Draadloze configuratie op RV180W

(1)

Draadloze configuratie op RV180W

Doel

Met het web configuratie hulpprogramma kan een gebruiker verschillende draadloze instellingen op de RV180W wijzigen, zodat de router optimaal presteert. Dit artikel legt uit hoe u fundamentele draadloze instellingen op de RV180W kunt configureren.

Toepasselijke apparaten

・ RV180W

Stappen van orde

Dit artikel heeft de volgende subcategorieën.

・ Insteltabel voor draadloos basis

・ Beveiliging toevoegen/bewerken

・ MAC-filtering toevoegen/bewerken

・ Wi-Fi multimedia toevoegen/bewerken (WMM)

・ Scheduling van de servicesset toevoegen/bewerken

Stap 1. Gebruik het web configuratie hulpprogramma om draadloos > basisinstellingen te kiezen. De pagina Basisinstellingen wordt geopend.

Stap 2. Klik op Schakel de draadloze netwerken in.

- EVN-configuratie

- Persoonlijke configuratie WAP2 - Enterprise-configuratie WAP2 - Persoonlijke configuratie van WAP2

- Configuratie van gemengde WAP2-ondernemingen

(2)

Stap 3. Kies een draadloze netwerkmodus in het vervolgveld Draadloze netwerkmodus.

・ B/G/N-gemengd — staat Wireless-N, Wireless-B en Wireless-G apparaten toe om verbinding te maken met het netwerk.

・ Alleen B — Hiermee kunnen alleen Wireless-B-apparaten worden aangesloten op het netwerk.

・ Alleen G - hiermee kunnen alleen Wireless-G apparaten worden aangesloten op het netwerk.

・ Alleen N - hiermee kan Wireless-N apparaten worden aangesloten op het netwerk.

・ B/G-Gemengde — Hiermee kunnen Wireless-B- en Wireless-G-apparaten worden aangesloten op het netwerk.

・ G/N-Gemengde — Hiermee kunnen Wireless-G en Wireless-N apparaten worden aangesloten op het netwerk.

Stap 4. Als u in de vorige stap voor B/G/N-Gemengde, N-only of G/N-Gemengde was hebt gekozen, kies dan of de 20MHz of de 20/40MHz van de vervolgkeuzelijst

Kanaalbandbreedte om de draadloze bandbreedte en de Control Side Band in te stellen die voor secondair of verlengkanaal wordt gebruikt wanneer AP in 40 MH. z kanaalbreedte. In welke 20 MHz de onderste band en 40 MHz de bovenste band is.

Stap 5. Kies een kanaal voor de aansluiting op het draadloze kanaal in de vervolgkeuzelijst.

(3)

Stap 6. Controleer het veld Opslaan in U-APSD (WMM Power Save) om het ongeplande automatische energiebesparing (U-APSD) of het opslaan in de WMM-voeding mogelijk te maken.

Stap 8. Klik op Opslaan om wijzigingen op te slaan of Annuleren om ze weg te gooien.

Opmerking: Draadloze oplossingen zijn nog niet mogelijk. U moet de draadloze basisinstelling volgen om de uitzending van het draadloze kanaal te voltooien.

Tabel voor draadloze basisinstellingen

Stap 1. Controleer het aankruisvakje in de eerste kolom van de Service Set-id (SSID) dat u wilt bewerken.

Stap 2. Klik op Bewerken om de SSID-eigenschappen te bewerken.

(4)

Stap 3. Controleer in de kolom SSID inschakelen in het vakje Enable om een SSID toe te voegen.

Stap 4. Voer in de kolom van de Naam van SSID de naam van SSID van het draadloze netwerk in.

Stap 5. (Optioneel) In de kolom SSID Broadcast controleert u het aankruisvakje om SSID’s op andere draadloze apparaten uit te zenden.

Opmerking: Als de zender niet uitgezonden wordt, heeft de zender minder neiging om

(5)

veiligheidsproblemen te hebben zoals de man bij de middelste aanslag en elkaar bij de middenaanval ontmoeten.

Stap 6. Voer een VLAN-id in waarmee het netwerk zich in de VLAN-kolom associeert.

Stap 7. In de Max. Klantkolom van de vereniging, vermeld het maximum aantal klanten dat met SSID moet worden geassocieerd.

Stap 8. Klik op Opslaan om wijzigingen op te slaan of Annuleren om ze weg te gooien.

Beveiligingsmodus toevoegen/bewerken

In deze sectie wordt extra beveiliging ingesteld bij de individuele Service Set Identifier (SSID).

(6)

Stap 2. Klik op de modus Beveiliging bewerken om de beveiligingsmodus van een SSID te bewerken.De pagina Beveiligingsinstellingen wordt geopend.

Stap 3. Kies een SSID uit de vervolgkeuzelijst SSID selecteren.

(7)

Stap 4. Klik op de radioknop Draadloze isolatie binnen SSID inschakelen om te voorkomen dat apparaten die op de netwerkverbinding zijn aangesloten toegang krijgen tot resources en computers die met het netwerk zijn verbonden door een bekabelde verbinding.

(8)

Stap 5. Kies een beveiligingsmodus in de vervolgkeuzelijst Beveiliging.

・ Gehandicapten: geen beveiliging. Elk apparaat kan verbinding maken.

・ Wired Equivalent Privacy. Het wordt minder veilig geacht dan andere omdat het gemakkelijk kan worden ingekapseld.

・ WAP-Personal — Ondersteunt TKIP-encryptie. De persoonlijke authenticatie is de preShared key (PSK) die een alfanumerieke pass zin is die wordt gedeeld met de draadloze peer.

・ WAP-Enterprise — gebruikt WAP met RADIUS-serververificatie.

・ WAP2-Personal — Deze modus ondersteunt AES-encryptie en dit gebruikt preShared Key (PSK) gebaseerde verificatie.

・ WAP2-Enterprise — gebruikt WAP2 met RADIUS-serververificatie.

・ Gemengde was — hiermee kunnen zowel de WAP- als de WAP2-client tegelijkertijd verbinding maken met de PSK-verificatie.

・ Gemengde WAP-Enterprise — hiermee kunnen zowel WAP- als WAP2-clients tegelijk worden aangesloten met een RADIUS-verificatie.

EVN-configuratie

Dit document legt uit hoe u de beveiligingsinstellingen van EFG kunt configureren. Wired Equivalent Privacy (EFG) is een beveiligingsalgoritme voor draadloze netwerken. Het helpt

(9)

bij het bieden van gegevensvertrouwelijkheid vergelijkbaar met die van een traditioneel bekabeld netwerk.

Stap 6. Kies het type verificatie in de vervolgkeuzelijst Verificatietype.

(10)

Stap 7. Kies een 64-bits of een 128-bits codering in de vervolgkeuzelijst Encryptie.

(11)

Stap 8. Voer het gewenste wachtwoord in het veld Wachtwoord in. Klik op Generate om de respectieve toetsen te genereren. Kies de sleutel die u wilt gebruiken vanaf de knoppen van de EVN-toets.

Stap 9. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan, Annuleren om ze te verwerpen of Terug naar pagina Draadloze basisinstellingen.

Persoonlijke configuratie voor WAP2

Wi-Fi Protected Access (WAP) is een beveiligingsprotocol dat is ontworpen om de

beveiligingsfuncties van Wired Equivalent Privacy (EFG) te verbeteren. De verbeteringen met betrekking tot medegebruik van FormFiller zijn gegevensencryptie en

gebruikersverificatie. De gebruikte algoritmen zijn TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) en Advanced Encryption Security (AES). Dit document verklaart de configuratie van draadloze beveiliging in de Persoonlijke beveiligingsmodus voor WAP en WAP2.

(12)

Stap 10. Kies TKIP of TKIP + AES uit de vervolgkeuzelijst Encryption.

・ TKIP — Gebruikt een sleutel voor het toevoegen van beveiliging aan het netwerk.

・ AES — Gebruikt een 128 bit encryptie-methode om beveiliging aan het netwerk toe te voegen.

Opmerking: WAP2-persoonlijk gebruikt alleen AES omdat het coderingstype als AES over het algemeen sneller en veiliger is.

Stap 1. Voer de sleutel in die door de router en uw andere netwerkapparaten wordt gedeeld.

Het moet 8-63 ASCII-tekens of 64 hex-tekens hebben.

Stap 12. (Optioneel) Controleer Wachtwoord voor onmasker om de WAP-toets in duidelijke tekst te zien.

Stap 13. Voer de groepstoetsingsperiode in, die de router vertelt hoe vaak deze de encryptiesleutels moet wijzigen.

Enterprise-configuratie WAP2

Ze zijn WAP-Persoonlijk, WAP2-Persoonlijk, WAP-Enterprise en WAP2-Enterprise. WAP2 is veiliger en wordt aanbevolen over WAP, maar sommige apparaten zouden geen WAP2 kunnen ondersteunen zodat WAP moet worden gebruikt. WAP staat voor Wi-Fi Beschermde Toegang, wat een veiligheidsstandaard sterker is dan de encryptie van de EVN. Enterprise

(13)

verwijst naar het gebruik van een RADIUS-server voor verificatie, terwijl RADIUS voor de inbel-gebruikersservice voor externe verificatie staat. Deze optie heeft WAP-functies die wordt gebruikt in coördinatie met een RADIUS-server voor verificatie van klanten en mag alleen worden gebruikt wanneer een RADIUS-server is verbonden met de router.

Stap 15. Voer de RADIUS-informatie in op zowel de primaire RADIUS-server als de secundaire RADIUS-server.

・ RADIUS-serveradres - het IP-adres van de RADIUS-server.

・ RADIUS-serverpoort: het poortnummer dat door de RADIUS-server wordt gebruikt.

・ Voer de gedeelde beveiligingscode in die uit 8 tot 63 tekens bestaat.

Stap 16. Kies TKIP of TKIP + AES uit de vervolgkeuzelijst Encryption.

・ TKIP— Gebruikt een sleutel voor het toevoegen van security aan het netwerk.

・ AES— Gebruik een 128 bit encryptie-methode om beveiliging aan het netwerk toe te voegen.

Opmerking: WAP2-Enterprise gebruikt alleen AES omdat het coderingstype als AES over het algemeen sneller en veiliger is.

Stap 17. (Optioneel) Controleer Wachtwoord voor ontmaskeren om de WAP-toets in duidelijke tekst te zien.

(14)

Stap 18. Voer een belangrijke periode voor de verlenging in. Dit vertelt het toegangspunt hoe vaak het encryptiesleutels zou moeten veranderen. De standaardinstelling is 3600 seconden (60 minuten)

Persoonlijk gemengd met WAP2

Stap 20. Voor persoonlijk gemengd gebruik van WAP2 TKIP + AES als encryptie type.

(15)

Stap 21. Voer in het veld WAP-toets een webtoets in.

(16)

Stap 2. (Optioneel) Controleer Wachtwoord voor ontmaskeren om de WAP-toets in duidelijke tekst te zien.

(17)

Stap 23. Voer een belangrijke periode voor de verlenging in. Dit vertelt het toegangspunt hoe vaak het encryptiesleutels zou moeten veranderen. De standaardinstelling is 3600 seconden (60 minuten)

Gemengde WAP2-ondernemingen

Stap 25. Voer de RADIUS-informatie in op zowel de primaire RADIUS-server als de secundaire RADIUS-server.

・ RADIUS-serveradres - het IP-adres van de RADIUS-server.

・ RADIUS-serverpoort: het poortnummer dat door de RADIUS-server wordt gebruikt.

・ Voer de gedeelde beveiligingscode in die uit 8 tot 63 tekens bestaat.

(18)

Stap 26. Gemengde WAP2-ondernemingen gebruikt TKIP + AES als coderingstype.

Stap 27.Voer een belangrijke periode voor de verlenging in. Dit vertelt het toegangspunt hoe vaak het encryptiesleutels zou moeten veranderen. De standaardinstelling is 3600 seconden (60 minuten)

MAC-filtering toevoegen/bewerken

MAC-adresfiltering stelt u in staat om verkeer vanaf bekende machines of apparaten te blokkeren of toe te staan. Het verkeer dat vanuit een opgegeven MAC-adres komt, wordt dan gefilterd op basis van de vraag of u ervoor hebt gekozen om het adres te blokkeren of toe te staan.Dit artikel helpt bij het toestaan of blokkeren van het MAc-adres van de

aansluiting op het draadloze netwerk.

(19)

Stap 2. Klik op MAC-filtering. De pagina MAC-filtering wordt geopend.

Stap 3. Kies de SSID die u in de vervolgkeuzelijst SSID selecteert.

(20)

Stap 4. Klik op MAC-filtering in te schakelen.

(21)

Stap 5. Klik op Blok of sta toe om MAC-adressen te beheren van het aansluiten op een draadloos netwerk.

(22)

Stap 6. Voer de gewenste MAC-adressen in.

Stap 7. Klik op Draadloze clientlijst om alle beschikbare draadloze clients te bekijken.

Stap 8. Klik op Opslaan.

Wi-Fi-multimedia toevoegen/bewerken (WMM)

(23)

Stap 2. Klik op WIS bewerken. De WM-pagina wordt geopend.

Stap 3. Kies de SSID uit de vervolgkeuzelijst Select SSID waarvoor de WDM is ingeschakeld.

(24)

Stap 4. Controleer het vakje Enable om WM in te schakelen. WMM helpt bij het prioriteren van draadloos verkeer op basis van vier categorieën.

・ 1 — Kleinste prioriteitswachtrij, hoge doorvoersnelheid. Bulkgegevens die een maximale doorvoersnelheid vereisen en niet tijdgevoelig zijn worden normaal naar deze wachtrij verzonden (bijvoorbeeld FTP-gegevens).

・ 2 — Middelgrote prioriteit, gemiddelde doorvoersnelheid en vertraging. De meeste traditionele IP-gegevens worden naar deze wachtrij verzonden.

・ 3 — High Priority wachtrij, minimum vertraging.gewoonlijk tijdgevoelige gegevens zoals video en andere streamingmedia.

・ 4 — Snelheidswachtrij, minimale vertraging.gewoonlijk tijdgevoelige gegevens zoals VOIP.

Stap 5. Klik op Opslaan om wijzigingen op te slaan, Annuleren om ze weg te gooien, terugzetten naar fabrieksinstellingen of Terug naar pagina Draadloze basisinstellingen.

SSID’s (Service Set-id) toevoegen/bewerken

(25)

Stap 2. Klik op SSID’s bewerken. De pagina SSID Schedule wordt geopend.

Stap 3. Kies de SSID uit de vervolgkeuzelijst SSID selecteren waarvoor het schema moet worden ingeschakeld.

Stap 4. Controleer het vakje Actieve tijd activeren om het plannen mogelijk te maken.

(26)

Stap 5. Kies de starttijd uit de uitrollijst.

Stap 6. Kies de stoptijd uit de uitrollijst.

Stap 7. Klik op Opslaan om wijzigingen op te slaan, Annuleren om ze weg te gooien of terug te keren naar de pagina Draadloze basisinstellingen.