• No results found

Gebruiksaanwijzing. Magnetron M 6160 TC, M 6260 TC. nl-nl. Lees beslist de gebruiksaanwijzing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gebruiksaanwijzing. Magnetron M 6160 TC, M 6260 TC. nl-nl. Lees beslist de gebruiksaanwijzing"

Copied!
68
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Magnetron

M 6160 TC, M 6260 TC

Leesbeslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst,

nl - NL

(2)

Algemeen . . . 4

Ovenruimte, accessoires . . . 4

Bedieningspaneel . . . 5

Bijgeleverde accessoires . . . 6

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu. . . 7

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . 8

Principe . . . 24

Hoe werkt de magnetron? . . . 24

Mogelijkheden . . . 25

Wat kan de magnetron?. . . 25

Welke functies biedt de magnetron? . . . 25

Magnetron. . . 25

Automatische programma's . . . 25

Servies dat geschikt is voor de magnetron. . . 26

Materiaal en vorm . . . 26

Het testen van serviesgoed . . . 29

Deksel . . . 30

Vóór het eerste gebruik . . . 31

Dagtijdweergave . . . 32

Dagtijd instellen . . . 32

Dagtijd corrigeren . . . 32

Geen dagtijdweergave . . . 32

Bediening . . . 33

Deur openen . . . 33

Serviesgoed in het apparaat zetten. . . 33

Draaiplateau . . . 33

Deur sluiten . . . 33

Bereidingsproces starten . . . 33

Displaymelding "door". . . 34

Bereidingsproces onderbreken / voortzetten . . . 35

Instellingen wijzigen. . . 35

Bereidingsproces wissen . . . 35

Na afloop van een bereidingsproces . . . 35

(3)

Kookwekker . . . 38

Kookwekkertijd corrigeren . . . 38

Kookwekker in combinatie met een bereiding . . . 38

Bediening - automatische programma's . . . 39

Ontdooiprogramma's ) . . . 39

Kookprogramma's . . . 39

Popcorn Æ . . . 41

Recepten - automatische programma's 2 . . . 42

Eigen programma opslaan (memory) . . . 45

Instellingen apparaat wijzigen . . . 47

Verwarmen . . . 50

Koken . . . 51

Ontdooien / ontdooien en bereiden . . . 52

Inmaken . . . 53

Praktijkvoorbeelden. . . 54

Aanwijzingen voor keuringsinstituten . . . 55

Reiniging en onderhoud . . . 56

Ovenruimte, binnenkant deur . . . 56

Front . . . 58

Bijgeleverde accessoires . . . 59

Nuttige tips . . . 60

Miele Service . . . 62

Elektrische aansluiting . . . 63

Inbouwen . . . 64

(4)

Ovenruimte, accessoires

a Bedieningspaneel b Draaiplateau c Deur

d Deksel e Kookstaafje

(5)

Bedieningspaneel

f Aan/Uit-toets K

g Automatisch programma voor popcorn Æ

h Functieschakelaar voor magnetronvermogen en automatische programma's (u kunt de schakelaar rechts- en linksom draaien en in de stand ß verzinken door erop te drukken)

i Klok met display

j Geheugenplaats voor een programma met 1 - 3 stappen (memory-functie)M

k Instellingen apparaat X l Dagtijd +

m Draaiknop voor invoer tijd en gewicht

(u kunt de schakelaar rechts- en linksom draaien en verzinken door erop te drukken)

n Kookwekker N o Stoptoets UU UU

p Toets "Start" / Plus een minuut / Quick-Start (programmeerbaar) c

q Toets "Terug" # voor het wissen van de laatst ingevoerde waarde r OK-toets

(6)

Bijgeleverde accessoires

Deksel

Het deksel mag uitsluitend voor de magnetronfunctie worden gebruikt, niet voor andere ovenfuncties of

combinatieprogramma's!

Het deksel voorkomt dat het gerecht uitdroogt, houdt de ovenruimte schoon en versnelt de bereiding.

Kookstaafje

Gebruik altijd het kookstaafje als u een vloeistof met de magnetronfunctie ver- hit. De vloeistof wordt dan gelijkmatig verwarmd.

U kunt deze en vele andere producten via internet, bij Miele of bij uw Miele- vakhandelaar bestellen.

(7)

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak- kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas- ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.

Hergebruik van het verpakkingsmateri- aal remt de afvalproductie en het ge- bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge- meente waar u die kunt afgeven.

Het afdanken van een apparaat

Oude elektrische en elektronische ap- paraten bevatten meestal nog waarde- volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei- lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.

Lever het apparaat in bij een gemeen- telijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur.

Het afgedankte apparaat moet buiten het bereik van kinderen worden opge- slagen.

(8)

Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheids- voorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen tot gevolg hebben.

Lees daarom de gebruiksaanwijzing aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de gebruiksaanwijzing vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onder- houd.

Als de aanwijzingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is

Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar!

Verantwoord gebruik

~ Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk gebruik (of daarmee vergelijkbaar).

Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.

~ Het apparaat is uitsluitend bestemd voor het ont-

dooien, verwarmen, koken en inmaken van voedings-

middelen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toe-

gestaan en kan gevaarlijk zijn.

(9)

~ Als u in de magnetron ontvlambare producten droogt, verdampt het vocht. De producten kunnen

daardoor uitdrogen en vanzelf ontvlammen. Gebruik de magnetron nooit voor het bewaren of drogen van ont- vlambare producten.

~ Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door per- sonen die in staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing! De personen die het apparaat be- dienen, moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.

Kinderen

~ Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdurend toezicht houdt.

~ Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het ap- paraat veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve be- diening.

~ Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht

reinigen of onderhouden.

(10)

~ Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.

~ Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen van- daan.

~ Verwondingsgevaar! De deur mag met maximaal 8 kg worden belast. Kinderen kunnen zich aan de geo- pende deur verwonden.

Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan

staan of zitten of eraan gaan hangen.

(11)

Technische veiligheid

~ Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in ge- vaar brengen. Controleer het voor de inbouw op zicht- bare schade. Neem een beschadigd apparaat nooit in gebruik.

~ Als de aansluitkabel beschadigd is, mag deze alleen door Miele worden vervangen om risico's voor de ge- bruiker te vermijden.

~ Bij een defecte magnetron kunnen microgolven vrij- komen die gevaarlijk kunnen zijn voor de gebruiker.

Gebruik de magnetron niet, als – de deur verbogen is.

– de deurscharnieren los zitten.

– er gaatjes of scheuren in de ommanteling, de deur of de binnenwanden van het apparaat zitten.

~ Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder

spanning staan of wanneer elektrische of mechanische

onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de

gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het appa-

raat niet meer goed functioneert. Open nooit de om-

manteling van het apparaat.

(12)

~ De aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting.

Raadpleeg bij twijfel een elektricien.

~ Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het apparaat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.

~ De elektrische veiligheid van het apparaat is uitslui- tend gegarandeerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheids- bepalingen is geïnstalleerd. Het is uiterst belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is vol- daan om schade te voorkomen die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bij- voorbeeld een elektrische schok). Laat bij twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecteren.

~ Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veiligheid gewaarborgd is.

~ Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen een

groot gevaar opleveren voor de gebruiker. Reparaties

(13)

~ De garantie vervalt als het apparaat niet door een technicus wordt gerepareerd die door Miele is

geautoriseerd.

~ Voor reparatie-, reinigings- en onderhoudswerk- zaamheden moet het apparaat spanningsvrij worden gemaakt. Er staat alleen geen spanning op het appa- raat als aan één van de volgende voorwaarden is vol- daan:

– als de stekker uit het stopcontact is getrokken.

Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitka- bel.

– als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitge- schakeld.

– als de zekering van de huisinstallatie er geheel is uit- gedraaid.

~ Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan de veiligheidseisen voldoen. Defecte on- derdelen mogen alleen door originele onderdelen wor- den vervangen.

~ Als het apparaat achter een meubeldeur is inge-

bouwd, mag de deur niet worden gesloten als u het

apparaat gebruikt. Achter een gesloten deur worden

warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnen het ap-

paraat en de kast beschadigd raken. Sluit de deur pas

als het apparaat volledig is afgekoeld.

(14)

~ Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een boot) worden gebruikt.

Veilig gebruik

~ Zorg ervoor dat voedsel altijd voldoende wordt ver- warmd. De tijd die daarvoor nodig is, hangt af van ver- schillende factoren, zoals de temperatuur van het ge- recht op het moment dat het in de magnetron wordt gezet, de hoeveelheid, het soort voedsel, de kwaliteit ervan en mogelijke wijzigingen in het recept.

Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is (ü 70 °C) en lang genoeg wordt aangehouden (ü 10 min.). Wanneer u twijfelt of een gerecht voldoende is verwarmd, ver- leng dan de bereidingstijd nog iets.

~ Het is belangrijk dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld en hoog genoeg is.

Roer het gerecht daarom regelmatig door of keer het.

Let ook op de aangegeven doorwarmtijden (de tijd

waarin de warmte zich gelijkmatig verdeelt) bij het ont-

dooien, verwarmen en koken.

(15)

~ Houd bij ontdooien, verwarmen of koken met de magnetron rekening met het feit dat de bereidings- tijden vaak veel korter zijn dan op een kookplaat of in een gewone oven. Als gerechten te lang in de magne- tron staan, drogen ze uit en kunnen zelfs in brand vlie- gen.

Gevaar voor brand bestaat ook als u bijvoorbeeld

brood, bloemen, kruiden en dergelijke in de magnetron droogt. Droog dergelijke producten daarom niet in de magnetron.

~ Kussens met kersenpitten, gel en vergelijkbare pro- ducten mogen niet in de magnetron worden verhit. Zul- ke producten kunnen in brand vliegen, ook nadat ze uit het apparaat zijn gehaald. Brandgevaar!

~ Een magnetron is niet geschikt voor het reinigen en desinfecteren van gebruiksvoorwerpen.

Bovendien kunnen hoge temperaturen ontstaan waar- door u zich kunt branden als u de voorwerpen uit het apparaat haalt. Brandgevaar!

~ Het apparaat kan beschadigd raken als u het leeg of

met een verkeerde inhoud gebruikt. Gebruik het appa-

raat niet voor het verwarmen van serviesgoed, het dro-

gen van kruiden of vergelijkbare dingen.

(16)

~ Zet de magnetron pas aan als er een gerecht of brui- neringsservies in staat en plaats altijd het draaiplateau.

~ Als u gesloten potten of flessen verhit, wordt in de verpakking druk opgebouwd. Het product kan daar- door ontploffen. Verhit daarom nooit gerechten of vloei- stoffen in afgesloten potten of flessen.

Verwijder bij zuigflessen eerst de dop en de speen.

~ Als u gerechten met de magnetronfunctie verwarmt, ontstaat de warmte in het voedsel zelf, waardoor het serviesgoed minder heet wordt. Het serviesgoed wordt alleen warm door de warmte die het gerecht afgeeft.

Als u het gerecht uit het apparaat haalt, controleer dan of de temperatuur goed is. Beoordeel de temperatuur niet op basis van de temperatuur van het serviesgoed.

Let vooral bij babyvoeding op de juiste tempera- tuur! Babyvoeding goed doorroeren of schudden.

Proef er zelf even van, zodat u zeker weet dat de baby

zich er niet aan brandt.

(17)

~ Door het kookstaafje wordt de vloeistof gelijkmatig verhit en ontstaan de luchtbelletjes op het juiste mo- ment.

Als u het kookstaafje bij de magnetronfunctie niet ge- bruikt, kan bij het koken en vooral het naverwarmen van vloeistoffen het kookpunt worden bereikt, zonder dat de bekende luchtbelletjes opstijgen. De vloeistof kookt dan niet gelijkmatig. Als u nu het glas of de beker uit de magnetron haalt, kan de vloeistof ineens gaan borrelen en overkoken. Verbrandingsgevaar!

Als de vloeistof nog in het apparaat staat en plotseling hevig gaat koken, kan de deur openspringen. U kunt daarbij letsel oplopen en het apparaat kan beschadigd raken.

Gebruik dus altijd het bijgeleverde kookstaafje als u

vloeistoffen verhit.

(18)

~ Laat de deur van de magnetron dicht als de voe- dingsmiddelen in de ovenruimte rook ontwikkelen.

Eventuele vlammen worden op deze manier gedoofd.

Zet de magnetron met de Aan/Uit-toets uit en trek de stekker uit het stopcontact. Open de deur pas als de rook is weggetrokken.

~ Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten.

Houd het apparaat goed in de gaten als u met olie en/

of vetten werkt. Gebruik het apparaat niet om ermee te frituren. Blus een brand met olie of vet nooit met water.

Schakel het apparaat uit en doof de vlammen door de deur gesloten te houden.

~ Brandbare voorwerpen in de buurt van het ingescha- kelde apparaat kunnen door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik het apparaat nooit om er een ruimte mee te verwarmen.

~ Als u bij de bereiding van voedingsmiddelen alco-

holhoudende dranken gebruikt, moet u er rekening

mee houden dat alcohol bij hoge temperaturen ver-

dampt en op hete oppervlakken kan ontsteken. Verhit

nooit onverdunde alcohol. Brandgevaar!

(19)

~ In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen openbarsten. Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blikken en der- gelijke in te maken of te verwarmen.

~ Gerechten die in de ovenruimte worden

warmgehouden of bewaard, kunnen uitdrogen. Het vrij- komende vocht kan in het apparaat corrosie veroorza- ken. Ook het bedieningspaneel, het werkblad en de keukenkast kunnen beschadigd raken.

Dek gerechten daarom af.

~ Verwijder gerechten of vloeistoffen die keukenzout bevatten meteen als deze in aanraking komen met de roestvrijstalen wanden van de binnenruimte. U voor- komt zo dat er corrosie ontstaat.

~ De ovenruimte is na gebruik heet. U kunt zich eraan branden! Reinig de ovenruimte en de accessoires, zo- dra deze zijn afgekoeld. Hoe langer u wacht, des te moeilijker wordt het om verontreinigingen te verwijde- ren. Soms lukt dat helemaal niet meer. Door ernstige verontreinigingen kan het apparaat beschadigd raken en kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Brandge- vaar!

Houdt u zich aan de aanwijzingen uit het hoofdstuk

"Reiniging en onderhoud".

(20)

~ Brandgevaar! Kunststof serviesgoed dat niet ge- schikt is voor de magnetron kan beschadigd raken en daarbij ook de magnetron beschadigen.

Gebruik in de magnetron geen metalen pannen, geen aluminiumfolie, geen bestek, geen serviesgoed met een metalen laagje, geen kristal dat lood bevat, geen schalen met een kartelrand, geen kunststof die niet hit- tebestendig is en geen houten serviesgoed. Gebruik ook geen metalen clips, geen kunststof en papieren clips waar ijzerdraad in zit en geen kunststof bekertjes waarvan het aluminium dekseltje niet helemaal is ver- wijderd (zie ook het hoofdstuk "Servies dat geschikt is voor de magnetron"). Als u deze voorwerpen wel ge- bruikt, kan het serviesgoed beschadigd raken of kan er brand ontstaan.

~ Wegwerpbakjes van kunststof zijn geschikt als ze voldoen aan de eisen die in de rubriek "Kunststof"

staan.

Blijf bij het apparaat als u voedingsmiddelen bereidt in

wegwerpbakjes van kunststof, papier of andere brand-

bare stoffen.

(21)

~ Isolatieverpakkingen bestaan onder meer uit een laagje aluminiumfolie dat de microgolven terugkaatst.

Hierdoor kan de verpakking oververhit raken en in brand vliegen.

Verwarm daarom in de magnetron geen gerechten in isolatieverpakking, zoals braadzakken voor kip.

~ Als u eieren zonder schaal met de magnetronfunctie verhit, kan het eigeel er na het koken onder hoge druk uit spuiten. Prik daarom van tevoren altijd een paar gaatjes in de dooier.

~ Als u eieren met schaal met de magnetronfunctie kookt, ontploffen de eieren. Dat kan ook gebeuren, na- dat u ze uit het apparaat heeft gehaald. Kook eieren met schaal alleen in speciaal daarvoor bestemd ser- viesgoed.

Verwarm geen gekookte eieren in de magnetron.

~ Als u voedingsmiddelen waarvan de schil of het vel

hard is (tomaten, worstjes, aubergines, etc.) verhit,

kunnen deze ontploffen. Maak daarom eerst een paar

gaatjes of inkepingen in de schil of het vel. Zo kan de

vrijkomende damp ontsnappen.

(22)

~ Voor de magnetronfunctie is serviesgoed met holle handgrepen en knoppen ongeschikt. Hierin kan zich vocht ophopen, waardoor druk ontstaat en de delen ontploffen (tenzij de betreffende delen goed ontlucht zijn). Gebruik dergelijk serviesgoed niet.

~ Kwik- en vloeistofthermometers zijn niet geschikt voor hoge temperaturen en breken gemakkelijk.

Onderbreek het bereidingsproces als u de temperatuur van het gerecht wilt meten en gebruik uitsluitend speci- ale thermometers.

~ De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en zo kort- sluiting veroorzaken. Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.

Voor roestvrijstalen oppervlakken geldt:

~ De coating van het roestvrije staal wordt door kleefmiddelen aangetast en kan dan zijn bescher- mende werking tegen verontreinigingen verliezen. Plak geen notitieblaadjes, plakband, afplaktape of andere kleefmiddelen op het roestvrije staal.

~ Het roestvrijstalen oppervlak is krasgevoelig. Zelfs

magneten kunnen krassen veroorzaken.

(23)

Accessoires

~ Gebruik uitsluitend originele Miele-onderdelen. Als

andere onderdelen worden aan- of ingebouwd, kan

geen beroep worden gedaan op bepalingen met be-

trekking tot de garantie en de productaansprakelijk-

heid.

(24)

Hoe werkt de magnetron?

In het apparaat zit een magnetronbuis.

Deze zet stroom om in

elektromagnetische golven: de micro- golven. Deze golven worden gelijkma- tig over de binnenruimte verdeeld. Bo- vendien worden ze door de zijwanden gereflecteerd, zodat ze van alle kanten bij en in het voedsel kunnen komen.

Door het draaien van het draaiplateau is de verdeling nog beter.

Omdat de microgolven bij en in het ge- recht moeten kunnen komen, moet het serviesgoed geschikt zijn voor gebruik in de magnetron. Microgolven dringen door porselein, glas, karton en kunst- stof heen, maar niet door metaal. Ge- bruik daarom geen metalen pannen of schalen of pannen en schalen met een metaalhoudend decorlaagje. Metaal kaatst de golven terug, waardoor von- ken kunnen ontstaan.

Als het juiste servies wordt gebruikt, dringen de microgolven meteen door tot in het gerecht. Voedingsmiddelen bestaan uit moleculen. Deze molecu- len, vooral watermoleculen, worden door de microgolven in trilling gebracht (maar liefst 2,5 miljard bewegingen per seconde). Hierdoor ontstaat warmte die zich vanaf de buitenkant van het voed- sel naar binnen verplaatst. Hoe meer water een gerecht bevat, des te sneller werkt de magnetron.

De warmte ontstaat dus rechtstreeks in

– Ontdooien, verwarmen en koken gaan sneller dan met een traditionele oven.

– Voedingsstoffen zoals vitaminen en mineralen blijven voor het grootste deel behouden.

– De natuurlijke kleur en smaak van de voedingsmiddelen veranderen nau- welijks.

De magnetron wordt uitgeschakeld, zo- dra u het bereidingsproces onder- breekt of de deur van het apparaat opent. Tijdens een bereiding biedt de gesloten deur voldoende bescherming tegen de microgolven. De deur mag niet beschadigd zijn.

(25)

Wat kan de magnetron?

In de magnetron kunt u gerechten in korte tijd ontdooien, verwarmen en ko- ken.

U kunt de magnetron als volgt ge- bruiken:

– U kunt voedingsmiddelen ontdooien, verwarmen en koken door een mag- netronvermogen en een tijd in te stel- len.

– Diepvriesproducten kunt u ontdooien en meteen daarna bereiden.

– U kunt uw magnetron tevens als

"kleine keukenhulp" gebruiken, bij- voorbeeld voor het laten rijzen van deeg, het smelten van chocolade of boter, het oplossen van gelatine en het inmaken van kleine hoeveelhe- den fruit, groente of vlees.

Welke functies biedt de magnetron?

Magnetron

Met de magnetronfunctie (magnetron solo) kunt u ontdooien, verwarmen en koken.

Automatische programma's U kunt kiezen uit:

– Negen ontdooiprogramma's (): Ad 1 tot Ad 9),

– drie kookprogramma's voor diep- vriesproducten

() 2: Ac 1 tot Ac 3 )

– en vier kookprogramma's voor verse producten

(2: Ac 4 tot Ac 7).

Deze programma's zijn gewichtsafhan- kelijk. U moet daarom het gewicht van het voedingsmiddel invoeren.

Het gewicht van het voedingsmiddel kunt u in grammen (g) of ponden (lb) laten weergeven (zie "Instellingen ap- paraat wijzigen").

Het apparaat heeft tevens een automa- tisch programma voor popcorn Æ.

(26)

Microgolven

– worden door metaal teruggekaatst.

– dringen door glas, porselein, kunst- stof en karton heen.

– worden door het gerecht opgeno- men.

,

Brandgevaar!

Serviesgoed dat niet geschikt is

Materiaal en vorm

Het materiaal en de vorm van het ser- viesgoed kunnen van invloed zijn op de bereidingstijd. Het beste kunt u ronde of ovale platte schalen gebruiken. De gerechten worden dan gelijkmatiger verwarmd dan in rechthoekige schalen.

Serviesgoed met holle handgrepen en knoppen zijn ongeschikt voor de magnetron. Als zich in deze delen vocht kan ophopen, kan druk ont- staan waardoor de delen mogelijk uiteen spatten. U loopt dan het risico zich te verwonden. Als de genoem- de delen goed ontlucht zijn, kunt u het servies wel gebruiken.

Metaal

Metalen schalen, aluminiumfolie en bestek zijn niet geschikt voor ge- bruik in de magnetron, evenmin als serviesgoed met een metaalhou- dend laagje (bijvoorbeeld een gouden of kobaltblauw randje als decoratie).

Metaal weerkaatst de

magnetrongolven zodat het gerecht niet wordt bereid.

Gebruik geen kunststof bekertjes waarvan het aluminium dekseltje niet helemaal is verwijderd.

(27)

Uitzonderingen:

– Kant-en-klaarmaaltijden in aluminium bakjes

Deze producten kunt u in de magnetron ontdooien en verwarmen. Verwijder van tevoren altijd het deksel. Houd mini- maal 2 cm ruimte tussen het bakje en de ovenwanden. Als u bij de bereiding alleen het deksel verwijdert, wordt het gerecht alleen van boven verwarmd.

Als u het gerecht uit de verpakking haalt en in een geschikte schaal doet, wordt de warmte gelijkmatiger ver- deeld.

Aluminium bakjes kunnen gaan kraken of vonken afgeven.

– Aluminiumfolie

Vlees met een onregelmatige vorm (zo- als gevogelte) wordt het beste ontdooid en bereid als u de platte delen de laatste paar minuten met stukjes alumi- niumfolie afdekt.

De folie moet minstens 2 cm van de binnenwanden van het apparaat verwijderd blijven!

– Metalen spiesen en klemmen Deze metalen delen kunt u alleen ge- bruiken als het vlees veel groter is dan het metaal.

Glas

Vuurvast glas en keramisch glas zijn zeer geschikt.

Kristalglas dat vaak lood bevat, kan in de magnetron barsten. Gebruik kristalglas dan ook niet in de mag- netron.

Porselein

Porseleinen serviesgoed is zeer ge- schikt.

Het mag echter geen metalen deco- ratie (zoals een goudrand) hebben en geen holle handgrepen.

Aardewerk

Beschilderd aardewerk is alleen ge- schikt als het motief zich onder een gla- zuurlaag bevindt.

Aardewerk kan heet worden.

Servies met een glazuurlaagje of verf Een aantal soorten glazuur en verf bevat metalen. Dergelijk servies- goed is niet geschikt voor de mag- netron.

Hout

Houten schalen of bakjes zijn niet geschikt.

Tijdens het koken verdampt het wa- ter dat zich in het hout bevindt waar- door het uitdroogt en barst.

(28)

Kunststof

Kunststof serviesgoed mag alleen voor de verwarmingssoort "Magne- tron solo" worden gebruikt. Dus niet voor andere verwarmingssoorten of voor combinatieprogramma's.

Het serviesgoed moet hittebesten- dig zijn (tot minimaal 110 °C), an- ders kan de kunststof vervormen of smelten.

Kunststof serviesgoed voor de magne- tron is verkrijgbaar in speciaalzaken.

Kunststof serviesgoed van melamine is ongeschikt, omdat het energie opneemt en daardoor te heet wordt.

Informeer dus altijd eerst van welk ma- teriaal het kunststof serviesgoed is.

Serviesgoed van piepschuim (bijvoor- beeld polystyreen) kunt u gebruiken als u gerechten maar eventjes wilt verwar- men.

Kunststof kookbuiltjes kunt u voor het verwarmen en koken van de in- houd gebruiken. Prik eerst gaatjes in het builtje zodat de stoom eruit kan.

Daardoor voorkomt u dat de druk te hoog wordt en het builtje uiteenspat.

Er zijn ook speciale kookbuiltjes waarin u geen gaatjes hoeft te prik- ken. Houdt u zich aan de betreffen- de gebruiksaanwijzing.

Wegwerpbakjes

Wegwerpbakjes van kunststof moeten voldoen aan de eisen in de rubriek

"Kunststof".

Blijf bij het apparaat als u voedings- middelen bereidt in wegwerpbakjes van kunststof, papier of andere brandbare stoffen.

U kunt uit milieu-overwegingen beter geen gebruik maken van wegwerpbak- jes.

(29)

Het testen van serviesgoed

Als u niet zeker weet of u serviesgoed van glas, aardewerk of porselein in de magnetron kunt gebruiken, kunt u het servies als volgt testen:

^ Plaats het servies leeg in het midden van het apparaat.

^ Sluit de deur.

^ Zet de functieschakelaar op 900 Watt.

^ Stel met de draaiknop een tijd in van 30 seconden.

^ Druk op de toets "Start".

Kraakt het serviesgoed en springen er vonkjes af, schakel de magnetron dan meteen uit (met de Aan/Uit- toets).

Serviesgoed dat tot een dergelijke reactie leidt, is niet geschikt voor de magnetron.

Informeer bij twijfel bij de fabrikant of winkelier of het servies geschikt is voor de magnetron.

Met het bovenstaande kunt u niet controleren of eventuele holle hand- grepen voldoende ontlucht zijn.

(30)

Deksel

– Afdekken voorkomt dat bij lange be- reidingstijden te veel waterdamp ont- snapt,

– zorgt dat het gerecht sneller warm wordt,

– voorkomt dat het gerecht uitdroogt, – houdt de ovenruimte schoon.

Dek gerechten daarom altijd met het kunststof deksel af, als u met de mag- netronfunctie werkt.

U kunt ook speciale magnetronfolie ge- bruiken. Pas op met gewone huishoud- folie. Deze kan vervormen en een ver- binding aangaan met het gerecht.

,

Als u gesloten potten of flessen verhit, wordt in de verpakking druk opgebouwd. Het product kan daar- door ontploffen. Verhit daarom nooit gerechten of vloeistoffen in afgeslo- ten potten of flessen (zoals potjes babyvoeding). Verwijder eerst het deksel.

Verwijder bij zuigflessen eerst de dop en de speen.

Gebruikgeen deksel

– als u gepaneerde gerechten ver- warmt.

– als het gerecht een korstje moet krij- gen, bijvoorbeeld toast.

,

Het deksel mag alleen voor de verwarmingssoort "Magnetron solo"

worden gebruikt.

Het materiaal is geschikt tot een temperatuur van 110 °C.

Gebruik het deksel daarom alleen in magnetrons en dan ook alleen voor de magnetronfunctie. Bij hogere temperaturen (grill, hete lucht, etc.) kan de kunststof vervormen en smel- ten.

Het deksel mag de betreffende schaal niet helemaal afsluiten. Als de schaal een kleine diameter heeft, kan het voorkomen dat de stoom niet door de openingen aan de zij-

(31)

Laat het uitgepakte apparaat na transport ca. 2 uur bij kamertempe- ratuur staan, voordat u het in ge- bruik neemt.

In deze tijd neemt het apparaat de om- gevingstemperatuur aan. Dit is belang- rijk voor het goed functioneren van de elektronica.

,

Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in ver- pakkingsmateriaal wikkelen (bijvoor- beeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.

^ Verwijder alle verpakkingsmaterialen als u het apparaat uitpakt.

Verwijder nooit de afdekking van de opening voor de microgolven (zie af- beelding).

^ Controleer het apparaat op bescha- digingen.

Gebruik de magnetron niet als – de deur verbogen is.

– de deurscharnieren los zitten.

– er gaatjes of scheuren in de om- manteling, de deur of de binnen- wanden van het apparaat zitten.

Als de magnetron wel wordt inge- schakeld, kunnen er microgolven vrijkomen die gevaarlijk kunnen zijn voor de gebruiker.

^ Reinig de ovenruimte en de acces- soires met een sponsdoekje en warm water.

^ Plak de bijgevoegde verkorte ge- bruiksaanwijzing op het apparaat (bijvoorbeeld op de aangegeven plaats), maar sluit geen ventilatieope- ningen af.

(32)

,

U mag het apparaat alleen ge- bruiken als het is ingebouwd.

^ Druk op de draaiknop en de func- tieschakelaar, zodat deze naar buiten komen (als de schakelaars nog ver- zonken zijn).

Dagtijd instellen

^ Sluit het apparaat op de netspanning aan.

In het display verschijnt 12:00 en knippert het symbool + totdat de juiste dagtijd wordt ingesteld.

^ Stel met de afgebeelde draaiknop de dagtijd in.

^ Druk ter bevestiging op de toets OK of +.

De ingestelde tijd wordt overgeno- men.

U kunt wisselen van het 24-uurs- formaat naar het 12-uurs-formaat (zie

"Instellingen apparaat wijzigen").

Dagtijd corrigeren

^ Druk op de toets +.

In het display verschijnt gedurende enkele seconden het symbool +.

^ Corrigeer de dagtijd met de draai- knop. U kunt dit doen zolang het symbool + knippert.

^ Druk ter bevestiging op de toets OK of +, anders springt de dagtijd weer terug naar de oorspronkelijke waar- de.

Geen dagtijdweergave

De dagtijdweergave wordt uitgescha- keld als het apparaat ca. 10 minuten niet wordt gebruikt. De tijd loopt op de achtergrond door. Het display is donker.

Het apparaat is uitgeschakeld en moet met de Aan/Uit-toets K worden inge- schakeld. Daarna kunt u het apparaat weer gebruiken.

U kunt deze instelling deactiveren als u de dagtijd continu wilt laten weergeven (zie "Instellingen apparaat wijzigen").

(33)

Deur openen

Als de magnetron ingeschakeld is, wordt de bereiding onderbroken als u de deur opent.

,

Verwondingsgevaar! De deur mag met maximaal 8 kg worden be- last. Kinderen kunnen zich aan de geopende deur verwonden.

Voorkom dat kinderen op de geo- pende deur gaan staan of zitten of eraan gaan hangen.

Serviesgoed in het apparaat zetten

Plaats het serviesgoed bij voorkeur in het midden van de ovenruimte.

Draaiplateau

Met het draaiplateau wordt het gerecht gelijkmatig ontdooid en bereid.

Gebruik het apparaat alleen als het draaiplateau geplaatst is.

Het draaiplateau wordt bij elke berei- ding automatisch ingeschakeld.

Ontdooi en bereid gerechten niet op het draaiplateau zelf. Het gebruikte ser- viesgoed mag niet groter zijn dan het plateau.

Roer het gerecht regelmatig om of draai de pan of schaal, zodat het ge- recht gelijkmatig verwarmd wordt.

Deur sluiten

Als u tijdens een bereiding de deur heeft geopend, kunt u de bereiding voortzetten door op de toets "Start" te drukken.

Bereidingsproces starten

Stel met de betreffende schakelaars een magnetronvermogen en een tijd in.

^ Zet de functieschakelaar op de ge- wenste vermogensstand voor de magnetron.

In het display lichten het magnetron- symbool h en de vermogensstand op. Voor de bereidingstijd knippert de tijdwaarde 00:00.

U kunt uit 7 vermogensstanden kiezen.

Hoe groter het vermogen, des te meer microgolven bereiken het gerecht.

(34)

Kies een laag vermogen bij gerechten die u tijdens de bereiding niet kunt doorroeren of omkeren of waarvan de samenstelling heel divers is.

Alleen zo wordt de warmte gelijkmatig verdeeld. Verleng de bereidingstijd evenredig om het gewenste resultaat te bereiken.

^ Stel met de draaiknop voor de tijd de bereidingstijd in.

U kunt een waarde kiezen tussen 10 seconden en 90 minuten.

Uitzondering: Als u het hoogste magne- tronvermogen kiest, kunt u maximaal 15 minuten instellen. Als u het hoogste vermogen meermaals achter elkaar langdurig gebruikt, kan het vermogen automatisch tot 600 Watt worden ver- laagd. Dit wordt op het display aange- geven (oververhittingsbeveiliging).

De benodigde tijd hangt af van:

– De temperatuur van het voedsel.

Voedsel dat uit de koelkast komt, moet langer worden verwarmd dan voedsel op kamertemperatuur.

te en hoeft daardoor minder lang te worden verwarmd.

– De frequentie van het roeren en om- keren.

Als u het gerecht frequent doorroert en omkeert, wordt de warmte gelijk- matiger verdeeld en neemt de berei- dingstijd af.

– De hoeveelheid voedsel.

Dubbele hoeveelheid = bijna de dubbele tijd.

Kleinere hoeveelheid = een evenre- dig kortere tijd.

– De vorm en het materiaal van het serviesgoed.

^ Druk op de toets "Start" om de berei- ding te starten.

De verlichting van de ovenruimte gaat aan.

U kunt een bereiding alleen starten als de deur van het apparaat gesloten is.

Displaymelding "door"

De melding "door" (deur) herinnert u er- aan dat u het apparaat niet leeg mag starten.

Het apparaat kan beschadigd raken als het leeg wordt ingeschakeld.

Als u op de starttoets drukt, zonder dat u eerst de deur geopend heeft, ver- schijnt de meldingdoor. De elektronica

(35)

Bereidingsproces

onderbreken / voortzetten

U kunt op elk moment eenberei- ding . . .

. . .onderbreken:

^ Druk op de toets UU UU of open de oven- deur.

De tijd wordt stopgezet.

. . .voortzetten:

^ Sluit de ovendeur en druk op "Start".

De bereiding wordt voortgezet.

Instellingen wijzigen

Mocht u, nadat de bereiding is gestart, constateren dat . . .

. . . devermogensstand van de mag- netron te hoog of te laag is:

^ Kies dan een nieuwe vermogens- stand.

. . . de ingesteldetijd te kort of te lang is:

^ Onderbreek dan de bereiding (druk op de toets UU UU), stel met de draaiknop voor de tijd een nieuwe tijd in en zet de bereiding voort (druk op de toets

"Start").

Of alternatief:

^ Als u op de toets "Start" drukt, terwijl het apparaat in gebruik is, wordt de bereidingstijd verlengd. Met elke druk op de toets wordt de berei- dingstijd met 1 minuut verlengd. Bij het maximale magnetronvermogen met telkens 30 seconden.

Bereidingsproces wissen

^ Druk op de toets UU UU of open de oven- deur.

De tijd wordt stopgezet.

^ Druk op de toets #.

Na afloop van een bereidingsproces

Na afloop van een bereidingsproces hoort u een akoestisch signaal. De ver- lichting gaat uit.

Het signaal wordt meermaals herhaald.

Daarna hoort u in de eerste minuten na het einde van de bereiding regelmatig een herinneringssignaal. Deze functie kunt u uitzetten (zie "Instellingen appa- raat wijzigen").

^ Druk op de toets # als u het akoes- tische signaal eerder wilt uitzetten.

(36)

Warmhoudfunctie

De warmhoudfunctie wordt automatisch geactiveerd, als na afloop van een be- reiding (met een magnetronvermogen van minstens 450 Watt) de deur geslo- ten blijft en geen toets wordt ingedrukt.

De warmhoudfunctie wordt na ca. 2 mi- nuten ingeschakeld gedurende maxi- maal 15 minuten met een vermogen van 80 Watt.

In het display verschijnen h, 80 W en H:H.

De functie wordt beëindigd als u de deur opent, op een toets drukt of een schakelaar bedient.

U kunt de warmhoudfunctie niet apart activeren.

U kunt deze functie uitzetten (zie "In- stellingen apparaat wijzigen").

Quick-Start

(programmeerbaar)

Als u alleen op de toets Start / c drukt, wordt het apparaat op maximaal ver- mogen ingeschakeld.

U kunt uit drie geprogrammeerde tijden kiezen:

^ 30 sec.: 1 x op Start / c drukken

^ 1 min.: 2 x op Start / c drukken

^ 2 min.: 3 x op Start / c drukken Als u vier keer achter elkaar op de toets Start / c drukt, bent u weer bij de

Tijden programmeren

U kunt de geprogrammeerde tijden wij- zigen.

^ Kies met de toets Start / c de betref- fende geheugenplaats (1 x, 2 x of 3 x drukken) en houd de toets Start / c ingedrukt.

^ Verander tegelijk de tijd met de draaiknop voor de tijd (max. 15 minu- ten).

Als u de toets Start / c loslaat, wordt het gewijzigde programma uitge- voerd.

De door u geprogrammeerde tijden worden bij een stroomstoring gewist en moeten dan opnieuw worden in- gevoerd.

(37)

Vergrendeling

De vergrendeling voorkomt dat het ap- paraat kan worden bediend.

Vergrendeling inschakelen

^ Druk op de toets X.

In het display lichten 0 enP op en knippert het symbool X.

^ Draai aan de draaiknop, totdat in het displayS 0 verschijnt.

In het display lichtenS 0 en X op en knippert 0.

^ Bevestig uw keuze met OK.

In het display lichtS 0 op en knippert 0.

^ Draai aan de draaiknop, totdat in het displayS I verschijnt.

In het display lichtS I op en knippert 0.

^ Bevestig uw keuze met OK.

Na enkele seconden wisselt de weer- gave naar de dagtijd en het symbool 0.

Bijna alle functies van het apparaat zijn nu vergrendeld. Alleen de kookwekker kunt u ook bij ingeschakelde vergren- deling gebruiken (zie "Kookwekker").

De vergrendeling moet na een stroomuitval opnieuw worden inge- schakeld.

Vergrendeling uitschakelen

^ Houd de toets OK enkele seconden ingedrukt, totdat u een signaal hoort.

De vergrendeling wordt dan opgehe- ven.

Het symbool 0 verdwijnt.

(38)

Kookwekker

Voor bereidingen buiten de magnetron kunt u de kookwekkerfunctie gebruiken, bijvoorbeeld als u eieren kookt. De in- gestelde tijd loopt in seconden af.

^ Druk op de toets N.

In het display knippert 00:00 en het symbool N licht op.

^ Stel met de draaiknop voor de tijd de gewenste kookwekkertijd in.

^ Druk op de toets "Start" om de kook- wekker te starten.

Als u niet op "Start" drukt, begint de tijd na enkele seconden automatisch te lopen.

^ Na afloop van de tijd klinkt er een akoestisch signaal, de waarde 0:00 verschijnt en het symbool N knippert.

^ Druk een keer op de toets #. Het symbool N dooft en de dagtijd ver- schijnt.

Als u niet reageert, wordt het signaal nog enkele keren herhaald. Daarna loopt de tijd in seconden op. U kunt zo zien hoe lang de ingestelde kookwek- kertijd al verstreken is.

Kookwekkertijd corrigeren

^ Druk op de toets UU UU.

De kookwekkertijd wordt gestopt.

^ Corrigeer de tijd met de draaiknop.

^ Druk op Start /c om de kookwekker weer te activeren.

Kookwekker in combinatie met een bereiding

U kunt de kookwekker ook gebruiken als u al een bereiding heeft ingesteld.

De kookwekker loopt dan op de achter- grond af.

^ Druk tijdens de bereiding op de toets N.

In het display knippert 00:00 en het symbool N licht op.

^ Stel met de draaiknop voor de tijd de gewenste kookwekkertijd in.

^ Wacht enkele seconden en de inge- stelde kookwekkertijd begint te lo- pen.

Na enkele seconden wisselt het dis- play weer naar het actieve berei- dingsproces. Dat de kookwekkertijd op de achtergrond afloopt, ziet u aan het symbool N.

Druk in dit geval niet op de starttoets om de kookwekkertijd te starten, want daarmee zou u de duur van het berei- dingsproces met een minuut verlengen.

Kookwekkertijd opvragen

(39)

Alle automatische programma's zijn ge- wichtsafhankelijk.

Het gewicht van het voedingsmiddel kunt u in grammen (g) of ponden (lb) laten weergeven (zie "Instellingen ap- paraat wijzigen").

Nadat u een programma heeft geko- zen, hoeft u alleen nog maar het ge- wicht in te voeren. Het apparaat kiest vervolgens automatisch de tijd die bij dat gewicht hoort.

Houdt u rekening met de aangegeven doorwarmtijd (het aantal minuten bij ka- mertemperatuur). De warmte wordt dan gelijkmatig over het gerecht verdeeld.

Ontdooiprogramma's )

U kunt kiezen uit negen

ontdooiprogramma's voor verschillende voedingsmiddelen. De doorwarmtijd bedraagt bij Ad 5 tot 30 minuten (af- hankelijk van het gewicht) en bij de an- dere programma's ca. 10 minuten.

Ad 1 ¹ Biefstuk, kotelet (0,2 – 1,5 kg) Ad 2 % Braadvlees (0,2 – 2,0 kg) Ad 3 º Gehakt (0,2 – 1,5 kg) Ad 4 ¼ Kippenbout

(0,2 – 1,5 kg) Ad 5 ‰ Kip (0,8 – 4,0 kg) Ad 6  Visfilet (0,15 – 1,5 kg) Ad 7 $ Vis, heel (0,15 – 1,5 kg) Ad 8 ½ Taart (0,1 – 1,4 kg) Ad 9 ¾ Brood (0,1 – 1,5 kg)

Dit programma is vooral geschikt voor

haal ze na de helft van de tijd (als het signaal klinkt) los.

Kookprogramma's

Er zijn drie programma's voor diep- vriesproducten en vier programma's voor verse producten. Bij alle program- ma's is de doorwarmtijd ca. 2 minuten.

Diepvriesproducten bereiden ) 2 Ac 1 # Groente (0,05 – 2,0 kg) Ac 2 ¿ Kant-en-klaargerecht,

roerbaar (0,3 – 1,0 kg) Ac 3 … Ovenschotel, gratin

(0,2 – 1,2 kg)

Verse producten bereiden 2 Ac 4 # Groente (0,05 – 2,0 kg) Ac 5 À Aardappelen (0,1 – 1,5 kg) Ac 6 Ã Rijst (0,05 – 0,5 kg)

Ac 7 Ä Visfilet in saus (0,4 – 2,0 kg)

(40)

^ Zet de functieschakelaar op c.

In het display verschijnen de symbo- len voor het eerste automatische pro- gramma dat u kunt kiezen. Het sym- bool voor het magnetronvermogen h en de aanduidingAd: I lichten op.

Het ontdooisymbool ) knippert.

^ Kies met de draaiknop het gewenste automatische programma, bijvoor- beeld het programmaAd 5 voor het ontdooien van kip ‰.

^ Druk op OK.

In het display knippert "g" of "lb". Hier- mee wordt u verzocht een gewicht in te voeren. In het display branden de sym-

^ Stel met de draaiknop het gewicht in.

^ Druk op OK.

De tijd die bij het gewicht hoort, ver- schijnt in het display. Het startsymbool knippert.

^ Druk op de toets "Start".

De tijd loopt af en de symbolen h en ) en/of 2 branden.

Na de helft van de bereidingstijd hoort u een akoestisch signaal.

^ Onderbreek het programma om het gerecht (indien mogelijk) te keren of door te roeren. Zet het programma daarna voort.

U kunt eventueel de geprogrammeerde tijden tijdens de bereiding met enkele minuten verlengen. Druk daartoe zo vaak op de starttoets totdat de ge- wenste tijd in het display verschijnt. U kunt alle programma's met slechts en- kele minuten verlengen.

Na afloop van het bereidingsproces hoort u een akoestisch signaal en dooft de verlichting.

(41)

Popcorn Æ

Met dit automatische programma kunt u magnetron-popcorn bereiden.

Magnetron-popcorn wordt in diverse verpakkingsformaten aangeboden. Dit programma is afgestemd op een ver- pakking van ca. 100 g. Voor andere hoeveelheden kunt u de voorgepro- grammeerde tijd binnen bepaalde grenzen wijzigen (zie "Instellingen ap- paraat wijzigen").

De tijd van een lopend programma kunt u niet wijzigen.

Het programma is niet geschikt voor het bereiden van popcornmaïs of maïskorrels.

Bereid alleen popcorn die als magnetron-popcorn wordt verkocht.

^ Leg het zakje met popcorn volgens de aanwijzingen op de verpakking op het draaiplateau.

Het zakje moet onbelemmerd kun- nen uitzetten. Als het zakje de bin- nenwand raakt of blijft steken, kan er ongewenste warmteophoping plaatsvinden.

^ Druk op Æ.

Na korte tijd start het programma. Het start meteen als u op de toets "Start"

drukt.

Al gauw hoort u de eerste maïskorrels ploffen.

^ Stop het programma voor het einde als de plofgeluiden minder worden.

Houdt u zich aan de aanwijzingen op de verpakking.

Het zakje wordt heet.

Wees voorzichtig als u het uit het apparaat haalt.

(42)

Hier volgen enkele recepten voor de automatische programma's voor het bereiden van verse producten 2. U kunt deze recepten aanvullen en ermee variëren.

Het is belangrijk dat u bij de pro- gramma's de aangegeven maximumgewichten niet over- schrijdt, anders worden de ge- rechten niet gaar.

Ac 4 # Groente

Doe de voorbereide groente in een schaal. Voeg afhankelijk van de vers- heid en het vochtgehalte 3 – 4 eetlepels water en wat zout of andere kruiden toe. Voer het gewicht (inclusief het wa- ter) in en bereid de groente in de afge- dekte schaal. Na ongeveer de helft van de bereidingstijd hoort u een signaal.

Draai het product dan om of roer het door.

Voer bij het bereiden van groente in saus het gewicht inclusief de saus in.

Overschrijd het maximumgewicht niet.

Wortels in kervelroom (2 porties)

Bereidingstijd: 25 – 35 minuten 350 g wortels, gereinigd 5 g boter

50 ml groentebouillon (instant) 75 g crème fraîche

1 eetlepel witte wijn zout, peper

1 schepje suiker

½ theelepel mosterd

1-2 eetlepels kervel, vers, gehakt of 1 eetlepel kervel, gedroogd en gema- len

ca. 1 eetlepel sauzenbinder

Snijd de wortels in stiften (dikte ca. 3 – 4 mm) of in schijfjes (3 – 4 mm).

Meng de boter, de bouillon, de crème fraîche en alle andere ingrediënten.

Doe het geheel met de wortels in een schaal.

Bereid de groente afgedekt. Roer de groente om als het akoestische signaal klinkt.

Instelling: vers product Ac 4 1 Gewicht: 525 g

Niveau: draaiplateau

(43)

Ac 5 À Aardappelen

Met dit programma kunt u geschilde aardappelen, aardappelen in schil en bouillonaardappelen bereiden. Voer het gewicht van de aardappelen en het vocht in.

Doe geschilde aardappelen druipnat in een schaal. Doe er zout bij en bereid de aardappelen afgedekt.

Voeg bij aardappelen in de schil per aardappel ca. 1 eetlepel water toe. Prik de schil van de aardappelen met een vork in en bereid ze afgedekt.

Goudgele aardappelen (3 porties)

Bereidingstijd: 25 – 35 minuten 500 g geschilde aardappelen 1 ui, fijn gehakt

10 g boter

1 – 2 eetlepels kerriepoeder 250 ml groentebouillon (instant) 50 ml room

125 g erwten (diepvries) zout, peper

Snijd de aardappelen in grove blokjes (ca. 3 x 3 cm) of gebruik kleine aardappeltjes.

Doe alle ingrediënten in een voldoende grote schaal en meng het geheel.

Bereid de aardappelen afgedekt. Roer de aardappelen om als het akoestische signaal klinkt en laat het product verder koken.

Instelling: vers product Ac 5 À Gewicht: 1000 g

Niveau: draaiplateau

Ac 6 Ã Rijst

Met dit programma kunt u rijst in de magnetron bereiden. Voer het gewicht van de droge rijst in.

Giet kokend water over de droge rijst. 1 deel rijst op 2 delen water.

Bereid de rijst onafgedekt.

(44)

Ac 7 Ä Visfilet in saus

Vis in kerrie (4 porties)

Bereidingstijd: 35 – 45 minuten 300 g ananas (in stukjes) 1 rode paprika

1 kleine banaan

500 g goud- of roodbaarsfilet 3 eetlepels citroensap 30 g boter

100 ml witte wijn 100 ml ananassap zout, suiker, chilipoeder 2 eetlepels lichte sauzenbinder

Snijd de visfilet in blokjes. Doe de blok- jes in een schaal en besprenkel de vis met citroensap.

Snijd de paprika in vier stukken. Verwij- der de ribben en de pitten en snijd de paprika in reepjes. Schil de banaan en snijd deze in plakjes. Doe de banaan, de paprika en de ananas bij de vis en meng het geheel. Voeg de boter toe.

Meng de wijn, het sap, de kruiden en de sauzenbinder en doe het mengel bij de vis in de schaal. Meng het geheel goed en bereid het gerecht afgedekt.

Instelling: vers product Ac 7 Ä Gewicht: 1200 g

Niveau: draaiplateau

(45)

U kunt ook een eigen programma op- slaan. U kunt deze geheugenplaats voor een gerecht gebruiken dat u vaker bereidt. Het programma mag uit 1 tot 3 stappen bestaan (bijvoorbeeld één mi- nuut 600 Watt, dan twee minuten 450 Watt en ten slotte drie minuten 150 Watt).

Programmering

(bijvoorbeeld een programma met 3 stappen)

^ Zet eerst de functieschakelaar op de 12-uur-stand.

^ Druk op M.

In het display knippert een 1.

^ Kies de ovenfunctie en de duur van de eerste stap.

^ Druk op OK.

^ Stel nu de tweede ovenfunctie en de duur in.

^ Bevestig met OK.

^ Stel nu de derde ovenfunctie en de duur in. Druk op OK.

^ Om de programmering te beëin- digen, zet u de functieschakelaar op de 12-uur-stand.

Vervolgens kunt u met de draaiknop door de ingevoerde waarden bladeren en deze controleren.

^ Start het programma om de inge- voerde waarden op te slaan. Laat het hele programma alleen afwerken als zich het gerecht in de ovenruimte be- vindt.

Schakel het apparaat meteen na de start weer uit als zich geen gerecht in de ovenruimte bevindt. Druk daar- toe op de toets UU UU. Het apparaat kan anders beschadigd raken.

(46)

Bij programma's die uit 1 of 2 stappen bestaan, gaat u te werk zoals hiervoor is beschreven. U sluit de programme- ring af door de functieschakelaar op de 12-uur-stand te zetten en het program- ma vervolgens te starten.

Eigen programma oproepen

^ Zet de functieschakelaar op de 12- uur-stand.

^ Druk op M.

^ Draai aan de draaiknop om de afzon- derlijke programmastappen te bekij- ken.

^ Druk op de toets "Start".

Het programma is na een stroomsto- ring gewist en moet opnieuw worden ingevoerd.

Waarden corrigeren

Overschrijf het opgeslagen programma door een nieuwe programma in te voe- ren.

^ Zet de functieschakelaar op de 12- uur-stand.

^ Druk op M.

In het display verschijnt de eerste programmastap.

^ Druk op OK om de eerste stap te wij- zigen.

In het display knippert het cijfer 1.

(47)

U kunt voor bepaalde instellingen van het apparaat een alternatief kiezen.

Welke instellingen u kunt wijzigen, ziet u in de volgende tabel.

De standaardinstellingen zijn met een sterretje* gemarkeerd.

Als u een standaardinstelling wilt wij- zigen, gaat u als volgt te werk:

^ Druk op X.

In het display knippert X.P en 0 lichten op.

^ Druk op OK.

In het display verschijntP I.

^ Kies met de draaiknop voor de tijd de te wijzigen instelling (P I tot P 11 en P 0). Draai zo lang totdat de betref- fende instelling in het display ver- schijnt.

^ Druk vervolgens op OK om de instel- ling op te roepen.

^ Draai aan de draaiknop voor de tijd als u de status wilt wijzigen (zie ta- bel). Bevestig uw keuze met een druk op de OK-toets. (Houd de OK-toets bijP 8 en P 0 ca. 4 seconden inge- drukt.)

De wijziging van de instelling wordt op- geslagen. In het display verschijnt weer de letterP en het cijfer van de instelling.

Op dezelfde manier kunt u eventueel nog meer instellingen wijzigen.

Als u een instelling niet wijzigt en naar een andere instelling wilt wisselen, drukt u op #.

^ Als u geen instellingen meer wilt wij- zigen, drukt u op X.

Deze gewijzigde instellingen blijven ook na een stroomstoring behouden.

Als u bij het invoeren te lang wacht, verschijnt de dagtijd weer in het dis- play. U moet de instellingen dan op- nieuw uitvoeren.

(48)

Instelling Instelmogelijkheden (* fabrieksinstelling) P I Dagtijdweergave S 0 *

S I

De dagtijdweergave verdwijnt en loopt op de achtergrond door, als u het apparaat enige tijd niet gebruikt. Het apparaat is dan uitge- schakeld en moet voor gebruik eerst worden ingeschakeld.

De dagtijdweergave is ingeschakeld en blijft zichtbaar. Het apparaat is klaar voor gebruik.

P 2 Volume akoestisch signaal

S 0 S I tot S 7 *

De akoestische signalen zijn uitgeschakeld.

De akoestische signalen zijn ingeschakeld. U kunt het volume wijzigen. Als u een status wijzigt, hoort u meteen het bijbehorende sig- naal.

P 3 Toetssignaal S 0 S I *

De toetssignalen zijn uitgeschakeld.

De toetssignalen zijn ingeschakeld.

P 4 Dagtijd 24 h *

12 h

De 24-uurs-weergave is ingeschakeld.

De 12-uurs-weergave is ingeschakeld.

P 5 Herinnerings- signaal

S 0 S I *

Het herinneringssignaal is uitgeschakeld.

U hoort het herinneringssignaal om de 5 mi- nuten (gedurende de eerste minuten na af- loop van een programma).

P 6 Gewichtseenheid S I * S 2

Het gewicht van het voedingsmiddel wordt in grammen (g) weergegeven.

Het gewicht van het voedingsmiddel wordt in ponden (lb) weergegeven.

P 7 Lichtsterkte dis- play

S I tot S 7, S 4 *

U kunt uit verschillende standen voor de lichtsterkte kiezen. Als u een status kiest, ziet u meteen de bijbehorende lichtsterkte.

P 8 Demo-functie (voor de vakhan- del)

S 0 * S I

De demo-functie is niet actief.

De demo-functie is actief. Als men op een toets drukt of een schakelaar bedient, ver- schijnt in het displayMES_. Het apparaat kan

(49)

P I0 Displaymelding

"door"

S 0 S I *

De melding "door" verschijnt niet.

De melding "door" (deur) verschijnt als de deur gedurende ca. 20 minuten niet geo- pend is. De startfunctie is dan geblokkeerd.

P II Popcorn 03:10

03:20 03:30 03:40 *

04:20

U kunt de maximale tijd voor dit programma binnen de aangegeven grenzen wijzigen.

P 0 Fabrieksinstel- lingen

S O S I *

De fabrieksinstellingen zijn gewijzigd.

De fabrieksinstellingen worden weer hersteld of zijn niet gewijzigd.

(50)

Kies om voedingsmiddelen te verwar- men het volgende vermogen:

Dranken . . . 900 Watt Gerechten . . . 600 Watt Baby- en kindervoeding . . . 450 Watt

,

Baby- en kindervoeding mogen niet te heet zijn. Verwarm deze pro- ducten daarom slechts1/2tot 1 mi- nuut op 450 Watt.

Tips voor het verwarmen

Verwarm gerechten afgedekt. Alleen gepaneerde gerechten moet u niet af- dekken.

,

Maak gesloten potjes altijd open.

Bij potjes kindervoeding moet u van tevoren het deksel verwijderen.

Zuigflessen mogen alleen zonder dop en speen worden verwarmd.

Plaats het bijgevoegde kookstaafje in het glas of de beker als u vloei- stoffen verwarmt!

Verwarm hardgekookte eieren nooit in de magnetron, ook niet zonder ei- erschaal. De eieren kunnen explo- deren.

De tijd die nodig is voor het verwarmen, is afhankelijk van de kwaliteit en de hoeveelheid van het product en de temperatuur ervan op het moment dat u

Zorg dat voedsel altijd voldoende wordt verwarmd.

Als u twijfelt of het gerecht warm ge- noeg is, stel dan opnieuw een tijd in.

De gerechten moet u tijdens het ver- warmen af en toe omscheppen of keren. Omdat de buitenkant het eerst warm wordt, is het raadzaam de buiten- ste lagen naar het midden toe te roe- ren.

Na het verwarmen

Wees voorzichtig als u het gerecht uit het apparaat haalt! Het servies- goed kan heet zijn.

Het serviesgoed wordt niet door de mi- crogolven warm (met uitzondering van vuurvast aardewerk), maar door de warmte die het gerecht afgeeft.

Laat het gerecht nadat het is verwarmd een paar minuten bij kamertemperatuur staan. De warmte wordt dan gelijkma- tiger verdeeld.

,

Vergeet niet gerechten om te scheppen of te schudden, nadat u ze heeft verwarmd, vooral baby- en kindervoeding. Controleer of deze niet te heet zijn!

(51)

Doe het gerecht in een schaal die ge- schikt is voor de magnetron en kook het afgedekt.

Stel voor het aankoken een vermogen in van 900 Watt en voor het doorkoken een vermogen van 450 Watt.

Stel voor hetkoken van pap en derge- lijke eerst 900 Watt in en vervolgens 150 Watt.

Let op het volgende

De bereidingstijd van groente is afhan- kelijk van de versheid. Verse groente bevat meer water en is daardoor sneller gaar. Is de groente niet meer helemaal vers, voeg dan vóór de bereiding een beetje water toe.

Voor gerechten uit de koelkast geldt een langere bereidingstijd dan voor ge- rechten op kamertemperatuur.

Roer het gerecht tijdens de bereiding door of keer het om. De warmteverde- ling is dan gelijkmatiger.

Zorg dat bederfelijke etenswaren (zoals vis) voldoende gaar worden.

Houdt u zich bij dergelijk voedsel al- tijd aan de aangegeven bereidings- tijden.

Bij voedingsmiddelen waarvan de schil of het vel hard is (tomaten, aubergines, worstjes, etc.), moet u eerst een paar gaatjes of inkepingen in de schil of het vel maken, voordat u de voedingsmid- delen in de magnetron verwarmt. Zo kan de vrijkomende waterdamp ont- snappen en voorkomt u dat de voe- dingsmiddelen ontploffen.

Eieren kunt u uitsluitend in speciaal serviesgoed in de magnetron koken.

Eieren kunnen uiteenspatten, ook nadat u ze uit het apparaat heeft ge- haald!

Eieren zonder schaal mag u in de mag- netron bereiden als u eerst een paar gaatjes in de dooier prikt. Als u dit niet doet, kan het eigeel er na het koken on- der hoge druk uit spuiten.

Na het koken

Wees voorzichtig als u het gerecht uit het apparaat haalt! Het servies- goed kan heet zijn.

Het serviesgoed wordt niet door de mi- crogolven warm (met uitzondering van vuurvast aardewerk), maar door de warmte die het gerecht afgeeft.

Laat het gerecht na de bereiding een paar minuten bij kamertemperatuur staan (doorwarmtijd). De warmte wordt dan gelijkmatiger verdeeld.

(52)

Vries (deels) ontdooide producten niet weer in. Gebruik de producten zo spoedig mogelijk, omdat ze an- ders veel voedingswaarde verliezen en bederven. Als u de producten kookt of braadt, kunt u ze wel weer invriezen.

Ontdooien

Kies om voedingsmiddelen te ontdooi- en het volgende magnetronvermogen:

– 80 W

voor het ontdooien van zeer kwets- bare levensmiddelen, zoals room, boter, slagroom- en crèmetaarten.

– 150 W

voor het ontdooien van andere voe- dingsmiddelen.

Haal het diepvriesproduct uit de ver- pakking en doe het in een schaal die geschikt is voor de magnetron. Laat het onafgedekt ontdooien. Roer of draai het gerecht halverwege de tijd om of snijd het in stukken.

Laat diepgevroren vlees op een omge- keerd bord in een glazen of porseleinen schaal ontdooien. Op deze manier kan het vocht weglopen. Keer het vlees hal- verwege de tijd om.

Let bij het ontdooien van gevogelte extra op de hygiëne. Gebruik het vocht dat bij het ontdooien vrijkomt niet. De kans op bacteriën is groot

laag zo zacht is geworden dat de krui- den goed worden opgenomen.

Ontdooien en bereiden

Diepgevroren voedingsmiddelen kunt u ontdooien en aansluitend meteen berei- den.

Stel eerst een vermogen in van

900 Watt en daarna van 450 Watt. De in te stellen tijden zijn afhankelijk van di- verse factoren (zie het hoofdstuk "Be- diening").

Haal het gerecht uit de verpakking en doe het in een magnetronbestendige schaal. Laat het gerecht afgedekt ont- dooien. Bereid het ook afgedekt (met uitzondering van gehakt).

Roer gerechten die veel vocht bevat- ten, zoals soep en groenten, tussen- door regelmatig om. Draai stukken vlees halverwege de tijd om en haal de stukken los. Draai ook vis halverwege de tijd om.

Na het ontdooien en bereiden Laat het gerecht een paar minuten op kamertemperatuur staan, zodat de tem- peratuur zich gelijkmatig over het ge- recht kan verdelen.

(53)

Met de magnetron kunt u kleine hoe- veelheden fruit, groente of vlees in weckpotten inmaken. Bereid de weck- potten voor zoals u dat gewend bent.

De potten mogen tot maximaal 2 cm onder de rand worden gevuld.

Sluit de weckpotten alleen af met geschikt doorzichtig plakband of met klemmen die geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.

Gebruik nooit metalen klemmen of schroefdeksels!

Gebruik nooit conservenblikken.

Deze kunnen door overdruk uiteen- spatten en het apparaat bescha- digen.

U kunt maximaal vier potten van een1/2 liter tegelijk inmaken. Zet de potten op het draaiplateau.

Breng de inhoud van de potten aan de kook met een vermogen van 900 Watt.

De benodigde tijd is afhankelijk van:

– de begintemperatuur van de inhoud van de potten.

De tijdsduur totdat de inhoud van de potten gaat borrelen (gelijkmatig opstij- gen van luchtbelletjes) is bij

1 pot. . . ca. 3 minuten 2 potten . . . ca. 6 minuten 3 potten . . . ca. 9 minuten 4 potten . . . ca. 12 minuten Bij fruit en komkommers zijn deze tijden voldoende voor het inmaken.

Verlaag bij groenten het vermogen hier- na tot 450 Watt en kook

- wortels ca. 15 minuten na, - erwten ca. 25 minuten.

Na het inmaken

Haal de potten uit het apparaat, leg er een doek overheen en laat ze ca. 24 uur op een tochtvrije plaats staan.

Verwijder de klemmen of het plakband en controleer of alle potten goed dicht zitten.

(54)

Voedingsmiddel Hoeveelheid/

aantal

Magne- tronver- mogen

(Watt)

Tijd (min.)

Opmerkingen

Boter/margarine smelten

100 g 450 1:00 – 1:10 onafgedekt smelten

Chocolade smel- ten

100 g 450 3:00 – 3:30 onafgedekt smelten, tussendoor omroeren Gelatine oplossen 1 pakje +

5 eetl. water

450 0:10 – 0:30 onafgedekt oplossen, tussendoor omroeren Glazuur bereiden 1 pakje +

250 ml vocht

450 4 – 5 onafgedekt verhitten, tussendoor omroeren

Gistdeeg voordeeg van

100 g meel

80 3 – 5 afgedekt laten rijzen

Negerzoen vergroten

20 g 600 0:10 – 0:20 onafgedekt op een bord

Slasauzen aromatiseren

125 ml 150 1 – 2 onafgedekt, heel licht verwarmen

Citrusvruchten op temperatuur bren- gen

150 g 150 1 – 2 onafgedekt op een bord

Ontbijtspek bakken

100 g 900 2 – 2:30 onafgedekt op keukenpapier

IJs schepklaar maken

500 g 150 1 – 3 onafgedekt in het apparaat zet- ten

Tomaten pellen 3 stuks 450 6 – 7 bij het kroontje kruisvormige in- kepingen maken, afgedekt in weinig water verhitten, huid ver- wijderen. Pas op! Tomaten kun- nen heel heet worden!

Aardbeien- confiture bereiden

300 g aardbeien, 300 g geleisuiker

900 7 – 9 vruchten en suiker mengen, afgedekt in hoge schaal bereiden

Alle getallen in de tabel zijn slechts algemene richtlijnen.

(55)

Geteste gerechten volgens EN 60705

Magnetron- vermogen

(Watt)

Tijd (in min.) / gewicht

Door- warm- tijd*

(in min.)

Opmerking

Frambozen ontdooi- en,

250 g

150 7 3 onafgedekt ontdooien

Rundergehakt ont- dooien,

500 g

300 150

3 6:30

10 onafgedekt ontdooien, halverwege keren

Gehakt bereiden, 900 g

600 450

4 17

5 schaal: Pyrex 03.838.80, 28 cm lang, onafgedekt Biscuit bereiden,

475 g

600 7 – 7:30 5 schaal: Pyrex 03.827.80, onafgedekt

Eiercrème bereiden, 1000 g

300 39 120 schaal: Pyrex 07.227.8

(25 x 25 cm)

* De tijd waarin de temperatuur zich gelijkmatig over het gerecht verdeelt.

(56)

Reinig het apparaat alleen als de spanning van het apparaat is ge- haald (trek bijvoorbeeld de stekker uit de contactdoos).

Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger.

De stoom kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en kortsluiting veroorzaken.

Ovenruimte, binnenkant deur

,

De ovenruimte is na gebruik heet. U kunt zich branden!

Reinig de ovenruimte pas als deze voldoende is afgekoeld. Hoe langer u wacht, des te moeilijker is de ovenruimte schoon te krijgen. In ex- treme gevallen is het zelfs onmoge- lijk.

Door ernstige verontreinigingen kan het apparaat beschadigd raken en kunnen er gevaarlijke situaties ont- staan. Brandgevaar!

Neem de ovenruimte en de binnenkant van de deur af met een mild reinigings- middel of met een beetje afwasmiddel in water. Wrijf alles daarna met een zachte doek droog.

Bij verontreinigingen kunt u ook een glas water 2 tot 3 minuten in het appa- raat verhitten, totdat het water kookt. De damp slaat dan op de wanden neer en

Verwijder nooit de afdekking van de opening voor de microgolven (zie af- beelding).

Er mogen geen water en geen voor- werpen in de ventilatie-openingen terechtkomen.

Neem de ovenruimte niet met een te natte doek af, anders kan er water in de openingen komen.

Gebruik geen schuurmiddelen, want daardoor kunnen krassen ontstaan.

Geurtjes kunt u neutraliseren door een kopje water met citroensap een paar minuten in de magnetron te laten ko- ken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De automatische programma's zijn alleen geschikt voor het braden en bakken in open vormen, met uitzondering van gegratineerde ham.. Gebruik alleen vormen met een goed

Wanneer u uw oude toestel bij het ge- wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge- zondheid en het milieu.. Doe

Van dit apparaat kunnen gevaren uitgaan als het ondeskundig of niet volgens het bedoeld gebruik wordt gebruikt door niet geïnstrueerde personen1. Zorg dat wordt voldaan aan

• De installatie en aansluiting van dit apparaat op een gastoevoer of elektrische voeding moet worden uitgevoerd door een erkende monteur, in overeenstemming met de

Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de magnetron.. Dan worden de gerechten verwarmd en raakt het apparaat

Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge- zondheid en het milieu..

Wordt het netsnoer van dit apparaat beschadigd, moet deze door de fabrikant of de klantendienst hiervan of door een vergelijkbaar gekwalificeerde persoon worden vervangen, zodat

• Gebruik geen accessoires, die niet speciaal door de fabrikant voor dit elektrisch gereedschap zijn bedoeld en aanbevolen.. Ondanks dat u de accessoires aan uw elektrisch