Inventaris van het archief van het Nationaal Milieubeleidsplan, 1986-1989
P. Sierdsma
Nationaal Archief, Den Haag 1996
This finding aid is written in Dutch.
I N H O U D S O P G A V E
Beschrijving van het archief...5
Aanwijzingen voor de gebruiker...6
Openbaarheidsbeperkingen... 6
Beperkingen aan het gebruik... 6
Materiële beperkingen... 6
Aanvraaginstructie... 6
Citeerinstructie... 6
Archiefvorming...7
Geschiedenis van de archiefvormer... 7
Planning... 7
Projectorganisatie... 7
Samenstelling Stuurgroep (1989)... 8
Samenstelling Projectgroep (1987-april 1988)...9
Samenstelling Projectgroep (april 1988 - mei 1989)...9
Planontwikkeling... 9
Koerswijziging... 10
Onderbouwing van het plan... 11
Realisatie van het plan... 11
Geschiedenis van het archiefbeheer... 12
De verwerving van het archief... 12
De verwerving van het archief... 12
Inhoud en structuur van het archief...13
Selectie en vernietiging... 13
Verantwoording van de bewerking... 14
Verwant materiaal...16
Beschikbaarheid van kopieën... 16
Publicaties... 16
Geraadpleegde literatuur... 16
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen...17
1 Overleg binnen de projectorganisatie... 17
2 Departementaal overleg... 19
3 Overleg met doelgroepen... 20
4 Interdepartementaal overleg... 21
5 Politiek overleg... 22
6 Onderzoek... 23
7 Financiering... 24
8 Ontwikkeling van de tekst... 25
9 Voorlichting en presentatie... 26
10 Adviezen en commentaren... 27
Bijlagen...29
Lijst van afkortingen... 29
Beschrijving van het archief
B E S C H R I J V I N G V A N H E T A R C H I E F
Naam archiefblok:
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer: Nationaal Milieubeleidsplan
Archiefbloknummer:
V7
Omvang:
121 inventarisnummer(s); 1,50 meter Taal van het archiefmateriaal:
Het merendeel der stukken is in het Nederlands Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.
Archiefbewaarplaats:
Nationaal Archief, Den Haag Archiefvormers:
Nationaal Milieubeleidsplan
Samenvatting van de inhoud van het archief:
Het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP) is een lange termijn milieuplan dat wordt gedragen door meerdere ministeries en afgestemd met alle betrokken maatschappelijke sectoren.
Het archief bevat stukken betreffende (inter-)departementaal overleg en overleg met doelgroepen. Verder stukken betreffende de financiering van het project, voorlichting en presentatie, onderzoek, adviezen en commentaren.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
MATERIËLE BEPERKINGEN
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
AANVRAAGINSTRUCTIE
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
1. Creëer een account of log in .
2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer: Nationaal Milieubeleidsplan, nummer toegang 2.17.10, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, VROM / Nationaal Milieubeleidsplan, 2.17.10, inv.nr. ...
Archiefvorming
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER
Het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP) is het eerste lange termijn milieuplan gedragen door meerdere ministeries, afgestemd met alle betrokken maatschappelijke sectoren. In het buitenland trekt dit novum de aandacht. Het plan speelt in de Nederlandse politieke verhoudingen van 1989 een belangrijke rol. In de milieupolitiek betekent het NMP een waterscheiding met de
voorafgaande periode. Maar het plan is niet opeens ontstaan. Deze vorm van beleidsplanning had een voorgeschiedenis.
Planning
PLANNING
Het belang van een gecoördineerd milieubeleid wordt in de loop van de jaren tachtig steeds duidelijker. Staatssecretaris mevrouw Lambers-Hacquebard werkt in de periode 1981-1982 aan een Project Integra-tieplan Milieubeleid (PIM). Het wettelijk kader voor de beleidsintegratie levert minister Winsemius met de nota "Meer dan de som der delen" (1984). Deze nota stelt voor het beleid zowel horizontaal, tussen de ministeries, als verticaal, tussen landelijke en provinciale overheden, af te stemmen.
De uitvoering valt binnen het kader van de nieuwe Wet Algemene Bepalingen Milieuhygiëne (WABM). Het milieubeleidsplan is een concrete planning om de vijf jaar en het schetst de te verwachten ontwikkelingen en bereiken resultaten voor een periode van tien jaar. De jaarlijkse uitvoeringsprogramma's bestrijken vijf jaar. Deze uitvoeringsprogramma's leggen de totaalaanpak vast, waarin alle terreinen van het milieubeleid geïntegreerd zijn.
Het eerste milieuprogramma over 1985-1989 vat de milieuprogramma's van de verschillende VROM-directies samen. Het uitvoeringsprogramma van 1986 krijgt vorm door samenwerking met de ministeries van Landbouw Natuurbeheer en Visserij en van Verkeer en Waterstaat. De aanpak maakt onderscheid tussen doelstellingen en uitvoeringsmaatregelen. Het milieubeleid wordt samengevat in een vijftal thema's. Dit zijn vermesting, verzuring, verspreiding (van gevaarlijke stoffen), verwijdering (o.a. bodem-sanering) en verstoring (geluidsoverlast e.d.). Belangrijke doelgroepen zijn landbouw, verkeer, de raffinaderijen en elektriciteitsbedrijven.
Projectorganisatie
PROJECTORGANISATIE
De Stuurgroep Nationaal Milieubeleidsplan (NMP) stelt in april 1987 de opdracht vast voor de Project-groep. In de Stuurgroep zijn de deelnemende ministeries vertegenwoordigd, te weten VROM, voor deze het Directoraat-Generaal Milieubeheer en Economische Zaken, Financiën, Verkeer en Waterstaat, Landbouw Natuurbeheer & Visserij plus Algemene Zaken. Het is de taak van de Stuurgroep de organi-satorische en financiële voorwaarden voor het project te creëren.
Verder overlegt de groep regelmatig met de projectleider. Bij de Stuurgroep ligt de ambtelijke eindverantwoording.
De Projectgroep bestaat uit het Management Team NMP, aangevuld met groepsleiders verantwoordelijk voor een bepaald milieuthema. In het Management Team NMP zitten drie topambtenaren van het
Directoraat-Generaal Milieubeheer en een vertegenwoordiger van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer & Visserij als ook van Rijkswaterstaat. De leden van het Management Team zorgen voor het overleg met de andere ministeries en de doelgroepen. De projectleider heeft tot taak beslissingen te nemen over de aanpak van het project, als geheel en op onderdelen.
Onder de projectgroep ressorteren een aantal werkgroepen en deelprojectgroepen, die een bepaald onderwerp uitwerken. De redactionele verwerking van de planvoorstellen gebeurt door een schrijfgroep. In 1988 gaat een Taakgroep Strategie, later alleen Taakgroep genoemd, zich bezig houden met de structuur van het plan. De Taakgroep formuleert duurzame ontwikkeling als leidraad. Een Steungroep richt zich op de consistente lijn naar inhoud en procedure.
Van niet alle gestarte werkgroepen klinkt het resultaat volledig in het milieubeleidsplan door, omdat binnen de projectgroep de gedachten veranderen. Dit is het geval met de Werkgroep Risicomanagement, die de risico's van veiligheid en gezondheid in kaart brengt en tevens de kosten en prioriteiten hiermee verbonden. De Werkgroep Instrumentarium, die de mogelijkheden van heffingen en regelingen onderzoekt, zet na een wisseling van de leiding haar activiteiten voort onder de afdeling Bestuurszaken van het Directoraat-Generaal Milieubeheer.
In de eindfase van het NMP worden aparte stuur- en projectgroepen gevormd met het doel de behandeling van het plan na de kabinetsformatie van 1990 voor te bereiden. Een andere taak is de voorlichting over het milieubeleidsplan.
De wat vlottende projectorganisatie heeft daardoor een niet erg strakke omlijning. De bestaande organisatieschema's zijn niet alomvattend. Twee werkgroepen verdwijnen uit het beeld, omdat een andere koers wordt ingeslagen, namelijk de Klankbord-Filosofiegroep en de Werkgroep Gesignaleerde Milieuvraagstukken.
De projectorganisatie wordt tegen maart 1988 gewijzigd. Rond het tijdstip van beraad met de andere departementen ontstaan binnen de Taakgroep twijfels over het functioneren van de projectorganisatie. Het Management Team is meer gericht op de organisatie en heeft te weinig greep op de inhoud van het plan. Dit is niet wenselijk in het overleg met de ministeries en de doelgroepen. De manier van werken is te eenzijdig op het proces van voortgang gericht. Het ontbreekt aan structuur (inv.no. 7). Drs. P.E. de Jongh treedt nu als projectleider op. Hij maakt sinds oktober 1987 deel uit van de projectorganisatie.
De Projectgroep wijzigt in samenstelling en omvang van negen naar vijf personen. De deelnemers behoren nu alle tot het Directoraat-Generaal Milieubeheer, in tegenstelling tot de overige
deelprojectgroepen, waaraan de overige betrokken ministeries deelnemen. De organisatie, het ministerie, waarin de projectgroep gebed is, moet goed functioneren. Uit een intern onderzoek blijkt, dat de medewerkers van de milieuafdelingen het Directoraat-Generaal Milieubeheer te weinig geïntegreerd vinden (inv.nr. 63). Er is van verkokering sprake, ondanks het enthousiasme en de creativiteit, die het ministerie volgens velen kenmerken.
De projectleiding stelt vast, dat de jaarlijkse milieuprogramma's, de Indicatieve
Milieuprogramma's (IMP), onvoldoende praktijkgericht zijn. Een echt draagvlak voor het beleid ontbreekt. Het Nationaal Milieubeleidsplan moet een meer integrerende en verbredende rol spelen. De projectopdracht stelt nadrukkelijk dat de resultaten van het project niet alleen uit
"zichtbare" producten bestaan, zoals het NMP document, maar ook uit "onzichtbare" producten, zoals het gemeenschappelijk referentiekader en de versterking van het strategisch denken binnen de lijnorganisaties (inv. nr. 1).
Samenstelling Stuurgroep (1989)
SAMENSTELLING STUURGROEP (1989)
De samenstelling van de Stuurgroep wijzigde in het verloop van 1988 en 1989. Zie hiervoor inv. no.
1.
ir. M.E.E. Enthoven VROM
drs. P.E. de Jongh VROM
ir. P.P.M. Nouwen VROM
mr. J.W. Weck Economische Zaken
ir. G. Blom Verkeer & Waterstaat
mr. J.P. van Zutphen Landbouw & Visserij
drs. G.H.O. van Maanen Financiën
mr. G.I.P.M. Wuisman Algemene Zaken
Samenstelling Projectgroep (1987-april 1988)
SAMENSTELLING PROJECTGROEP (1987-APRIL 1988)
Zie voor de samenstelling van de andere werkgroepen inv.no.1.
Management Team NMP
Dhr. A.S.H. Breure DGM-NMP
Mw. M. Burggraaff DGM-NMP
Dhr. M. Janssens DGM-NMP
Dhr. A. Portasse Landbouw en Visserij
Dhr. K. Wieriks Rijkswaterstaat
Trekkers Deelprojecten
Dhr. G. Biezeveld Werkgroep instrumentarium
Dhr. W. Kakebeeke Werkgroep internationaal
Dhr. J. v.d. Vaart Werkgroep lange termijnplanning
Dhr. J. Karres Werkgroep gebieden
Samenstelling Projectgroep (april 1988 - mei 1989)
SAMENSTELLING PROJECTGROEP (APRIL 1988 - MEI 1989)
Drs. P.E. de Jongh Projectleider, eindredactie, onderhandelingen
Mw. Drs. M. Burggraaff Thema's
Planontwikkeling
PLANONTWIKKELING
Het project verloopt in vijf fases namelijk, de plandefinitie, de uitwerking, realisatie, overleg en de nazorg. De definitiefase, de keuze van de meest belangrijke beleidsonderwerpen, begint in
december 1986 en wordt afgerond in april 1987. Hierna volgt de uitwerkingsfase leidend tot een ruw concept halverwege dat jaar. De realisatie van de definitieve NMP-tekst strekt zich uit over een langere periode omdat begin 1988 de koers gewijzigd wordt richting "duurzame ontwikkeling". De overlegfase, gestart rond februari en maart 1988 met besprekingen tussen de betrokken
departementen, vindt zijn bekroning in het politiek overleg van de zogenaamde Milieuzevenhoek, een jaar later. Hierin zijn vertegenwoordigd de ministeries Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Verkeer en Waterstaat, Financiën, Economische Zaken, alsmede Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, het ministerie van Algemene Zaken en VROM. In de nazorgfase moet de tekst voor de Kamerbehandeling gereed gemaakt worden.
Het project wordt gedragen door vier ministeries met VROM als voortrekker. Naast Landbouw Natuurbeheer en Visserij zijn dat Verkeer en Waterstaat en Economische Zaken. Over het algemeen staan Landbouw en Verkeer in de opinie dicht bij het milieuministerie. Economische Zaken heeft de naam een "principiële remmer van nieuwe plannen" te zijn (inv.no. 63).
De afstemming met Landbouw ondervindt weinig moeilijkheden. Ten aanzien van het
mestprobleem zit men op één lijn. Slechts is er verschil van mening over het natuurbeleid van dit departement, dat gericht is op bepaalde gebieden, dit in tegenstelling tot het idee van een algemeen ecosysteem van landbouw en natuur, voorgestaan door het NMP. Verkeer gaat ook in grote lijnen akkoord. Verschil van mening bestaat alleen over de aard van de financiële
instrumenten, waarmee het milieuvriendelijk gebruik van vervoermiddelen gestimuleerd kan worden.
Het Ministerie van Economische Zaken botst echter al in 1987 met de koers van de projectleiding.
Men is mordicus tegen de bepaling, dat ook de gebruiker van milieuvervuilende producten, bijvoorbeeld de automobilist, betaalt. Dit ministerie wenst geen extra financiële inspanning om vervuiling aan de bron te bestrijden. Het gebruik van heffingen voor milieuvriendelijke productie en consumptie wijst Economische Zaken af met het argument, dat dit een eigen begrotingscircuit schept (inv. no 46-48).
Het milieubeleidsplan oriënteert zich in de beginfase, 1986 en 1987, op de verwachtingen van ambtenaren, bedrijfsleven, lagere overheden, milieu- en consumentenorganisaties en de vakbonden. De doelstellingen van het plan moeten ook door deze groepen daadwerkelijk
ondersteund worden. Daartoe organiseert de Projectgroep een aantal bijeenkomsten. Ook hierna integreert het project meningen van de betrokken maatschappelijke sectoren in een aantal
doelgroepoverlegrondes (inv.no. 37,38). Vertegenwoordigers van de doelgroepen zijn het er over eens dat de overheid nu handelend moet optreden. Bedrijven erkennen het belang van een milieu- imago. Men bepleit stimulerende maatregelen in plaats van enkel strafmaatregelen.
Koerswijziging
KOERSWIJZIGING
In de eerste maanden van 1988 vindt een koerswijziging plaats. Basis zijn twee studies. Het in 1987 verschenen rapport van de World Commission on Environment and Development van de
Verenigde Naties getiteld "Our Common Future", dat naar zijn Noorse voorzitster het Brundtland rapport heet.
De tweede studie is een onderzoek door het Rijksinstituut voor Milieuhygiëne en Volksgezondheid (RIVM) onder de naam "Zorgen voor morgen", een studie waartoe minister Nijpels opdracht gegeven heeft. Het begrip "duurzame ontwikkeling" van het VN rapport werkt door in deze studie.
Het Nationaal Milieubeleids Plan neemt het vijf schalen model over. Dit houdt in dat de effecten van de milieuverontreiniging worden onderzocht op vijf niveau's, te weten, mondiaal,
continentaal, fluviaal (het stroomgebied van de grote rivieren ), regionaal en locaal. Uit de studie van het RIVM blijkt dat extra milieumaatregelen noodzakelijk zijn. Tengevolge hiervan gaat de lange termijnplanning deel uit maken van het Nationaal Milieu Beleidsplan. Binnen de
projectorganisatie discussieert men of de nadruk van de sombere voorspelling in de studie niet te groot is. Sommigen kiezen voor een splitsing van het NMP in een doelstellingennota enerzijds tegelijk te verschijnen met de complete RIVM publicatie in december 1988 en anderzijds het doorgerekend programma voor de begrotingsbehandeling van 1989. Het nadeel van deze optie is dat het plan bij de presentatie te weinig aandacht krijgt en dat een mogelijke politieke
koerswijziging na de verkiezingen nadelig voor de acceptatie kan zijn. Minister Nijpels kiest voor een ongedeeld plan.
De thematische wijzigingen worden verwerkt in de juni- en julimodellen. Hierop reageren de doelgroepen. Als gevolg van de koerswijziging is de strategie aangescherpt. Het milieu moet de
"vierde pijler" van de Nederlandse politiek worden, na werkgelegenheid, financieringstekort en economische groei (inv.no. 7,8). Een belangrijke doelstelling is het ombuigen van zogenaamde effectgerichte maatregelen (tegen de vervuiling) naar brongerichte maatregelen (tegen de veroorzakers van de vervuiling). Dit betekent dat milieumaatregelen extra aandacht voor de oorzaak-gevolg keten moeten hebben. Nieuwe gegevens beschikbaar in "Zorgen voor Morgen"
maken uitbreiding van het aantal onderwerpen noodzakelijk, namelijk klimaatsverandering, verdroging en verspilling.
Onderbouwing van het plan
ONDERBOUWING VAN HET PLAN
Het NMP wil zijn beleidsintegrerende functie waar maken, intern in het ministerie en met name naar de doelgroepen toe, de overheden en bedrijfsleven, de zogenaamde "externe integratie". Het is de beleidsmakers van VROM duidelijk dat het alle maatschappelijke sectoren rakende
milieuprobleem breed gedragen moet worden. Het bewustzijn en de middelen om dit proces te versterken worden "verinnerlijking" genoemd. Het project schakelt onderzoeksbureaus in die de motivatie bij de betrokkenen peilen. Het onderzoek geeft aan welke bezuinigingsmaatregelen de meeste kans maken (inv.no. 66).
De financiële basis van het plan is het andere terrein van onderzoek. Korte, lange termijnversies en verschillende varianten daarvan worden doorgerekend. Het streefdoel, de duurzame variant (scenario III), vergelijkt men zowel met de kosten van het huidige beleid, als met de kosten van een aangepast beleid. De gepresenteerde versie is een combinatie van deze twee laatste scenario's.
Het brede karakter van het Nationaal Milieubeleidsplan vindt eveneens zijn weerslag in de presentatie. Een enquête naar ideeën bij het publiek om het milieu te verbeteren levert
vijfhonderd reacties op, waaruit een werkgroep een keuze maakt. De uitverkoren ideeën worden in een boek gepubliceerd (inv.no.89).
De reacties van de adviesraden krijgen een plaats in het natraject. Een nadeel is, dat de adviezen niet meer in de tekst van het NMP meegenomen kunnen worden. Het advies van de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening stelt een omgekeerde werkwijze voor (inv.no. 95). Over het algemeen hebben de adviezen een aanvullende strekking. De raden ondersteunen het
uitgangspunt van de duurzame ontwikkeling, maar maken kanttekeningen bij de uitwerking en de integratie van onderdelen van het beleid.
Realisatie van het plan
REALISATIE VAN HET PLAN
De financiering van het plan vormt de kern van het ministerieel overleg in de eerste maanden van 1989. Minister-president Lubbers introduceert een "blokkenmethode", namelijk de bekostiging per maatschappelijke sector. Hij probeert de effecten van de kostenstijging binnen de vijf procent te houden. De geschillen spitsen zich toe op de tegenstelling met het ministerie van Economische Zaken. VROM wil tweemaal zoveel aan energiebesparing uitgeven. EZ wil alleen internationaal de uitstoot van koolstofdioxide bestrijden en in veel beperkter mate stikstofmonoxide, gezien het economisch belang van verkeer en vervoer (inv.no. 37,38).
Hoewel het financieringsplan wordt omgebogen richting bezwaren van Financiën en Economische Zaken bereikt men geen compromis op het gebied van CO2 reductie en beperking van de
automobiliteit. Het meningsverschil over het afschaffen van de reiskostenaftrek leidt mei 1989 tot een Kabinetscrisis. Dat verhindert niet de presentatie van het Nationaal Milieubeleidsplan op 27 mei 1989.
Geschiedenis van het archiefbeheer
GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER
Het archief van de projectorganisatie van het Nationaal Milieubeleidsplan is in mei 1988 opgezet door de projectleider de heer B. Breure en kort daarna overgenomen door projectleider P.E. de Jongh. Het archief beslaat de periode van eind 1986 tot aan de opheffing van de projectgroep in september 1989. De Stuurgroep zette de werkzaamheden voort tot 1990 met het vervolg het NMP-Plus. Het onderscheid tussen beide perioden was in het archief niet overal duidelijk aangegeven.
De stukken van de projectgroep NMP werden in 1992 aan het Semi-Statisch Archief van het ministerie van VROM overgedragen. Dit archief werd op verzoek begin 1993 aangevuld met een deelarchief afkomstig van de afdeling Strategische Planning. De totale omvang van het archief bedroeg 11 meter.
Bij de vorming van het archief zijn binnenkomende en uitgaande stukken niet geregistreerd.
Dossiers werden niet zaaksgewijs gevormd, maar men ordende de stukken in ordners op onderwerp. Alleen beleidsstukken, notulen en gemerkte bijlagen, waren voorzien van een
doorlopend NMP-nummer. Het archief was ongesorteerd, hetgeen betekende dat geen kwalitatief onderscheid tussen kerndocumenten en bijlagen was gemaakt. Het archief werd overgeplaatst zonder begeleidende lijst.
De verwerving van het archief
DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF Overbrenging van een overheidsarchief
De verwerving van het archief
DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud en structuur van het archief
Selectie en vernietiging
SELECTIE EN VERNIETIGING
Lijst van stukken vernietigd in overleg met de afdeling Strategische Planning
1-7 Stukken van de Projectgroep Ideeënboek Duurzame Ontwikkeling betreffende de ingezonden ideeën, 1989.
8 Offertes met betrekking tot onderzoek en kennisoverdracht in het kader van het NMP, 1989.
9 Stukken betreffende aanbevelingen voor het bewerken en schrijven van teksten, 1987.
10 Stukken betreffende ontwerpteksten van de hoofdlijnennotitie annex inhoudelijke schets, 1987.
11-19 Stukken betreffende conceptteksten en -reacties,1988-1989.
11 januari 1988.
12 maart 1988.
13 april 1988.
14 juni 1988.
15 oktober 1988.
16 december 1988.
17 januari 1989.
18 april 1989.
19 mei 1989.
20 Stukken betreffende uitnodigingen voor spreekbeurten op bijeenkomsten en congressen, 1988-1989.
21 Ontwerpen van een reclamecampagne voor het NMP door Noordervliet / Winninghof /Leo Burnett, 1988.
22-23 Transparanten van schema-illustraties voor het Kamerstuk "Kiezen of Verliezen", 1989.
24-25 Transparanten van foto-illustraties voor het Kamerstuk "Kiezen of Verliezen", 1989.
26-28 Kopieën van tijdschriftartikelen naar aanleiding van het NMP, 1989.
29 Stukken betreffende de Klankbordgroep/Filosofiegroep, 1986-1987.
30 Stukken betreffende de Werkgroep Gesignaleerde Milieuvraagstukken, 1987.
31 Stukken betreffende de uitvoering van de Wet Algemene Bepalingen Milieuhygiëne, 1987.
32 Stukken van commissie van de Centrale Raad voor de Milieuhygiëne over Indicatief Meerjarenplan Milieubeheer, 1987-1989.
33 Stukken betreffende de Milieuprogramma Voort¬gangsrapportage, 1990-1993.
34 Notitie preventie en hergebruik van afvalstoffen, 1989.
35 Rapport "Op weg naar een duurzame energievoorziening", 1989.
36 Onderzoekprogramma DGM 1989-1992.
37 Stukken betreffende de doorrekening van partijprogramma's, 1989.
38 Stukken van het VVD-bewindsliedenoverleg, kopieën, 1989.
39 Stukken betreffende de Stuurgroep Duurzame Woningbouw, kopieën, 1988.
40 Stukken betreffende de Stuurgroep Emancipatie VROM, kopieën, 1988.
41 Papierkopieën presentatie sheets NMP, 1989.
42 Papierkopieën presentatie sheets Stuurgroep NMP, 1988.
Verantwoording van de bewerking
VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING
De selectie van te bewaren stukken was gebaseerd op de categorieën genoemd in de "Lijst van te bewaren stukken" van het ministerie (1993, zonder nader kenmerk). Belangrijkste maatstaven zijn de hoofdlijnen van beleid en de maatschappelijk-culturele waarde die de stukken weerspiegelen.
De mening van het maatschappelijk veld had namelijk een prominente plaats in de organisatie van het Nationaal Milieu Beleidsplan.
De maatstaven voor vernietiging zijn gebaseerd op de categorieën van de vernietigingslijst
Bedrijfsvoering vastgesteld bij Besluit van Min. WVC van 4 november 1993 (Staatscrt. 21 december, nr. 445).
Niet bewaard werden:
– kopieën van aanwezige originelen.
– geleidebrieven
– stukken ontvangen ter kennisname
– concepten (minuten, kladaantekeningen, de meeste tekstontwerpen) – stukken van weinig belang (notities, tijdschema's)
– bijlagen zonder direct verband met de stukken
Op basis van de voorlopige beschrijving werd in overleg met mevrouw M.Th.Lammers, die vanaf 1988 betrokken was bij de projectgroep, een lijst van vernietigbare projectdossiers samengesteld.
Tot de archivalia die niet voor bewaring in aanmerking kwamen behoren stukken van opgeheven werkgroepen Klankbord/ Filosofie en Gesignaleerde Milieuvraagstukken.
Het archief is niet geheel compleet. De dynamiek van het NMP heeft een zorgvuldige archivering in de weg gestaan. De dossiers van de sturende gremia in de projectorganisatie bevatten geen complete series agenda's en notulen. Van sommige deelprojectgroepen zijn alleen verzamelingen stukken aanwezig zonder veel onderling verband. Om toch een overzicht te bieden van de
werkwijze van de projectorganisatie zijn deze stukken opgenomen. Pogingen om de volledigheid te herstellen door ontbrekende documenten bij andere organisaties op te vragen leverde meestal weinig resultaat op.
De problemen van de ordening waren:
– De meervoudige bestemming van de stukken, zodat identieke stukken in dossiers van verschillende onderdelen van de projectorganisatie voorkwamen.
– De relatie tussen notulen, nota's enerzijds en vergaderstukken, bijlagen anderzijds was vaak niet duidelijk aangegeven.
– In het algemeen waren kopieën aanwezig in plaats van originelen of archiefkopieën.
– Veel stukken betroffen raakvlakken met het onderwerp of waren documentair van aard.
– Naar verhouding zijn weinig schriftelijke verslagen gemaakt of bewaard.
– Incompleetheid van het archief.
De archiefstukken werden geordend op basis van de organisatie en de werkwijze van de
projectorganisatie. Te onderscheiden was in eerste instantie het overleg binnen de verschillende organen van de projectorganisatie. Daarna het overleg op departementaal en interdepartementaal niveau, gesprekken met doelgroepen en tenslotte het politiek overleg. In tweede instantie volgen,
zo veel mogelijk in chronologische volgorde, de rubrieken die betrekking hebben op het tot stand komen van het plan, nl. onderzoek, financiering, ontwikkeling van de tekst,
voorlichting/presentatie, de adviezen en de commentaren. De series agenda's, notulen en vergaderstukken zijn met het oog op het nut voor de gebruiker per periode in één
inventarisnummer beschreven.
Na bewerking bleef van de aanvankelijke omvang van 11 m. een 10%, namelijk 1,2 m. over.
Verwant materiaal
Verwant materiaal
Beschikbaarheid van kopieën
BESCHIKBAARHEID VAN KOPIEËN
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Publicaties
PUBLICATIES
Geraadpleegde literatuur
GERAADPLEEGDE LITERATUUR
Meer dan de som der delen: eerste nota over de planning van het milieubeleid. VROM .- Den Haag, 1984 .- Tweede Kamer, vergaderjaar 1983 - 1984, 18292, nrs. 1-2Zorgen voor morgen: nationale
milieuverkenning 1985 - 2010 / red. F. Langeweg; RIVM .- Alphen a/d Rijn: Samsom, HD Tjeenk Willink,1988.
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
B E S C H R I J V I N G V A N D E S E R I E S E N A R C H I E F B E S T A N D D E L E N
1 Overleg binnen de projectorganisatie
1 OVERLEG BINNEN DE PROJECTORGANISATIE
1 Stukken betreffende de opdracht, het programma en de samenstelling van de projectorganisatie van het Nationaal Milieubeleidsplan.
1986-1987
2-3 Agenda's, notulen en vergaderstukken van de Stuurgroep Nationaal Milieubeleidsplan (NMP).
1987-1989
2 1987-1988
3 1989
4 Nota's en correspondentie van de Projectgroep NMP betreffende de samenstelling van de projectorganisatie.
1986-1987
5-6 Notulen en vergaderstukken van de Projectgroep NMP.
1988-1989
5 1988
6 1989
7 Agenda's, besluitenlijsten en vergaderstukken van de Taakgroep Strategie.
1988
Zie ook: inv. no. 30, 31.
8 Agenda's, notulen en vergaderstukken van de Taakgroep NMP.
1988,1989
9 Nota's en verslagen van de Steungroep NMP betreffende adviezen over de inhoudelijke en procesmatige aspecten van het plan.
1987-1988
10 Nota's betreffende de opzet van de planning voor de thema's "vermesting",
"verzuring", "verspreiding","verwijdering" en "verstoring" bestemd voor de vergadering van de thema- en doelgroepprojectleiders inzake "gebieden" en
"gesignaleerde milieuvraagstukken".
1986
11-12 Notulen en vergaderstukken van bijeenkomsten van de projectleiders inzake de thema's, "doelgroepen"," gebieden" en "gesignaleerd milieuvraagstukken"
betreffende de te volgen strategie en te nemen beslissingen.
1987-1988
11 1987
12 1988
13 Notulen en vergaderstukken van de Deelprojectgroep Instrumentarium betreffende financiële, juridische en communicatieve middelen ter verwezenlijking van het NMP.
1987-1988
14 Notulen en vergaderstukken van de Projectgroep Lange Termijnverkenningen betreffende de bespreking van de studie "Zorgen voor Morgen" geschreven door het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieuhygiëne.
1987-1988
15 Stukken betreffende de Projectgroep Internationale Aspecten inzake de europese aspecten van het NMP.
1989
16 Nota's en verslagen van de Werkgroep Risicomanagement betreffende het risicobeleid ten aanzien van milieugevaarlijke stoffen, produktiewijzes en transporten.
1988-1988
17 Nota "Omgaan met risico's- een risicobenadering in het milieubeleid" door Werkgroep Risicomanagement,
(1989)
18 Nota's en verslagen van besprekingen van de Werkgroep Provinciale Milieubeleidsplanning.
1987-1989
19-20 Agenda's, notulen en vergaderstukken van de Stuurgroep Voorlichting.
1988-1989
19 1988
20 1989
21-22 Notulen en vergaderstukken van de Projectgroep Ideeënboek Duurzame
Ontwikkeling betreffende de ontwikkeling van een publieksprijsvraag, een boek, en selectie van bekroonde ideeën
1988-1990
21 1988
22 1989-(1990).
Zie ook: inv. no. 89.
23 Nota's, besluitenlijsten en vergaderstukken van de Stuurgroep Kabinetsformatie betreffende de hoofdpunten voor VROM: de coördinerende functie van het ministerie, integratie van milieuwetgeving en intensivering van de
milieumaatregelen.
1989
24-25 Nota's, agenda's en besluitenlijsten van de Projectgroep Kabinetsformatie betreffende de hoofdpunten voor VROM: de coördinerende functie van het ministerie, integratie van de milieuwetgeving en intensivering van de milieumaatregelen.
1989
24 mei-juni,1989
25 augustus-october,1989
2 Departementaal overleg
2 DEPARTEMENTAAL OVERLEG
26 Nota's en verslagen van overleg op het departement.
1987-1989
27-29 Notulen van speciale vergaderingen en workshops van het Beleidsoverleg Direktoraat-Generaal Milieubeheer, met bijlagen.
1987-1989
27 1987
zie ook inv. no. 81.
28 1988
29 1989
30 Notities voor een bijeenkomst over de strategie van het NMP.
1987
31 Notities voor conferenties over de strategie van het NMP georganiseerd door het Beleidsoverleg Directoraat-Generaal Milieubeheer.
1989
32 Notities voor een informatiebijeenkomst inzake de stand van zaken van het NMP te Leidschendam op 19 mei.
1987
33 Nota's en verslagen van besprekingen betreffende afstemming met de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening.
1986-1989
34 Verslagen van twee workshops georganiseerd door de Rijks Planologische Dienst en het Directoraat-Generaal Milieubeheer over ruimtelijke ordening en milieu te Wassenaar op 1 maart en 10 mei, met bijlage.
1989
3 Overleg met doelgroepen
3 OVERLEG MET DOELGROEPEN
De inventarisnummers 39-41 zijn incompleet.
35 Verslag van de workshop Nationaal Milieubeleidsplan met de ministeries van Landbouw Natuurbeheer en Visserij, Rijkswaterstaat, lagere overheden, het bedrijfsleven, milieu-organisaties, te Veldhoven van 12 tot en met 14 mei.
1986
36 Verslag van de discussiemiddag "De juiste koers van het milieubeleid" met inleidingen van ir. Gerritsen (Landbouwschap), ir. Martijn (VEWIN), dr. Reynders (Natuur en Milieu), prof. de Haes (Universiteit Leiden) en ir. Witte (Gist-Brocades) te Den Haag op 27 oktober, met bijlagen.
1987
37 Verslag van de Doelgroepenoverlegronde met vertegenwoordigers van de
bouwwereld, landbouw, chemische industrie, energieopwekking en raffinaderijen, overige industrie, verkeer en vervoer, waterbeheer en drinkwater, benevens provincies, gemeenten, milieuconsumentorganisaties en vakbewegingen, van 28 oktober tot en met 8 november.
1988
38 Verslagen en deelnemerslijsten van de workshops van de
Doelgroepenoverlegronde met vertegenwoordigers van de bouwwereld, landbouw, chemische industrie, energieopwekking en raffinaderijen, overige industrie, verkeer en vervoer, waterbeheersing en drinkwater, benevens provincies, gemeenten, milieuconsumentenorganisaties en vakbewegingen, van 28 oktober t/m 8 november, met bijlagen.
1988
39 Correspondentie en verslagen betreffende het overleg met het bedrijfsleven, met bijlagen.
1988-1989
40 Verslagen betreffende het overleg met provincies en gemeenten, met bijlagen.
1988-1989
41 Correspondentie betreffende het periodiek overleg met de Stichting Natuur en Milieu, met bijlagen
1988-1989
42 Verslag betreffende het overleg met de Consumentenbond en Konsumentenkontakt, met bijlage.
1989
4 Interdepartementaal overleg
4 INTERDEPARTEMENTAAL OVERLEG
De dossiers zijn onvolledig
43 Nota's betreffende het gezamenlijk overleg van de Ministeries van Algemene Zaken, Economische Zaken, Financiën, Landbouw Natuurbeheer en Visserij en Verkeer en Waterstaat.
1989
44-45 Nota's en correspondentie betreffende overleg met het Ministerie van Algemene Zaken, de Minister-President.
1988-1989
44 maart 1988 - maart 1989 45 april 1989 - juni 1989
Zie ook inv. no. 57-62.
46-55 Nota's en verslagen van het overleg met ministeries.
1987-1989
46 Ministerie van Economische Zaken, 1987-1989.
47 idem, januari- februari 1989.
48 Ministerie van Economische Zaken, maart- mei 1989.
49 Ministerie van Financiën, februari - mei 1989.
50 Ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Visserij, januari - april 1989.
51 Ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Visserij inzake
afstemming met het Natuurbeleidsplan, april 1987- februari 1989.
52 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, oktober 1988-juli 1989.
53 Ministerie van Verkeer en Waterstaat inzake afstemming met de nota Waterhuishouding, januari 1988-juni 1989.
54 Ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie inzake handhaving van milieumaatregelen, maart-oktober 1989.
55 Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen inzake natuur- en milieueducatie, maart-april 1989.
56 Brief van minister Bukman van Buitenlandse Zaken aan minister Nijpels inzake de internationale aspecten van de milieuproblematiek, april 1989.
5 Politiek overleg
5 POLITIEK OVERLEG
57-59 Notulen en correspondentie betreffende het overleg van de "Milieuzevenhoek", bestaande uit de Minister-President, de ministers van Financiën, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de ministers van Economische Zaken, Verkeer en Waterstaat, Landbouw Natuurbeheer en Visserij, en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
1989
Zie ook inv. no. 44-45
57 17 januari - 31 januari 58 1 februari - 13 februari 59 14 februari- 22 febuari.
60-62 Notulen en correspondentie betreffende de behandeling in de Ministerraad.
1989
Zie ook inv. no. 45.
60 17 januari - 7 april,
61 14 - 15 april
62 28 april - 12 mei.
6 Onderzoek
6 ONDERZOEK
63 Rapport van een attitudeonderzoek onder beleidsambtenaren van de ministeries van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Verkeer en Waterstaat, Landbouw Natuurbeheer en Visserij, enkele provincies, gemeenten en bedrijven ten aanzien van het NMP en de ministeriële organisatie door het bureau Motivaction, met bijlagen.
1987
64 Verslag van een brainstorming over de kernkeuzes voor het NMP van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM).
1987
65 Correspondentie en notities van het ministerie en het Centrum voor Milieukunde te Leiden betreffende regulerende heffingen.
1987-1988
66 Rapport "De sociale aspecten van het Nationaal Milieubeleidsplan,
tussenrapportage, kansen en mogelijkheden van vrijwillige gedragsverandering bij de consument, mogelijkheden voor beïnvloedende voorlichting" door het
Communicatie en Advies- Bureau te Rotterdam en de Werkgroep Energie- en Milieu-onderzoek van de Rijksuniversiteit te Leiden, met bijlagen.
1988
67 Nota's betreffende commentaar op het juli concept van de studie "Zorgen voor Morgen" door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne met het oog op afstemming met het NMP.
1988
68 Rapport van een telefonische enquête over milieuonderwerpen gehouden onder de nederlandse bevolking door de Directie Voorlichting en Externe Betrekkingen van het ministerie.
1989
69 Rapport van een opinieonderzoek over milieuvraagstukken verricht onder de nederlandse bevolking door Burke Interview te Amsterdam, met bijlagen.
1989
70 Notities met betrekking tot een onderzoek naar het proces van totstandkoming van het NMP door de W.L.de Galangroep.
1989
71 Rapport "Bouwstenen voor een duurzame ontwikkeling, inhoud en achtergronden van beleidsscenario III uit het Nationaal Milieubeleidsplan" door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne.
1990
7 Financiering
7 FINANCIERING
72-75 Rapporten betreffende de kosten van het milieubeheer door Tebodin Advies-en Constructie B.V. te 's Gravenhage, met bijlagen.
1987-1989
72 1987-1991
73 1985-2010
74 NMP variant, 1985-2010
75 Drie varianten in het kader van "Zorgen voor Morgen en het en het NMP, 1985-2010
76 Verslagen van de Werkgroep Centraal Planbureau / Nationaal Milieubeleidsplan met betrekking tot doorrekening van het NMP.
1988-1989
77 Rapport "Economische gevolgen van een drietal scenario's voor milieubeleid in Nederland tot 2010" door het Centraal Planbureau, met bijlagen.
1989
78 Nota "Kiezen en winnen, kosten en economische gevolgen van het Nationaal Milieubeleidsplan" door M.A. van der Kamp en J. Jantzen.
1989
79 Nota en verslagen van overleg betreffende de milieukosten voor de industrie.
1989
80 Nota's betreffende het overleg met onderzoekbureau's en adviesorganen over de financiële en economische aspecten van het NMP, met bijlagen.
1988-1989
8 Ontwikkeling van de tekst
8 ONTWIKKELING VAN DE TEKST
81 Stukken betreffende een beknopte, een uitgewerkte inhoudelijke schets en een hoofdlijnennotitie van het Nationaal Milieubeleidsplan van 3 april tot en met 27 augustus.
1987
82-83 Stukken betreffende de tekst van het concept van 25 juli en de reacties daarop.
1988
82 Bestanddeel 1
83 Bestanddeel 2
84 Kamerstuk Nationaal Milieubeleidsplan "Kiezen of Verliezen" van 25 mei.
1989,
Zie ook: inv. no. 88.
9 Voorlichting en presentatie
9 VOORLICHTING EN PRESENTATIE
85-86 Correspondentie en nota's betreffende voorlichting en presentatie van het NMP.
1988-1989
85 1988
86 1989
87 Stukken betreffende teksten van interviews en redevoeringen van de minister van VROM, E. Nijpels, projectleider NMP P.E. de Jongh en Directeur-Generaal
Milieubeheer M.E.E. Enthoven, oktober 1988- september 1989
88 Publicaties behorende bij het Kamerstuk "Kiezen of Verliezen" betreffende samenvattingen en persbulletins.
1989
Zie ook: inv. no. 84.
89 Publicatie "Milieu Ideeënboek, 524 concrete ideeën voor een duurzame samenleving".
1989
90 Serie interne informatiebulletins "Milieukompas Nationaal Milieubeleidsplan".
1987-1988
91 Serie VROM - Knipselkranten betreffende berichtgeving door dagbladen, radio en t.v. interviews met bewindslieden over het Nationaal Milieubeleidsplan van october 1988 tot en met mei.
1989
10 Adviezen en commentaren
10 ADVIEZEN EN COMMENTAREN
92 Nota's betreffende advisering over het NMP door adviesraden.
1989
93-102 Rapporten over het NMP van adviesraden, september 1989 - mei 1990.
93 Sociaal Economische Raad, met bijlagen.
94 Centrale Raad voor de Milieuhygiëne , met bijlagen.
95 Raad van Advies voor Ruimtelijke Ordening.
96 Algemene Energie Raad.
97 Mijnraad.
98 Natuurbeschermingsraad.
99 Raad van Advies voor de Volkshuisvesting, met bijlagen.
100 Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid.
101 Voorlopige Raad voor Verkeer en Waterstaat.
102 Emancipatie Raad.
103-116 Stukken betreffende commentaren van maatschappelijke organisaties op het NMP.
1989
103 Christelijk Democatisch Appèl, de Partij van de Arbeid.
104 Federatie Nederlandse Vakverbonden, Raad van de Nederlandse Werkgeversverbonden.
105 Interprovinciaal Overleg, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Overleg Vijf Grote Steden, directeuren Brabantse milieudiensten, gemeente Den Haag.
106 Bosschap, Landbouwschap, Unie van Waterschappen.
107 Raad voor de Binnenvisserij, Voorlopige Raad voor de
Openluchtrecreatie, Raad voor de Gemeentefinanciën, Raad voor de Drinkwatervoorziening, Raad voor Natuur en Milieuonderzoek.
108 Nederlandse Organisatie Beroepsgoederenvervoer Wegtransport, Nederlandse Spoorwegen, Koninklijke Nederlandse Organisatie voor het Personenvervoer, Bond van Garagehouders - RAI.
109 Beleidsorgaan Openbaar Vervoer, Algemene Nederlandse Wielrijdersbond, Eigen Vervoers Organisatie.
110 Nederlands Bureau voor Toerisme.
111 Vereniging van Gasimporterende bedrijven in Nederland,
112 Nederlandse Vereniging van Landelijk Eigendom en Nederlandse Vereniging van Boseigenaren.
113 Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie, Vereniging van Kunstmest Producenten, Nederlandse Houtbond.
114 Koninklijk Instituut van Ingenieurs, Bond van Nederlandse Stedebouwkundigen.
115 Biologen, chemici, medici, economen, (milieu)juristen,
bestuurskundigen, sociologen, theologen, filosofen en de Vereniging van Huisvrouwen, in het kader van de milieu-estafette De Groene Puzzel onder auspiciën van het Landelijk Milieu Overleg.
116 Vereniging Das & Boom, Vereniging voor Milieu Defensie, De Kleine Aarde, Nederlandse Stichting Geluidshinder, Instituut
Milieubeschermingseducatie.
117-118 Stukken betreffende commentaren van maatschappelijke organisaties op het NMP.
1989
117 Stichting Duinbehoud, Milieuraad Drenthe, Zuid Hollands
Landschap, Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, Stichting Natuur en Milieu.
118 Centrum voor Energiebesparing, Stichting Brabantse
Milieufederatie, Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels.
119 Rapport betreffende verslagen van een studiedag over het NMP, georganiseerd door het Nederlands Instituut voor de Ruimtelijke Ordening, met bijdragen van demissioniar minister VROM drs. E. Nijpels, mr. F. Otten (NIROV), prof. dr. K.
Brouwer Katholieke Universiteit Nijmegen), ir. W. van Grondelle (Stichting Natuur en Milieu) en mw. D. van As-Kleijwegt (Gedeputeerde Staten Drenthe), op 5 oktober 1989.
120 Brieven van burgers aan bewindslieden met antwoorden, in het kader van het NMP.
1988-1989
121 Publicatie "Reacties en Adviezen naar aanleiding van het Nationaal
Milieubeleidsplan", betreffende een thematische samenvatting en analyse van de reacties.
1989
Bijlagen
B I J L A G E N
Lijst van afkortingen
LIJST VAN AFKORTINGEN
A Afdeling Afvalstoffen
AER Algemene Energie Raad
ABJ Afdeling Algemene Bestuurlijke Juridische Zaken
B Bestuurszaken
BES Beleidsplan Enegiebesparing en Stromingsenergie
BMRO Bureau Milieu en Ruimtelijke Ordening
BO Afdeling Bodem
BOD Bestuurs Overleg Directoraat-Generaal Milieuhygiëne
BSG Bureau Secretaris Generaal
CB Consumentenbond
CEA Centrum Energie Anders
CEC Centrale Economische Commissie
CIM Coördinatiecommissie Internationale
Milieuvraagstukken
CLD Collectieve Lastendruk
CPB Centraal Planbureau
CRMH Centrale Raad voor de Milieuhygiëne
D Directie
DFEZ Directie Financiële en Economische Zaken
DG Directeur-Generaal
DGM Directoraat-Generaal Milieubeheer
DGRO Directoraat-Generaal Ruimtelijke Ordening
DGVH Directoraat-Generaal Volkshuisvesting
DUBO Duurzaam Bouwen
DVEB Directie Voorlichting Externe Betrekkingen
DWB Directie Water en Bodem
ECN Energiecentrum Nederland
EPA Environment Protection Agency (VN)
EVO Eigen Vervoer Organisatie
EZB Afdeling Economische Zaken en Beleid
FEA Afdeling Financiële en Economische Aangelegenheden
G Afdeling Geluid
HIMH Hoofd Inspectie Milieuhygiëne
IB Afdeling Intern Beheer
IMP Indicatief Meerjarenplan
IMZ Internationale Milieuzaken
IPO Interprovinciaal Overleg
JZ Afdeling Juridische Zaken
KK Konsumenten Kontakt
KNOV Katholiek Nederlands Ondernemersverbond
KOLT Kosten Lange Termijn
L Afdeling Lucht
LBS Landbouwschap
LMO Landelijk Milieu Overleg
MPV Milieuprogramma Voortgangsrapportage
MTV Milieu Toekomstverkenning
NCOV Nederlands Christelijk Ondernemersverbond
NIROV Nederlands Instituut voor de Ruimtelijke Ordening
NMP Nationaal Milieubeleidsplan
NOB Nederlandse Organisatie Beroepsgoedrenvervoer
NS Nederlandse Spoorwegen
NSG Nederlandse Stichting Geluidshinder
NWH Derde Nota Waterhuishouding
ONRI Organisatie Nederlandse Raadgevende Ingenieurs
PIM Project Integratieplan Milieubeheer
PD Plaatsvervangend directeur
PIN Programbureau Implementatie NMP
POMP Project Organisatie Milieubeleids PLanning
RARO Raad voor de Ruimtelijke Ordening
RAVO Raad voor de Volkshuisvesting
RIVM Rijks Instituut voor Milieuhygiëne
RMC Rijks Milieuhygiënische Commissie
RPC Rijks Planologische Commissie
RPD Rijks Planologische Dienst
RROM Raad voor Ruimtelijke Ordening en Milieu
RV Regeringsverklaring
S Afdeling Stoffen
SEP Samenwerkende Elektriciteit Producerende bedrijven
SER Sociaal Economische Raad
SNM Stichting Natuur en Milieu
SR Afdeling Straling
STAM Stuurgroep Algemeen Milieubeheer
STIM Strategie Instrumentarium Milieubeleid
SN Streekvervoer Nederland
SP Strategische Planning
SUN Supplement Nationaal Milieubeleidsplan
SVV Struktuurschema Verkeer en Vervoer
UCV Uitgebreide Commissie Vergadering
VEGIN Vereniging van Gasimporterende bedrijven in
Nederland
VINEX Vierde Nota Volkshuisvesting Extra
VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten
WABM Wet Algemene Bepalingen Milieuhygiëne