt een archeologisch vervolgonderzoek tot de verstoringsdiepte ten behoeve van de nieuwbouw, uitbreiding van de vijver en de realisatie van de nieuwe infrastructuur (1,0 m- mv) niet noodzakelijk geacht.

Met betrekking tot deze aanbeveling dient contact te worden opgenomen met de bevoegde overheid.

Booronderzoek is gebaseerd op het verrichten van een beperkt aantal boringen tot een beperkte diepte. Daardoor blijft het mogelijk dat lokaal archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn, die tijdens het onderzoek niet naar voren komen.

Bovendien laten bepaalde archeologische resten, zoals vuursteenvindplaatsen, grafvelden, water- en/of beerputten, verkavelingspatronen of andere bijzondere toevalsvondsten, zich met behulp van grondboringen lastig ontdekken. Daarom is de kans aanwezig dat (vondstarme) archeologische sporen en vondsten in de bodem aanwezig zijn en dat deze in de uitvoeringsfase van toekomstige bodemingrepen aan het licht komen. Voor dergelijke vondsten bestaat een wettelijke meldingsplicht ex artikel 53 van de Monumentenwet 1988 en de Wet op de archeologische monumentenzorg. Bij graafwerkzaamheden dient men dan ook attent te zijn op eventuele vondsten. De opdrachtgever verplicht de aannemer(s) om attent te zijn op eventuele vondsten en/of sporen tijdens de werkzaamheden en verplicht hen archeologische vondsten onverwijld te melden bij de bevoegde overheid.

(6)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 2

Afbeelding 1: regionale overzichtskaart van Vlaardingen met de ligging van de onderzoekslocatie.

(7)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 3

1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS

Projectnaam: Erasmusplein Provincie: Zuid-Holland Gemeente: Vlaardingen Plaats: Vlaardingen Straatnamen: Erasmusplein

Kadastrale gegevens locatie: Gemeente Vlaardingen, sectie H, nrs. 868, 1425, 2269, 2310 en 2338.

Datum bureauonderzoek Januari 2011 Datum veldonderzoek: Januari 2011 ARCHIS-onderzoeksmeldingsnr.: 44714

Soort onderzoek: bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met verkennende boringen

Oppervlakte: ca. 1,2 ha.

RD-coördinaten: X = 81244, Y = 436447 (NW) X = 81349, Y = 436369 (NO) X = 81347, Y = 436270 (ZO) X = 81224, Y = 436303 (ZW) Bevoegde overheid: Gemeente Vlaardingen

Vlaardings Archeologisch Kantoor Postbus 1006

3130 EG Vlaardingen

contactpersonen: drs. R. Terluin en drs. T. de Ridder tel.: 010 2484 000

Beheer en plaats van vondsten

en documentatie: Archeologisch depot Vlaardingen Hoflaan 43

3134 AC Vlaardingen Contactpersoon: dhr. F.v.d.Tuijn 010-2484992

frans.vd.tuijn@vlaardingen.nl

De documentatie gaat in kopie naar het e-depot.

(8)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 4

2 AANLEIDING ONDERZOEK EN BELEIDSKADER

Aanleiding onderzoek: In verband met geplande nieuwbouw, een uitbreiding van een vijver en realisatie van nieuwe infrastructuur dient archeologisch onderzoek te worden uitgevoed. In het kader van de ruimtelijke onderbouwing dient ter plaatse archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd, bestaande uit een bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek.

Toekomstige

verstoringen: Bijlage 1 toont de voorgenomen inrichting van de onderzoekslocatie. De diepte van de verstoringen blijft voor zover bekend beperkt tot ca. 1,0 m -mv. Er zal geen kelder worden aangelegd. Er zullen wel heipalen worden geplaatst. De maximale diepte van de heipalen is nog niet bekend.1

Beleidskader: Op basis van het Verdrag van Valletta (Malta) is besloten dat archeologisch onderzoek een onderdeel vormt van

bestemmingsplanvoorbereidingen en/of uit te voeren projecten waarbij ingrepen in de bodem plaatsvinden. Het verdrag is uitgewerkt in de aangepaste Monumentenwet 1988 en de Wet op de archeologische monumentenzorg (in werking getreden per 1–9–2007). Het

uitgangspunt ten aanzien van de aanwezige archeologische waarden in de planvorming is volgens rijks– en provinciaal beleid, behoud in situ.2 De provincie Zuid–Holland onderschrijft deze stelling in de Nota Regels voor Ruimte, 2007.3 Het archeologiebeleid van de gemeente

Vlaardingen is opgenomen in de Beleidsnota Archeologie 2009-2013 Gemeente Vlaardingen, oktober 2009. Naast behoud van het

bodemarchief worden vermeerdering van kennis van de bewoningsgeschiedenis en presentatie van de resultaten van

archeologisch onderzoek om een maatschappelijk draagvlak te creëren genoemd als hoofddoelen van het beleid.4

Door archeologie tijdig in de planvorming te betrekken, kunnen de archeologische waarden hierin eventueel worden ingepast. Pas na de uitvoering van archeologisch vooronderzoek is het mogelijk een integrale afweging te maken, waarbij de nieuwverkregen archeologische gegevens betrokken dienen te worden.

1 Telefonische communicatie d.d. 02-02-2011 met opdrachtgever, dhr. P. Joormann.

2 Zie Begrippen en afkortingen.

3 Provincie Zuid–Holland 2007.

4 Beleidsnota Archeologie 2009-2013 Gemeente Vlaardingen, oktober 2009, 56.

(9)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 5

3 ONDERZOEKSVRAGEN

Ten aanzien van het uit te voeren onderzoek kunnen de volgende onderzoeksvragen worden gesteld:5

1. Wat is de geologische en geogenetische opbouw van het plangebied?

2. Wat is er op basis van de boorstaten te zeggen over de genese van het gebied?

3. Welke kansrijke lagen zijn er aangetroffen? Wat is de horizontale en verticale ligging van deze lagen in het plangebied? Wat is de datering ervan? In hoeverre zijn de kansrijke lagen nog intact?

4. Zijn er in het onderzoeksgebied (aanwijzingen voor) archeologische waarden uit de prehistorie, Romeinse tijd, Middeleeuwen of de Nieuwe tijd? Zo ja, wat is de aard hiervan, is er een vondstzone aan te wijzen en op welke diepte liggen ze?

5. Hoe dik is het ophogingspakket en tot op welke diepte is de bodem verstoord en hoe verloopt de oxidatie - reductie zone?

6. Hoe diep is de vijver?

Afbeelding 2: impressies van de onderzoekslocatie ten tijde van het onderzoek. Foto linksboven in noordelijke richting.

Foto onder in oostelijke richting.

5 Specifieke onderzoeksvragen uit de brief van de Gemeente Vlaardingen, Stadsarchief en Archeologie, d.d. 09-12-2010 kenmerk WPAR/2010/40085.

(10)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 6

4 BUREAUONDERZOEK

Doel: Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende of verwachte

archeologische waarden binnen een omschreven gebied. Dit omvat de aan- of afwezigheid, het karakter en de omvang, de datering, de gaafheid en de conservering en de relatieve kwaliteit van de

archeologische waarden. Aan de hand van deze gegevens wordt een specifieke archeologische verwachting opgesteld.

Onderzoeksopzet: Het onderzoek is uitgevoerd conform de richtlijnen van de bevoegde overheid en voldoet aan de KNA. Binnen het bureauonderzoek zijn drie deelprocessen te onderscheiden:

Bepalen onderzoekskader

Het vaststellen van de kaders waarbinnen het onderzoek dient plaats te vinden, bijvoorbeeld het afbakenen van het onderzoeksgebied. Tevens dienen het mogelijke toekomstige gebruik van het terrein en de

consequenties daarvan voor het archeologische erfgoed te worden aangegeven.

Verzamelen bekende gegevens

Het verzamelen van gegevens die inzicht geven in het huidige gebruik van het terrein, het historische gebruik en de bekende archeologische waarden. Daartoe worden diverse bronnen geraadpleegd zoals oude kaarten, bodemkaarten en recente archeologische onderzoeken in de omgeving, m.n. van de gemeente Vlaardingen.6 In ieder geval wordt gebruik gemaakt van ARCHIS, de AMK, de CHS, de IKAW en KICH.7 Opstellen archeologische verwachting

Door alle uit voorgaande stappen verkregen informatie te analyseren en te interpreteren, wordt een verwachtingsmodel opgesteld voor het betreffende plangebied. Daarin wordt aangegeven welke delen van het terrein een hoge, middelhoge, dan wel lage archeologische

verwachtingswaarde hebben. Op basis van dit model wordt een advies gegeven over het te volgen vervolgtraject: geen verdere actie,

beschermen of aanvullend onderzoek.

Bodemkundige gegevens

Geologie:8 Het onderzoeksgebied is gelegen in een gebied waarin mariene afzettingen (Formatie van Naaldwijk) en veenvorming (Fm. van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket) elkaar afwisselen. Mariene afzettingen onder het Hollandveen worden gerekend tot het Laagpakket van Wormer. In de studie van Hijma worden de mariene/rivierdelta- afzettingen in detail beschreven. In de paleogeografische kaarten en in de profielen zijn binnen Vlaardingen meerdere geulsystemen

gekarteerd.9

Mariene afzettingen boven het Hollandveen worden gerekend tot het

6 Zie de literatuurlijst.

7 Zie Geraadpleegde bronnen en literatuur; Begrippen en Afkortingen.

8 Zie ook Torremans en De Ridder (red.) 2007: 3-4, geologische ontwikkelingsgeschiedenis.

9 Hijma 2009: kaarten A4 en Addendum 1. Indien de kreken als rivierafzetting worden beschouwd (overgangsgebied) dan worden ze tot de Fm. van Echteld gerekend.

(11)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 7 Laagpakket van Walcheren. Binnen het Laagpakket van Walcheren komen afzettingen voor uit verschillende perioden. Er wordt in Vlaardingen onderscheid gemaakt tussen kreekafzettingen van het

‘Vlaardingenstelsel’ (late ijzertijd/Romeinse tijd) en het kleidek van het Vlaardingendek (12e eeuw). In de Westwijk is ook een kreeksysteem van grotere ouderdom bekend, waarlangs in het Neolithicum bewoning heeft plaatsgevonden. De exacte ligging van dit kreeksysteem is uiteraard belangrijk voor de archeologische verwachting. In bijlage 2 is een overzicht gemaakt van de geologische en archeologische informatie uit de Westwijk (beschrijving volgt bij archeologische gegevens).

Geomorfologie:10 Binnen uitgestrekt ongekarteerd gebied (bebouwd gebied Vlaardingen).

Bodem:11 Binnen uitgestrekt ongekarteerd gebied (bebouwd gebied Vlaardingen).

In de jaren ’60 heeft Stiboka een kartering uitgevoerd van de

neolithische geul, aansluitend aan de opgraving aan de Ary Koplaan. De gekarteerde loop van deze geul- en oeverafzettingen is opgenomen op bijlage 2.12

Archeologische gegevens

Status

onderzoekslocatie:13

De onderzoekslocatie maakt geen deel uit van een terrein met een vastgestelde archeologische waarde.

AMK-terreinen in de omgeving (zie bijlage 2) :14

In de directe omgeving van de onderzoekslocatie liggen geen AMK- terreinen. De AMK-terreinen in de wijdere omgeving van de onderzoekslocatie liggen in de directe nabijheid van de fossiele

kreekruggen. Het belangrijkste monument ligt op ca. 600 m ten zuiden van de onderzoekslocatie, het AMK terrein aan de Ary Koplaan. Het betreft een terrein met resten van een nederzetting uit het Neolithicum en een laatmiddeleeuwse huisterp met aardewerkvondsten (AMK-nr.

10418, (hoge archeologische waarde). De opgravingen die hier in 1959 en later hebben plaatsgevonden waren er aanleiding toe de neolithische vondsten die hier gedaan zijn de naam ‘Vlaardingen-cultuur’ mee te geven.15

Op ca. 500 m ten zuidwesten van de onderzoekslocatie bevindt zich een AMK-terrein van hoge archeologische waarde. Het betreft een terrein met sporen van een nederzetting uit de midden-ijzertijd/late ijzertijd (mogelijk extractie- of jachtkampje) en een nederzetting van de Vlaardingen-cultuur (AMK-nr. 16125, Freegolf-terrein).

Op ca. 700 m ten zuidwesten van de onderzoekslocatie bevindt zich een AMK-terrein van hoge archeologische waarde. Het betreft een terrein met een huisterp uit de late middeleeuwen. Ook is een houten beschoeiing uit de Romeinse tijd aangetroffen (AMK-nr. 10390).

Op ca. 770 m ten zuidwesten van de onderzoekslocatie bevindt zich een AMK-terrein van hoge archeologische waarde. Het betreft een

10 ARCHIS 2011: geomorfologie.

11 ARCHIS 2011: bodem.

12 Bron: Verhart 2010, 40.

13 ARCHIS 2011: monumenten.

14 ARCHIS 2011: monumenten.

15 Zie Verhart 2010.

(12)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 8 terrein met een huisterp uit de late middeleeuwen (AMK-nr. 10389).

Op ca. 875 m ten zuidwesten van de onderzoekslocatie bevindt zich een AMK-terrein van hoge archeologische waarde. Het betreft een terrein met een huisterp uit de late middeleeuwen en Nieuwe tijd (AMK- nr. 10388).

Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW):16

Voor de onderzoekslocatie geldt een middelhoge tot hoge trefkans. De middelhoge kans geldt voor het veengebied, de hoge trefkans voor het kreeksysteem in het noordwestelijke deel van de onderzoekslocatie.

ARCHIS-

waarnemingen op de onderzoekslocatie:17

Op de onderzoekslocatie zijn in ARCHIS geen archeologische waarnemingen of vondstmeldingen geregistreerd.

CHS: Ter plaatse van boringen 007 t/m 010 en 015 t/m 019 geldt een hoge trefkans op archeologische sporen. Voor de boringen 001 t/m 006 en 011 t/m 029 geldt een middelhoge trefkans op archeologische sporen.

Beleidsdocument

gemeente: De beleidsnota van de gemeente Vlaardingen bevat geen archeologische verwachtingskaart.

Waarnemingen en onderzoeken in de omgeving:18

Waarnemingen:

408987: Vondsten gedaan bij het ingraven van een olietank in de achtertuin, met vermoedelijke voortzetting in de tuin van het pand Jacoba van Beijerenlaan 19. Het vermoeden bestaat dat dit een voortzetting of verbinding is met een ijzertijd-vindplaats die iets ten zuidwesten van deze locatie ligt (archisnr.: 24547).

408912: In 1964 vond de heer Henk Ponte op een bouwrijp gemaakt terrein een dolk. In 1997 werd de dolk onderzocht. Volgens de typologie van Oakeshott ingedeeld in subtype XVIII. De gevest knop lijkt op type T3 van Oakeshott, en wordt tussen 1400 – 1430 gedateerd. Niet bekend is of de dolk met opgebrachte grond op het terrein terecht is gekomen.

409728: Aan de Jan de Rooijstraat werd in een rozenperkje een

kogelpotscherf gevonden, waarvan de context niet duidelijk is. Mogelijk houdt de vondst verband met de zogenaamde “Moordwoning”, die hier in de directe omgeving heeft gestaan.

409911: Twee scherven geschonken door de heer Immerzeel.

Vondsten zijn gedaan in 1959, nadat de top van de terp waarop de zgn. “Moordwoning”stond werd afgevlakt. Blijkens het VLAK-archief gaat het om scherven uit de Middeleeuwen (VLAK-code 6.114).

28497: Waarneming bij nieuwgegraven sloot. ijzertijdvondsten zouden afkomstig zijn uit de veraarde bovenlaag van het veen. Deze

waarneming is echter een verkeerde aanduiding, welke overeenkomt met nummer 22816 (ijzertijd vindplaats) die meer naar het westen ligt.

6.146 (code uit het VLAK-archief): In 2000 werden rond de Heemtuin

16 ARCHIS 2011: IKAW.

17 ARCHIS 2011: waarnemingen en vondstmeldingen.

18 ARCHIS 2011: waarnemingen, vondstmeldingen en onderzoeksmeldingen; integraal overgenomen uit de brief van de Gemeente Vlaardingen, Stadsarchief en Archeologie, d.d. 09-12-2010 kenmerk WPAR/2010/40085.

(13)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 9 de sloten drooggelegd en compleet uitgegraven. Hierbij zijn

waarnemingen verricht. In sommige delen ligt het veen aan het oppervlak. De kleilaag die hier normaliter op ligt is afgegraven ten behoeve van de aanleg van de Heemtuin. Er zijn lagen veraard veen waargenomen.

37G-050: Deze code refereert naar het terrein van de Hoogkamer boerderij. De boerderij lijkt, blijkens een hoogtekaart uit begin jaren 50 op een terp te liggen die 1 tot 1,5 m boven het omringende maaiveld uitstak. Deze terp kan in de 14e eeuw zijn opgeworpen, als reactie op vernatting van de omgeving.

De huidige boerderij is nog niet erg oud.19 Het dateert uit het begin van de 20e eeuw toen Abraham Bakker de boerderij liet herbouwen.

Onduidelijk is echter of dit een herbouw was vanwege een gewenste vernieuwing of dat de voorafgaande boerderij door bijvoorbeeld brand was verwoest. De huidige L-vormige plattegrond komt al voorop een kadastrale kaart uit circa 1820.20 Op de kaart van Kruikius uit 1712 is de woning echter rechthoekig afgebeeld. De boerderij zal in de 18e eeuw, in lijn met wat toen gebruikelijk was zijn L-vormige uiterlijk gekregen hebben.

370-48: Deze code refereert naar het terrein van de voormalige boerderij genaamd de Moordwoning. Wat hierboven over het verleden van de Hoogkamer is aangegeven geldt ook voor deze boerderij. De oudste transportakte voor deze woning gaat terug tot 1651.21 Ook nu lag de boerderij op een circa 1,5 m hoge terp en lijkt te zijn verbouwd van rechthoekig (Kruikius) naar L-vormig. De boerderij is voor de aanleg van de Westwijk gesloopt.

Onderzoeken

17200: Op de hoek van de Van Baerlestraat en de Dr. Wiardi Beckmansingel is in 2007 door Synthegra een archeologisch

booronderzoek uitgevoerd. De bodem bleek tot op een diepte van ca.

75 — 120 cm onder maaiveld te zijn opgehoogd/verstoord (Van de Kuijl, 2007). Er zijn geen archeologische waarden aangetroffen.

22220: Tussen de flats aan de noordkant van de Jan de Rooijstraat is in 2006 door Synthegra een archeologisch booronderzoek uitgevoerd.

De bodem bleek tot op een diepte van ca. 100 cm onder maaiveld te zijn opgehoogd verstoord. Op 4 — 5 m onder maaiveld zijn resten van een kreek aangetroffen. Het Hollandveenpakket werd aangetroffen op een diepte van circa 200 cm onder maaiveld. Hiervan bleek aan de westzijde van de Jan de Rooijstraat de top te zijn veraard.22

27040: Langs de Van Maerlantlaan 6 — 10 en de Melis Stokelaan is door BAAC in 2009 een archeologisch booronderzoek uitgevoerd. De bodem was tot op een diepte van tussen 50—180cm

opgehoogd/verstoord. Door het gebied hebben één of meer kreken

19 Struijs, 2003.

20 http://www.watwaswaar.nl, geraadpleegd januari 2011.

21 Sigal, 1933.

22 Leuvering, 2008.

23 De Ruiter, 2009.

24 Warning, 2010.

25 De Kruif, 2010.

(14)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 10 gelopen. Aan de noordwestzijde van het terrein zijn aanwijzingen voor een mogelijk nederzettingsterrein aangetroffen.23 In 2010 is hier een door ADC ArcheoProjecten een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in de vorm van proefsleuven uitgevoerd. Daar de Neolithische

kreekafzettingen niet zijn aangetroffen (dit bleken recente

zandophogingen) is de hoge verwachting op archeologische resten uit het Neolithicum, de ijzertijd, Romeinse tijd in het proefsleuven-

onderzoek niet bevestigd (zie bijlage 2). Ook zijn geen bewoningsresten uit de late middeleeuwen of Nieuwe tijd aangetroffen. In de ondergrond is een dik veenpakket behorende tot het Hollandveen aanwezig met daarop een dun dek siltige en zandige kleien behorende tot het laagpakket van Walcheren. Daarboven bevindt zich een dik

ophogingspakket, dat is opgebracht bij de aanleg van de Westwijk. In het plangebied zijn alleen verkavelingsgreppels aangetroffen, die behoren tot de verkavelingsstructuur van de Aalkeet Buitenpolder. Het vondstmateriaal dateert de greppels in de 17e eeuw. Op basis van het kaartmateriaal en de aangetroffen vondsten lijkt het gebied te zijn herverkaveld tussen 1712 en ca. 1830. De aangetroffen

archeologische resten zijn gewaardeerd als niet behoudenswaardig.

29551: Rondom de Ichtuskerk aan de Van Maerlantlaan is in 2009 door RAAP een archeologisch booronderzoek uitgevoerd. De bodem bleek tot op grote diepte, meer dan 2 m, te zijn opgehoogd/verstoord.

Diep in de ondergrond ligt een fossiele geul.24

39508 Geert Grootelaan. Op deze locatie is door RAAP een archeologisch booronderzoek uitgevoerd. De bodem bleek slechts weinig te zijn verstoord of opgehoogd. Er zijn aanwijzingen voor de loop van een kreek en er is licht veraard veen opgeboord.25 In opdracht van de gemeente Vlaardingen heeft ADC ArcheoProjecten een

Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in de vorm van proefsleuven uitgevoerd voor het plangebied Spirit II, aan de Geert Grootelaan. In het noordoosten van het plangebied zijn oeverafzettingen behorende tot het laagpakket van Wormer aangetroffen (zie bijlage 2). Mogelijk gaat het hier om een kreek van Neolithische ouderdom. Er zijn geen sporen of vondsten uit deze periode gevonden. De Neolithische afzettingen worden afgedekt door een dun pakket Hollandveen. Dit veen is aan de top geërodeerd door kreekafzettingen behorende tot het Laagpakket van Walcheren. In het westelijk deel zijn er twee fases te herkennen in deze afzettingen welke worden gescheiden door een bodem- of veenlaag.In de afzettingen behorende tot het Laagpakket van Walcheren is één kuil aangetroffen met daarin botmateriaal. Het botmateriaal behoort toe aan een koe van ca. 5 of 6 jaar oud. Van het dier zijn nagenoeg alle skeletelementen van de beide achterpoten teruggevonden. Mogelijk is de koe aan een ziekte overleden en daarna begraven. Op het botmateriaal zijn geen slachtsporen aanwezig. Gezien de hoge schofthoogte van het dier is de kuil vermoedelijk in de Nieuwe tijd te dateren. De kuil is gewaardeerd als niet behoudenswaardig.

(15)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 11

Historische gegevens

Historische gegevens

onderzoeksgebied: De onderzoekslocatie aan het Erasmusplein ligt in de Aalkeetpolder, Wanneer dit gebied precies grootschalig is ontgonnen, is onbekend. Het lijkt dat dit in de 12e eeuw moet zijn gebeurd.26 Uit archeologische vondsten blijkt echter al sprake van vroegere activiteiten. Van enkele vindplaatsen in de Aalkeet binnenpolder wordt vermeldt dat er ook scherven uit de 11e eeuw zijn aangetroffen (VLAK-archief). Opvallend is de datering die uit de opgravingen op de Vergulde Hand-West (zie bijlage 2) zijn gekomen. Hier is zelfs een gebouwstructuur aangetroffen dat dateert uit het einde van de 10e eeuw. En onder dit gebouw werd een akkerlaag aangetroffen die ook aan de 10e eeuw wordt

toegeschreven.27 Mogelijk behoorde dit complex bij de vroege ontginningen.

Om het landschap geschikt te maken voor landbouw moest het eerst ontwaterd worden. Dit gebeurde door de het graven van sloten. Het ontwateren had echter tot gevolg dat de bodem daalde door oxidatie en klink van het veen dat zich in de ondergrond bevond. Na verloop van tijd werd het land zo nat dat het enkel nog voor hooiland en het weiden van vee geschikt was. Om toch te blijven wonen in dit gebied werden op enig moment ook woonheuvels (terpen) opgeworpen,28 of werd bewoning verplaatst naar de kreekruggen. Deze ruggen zijn oude, met zand en klei gevulde kreken, die door de afwezigheid van veen in de bodem, als vanzelf hoger in het landschap kwamen te liggen.

Historische geografie: Aanwijzingen voor bewoning vanaf de (late-) middeleeuwen zijn soms terug te vinden op historische kaarten. Geraadpleegde kaarten in de Historische Atlas Vlaardingen29 en watwaswaar.nl leveren echter dergelijke aanwijzingen niet op. Juist ten oosten van het de

onderzoekslocatie is wel een woning bekend, de “Moordwoning”. Deze is voor de aanleg van de Westwijk gesloopt. Het onderzoeksgebied zelf is tot de aanleg van de Westwijk als weiland afgebeeld.30 De uiterste noordkant raakt mogelijk aan de oude Poeldijkse Watering. Deze waterloop gaat waarschijnlijk terug tot in de middeleeuwen.

Monumenten: Op de onderzoekslocatie staan geen gebouwde monumenten geregistreerd.31

26 Bult, 1983, 32-43.

27 Archeologie actueel 19.

28 Het is nog onbekend of dit al gebeurde als reactie op de circa 12e-eeuwse overstromingen, of pas later, in de 14e eeuw.

29 Ter Brugge, 1998.

30 Ter Brugge, 1998 en http://www.watwaswaar.nl, januari 2011.

31 KICH, raadpleging januari 2011.

(16)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 12

Overige gegevens

Actueel

Hoogtebestand Nederland

Raadpleging van de AHN heeft geen aanvullende informatie opgeleverd aangezien de onderzoekslocatie zich binnen bebouwd gebied bevindt.

Huidig of recent

gebruik:32 De huidige bebouwing (flatgebouwen en een school) rondom de te onderzoeken locatie van het plangebied dateert uit de jaren ‘60. In het midden van de onderzoekslocatie heeft tot voor kort een kerk gestaan.

Deze was ten tijde van het veldonderzoek reeds afgebroken, maar de heipalen zijn nog niet verwijderd. De onderzoeklocatie zelf bestaat uit een groenstrook, een grasveld en parkeerplaats. Twee boringen zijn gepland in de waterpartij.

Milieukundig onderzoek:

Er heeft milieukundig onderzoek plaatsgevonden, maar bij de oplevering van de rapportage was deze informatie nog niet bekend bij

ArcheoMedia. Op de locatie waar zich in het verleden een kerk bevond (ter plaatse van de boringen 013, 016, 022, 023, zie plattegrond in bijlage 3) is gedeeltelijk reeds tot 4 m –mv verstoord om resten van de kerk te verwijderen, waaronder o.a. asbest.33

Specifieke archeologische verwachting

Neolithicum/bronstijd

IJzertijd/ Romeinse Tijd

Op de mariene afzettingen van het Laagpakket van Wormer kunnen archeologische resten uit het laat-Neolithicum voorkomen (middelhoge verwachting). Veelal bestaan vindplaatsen uit deze periode in

Nederland ‘slechts’ uit losse vondsten maar juist in Vlaardingen, waar in de Westwijk de ‘oorsprong’ van de Vlaardingen-cultuur ligt, bestaat de kans dat ook grondsporen of andere bijzondere structuren bewaard zijn gebleven. Gedacht moet worden aan archeologische lagen

(afvalpakketten), paalkuilen (van gebouwplattegronden), afvalkuilen en/of haardplaatsen. Het te verwachten vondstspectrum voor het Neolithicum omvat handgevormd aardewerk, alsmede gereedschappen en overige gebruiksvoorwerpen van vuursteen, natuursteen, hout, bot, gewei en organisch vondstmateriaal, alsmede onbewerkt hout en bot (zoogdieren, vogels en vissen), houtskool, leem en botanische resten (pollen, zaden, faunaresten). Uit de bronstijd zijn in Vlaardingen enkele verspreide vondsten bekend.34 Er geldt een lage verwachting voor vondsten en sporen uit deze periode.

Op grond van de geologische en archeologische gegevens is er een middelhoge tot hoge verwachting voor archeologische resten uit de late ijzertijd en Romeinse tijd. De vondsten uit de ijzertijd en Romeinse tijd in de nabijheid van de onderzoekslocatie hangen samen met een wijdverspreid kreekstelsel (‘Vlaardingenstelsel’) waarin afgezien van de nederzettingssporen op de oevers van de kreken nóg een complextype wordt aangetroffen. In de kreken van het Vlaardingenstelsel zijn de archeologische resten van een groot aantal waterwerken (dammen met duikers) aangetroffen.35 Tussen de kreken ligt een voormalig

veengebied. Elders in Vlaardingen (bijvoorbeeld de Vergulde Hand- West, zie bijlage 2) is aangetoond dat dit veen in de ijzertijd soms zeer

32 Raadpleging via www.watwaswaar.nl, januari 2011; Google Earth 2011.

33 Telefonische communicatie met opdrachtgever, Dhr. Joormann, d.d. 07-02-2011.

34Skeletresten van een volwassen man uit de Krabbenplas in Vlaardingen West en een kano die dateert van de overgang van de bronstijd naar de ijzertijd (opgraving Vergulde Hand West, zie Eijskoot en de Ridder 2004).

35 De Ridder 1997.

(17)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 13 Middeleeuwen/Nieuwe

tijd

intensief bewoond werd.

Voor de ijzertijd en Romeinse tijd kunnen in beginsel sporen en resten van rurale nederzettingen met o.a. huisplattegronden met waterputten, afvalkuilen, erfscheidingen, akkers/cultuurlagen, veekralen en off-site fenomenen zoals infrastructuur (wegen) verwacht worden. Het vondstenspectrum kan bestaan uit o.a. (verbrand) botmateriaal, houtskool, (verbrande) houten werktuigen, constructiedelen en voorwerpen, handgevormd (en vanaf de Romeinse tijd ook gedraaid) aardewerk, leer, metalen werktuigen en (sier)voorwerpen, alsook organische en ecologische resten, die m.n. in natte condities van afgedekt veen en klei ter plaatse gezien de hoge grondwaterspiegel goed bewaard kunnen zijn gebleven. Daarnaast kunnen ook resten van glazen (sier)voorwerpen en natuurstenen of keramisch bouwmateriaal worden aangetroffen.

Het ontbreken van vondsten van na het jaar 300 wijst er op dat het gebied rond Vlaardingen in de laat-Romeinse tijd is verlaten. Over het begin van de vroege middeleeuwen is weinig bekend. Vanaf het begin van de 8e eeuw wordt er weer melding gemaakt van bewoning in de omgeving van Vlaardingen. Bewoning zal zeer waarschijnlijk hebben plaatsgevonden op locaties die daar ook in de Romeinse tijd geschikt voor waren. Zowel in het centrum van Vlaardingen, als andere delen van de Maasmond zijn vroegmiddeleeuwse vindplaatsen bekend, die met name gelokaliseerd zijn aan de oevers van oude veenriviertjes zoals de Vlaarding. Typerend voor het landelijk gebied in de late

middeleeuwen zijn boerderijen op terpachtige verhogingen, te herkennen aan een afwisseling van ophooglagen en

cultuurlagen/vloerniveaus. Te verwachten aardewerktypes uit de later middeleeuwen zijn o.a. kogelpot-aardewerk, Pingsdorf, Paffrath en Andenne.

De verwachting voor archeologische resten van bebouwing uit de Nieuwe tijd zijn laag. Op geen van de oude kaarten van het gebied (van voor de jaren ’60 van de 20e eeuw) is bebouwing afgebeeld.

(18)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 14

5 INVENTARISEREND VELDONDERZOEK

Doel: Het doel van het inventariserende veldonderzoek is het aanvullen en toetsen van het gespecificeerde verwachtingsmodel dat gebaseerd is op het bureauonderzoek. Dit gebeurt met behulp van waarnemingen in het veld, waarbij (extra) informatie wordt verkregen over bekende of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied. Het bepalen van de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de relatieve kwaliteit van de

archeologische waarden staan hierbij voorop. Veel gebruikte onderzoeksmethoden zijn oppervlaktekartering, booronderzoek, geofysisch onderzoek en het graven van proefsleuven en proefputten.

Het resultaat is een rapport met een waardering en een (selectie-) advies aan de hand waarvan een beleidsbeslissing (meestal een selectiebesluit) genomen kan worden.

Onderzoeksopzet: Conform de KNA is gekozen voor een inventariserend veldonderzoek door middel van een oppervlaktekartering en een verkennend

booronderzoek. Ter plaatse zal vooral gelet worden op mogelijk bewaard gebleven bodem- en bewoningslagen vanaf het Neolithicum t/m de Nieuwe tijd en in welke conditie deze zich bevinden. Het inventariserend veldonderzoek zal zodanig uitgevoerd worden dat een archeologische beoordeling gegeven kan worden ten aanzien van het (toekomstige) gebruik van de locatie.

Verantwoording gekozen

onderzoeksmethode:

Booronderzoek is de minst destructieve methode om de archeologische verwachting te toetsen. Met het booronderzoek is het relatief

eenvoudig mogelijk om de bodemopbouw te bepalen, alsmede de mate van verstoring van de bodem. De verwachting is dat de archeologische indicatoren die volgens het bureauonderzoek aanwezig kunnen zijn, in de boringen herkend zullen worden. Aan de hand van de resultaten van de boringen kan de archeologische verwachting, indien noodzakelijk, worden bijgesteld.

Oppervlaktekartering/

Terreininspectie: Voorafgaand aan het uitvoeren van de boringen wordt een

oppervlaktekartering uitgevoerd. Bij een oppervlaktekartering wordt het terrein visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van eventuele

archeologische indicatoren, zoals aardewerk, metaal, (verbrande) leem, (verbrand) bot en houtskool. Tijdens een terreinverkenning wordt vooral aandacht besteed aan geploegde akkers, molshopen, geschoonde slootkanten en andere bodemontsluitingen voor het doen van oppervlaktevondsten. Ook wordt gelet op hoogteverschillen,

verkavelingspatronen en perceelsvormen die een aanwijzing kunnen zijn voor bewoning.

Verkennend

booronderzoek: Boringen worden uitgevoerd volgens een regelmatig verspringend patroon. De onderlinge afstand tussen de boringen is afhankelijk van de situatie en de gewenste nauwkeurigheid. Van de boringen zijn

beschrijvingen gemaakt en de opgeboorde grond is geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Daarnaast is gelet op de aanwezigheid van fosfaten (uitgespoelde en neergeslagen organische resten) en cultuurlagen (donkergekleurde bodemlagen, die vaak

archeologische indicatoren bevatten). Op basis van de aldus verkregen

(19)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 15 gegevens kan bij een verkennend booronderzoek een verwachtingskaart van kansrijke zones in een gebied gemaakt worden.

Positie boorpunten: De boorpunten zijn geplaatst volgens het voorgeschreven boorplan, rekening houdend met lokale terreinomstandigheden, KLIC, etc. (bijlage 3). Boringen 001 en 002 zijn met behulp van een bootje in het water geplaatst.

Boormateriaal: Tot 2 m -mv is geboord met een Edelmanboor van 7 cm in diameter.

Daaronder is een guts van 3 cm gehanteerd. In verband met de aanwezigheid van zeer losse zandlagen bij enkele boringen werd voor de eerste 2 meter tevens gebruik gemaakt van casings en een

pulsboor, waardoor het boorgat niet zou instorten tijdens het boren.

Minimale boordiepte: De minimale boordiepte bedroeg 3,0 m –mv (boringen 001, 002, 030 en 031).

Maximale boordiepte: De maximale boordiepte bedroeg ca. 6,0 m –mv (27 boringen).

x-,/y-coördinaten boringen gemeten met:

De locaties van de boorpunten zijn ingemeten met een DGPS (afwijkingsmarge ca. 0,5 m).

z-coördinaten gemeten met:

Waterpas (marge ca. 1 cm).

Boorbeschrijving: Conform NEN 5104 (bijlage 3).

Monsters: Er zijn zeven monsters genomen van potentiële archeologische niveaus.

Alle monsters zijn nat gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 2 mm om eventuele kleine indicatoren op te sporen.

Resultaten

Resultaten

oppervlaktekartering: Gezien de aanwezigheid van bestrating of grasveld zonder ontsluitingen was een oppervlaktekartering of terreinverkenning niet zinvol (zie afbeelding 2). Er zijn geen oppervlaktevondsten gedaan.

Resultaten

booronderzoek: De aangetroffen geologische opbouw komt grotendeels overeen met de verwachting. In vrijwel het gehele onderzoeksgebied is het

Hollandveenpakket afgedekt door een dunne kleilaag. Alleen in het noordwestelijke deel van de onderzoekslocatie loopt zoals aangegeven op de IKAW (zie bijlage 2) een kleiige kreek met geul- en

oeverafzettingen. De loop van de kreek (geul- en zuidoostelijke oeverafzettingen) is aangegeven in afbeelding 3. De kaart van het top van het veen laat zien dat in de noordwesthoek van de

onderzoekslocatie het veen door de kreek is ingesneden tot meer dan 4 m-NAP (blauwe eenheid). Ten zuidoosten van de kreek is een

onderscheid te maken tussen gebieden waar de top van het veen werd aangetroffen op een diepte van 3-4 m-NAP (in het middendeel van de locatie, groene eenheid) en delen waar de top van het veen dieper dan 4,0 m-NAP ligt (witte eenheid). Dit verschil in diepte wordt vooral veroorzaakt door een verschil in de dikte van de boven het veen

gelegen ophooglaag, waardoor het veen plaatselijk meer is ingeklonken.

(20)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 16

Afbeelding 3: de top van het veenpakket (in m-NAP).

Om de opbouw van verschillende geologische afzettingen te beschrijven zijn van de boorstaten twee profielen gemaakt, een

doorgaand profiel lopend in west-oostelijke richting en een dwarsprofiel loodrecht daarop in noord-zuidelijke richting (profiel A-A’ en profiel B-B, zie afbeelding 3). De profielen zijn opgenomen als bijlage 4.

Achtereenvolgens worden onderscheiden:

Lichtzandige/ kleiige getijdenafzettingen van het Laagpakket van Wormer (lichtblauw)

Tussen 5 en 6 m –mv bevinden zich over een groot deel van de onderzoekslocatie afwisselingen van fijngelaagde humeuze zandige klei en kleiig zand. Boven de (licht)zandige getijdenafzettingen ligt een pakket van ca. 1-1,5 m gelaagde siltige kleiafzettingen, die zijn gevormd in een verlandend getijdenbekken (kwelderachtige omstandigheden).

Hollandveen (lichtgroen)

Boven de getijdebekkenafzettingen ligt een dik pakket van matig tot sterk riethoudend Hollandveen. De top van het veen is in een viertal boringen (licht) veraard. Te weten de boringen 004, 023, 026 en 029

(21)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 17 in de oostelijke helft van de onderzoekslocatie. Binnen het veenpakket bevindt zich een kleiig niveau, met een dikte van ca. 0,10 tot 0,60 m, kleiig veen of venige klei (in diepte variërend van circa 3,1 tot 4,5 m – mv). Dit niveau komt vermoedelijk overeen met het Neolithische

niveau. Dit wordt afgeleid uit het feit dat zich zuidelijker in de Westwijk een Neolithisch kreeksysteem bevindt, waarvan de kleiige niveaus in het Hollandveen de komafzettingen kunnen zijn.36 Het is bekend dat op de oevers van dat kreeksysteem zich de “Vlaardingencultuur” heeft ontwikkeld. Over eventueel gebruik van de komgebieden in deze periode zijn we nog niet geïnformeerd. In de boringen 006 en 019 zijn verschillende dunne kleilaagjes en een zandlaagje (boring 006) in dit niveau aanwezig. Dit betreft mogelijk afzettingen van zeer kleine geultjes binnen het ‘neolithische’ komgebied (crevasse-geultjes).

Vlaardingenstelsel geul- en oeverafzettingen (blauw resp. donkerblauw) Het Hollandveen-pakket wordt in het noordwesten van de

onderzoekslocatie ingesneden door licht zandige geulafzettingen behorend tot het kreeksysteem van het Vlaardingenstelsel (actief omstreeks de ijzertijd/ Romeinse tijd). De afzettingen van de geul bestaan uit meer of minder sterk zandige kleien, de oever en kom afzettingen uit siltige klei. Om de verspreiding van de Vlaardingen- stelsel afzettingen in kaart te brengen is de kaart van de top van het veen gebruikt (zie afbeelding 3). Zowel in de kaart als in de profielen is zichtbaar dat alleen in de noordwesthoek van de onderzoekslocatie een kreek van het Vlaardingenstelsel liep.

Vlaardingendek, ophooglagen, verstoringen

Verspreid over de gehele onderzoekslocatie is op het veen een duidelijk afdekkende schone kleilaag van het Vlaardingendek (of komafzettingen van het Vlaardingen stelsel?)37 aangetroffen. Met name in de boringen 001, 003, 005, 011, 012, 014, 016, 018, 019, 022, 025, 027 en 028 is dit ca. 0,5 m dikke blauwgrijze kleidek te herkennen.

In het parkje is het bovenste niveau zeer wisselend. Zandige

ophooglagen met brokken veen en klei (mogelijk uitgegraven grond van de huidige vijver?) zijn hier 2 tot 3 meter dik. Met name langs de randen van het park (zie afbeelding 3) en onder de parkeerplaats (B027- 029) is de ophooglaag het dikst.

Tabel 1: monsterlijst.

monster: boring: diepte in m -mv: bodemlaag: (archeologische) indicatoren: datering:

001 007 3,0 – 3,30 Matig siltige klei geen -

002 010 0,70 – 0,90 Matig siltige klei Kwarts, aardewerk (4 stuks rood/oranje, <5mm, 3 indet. en 1 geglazuurd), houtskool (2 st.< 5mm)

Aardewerk LME-NT

003 016 0,95 – 1,15 Veen geen -

004 023 3,15 – 3,45 Veen Houtskool (1 stuks < 5mm) - 005 029 3,65 – 3,85 Veen Steenkool (1 stuks < 5mm)

006 030 3,15 – 3,25 Zwak siltige klei geen -

007 030 4,55 – 4,65 Matig siltige klei Bot (onderkaakje woelmuis)

36 Zie Verhart 2010: p. 40 en bijlage 2.

37 Onbekend is wanneer het dunne pakket komklei is afgezet. Als dit tijdens de 12e eeuwse overstromingsfase was, dan wordt het tot het Vlaardingendek gerekend.

(22)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 18

Evaluatie en

interpretatie van de boringen:

De geologische ontwikkeling van het gebied komt grotendeels overeen met de verwachting op grond van de bestaande geologische kaart (IKAW, zie bijlage 2). Aangetroffen zijn het Hollandveen-pakket, met daaronder de mariene afzettingen van de formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer, en erboven de afzettingen van de Formatie van Naaldwijk, laagpakket van Walcheren.

Op het Neolithische niveau (de in het veenpakket gelegen kleiige komafzettingen van het verderop gelegen Neolithische kreeksysteem) zijn afgezien van enkele fragmenten houtskool, die een natuurlijke oorsprong zouden kunnen hebben, geen eenduidige archeologische indicatoren aangetroffen.38 Hoewel voor komafzettingen normaal gesproken een lage verwachting wordt gegeven voor bewoningsresten, is er vanwege de

De belangrijkste waarneming betreft de vaststelling van de exacte begrenzingen van de kreek uit het Vlaardingenstelsel (datering ijzertijd/

Romeinse tijd) in het noordwestelijke deel van de onderzoekslocatie.

Het niveau van de oevers van dit kreeksysteem, waarop in de ijzertijd/

Romeinse tijd bewoning kan hebben plaatsgevonden is in ieder geval gedeeltelijk intact bewaard gebleven, hetgeen blijkt uit de laklaag die in boring 008 is aangetroffen. Ook de geulafzettingen zijn intact. Hiervoor geldt een middelhoge verwachting voor structuren of vondsten die zich in het kreeksysteem zelf bevinden, (dammen, duikers, kadewerken, fuiken e.d.). Ten zuidoosten van de kreek bevinden zich verspreid over de onderzoekslocatie enkele plekken waarin de top van het Hollandveen licht veraard is. Hoewel in het verkennend booronderzoek geen directe aanwijzingen voor een archeologische vindplaats uit ijzertijd of

Romeinse tijd zijn aangetroffen, is de kans hierop wel middelhoog.

Door de recente ophogingen is moeilijk aan te geven hoe intact het verwachte middeleeuwse archeologische niveau (op de top van het Vlaardingendek) bewaard is gebleven. Onder de recente

zandophogingen is plaatselijk wel de oude bouwvoor aangetroffen (zie boring 005; 2,50 - 2,80 m -mv), zodat geconcludeerd mag worden dat het niveau in ieder geval gedeeltelijk intact is. In boring 010 zijn uiterst kleine fragmentjes aardewerk (LME-NT) uit het niveau van net onder de recente bouwvoor aangetroffen. Mogelijk betreft het een akkerlaag op de kreekrug. Er zijn op de geraadpleegde oude kaarten geen

aanwijzingen voor bebouwing op deze locatie.

38 Het steenkoolfragment uit boring 029 is tijdens het boren vermoedelijk uit een hogere laag omlaag gevallen.

(23)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 19

6 BEANTWOORDING VAN DE ONDERZOEKSVRAGEN

Voorafgaand aan het onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld. Deze worden hieronder puntsgewijs beantwoord:

1. Wat is de geologische en geogenetische opbouw van het plangebied?

De geologie van het gebied wordt gekenmerkt door de loop van een kreeksysteem (Vlaardingenstelsel) binnen een Hollandveengebied. Recent is door Hijma ook de diepere bodemopbouw beschreven als onderdeel van de studie van het Rijn-Maasbekken. Op

paleogeografische kaarten is de genese van het gebied beschreven tussen 9100 en 6300 cal BP. Binnen de te boren diepte zijn onder het Hollandveen getijdenbekkenafzettingen te verwachten en daaronder rivier(delta)afzettingen waarbinnen verschillende rivierlopen zijn aangegeven.40

2. Wat is er op basis van de boorstaten te zeggen over de genese van het gebied?

Op een diepte van 5 tot 6 m-mv is een vrij egaal pakket van siltige en licht zandige kleien aanwezig die zijn gevormd in een getijdenbekken. Na verlanding van dit getijdenbekken werd een dik pakket Hollandveen gevormd (1 tot 2,5 m) waarbinnen, vermoedelijk in het Neolithicum, vanuit het zuidelijker gelegen kreken licht kleiige lagen werden afgezet. Tot aan de

ijzertijd/Romeinse tijd ontstond er weer een veengebied, waarin in het noordoostelijke deel van de onderzoekslocatie een kreeksysteem werd gevormd. Niet duidelijk is of in de middeleeuwen nog veenvorming heeft plaatsgevonden en wat de exacte datering is van de kleiige

komafzettingen.

3. Welke kansrijke lagen zijn er aangetroffen? Wat is de horizontale en verticale ligging van deze lagen in het plangebied? Wat is de datering ervan? In hoeverre zijn de kansrijke lagen nog intact?

De (licht)veraarde top van het Hollandveen en top van de kreekafzettingen van het Vlaardingen-

stelsel zijn kansrijk voor archeologische resten uit de ijzertijd/ Romeinse tijd.

De top van de komafzettingen(Vlaardingendek) zijn kansrijk voor archeologische resten uit late middeleeuwen en Nieuwe tijd. De diepteligging van de verschillende lagen is weergegeven in de kaart en profielen in bijlage 5 en 6. In het noordoostelijke deel van de onderzoekslocatie

bevinden zich de geul- en oeverafzettingen van een kreek van het Vlaardingenstelsel op een diepte variërend van 0,7-1,0 m-mv (top) tot ca 4 á 5 m-mv (diepste delen van de geul). De plaatselijk licht veraarde delen van het Hollandveen liggen op een diepte van ca. 1,1 m-mv tot 3,5 m-mv. Deze beide niveaus zijn vrijwel volledig intact, maar ter plekke van de vijver (tot ca.

0,8-1,4 m-mv) mogelijk gedeeltelijk vergraven. Van de top van het laatmiddeleeuwse niveau is door het graven van de vijver een deel verstoord geraakt.

4. Zijn er in het onderzoeksgebied (aanwijzingen voor) archeologische waarden uit de

prehistorie, Romeinse tijd, Middeleeuwen of de Nieuwe tijd? Zo ja, wat is de aard hiervan, is er een vondstzone aan te wijzen en op welke diepte liggen ze?

In de boringen en monsters zijn, afgezien van enkele zeer kleine fragmenten houtskool (3,15 – 3,85 m –mv), die ook een natuurlijke oorsprong kunnen hebben, alleen in de oude bouwvoor plaatselijk enkele fragmenten roodbakkend (geglazuurd) aardewerk (B010, 0,70 – 0,90 m –mv) aangetroffen, die dateren in de late middeleeuwen of Nieuwe tijd. Deze vondsten hebben geen duidelijke context. Er zijn op de geraadpleegde oude kaarten geen aanwijzingen voor bebouwing op deze locatie.

40 Hijma 2009: 185-189.

(24)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 20 5. Hoe dik is het ophogingspakket en tot op welke diepte is de bodem verstoord en hoe

verloopt de oxidatie-reductie zone?

Het verstoringsniveau/ophoogpakket varieert in dikte van circa 70 cm op de kreekrug, tot circa 3 m in de zuidwest- en noordoosthoek van de onderzoekslocatie. De oxidatie-reductiegrens loopt in zijn geheel binnen de recente ophooglagen. Alle natuurlijke lagen bevinden zich dus in de reductiezone.

6. Hoe diep is de vijver?

De vijver heeft een diepte van ca. 80-90 cm met een sliblaag van ca. 10-40 cm daaronder. De bodem hieronder is intact gebleven (zie boringen 001 en 002).

(25)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 21

7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Conclusies: Naar aanleiding van het voornemen om aan het plangebied

Erasmusplein te Vlaardingen nieuwbouw, een uitbreiding van een vijver en nieuwe infrastructuur te realiseren is door ArcheoMedia BV, in opdracht van de Gemeente Vlaardingen, een actualisatie van bestaand bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd.

De resultaten van het bureauonderzoek en het inventariserende veldonderzoek geven derhalve geen aanleiding tot aanpassingen in de voorgenomen herinrichtingsplannen op de onderzoekslocatie.

Aanbevelingen: Op basis van dit booronderzoek wordt een archeologisch vervolgonderzoek tot de verstoringsdiepte ten behoeve van de nieuwbouw, uitbreiding van de vijver en de realisatie van de nieuwe infrastructuur (1,0 m-mv) niet noodzakelijk geacht.

Met betrekking tot deze aanbeveling dient contact te worden opgenomen met de bevoegde overheid.

Booronderzoek is gebaseerd op het verrichten van een beperkt aantal boringen tot een beperkte diepte. Daardoor blijft het mogelijk dat lokaal archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn, die tijdens het onderzoek niet naar voren komen. Bovendien laten bepaalde

archeologische resten, zoals vuursteenvindplaatsen, grafvelden, water- en/of beerputten, verkavelingspatronen of andere bijzondere

toevalsvondsten, zich met behulp van grondboringen lastig ontdekken.

Daarom is de kans aanwezig dat (vondstarme) archeologische sporen en vondsten in de bodem aanwezig zijn en dat deze in de

uitvoeringsfase van toekomstige bodemingrepen aan het licht komen.

Voor dergelijke vondsten bestaat een wettelijke meldingsplicht ex artikel 53 van de Monumentenwet 1988 en de Wet op de

archeologische monumentenzorg. Bij graafwerkzaamheden dient men dan ook attent te zijn op eventuele vondsten. De opdrachtgever verplicht de aannemer(s) om attent te zijn op eventuele vondsten en/of sporen tijdens de werkzaamheden en verplicht hen archeologische vondsten onverwijld te melden bij de bevoegde overheid.

(26)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 22

GERAADPLEEGDE BRONNEN EN LITERATUUR

Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN), geraadpleegd januari 2011 via http://www.ahn.nl/.

Archeo Actueel. Publieksreeks uitgegeven door Hazenberg Archeologie bij opgravingen op de Vergulde Hand.

Archeologische Monumentenkaart (AMK), geraadpleegd januari 2011 via ARCHIS.

Archeologische waarnemingen en vondstmeldingen, geraadpleegd januari 2011 via ARCHIS.

Broeke, P.W. van den, en H. van Londen, 1995: 5000 jaar wonen op veen en klei. Archeologisch onderzoek in het reconstructiegebied Midden-Delfland, Utrecht, 25.

Brugge, J.E. ter, 1998: Historische atlas Vlaardingen. Een cartografisch overzicht van Vlaardingen van ca. 1540 tot 1821, Den Haag.

Buit, E., 1983: Midden-Delfland, een archeologische kartering, inventarisatie, waardering en bewoningsgeschiedenis, Amersfoort (NAR 2).

Eijskoot, Y, en T. de Ridder, 2004, VLAK-verslag 22, De Vergulde Hand 7.074, Basisverslag van het proefsleufonderzoek 2, Vlaardingen.

Gemeente Vlaardingen, 2009, Beleidsnota Archeologie 2009-2013 Gemeente Vlaardingen, oktober 2009.

Gemeente Vlaardingen, 2005: Bestemmingsplan “Westwijk”.

Google Earth, 2011, geraadpleegd januari 2011.

Hijma, M., 2009: From river valley to estuary.The early-mid Holocene transgression of the Rhine- Meuse valley, The Netherlands, Utrecht.

KICH, geraadpleegd via www.kich.nl, januari 2011.

Kroft, P. van der e.a., 1995: Geo-archeologische inventarisatie Babberspolder (gem. Vlaardingen), Archeologische rapporten nr. 1, dienst stadswerk, bureau archeologie, Vlaardingen.

Kruif, S. de, 2010: Plangebied Spirit II aan de Goed Grootelaan, gemeente Vlaardingen;

archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennende fase), Weesp (RAAP-Notitie 3265).

Kuijl, E.E.A. van der, 2007: Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) d.m.v. boringen. Dr Wiardi Beckmansingel te Vlaardingen, Hoorn.

Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2, november 2010, Gouda.

Leuvering, J.H.F., 2008: lnventariserend veldonderzoek d.m.v. boringen (verkennende fase). Jan de Rooijstraat te Vlaardingen, Hoorn.

Oostroom, F.W. van, 2001: Bouwhistorische verkenning van de boerderij Trekkade 24, Vlaardingen, genaamd Zonnehoeve’, (Werkgroep Historie en Landschap van Midden-Delfland), Vlaardingen.

Provincie Zuid–Holland (ed.), 2007: Handreiking betreffende opstelling van en advisering over ruimtelijke plannen op grond van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland, vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zuid–Holland d.d. 13 februari 2007, Den Haag.

(27)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 23 Ruiter, DL. de, 2009: Vlaardingen. Plangebied Van Maerlantlaan, Deventer/Den Bosch (BAAC rapport V-090241).

Sigal, M.C., 1933: Vlaardingse legenden: de Moordwoning, in Uit Vlaardings verleden 37 (II).

Struijs, MA., 2003: De woninge genaempt Hoochkamer. in C. van IJperen en MA. Struijs m.m.v.

E. Verloop: De Hoogkamer. Van boerderij tot Natuurvriendenhuis en kampeercentrum, Vlaardingen, 33-49.

Verhart, L., 2010: De geur van veen. Vlaardingen en de ontdekking van de Vlaardingencultuur.

Utrecht, 40-42.

Warning, S., 2010: Plangebied Ichtuskerk aan de Van Maerlantlaan 2-4, gemeente Vlaardingen;

archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek, Weesp (RAAP-Notitie 3361).

Watwaswaar 2011, geraadpleegd januari 2011 via http://www.watwaswaar.nl.

(28)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 24

BEGRIPPEN EN AFKORTINGEN

AMK Archeologische MonumentenKaart. Een kaart waarop vastgestelde archeologische monumenten zijn vermeld.

Archeologische Indicatief archeologisch materiaal, zoals houtskool, verbrande leem, indicator/indicatie aardewerk en bot, dat bij (boor)onderzoek een aanwijzing kan zijn voor

de aanwezigheid, ter plaatse of in de nabijheid, van een archeologische vindplaats (definitie KNA).

ARCHIS Archeologisch InformatieSysteem. Een archeologische database van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) waarin alle onderzoeks- en vondstmeldingen in Nederland geregistreerd staan.

Bevoegde overheid De overheid, die het selectiebesluit neemt, het Programma van Eisen laat opstellen en goedkeuring verleent aan een eventueel ontwerp (definitie KNA).

CHS Cultuurhistorisch HoofdStructuur. Een verzameling van overzichtskaarten van archeologische, geologische, historische en landschappelijke waarden voor verscheidene regio’s in Nederland.

Complex Een uit meerdere met elkaar in ruimte, tijd en functioneel opzicht samenhangende structuren en/of individuele sporen (definitie KNA).

Cultuurlaag Een licht tot sterk humeuze oude bewoningslaag of afvallaag, ontstaan door menselijke activiteit, met archeologische indicatoren.

CCvD Archeologie Centraal College van Deskundigen Archeologie.

DGPS Differential Global Positioning System. Meetapparatuur die via satellieten de exacte coördinaten van een locatie inmeet.

Ex situ buiten de context van de vindplaats.

(Grond)spoor een ruimtelijk duidelijk begrensbaar verschijnsel ontstaan door menselijke activiteit (bijvoorbeeld een paalkuil, lijksilhouet of muur) of natuurlijke oorsprong (bijvoorbeeld een boomval). Binnen een spoor kunnen verschillende, duidelijk te onderscheiden eenheden voorkomen (definitie KNA).

IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden. Een op geologische structuren gebaseerde kaart van archeologische waarden.

In situ ter plekke of binnen de context van de vindplaats.

KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.

m -mv meter onder het maaiveld.

m -NAP meter onder Normaal Amsterdams Peil (: officieel peilmerk).

PvE Programma van Eisen, goedgekeurd door de bevoegde overheid en de basis van archeologisch onderzoek. Het geeft de probleemstelling en de doelen van de te verrichten werkzaamheden van de vindplaats aan en formuleert de daaruit af te leiden eisen aan het uit te voeren werk.

RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

(29)

Rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen) 25

OVERZICHT VAN GEOLOGISCHE EN ARCHEOLOGISCHE PERIODEN

Nieuwe nomenclatuur kustgebied rivieren-

gebied

Laagpakket van Walcheren

Formatie van Naaldwijk

Hollandveen Laagpakket

Formatie van Nieuwkoop

Laagpakket van Wormer

Formatie van Naaldwijk Formatie van Echteld

Basisveen

Laag Formatie van Nieuwkoop

Bron: Toelichting bij de Geologische Kaart van Nederland

(Rijks Geologische Dienst, Haarlem 1997) Bron: Mulder e.a. 2003: De Ondergrond van Nederland (NITG/

TNO).

(30)

Bijlage bij rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen)

BIJLAGE 1 Plankaart

(bron: gemeente Vlaardingen, 2011).

(31)
(32)

Bijlage bij rapport A11-003-I / Archeologisch onderzoek aan het Erasmusplein te Vlaardingen (gemeente Vlaardingen)

BIJLAGE 2

Archiskaart, geologie en archeologie

in de Westwijk

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de conclusie onder §3.1 wordt gesteld, dat de ombouw van de Hoekse Lijn niet aangemerkt wordt als een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1 van het

De informatie omtrent voormeld onroerend goed is met zorg samengesteld, maar voor de juistheid ervan kan door GW Batenburg Bedrijfshuisvesting geen aansprakelijkheid worden

Rapport A08-016-I / Archeologisch onderzoek IVO-boren natuurontwikkeling Aardenburgsche Havenpolder Zuid, DG2 19 landschap zijn nog resten aanwezig uit de Spaans-Staatse

Indien de beschreven ophoging niet mogelijk is, is het verwijderen van boomwortels en het beperkt ophogen van de bestrating de enige, maar niet duurzame optie voor tijdelijk behoud

Bedrijfsvergunning sector: het college verleent op aanvraag een bedrijfsvergunning sector indien het bedrijf volgens opgave van het handelsregister van de Kamer van Koophandel

• De regeling geldt voor alle werknemers met een arbeidsovereenkomst bij de gemeente Vlaardingen welke hybride (gaan) werken;.. • De regeling geldt voor alle werknemers met

Het is ook mogelijk dat voor de buurten waar een all-electric oplossing gaat komen, deze in een geleide lijk tempo overgaan tot aardgasvrij tot dat de aardgaslevering

Ingeval huurder de btw niet kan verrekenen zal de huurprijs in overleg met huurder worden verhoogd ter compensatie van de gevolgen van het vervallen van de mogelijkheden om te