• No results found

Commissie inzake Leerlingenrechten. Beslissing. Nr. 2020/55bis van 3 juli 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Commissie inzake Leerlingenrechten. Beslissing. Nr. 2020/55bis van 3 juli 2020"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Commissie inzake Leerlingenrechten Beslissing

Nr. 2020/55bis van 3 juli 2020

Inzake <verzoekende partij> optredend als wettige vertegenwoordiger van <naam leerling>, wonende <adres>

Verzoekende partij,

Tegen <verwerende partij>, <adres>

Verwerende partij.

Met een verzoekschrift van 25 mei 2020 hebben <verzoekende partij> klacht ingediend tegen de niet-gerealiseerde inschrijving van <naam leerling> in <verwerende partij>,

<adres>.

1. Over de gegevens van de zaak

1.1. De verzoekende partij wil haar zoon <naam leerling> inschrijven voor het schooljaar 2020-2021 in <verwerende partij>, <adres>.

1.2. De school van de verwerende partij doet voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2020-2021 een beroep op de aanmeldingsprocedure van <naam>, zoals goedgekeurd door de Commissie inzake Leerlingenrechten van <datum>, gesteund op de artikelen 110/19 t.e.m.

110/27 van de Codex Secundair Onderwijs.

De voorrangsperiode voor kinderen van dezelfde leefentiteit en kinderen van personeel liep van maandag 6 januari 2020 tot en met vrijdag 17 januari 2020. Deze kinderen zijn rechtstreeks op de school ingeschreven.

De aanmeldingsprocedure impliceert dat ouders zich met het oog op een inschrijving in een school van keuze, moeten aanmelden via een webapplicatie, met name de website <naam website>. De aanmeldingsperiode voor indicator- en niet-indicatorleerlingen liep van maandag 2 maart 2020 tot en met vrijdag 24 april 2020. Op het einde van de aanmeldingsperiode werd een rangorde opgemaakt op grond van de voorrangsregeling beschreven in artikel 110/23 van de Codex Secundair Onderwijs en van de vastgelegde ordeningscriteria.

Op 15 mei 2020 werden de resultaten meegedeeld aan de ouders. Kinderen met een gunstige rangordening kunnen tussen 18 mei 2020 en 10 juni 2020 ingeschreven worden in

(2)

de hen toegewezen school, voor kinderen met een ongunstige rangordening werd een mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving bezorgd.

Vanaf 15 juni starten de vrije inschrijvingen. Deze vrije inschrijvingen worden – conform de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus – op afstand georganiseerd door de school zelf en gebeuren op grond van chronologie.

1.3 De verzoekende partij registreerde zich op 2 maart 2020 om 9:33:34, maar maakte een fout bij het ingeven van het e-mailadres. Omdat dit e-mailadres een bestaand adres is, volgde er geen foutmelding en kwam alle noodzakelijke communicatie verkeerd terecht. De verzoekende partij had begrepen uit een contact met de helpdesk dat ze zou uitgenodigd worden door de school van eerste keuze om de voorrangsdocumenten (in dit geval een taaltest die aangeeft dat de mama van <naam leerling>niveau B2 haalde om te kunnen genieten van de voorrang Nederlands en een bewijs van verwantschap) in orde te maken. Er volgden ook enkele mails die aangaven dat de aanmeldingsprocedure verlengd werd o.w.v.

corona en daarom wachtte de verzoekende partij geduldig af. Op 15 mei 2020 werd het hen duidelijk dat ze op de 6de plaats op de wachtlijst van <naam school> staan en dit omdat

<naam leerling> geen voorrang Nederlands kreeg bij de toewijzing.

1.4. Met een verzoekschrift van 25 mei 2020 hebben <verzoekende partij> klacht ingediend tegen de niet-gerealiseerde inschrijving van <naam leerling> in <verwerende partij>, <adres>.

1.5. De Commissie inzake Leerlingenrechten stelt op de zitting van 11 juni 2020 vast dat zij over onvoldoende informatie beschikt om een gegronde beslissing te nemen. Zij vraagt daarom extra onderzoeksmaatregelen.

Aan de verzoekende partij werd gevraagd om het bewijs van gezinssamenstelling te bezorgen, de telefoonnummers waarmee en de periode waarin hij de helpdesk van het <naam LOP

>secundair onderwijs en de school van de verwerende partij heeft gecontacteerd. Aan de verzoekende partij, de school van de verwerende partij en het LOP wordt gevraagd om tegen 30 juni 2020 bewijsstukken aan te leveren waaruit de eventuele telefonische contactname van de verzoekende partij met de helpdesk van het LOP en de school blijkt.

2. Over de ontvankelijkheid van de klacht

Overwegende dat de klacht inzake de weigering tot inschrijving naar de vorm en binnen de termijn regelmatig is ingesteld.

3. Over het procedureverloop

3.1. Er werden geen leden van de Commissie inzake Leerlingenrechten gewraakt.

3.2. De verzoekende partij, de verwerende partij en de deskundige van het Lokaal Overlegplatform werden niet uitgenodigd voor de zitting van 3 juli 2020 van de Commissie inzake Leerlingenrechten.

3.3. De verzoekende partij, bezorgde de Commissie inzake Leerlingenrechten het bewijs van de gezinssamenstelling alsook de telefoonnummers waarmee zij de helpsdesk van

<naam LOP> en de school van de verwerende partij zou kunnen gecontacteerd hebben. De verzoekende partij bezorgt geen bewijsstukken waaruit de telefonische contactname van de verzoekende partij met de helpdesk van het LOP en de school blijkt.

(3)

Aan de verzoekende partij wordt gevraagd om het bewijs van gezinssamenstelling te bezorgen, de telefoonnummers waarmee en de periode waarin hij de helpdesk van het <naam

>secundair onderwijs en de school van de verwerende partij heeft gecontacteerd. Aan de verzoekende partij, de school van de verwerende partij en het LOP wordt gevraagd om tegen 30 juni 2020 bewijsstukken aan te leveren waaruit de eventuele telefonische contactname van de verzoekende partij met de helpdesk van het LOP en de school blijkt.

De verwerende partij bezorgt geen bijkomende informatie aan de Commissie inzake Leerlingenrechten.

3.4. De LOP-deskundige, <naam>, laat de Commissie inzake Leerlingenrechten weten dat de logs van de telefoonoproepen slechts 3 maanden worden bij gehouden en dat de gevraagde informatie dus niet kan bezorgd worden.

4. Over de gegrondheid van de klacht inzake weigering tot inschrijving

4.1. Artikel 110/21 van de Codex Secundair Onderwijs bepaalt dat schoolbesturen voor de inschrijvingen beroep kunnen doen op een aanmeldingsprocedure, indien die bij een dubbele meerderheid goedgekeurd is door het lokaal overlegplatform waarin de betrokken scholen participeren. De betrokken school maakt gebruik van een dergelijke aanmeldingsprocedure die conform de artikelen 110/25 t.e.m. 110/27 van de Codex Secundair Onderwijs werd goedgekeurd door de Commissie inzake Leerlingenrechten op <datum>.

De Commissie inzake Leerlingenrechten stelt vast dat de door de school gehanteerde aanmeldingsprocedure voor de inschrijvingen van het schooljaar 2020-2021 voldoet aan de voorwaarden van de Codex Secundair Onderwijs.

De Commissie inzake Leerlingenrechten stelt tenslotte vast dat uit niets blijkt dat de in het aanmeldingsdossier beschreven ordeningscriteria niet correct zijn toegepast.

4.2. Artikel 110/5 van de Codex Secundair Onderwijs bepaalt dat een schoolbestuur gelegen in het tweetalige gebied <plaats>, voorrang verleend aan leerlingen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is. Datzelfde artikel somt in §2 alle mogelijke bewijsstukken op die de ouder kan voorleggen om gebruik te kunnen maken van die voorrang.

Zoals in het goedgekeurde aanmeldingsdossier wordt beschreven, controleert de school van eerste voorkeur de bewijsstukken voor die voorrang. Indien de bewijsstukken niet worden aangeleverd, wordt bij de ordening geen rekening gehouden met de voorrang.

De Commissie inzake Leerlingenrechten moet vaststellen dat niet kan aangetoond worden dat de verzoekende partij contact opnam met het LOP om het foute e-mailadres te melden en aldus het bewijs van voorrang niet werd bezorgd aan de school van eerste keuze hoewel de school van de verwerende partij wel pogingen ondernam om deze bewijsstukken te krijgen. De Commissie inzake Leerlingenrechten stelt vast dat door het spijtige toeval dat de e-mails niet terugkeerden, de school van de verwerende partij niet kon weten dat de e-mails niet ontvangen werden.

4.3. Artikel 110/9, §3 van de Codex Secundair Onderwijs bepaalt dat een schoolbestuur ingeval de vastgestelde capaciteit overschreden wordt elke bijkomende inschrijving weigert.

De Commissie inzake Leerlingenrechten stelt vast dat <naam leerling> werd aangemeld en, na ordening volgens de ordeningscriteria, niet werd toegewezen aan de school van eerste voorkeur.

(4)

De Commissie inzake Leerlingenrechten is van oordeel dat er voldaan is aan de voorwaarden van de Codex Secundair Onderwijs om de inschrijving van de betrokken leerling te weigeren.

4.3. De Commissie inzake Leerlingenrechten is bijgevolg van oordeel dat er is voldaan aan de voorwaarden van de Codex Secundair Onderwijs om de inschrijving van de betrokken leerling te weigeren.

4.4. In de onderhavige zaak hebben zich geen feiten of handelingen voorgedaan die de Commissie inzake Leerlingenrechten ertoe noopt aan de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming een terugvordering of inhouding van werkingstoelagen te adviseren.

Het niet uitvoeren van de uitspraak van de Commissie inzake Leerlingenrechten in deze zaak kan aanleiding geven tot een advies aan de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming tot een terugvordering of inhouding van de werkingstoelagen.

BESLISSING

Gelet op de Codex Secundair Onderwijs, inzonderheid artikel 110.

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 27 september 2002 betreffende de Commissie inzake Leerlingenrechten

Gelet op het ministerieel besluit van 4 maart 2003 houdende de aanstelling van de voorzitter en de leden van de Commissie inzake Leerlingenrechten zoals gewijzigd

Gelet op het huishoudelijk reglement van de Commissie inzake Leerlingenrechten van 11 juni 2012.

Na beraadslaging

Met eenparigheid van stemmen,

Enig artikel.

De klacht van 25 mei 2020 inzake de niet-gerealiseerde inschrijving van <naam leerling> in het <verwerende partij>, <adres> is ontvankelijk maar ongegrond.

Aldus uitgesproken te Brussel op 3 juli 2020.

De Commissie Leerlingenrechten was samengesteld uit:

De heer Bertel De Groote, voorzitter,

De heren Joël Boussemaere, Jan Fiers en Kurt Willems en mevrouw Marleen Colpin, effectieve leden,

De secretaris mevrouw Eline De Neef.

Opgemaakt in twee originele exemplaren, waarvan één exemplaar voor elke partij

De secretaris De voorzitter

(5)

E. DE NEEF B. DE GROOTE

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- De Commissie inzake Leerlingenrechten merkt op dat artikel 37vicies quater van het decreet basisonderwijs voorziet in een opvisperiode van minimaal 5 schooldagen,

De Commissie inzake Leerlingenrechten verwacht dat bij het indienen van een nieuw aanmeldingsdossier in de toekomst, de initiatiefnemer ook meer rekening houdt met

Gelet op de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, zoals gewijzigd door het decreet betreffende het inschrijvingsrecht van 25 november 2011 en door het

2013/AM03 van 5 september 2013 houdende de goedkeuring onder voorbehoud van de wijzigingen aan het aanmeldingsdossier van het Lokaal Overlegplatform Zele

- De Commissie inzake Leerlingenrechten merkt op dat Conform artikel 37vicies quater, §2 van het Decreet Basisonderwijs de inschrijvingsperiode voor aangemelde leerlingen

De Commissie inzake Leerlingenrechten merkt op dat conform artikel 37vicies quater, §2 van het decreet basisonderwijs de opvisperiode voor aangemelde leerlingen minimaal vijf

37vicies semel van het decreet basisonderwijs, uit het verslag van de algemene vergadering van het Lokaal Overlegplatform onvoldoende blijkt dat de goedkeuring bij dubbele

Het aanmeldingsdossier van het Lokaal Overlegplatform Brussel Buitengewoon Basisonderwijs Type 7 en Type 9 betreffende de inschrijvingen vanaf het schooljaar