• No results found

& Edgar Anton. Erwin Dreesen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "& Edgar Anton. Erwin Dreesen"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

&

Edgar Anton

Erwin Dreesen

(2)

Met speciale dank aan

Ferre Weustenraad, Patty Naets, Roosje Chini, Pollie Gregoor en Huguette

voor hun suggesties, correcties, try-outs, enthousiasme, aanmoediging en aanwezigheid

Uitgever auteur: Erwin Dreesen

© 2019 tekst - Erwin Dreesen, tekeningen - Ruth Dreesen en Helena Dreesen Illustraties:

Ruth Dreesen en Helena Dreesen onder begeleiding van Christine Morren, kunstenares Vormgeving, lay-out & omslagontwerp: Roosje Chini

Verspreiding: online of via de boekhandel ISBN: 978 94 021 9217 9

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, door middel van druk, fotokopie, internet of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

(3)

Een voorleesvertelling

voor kinderen van 4 tot 8 jaar

&

Edgar Anton

(4)

Voor Ruth en Helena, met hun onophoudelijke glimlach

Op een gegeven moment heb ik besloten om een verhaal te schrijven.

Ik had geen kleine kinderen meer om hun verhalen te vertellen.

(Umberto Eco)

(5)

5

Edgar 1

Edgar is een jonge breedsmoelkikker.

Hij woont samen met nog 27 andere kikkerfamilies in een lekkere vuilgroene ondiepe plas in de vallei van De Levende Beemden.

De mensen noemen de vallei zo omdat het een paradijselijk gebied is waar heel veel dieren in het wild leven.

Het wemelt er van de bevers, vlinders, vuurlibellen, karekieten en vossen en er groeien zeldzame planten zoals marjolein, koekoeksbloem en zomerklokjes.

Soms hangt er overdag hoog aan de hemel een enge buizerd in de lucht. Maar Edgar is daar niet bang voor. Hij hoeft niet eens omhoog te kijken om de buizerd op te merken. Als hij de donkere schaduw van zijn silhouet over de grond ziet scheren weet hij genoeg.

Dan maakt hij zich snel uit de voeten. Tot nu toe is hem dat steeds tijdig gelukt.

is een jonge breedsmoelkikker.

hij de donkere schaduw van zijn silhouet over de grond

De mensen noemen de vallei zo omdat het een paradijselijk Het wemelt er van de bevers, vlinders, vuurlibellen,

hoeft niet eens omhoog te kijken om de buizerd op te merken. Als hij de donkere schaduw van hij de donkere schaduw van

(6)

6

Soms komen er boven zijn poel ook ooievaars voorbij op zoek naar lekkere hapjes voor hun jongen.

Ooievaars zijn gevaarlijker vijanden dan buizerds want ze komen laag, snel en geruisloos achter je aan. Altijd langs achter.

Je hoort ze nauwelijks omdat ze zich als een zweefvliegtuig laten mee- drijven op de warme lucht. Daar moet Edgar goed voor uitkijken.

Gelukkig heeft hij boven op zijn kop grote bolle ogen staan die hij naar voor en naar achter kan bewegen en waarmee hij in alle richtingen kan zien.

Edgar kan met zijn linkeroog naar boven kijken en tegelijkertijd met zijn rechter naar achter of naar beneden. Daarom is het heel moeilijk om kort bij een breedsmoelkikker te komen zonder dat hij je ziet.

Bovendien is Edgar altijd voorzichtig. Hij blijft meestal in de buurt van zijn poel of van de kronkelige rivier.

Als hij gaat wandelen hopt hij door moeras, hoge grassen of diepe grachten om er vlug te kunnen induiken en zich te verbergen als er gevaar dreigt.

Hij woont graag in De Levende Beemden. Hij geniet er van het koele water, de gezonde lucht, en van de vele spinnen, muggen en slakken, allemaal lekkere hapjes die hij zonder veel inspanning kan vangen. Soms gaat hij ook gewoon zo lang mogelijk in de zon liggen, en dan rekt hij zijn achterpoten zo ver uit tot zijn ogen ervan dichtvallen.

Edgar is speciaal.

Hij is totaal verschillend van de andere breedsmoelkikkers.

Zijn kikkervel is niet groen of bruin zoals dat van zijn soortgenoten, maar paars-wit gevlekt.

Dat komt omdat hij een pot paarse verf over zich heeft gekregen toen hij nog in de kikkerdril zat.

(7)

7 Later, als dikkopje, heeft hij die verfl aag nog proberen van zich

af te schudden en op die plaatsen waar hem dat lukte is zijn huid zo bleek geworden als maanlicht in november.

(8)

8

Hij heeft ook een staartje.

Niet zo’n prachtige staart als een paradijsvogel maar eerder een pijlvormig aanhangsel, niet eens lang genoeg om mee te kunnen kwispelen.

Maar dat staartje zal hem later nog dikwijls van pas komen.

Het meest bijzondere aan Edgar echter is dat hij naast de kikkertaal ook mensen- en dierengeluiden kan nadoen. Hij kan niet alleen fluiten als een merel maar hij kan echt praten en zelfs tellen tot twintig.

Niemand weet hoe dat komt, zelfs Edgar niet, maar als iemand hem vraagt waar hij dat geleerd heeft antwoordt hij op een raadselachtige toon dat dat een groot geheim is dat hij eenzaam in zijn hart draagt.

Als hij ‘s avonds alleen op zijn bladerbed ligt oefent hij stilletjes de nieuwe woorden die hij overdag heeft gehoord of leest hij een stukje uit een krant die vervuilende mensen nonchalant langs het veldwegje hebben weggesmeten.

(9)

9 In het begin lachten de andere kikkers hem uit en wilden ze niet met Edgar spelen omdat hij er raar uitzag en vreemd deed.

Dan had Edgar verdriet en soms maakte hij zich daarover ook een beetje boos. Domme kikkers, dacht Edgar soms, jullie zijn gemene pesters, en misschien ook wel een beetje bang van mij... Edgar maakte dan met zijn voorpoot een vuist.

Maar het duurde niet lang of daar kwam verandering in.

Op een van de eerste zachte lentedagen van het jaar was Edgar te weten gekomen dat de mensen van Sjoemelakke, een dorpje in de buurt van De Levende Beemden, niet meer konden slapen van al het gekwaak dat uit de groene kikkerplas opsteeg. In die tijd van het jaar zorgden de kikkermannetjes immers dag en nacht voor een oorverdovend rumoer en lawaai. De mensen waren daar heel boos over

(10)

10

en wilden alle kikkers vangen of wegjagen. Edgar vertelde dat aan zijn opa en die riep toen een grote kikkervergadering bijeen waarop beslist werd dat voortaan alleen nog overdag mocht gekwaakt worden en dan nog enkel in de voormiddag tussen 10 en 12 uur.

De mensen van Sjoemelakke waren zeer verwonderd toen het gekwaak stopte en het plots stil werd.

‘Wat vreemd,’ zeiden ze peinzend. In het dorp werd er veel gepraat over het zwijgen van de kikkers en er deden allerhande geruchten de ronde.

Sommigen dachten dat Siska, het takkenbosvrouwtje met de heksen- bochel, iedere avond een slaapmiddeltje van valeriaankruiden in de kikkerpoel strooide.

Anderen spraken van een mirakel want vlak naast het kikkerdorp lag de kapel van de heilige Franciscus, de vriend en beschermer van de dieren.

De mensen in het dorp hadden wel duizend verklaringen maar eigenlijk wist niemand echt hoe de vork aan de steel zat.

Edgar hoorde die gesprekken en verstond ze, vertelde alles verder aan zijn kikkerfamilie en zo kwam het dat de kikkers, in plaats van te kwaken, begonnen te lachen.

Het was de bolle warme klank van luchtbellen die onder water openspatten en die de inwoners van Sjoemelakke nooit eerder gehoord hadden, waar ze stomverbaasd van opkeken. Niemand dacht er nog aan om de kikkers te vangen en Edgar werd nu door zijn soortgenoten op de poten gedragen.

Iedereen wilde nu zijn vriendje zijn. En tot ver over de grenzen van De Levende Beemden werd Edgar een BB, een bekende breedsmoelkikker.

Als een echte spion sprong Edgar nu iedere avond van struik tot struik om de mensengesprekken af te luisteren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

He never once thought it probable, or possible, that the Minister had deposited the letter immediately beneath the nose of the whole world, by way of best preventing any portion

THIS stanza from "The Raven" was recommended by James Russell Lowell as an inscription upon the Baltimore monument which marks the resting place of Edgar Allan Poe, the

But the fact is I was napping, and so gently you came rapping, And so faintly you came tapping, tapping at my chamber door, That I scarce was sure I heard you"--here I opened

terror-stricken cry punctuated by the crack of a rifle brought Bradley, Sinclair and Brady to their feet in time to see James, with clubbed rifle, battling with a white-robed

These were to accompany Ghak's army back to Sari by land, while the fleet sailed to the mouth of the great river from which Dian, Juag, and I had been blown. The voyage

Presently Tarzan took to the trees, and Jane, wondering that she felt no fear, began to realize that in many respects she had never felt more secure in her whole life than now as

That Ja-don never entered the temple was well known, and that his high priest never entered the palace, but the people came to the temple with their votive offerings and the

A stiff breeze had risen with the sun, and with canvas spread the Cowrie set in toward Jungle Island, where a few hours later, Tarzan picked up Gust and bid farewell to Sheeta and