• No results found

Onze pensioenen zijn in gevaar, zowel in de privé als in de openbare sector

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onze pensioenen zijn in gevaar, zowel in de privé als in de openbare sector"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

persconferentie ABVV – 30 juni 2017

Onze pensioenen zijn in gevaar, zowel in de privé als in de openbare sector

Het beleid van minister Bacquelaine is een regelrecht brokkenparcours. De ene na de andere maatregel wordt de wereld ingestuurd. Ballonnetjes die keer op keer een afbraak van ons pensioenstelsel aankondigen en die telkens de gemoederen van de werknemers uit zowel de privésector als de openbare diensten beroeren. Tegelijkertijd is elk sociaal overleg met de minister van Pensioen een ware uitputtingsslag.

Voor het ABVV is de maat vol.

Aan de basis van deze problematiek liggen de té lage wettelijke pensioenen in de privésector (de eerste pijler).

België zet zich hiermee aan de staart van het Europees peloton. De hervormingen van de pensioenen zoals ze de laatste twee en een half jaar worden aangepakt, werken het hoofdprobleem niet weg. Integendeel, wat de regering-Michel al deed (verhoging pensioenleeftijd, het aanpakken van de gelijkgestelde periodes enz.) brengt de werknemers niets op. En ook het laatste voorstel, met name het puntensysteem komt evenmin tegemoet aan wat een gezond pensioenbeleid zou moeten zijn.

1) De wettelijke pensioenen zijn te laag en dat mogen we niet aanvaarden

Alles begint met té lage wettelijke pensioenen in de privésector. Het ABVV wil een pensioenbedrag waarvan de gepensioneerde kan leven zonder dat hij of zij daarvoor zich van alles moet ontzien. Waardige pensioenen dus, voor elke werknemer, tewerkgesteld in de privésector of in een openbare dienst. Het gaat dus ook niet op om van de pensioenen bij de openbare diensten te besparen om die van de privésector te spijzen.

Dat is geen duurzaam pensioenbeleid.

Onze pensioenen behoren tot de laagste van Europa. Het gemiddelde wettelijke pensioen van een werknemer bedraagt 950 euro voor een man en 710 euro voor een vrouw. Als je weet dat de armoededrempel in België voor een alleenstaande 1.115 euro netto per maand bedraagt1, dan betekent dat dat het gemiddeld wettelijk pensioen een regelrecht armoederisico vormt.

Terwijl men het voortdurend heeft over de ‘onbetaalbaarheid van de pensioenen’, geven we daar in België gemiddeld minder aan uit: 2.400 euro per inwoner tegenover 2.618 euro in Duitsland, 3.408 euro in Frankrijk en 3.157 euro in Nederland.Bovendien, zelfs wanneer de vergrijzing het meest voelbaar zal zijn (in het jaar 2040), zullen we in België niet meer uitgeven aan pensioenen dan onze buurlanden vandaag al doen.

Bovendien is al die heisa over de betaalbaarheid politieke stemmingmakerij. Van alle Europese lidstaten geven enkel Duitsland (39,1%) en Ierland (29,8%) nog minder uit aan pensioenen dan België (40,3% van de sociale uitgaven). De pensioenen zijn perfect betaalbaar alleen moet er een politieke wil zijn om daarin te investeren.

Die is er vandaag met deze neoliberale regering niet. De voorbij jaren was er wel de wil om de patronale bijdragen te verminderen ter waarde van 7,4 miljard euro. Daarmee zou men elke gepensioneerde 300 euro per maand meer hebben kunnen geven.

1 http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/arbeid_leven/eu-silc/armoede/

(2)

2 Het ABVV eist dan ook betere pensioenen door:

- een berekeningspercentage van 75% van het gemiddelde loon (vandaag 60%, tenzij gezinspensioen);

- een minimumpensioen van 1.500 euro per maand;

- een volledig pensioen na een loopbaan van 40 jaar;

- een bijkomende financiering uit kapitaal.

2) Op 67 met pensioen en de discussie zwaar werk

Het eerste wat deze regering besloot te doen, terwijl het in geen enkel partijprogramma was opgenomen was om

de pensioenleeftijd op te trekken naar 67 jaar in 2030 en

 de voorwaarden voor het vervroegd pensioen te verhogen van 62 jaar mits 40 jaar loopbaan naar 63 jaar mits 42 jaar loopbaan.

Op dezelfde dag dat we vaststellen dat de levensverwachting afneemt in 2015, pleit de Hoge Raad voor Werkgelegenheid bovendien voor een versnelde optrekking tot 67 jaar. Het verhogen van de pensioenleeftijd is onrealistisch, wars van alle logica en treft vele werknemers heel snel.

Het verstrengen van de voorwaarden van het vervroegd pensioen maakt de toegang voor vrouwen quasi onmogelijk. De gemiddelde loopbaan van een vrouw is 36,6 jaar. In 2026 kunnen 16% van de vrouwen niet langer op vervroegd pensioen2 maar moeten ze werken tot 66.

In 20153 was de levensverwachting in goede gezondheid 64 jaar voor een vrouw en 64,4 jaar voor een man en dat ging zelfs achteruit voor mannen. Deze regering besliste dus om mensen langer te laten werken dan ze gezond zijn.

De levensverwachting in goede gezondheid verschilt bovendien sterk naar sociale status.

Verschil in gezonde levensjaren ten aanzien van iemand met een diploma hoger onderwijs4

Hoger secundair Lager secundair Lager onderwijs Geen scholing

Mannen 4,8 6,6 9,7 18,6

Vrouwen 5,8 5,1 10,8 18,2

Deze kloof is niet verminderd sinds 1990. Met de realiteit van de mensen wordt in dit pensioenbeleid geen rekening gehouden.

Dat de regering gelijktijdig de pensioenbonus afschafte, die zorgde voor meer pensioen bij langer werken, zette de toon: “de mensen zullen langer werken voor minder pensioen.”

Mensen met zwaar werk blijven nog steeds in de kou staan. Al twee jaar belooft de pensioenminister aanpassingen voor mensen met zwaar werk. En al twee jaar zijn het enkel de vakbonden die voorstellen op tafel leggen om tot een objectief, meetbaar, registreerbaar systeem van belastend werk te komen. Regering en werkgevers willen de discussie niet ten gronde voeren. Hierdoor komt het niet tot een advies van het Nationaal Pensioencomité en heeft de regering vrij spel. We weten wat ze willen en het is voor ons onvoldoende.

Slechts een zeer beperkte groep zal, na 20 jaar belastend werk, één jaar vroeger op pensioen kunnen. 20 jaar voor 1 jaar?! Iemand die 40 jaar zwaar werk deed, zal dus op 65 op pensioen kunnen i.p.v. op 67. Dit is voor ons onvoldoende.

2Analyse van de effecten van de hervorming van de pensioenen en van de werkloosheid met bedrijfstoeslag – Studie Kenniscentrum Pensioenen (Federaal Planbureau)

3 Eurostat, Healthy life years and life expectancy at birth, by sex

4 H. Van Oyen, R. Charafeddine, P. Deboosere, B. Cox, V. Lorant, W. Nusselder ans S. Demarest, Contribution of mortality and disability to the secular trend in health inequality at the turn of century in Belgium, European Journal of Public Health, 2011

(3)

3 Wij vragen niet dat elke functie erkend wordt als zwaar werk. Wij vragen dat er een echte analyse gebeurt van de blootstelling aan wetenschappelijk erkende risicofactoren in vier grote categorieën: fysieke belasting, arbeidsorganisatie, verhoogd veiligheidsrisico en emotionele belasting. Over de duur van de blootstelling, de intensiteit van de blootstelling of de combinatie van diverse factoren om te bepalen wat zwaar werk is, is het nog nooit gegaan. De maat is voor ons vol.

Het ABVV wil dat werknemers op 60 jaar met pensioen kunnen zonder inkomensverlies als zij:

- 35 jaar zwaar werk uitvoerden

- 20 jaar zwaar werk uitvoerden en 40 jaar loopbaan in totaal hebben

Er mag geen negatief effect worden ingevoerd op het pensioenbedrag ingeval van vervroeging (geen malussysteem).

Wil de werknemer met zwaar werk doorwerken dan moet hij hiervoor een beter pensioen krijgen.

Het is voor het ABVV bovendien nodig om een aangepast en soepel eindeloopbaanbeleid uit te stippelen voor werknemers met belastend werk. De regering besloot om de leeftijd en de voorwaarden voor landingsbanen te verstrengen voor oudere werknemers, om hun uitkeringen te verminderen en om hun gelijkstelling voor het pensioen te verminderen. Dit leidt voor het ABVV tot een oneerlijke en onhoudbare eindeloopbaan die vervroegde, volledige uittrede in de hand werkt. Wij willen echt werkbaar werk en geen wendbaar werk.

3) Solidariteit en beschermingsmechanismes worden uit het pensioenstelsel gelicht

De berekeningsvoorwaarden van onze wettelijke pensioenen zijn streng. Je moet 45 jaar loopbaan aantonen om een volledig pensioen te hebben. Dat geldt ook voor het minimumpensioen. Deze strenge voorwaarden werden voor vrouwen gecompenseerd door beschermings- en solidariteitsmechanismes.

Maar met de regering-Michel worden deze beschermings- en solidariteitsmechanismen één voor één afgebouwd.

I. De gelijkgestelde periodes

Om te voldoen aan 45 jaar loopbaan worden periodes waarin werknemers terug moeten vallen op een sociale uitkering, meegeteld voor de pensioenberekening. Niemand kiest er tenslotte voor om zijn werk te verliezen of ziek te worden.

De regering wil echter dat werkzoekenden voor de tweede en derde periode minder pensioen ontvangen. Ook werknemers die in het algemene stelsel van brugpensioen stappen, ontvangen minder pensioen. Deze punten zullen wellicht eerstdaags nog op de tafel van de ministerraad komen.

Van de 394.734 werkzoekende uitkeringsgerechtigden zijn er 144.034 minder dan één jaar werkzoekend5. Dit betekent dat 63,5% van de werkzoekenden het effectief met minder pensioen zullen moeten doen.

De solidariteit van de gelijkgestelde periodes maakt een belangrijk onderdeel uit van de loopbaan van mannen en vrouwen.

5Cijfers RVA werkzoekende UVW jaargemiddelde 2017 op basis van eerste drie maanden

(4)

Bron: Kenniscentrum pensioenen: het belang en de samenstelling van gelijkgestelde periodes in de drie pensioenstelsels – een stand van zaken, mei 2016

Van de gemiddelde loopbaan (42 jaar) bij een man is er 30% gelijkgesteld. Bij vrouwen, met gemiddeld een loopbaan van 36,6 jaar is er 37% gelijkgesteld. Zonder die gelijkstellingen zou hun pensioen dus evenredig verminderen.

De minister van Pensioenen en de regering vonden het niet de moeite om te berekenen wat het pensioenverlies was voor de mensen. Het ABVV deed dat wel:

maandelijks pensioenbedrag maandelijks verlies jaarlijks verlies

1.042 – 1.250 12,25 147

1.251 – 1.458 20,06 240,72

1.459 – 1.666 30,33 363,96

1.667 – 1.875 40,36 484,32

1.876 – 2.083 44,26 531,12

Bron: Federale Pensioendienst

Voor het ABVV moeten periodes van werkloosheid en brugpensioen meetellen voor het pensioen, omdat:

- je nu al een lange loopbaan van 45 jaar moet hebben voor een volledig pensioen;

- vooral vrouwen en jongeren de prijs betalen omdat zij een hoger risico lopen op werkloosheid. Meer dan de helft van de loopbaan van een arbeidster en een kwart van de loopbaan van een bediende bestaat uit werkloosheid;

- je werk verliezen geen dubbele straf mag zijn: op het moment van de werkloosheid en nog eens zoveel jaar later wanneer je met pensioen gaat;

- de zogezegde ‘vrije keuze’ voor werkloosheid vandaag niet meetelt voor je pensioen. Periodes van vrijwillige werkloosheid, dus als je niet actief zoekt naar werk, tellen NIET mee voor de pensioenberekening;

- het contractbreuk is: sociale zekerheid is een verzekering in goede en kwade dagen. Vergelijk het met een brandverzekering: daar is het ook onaanvaardbaar dat je niet vergoed wordt omdat je nog maar één jaar verzekerd bent;

- onze pensioenen al zo laag zijn. Ingrijpen in de gelijkgestelde periodes zal deze nog verder verlagen.

23,1 28,0

5,6

3,4

4,8 5,9

1,0

3,2

2,1

1,5

0,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 35,0 40,0 45,0

VROUW MAN

Samenstelling van de loopbaan van werknemers

arbeid werkloosheid ziekte SWT/brugpensioen niet identificeerbaar

(5)

5 II. Het meetellen van inactiviteit op het einde van de loopbaan

Mensen die vroeg zijn beginnen werken en een loopbaan hebben van meer dan 45 jaar maar op het einde op brugpensioen zijn gezet, hun werk verliezen of ziek worden, ontvangen vandaag een pensioenberekening op basis van de 45 beste jaren. Op die manier wordt het lage inkomen dat die werknemers in hun tienerjaren kregen, gecompenseerd door betere jaren op het einde van de loopbaan.

De regering wil echter werknemers die vroeg zijn beginnen werken, minder pensioen toekennen door de laatste jaren niet meer mee te tellen voor het pensioen.

Op die manier wordt het pensioen niet meer berekend op de 45 beste jaren maar op de 45 eerste jaren. In die eerste jaren lag het inkomen natuurlijk een pak lager. Deze werknemers verliezen hierdoor heel wat pensioen.

pensioenen gelegen tussen verliezen gemiddeld, bruto/maand verliezen gemiddeld, bruto/jaar

833 tot 1.041 113 1.356

1.042 tot 1.249 65 780

1.250 tot 1.450 93 1.116

1.451 tot 1.650 104 1.248

Bron: Federale Pensioendienst

Van de 14.200 werknemers die het eerste jaar getroffen worden (in 2019) door deze maatregel begon 1 op 5 te werken op hun 14de of vroeger. De helft van de verliezers zijn beginnen werken op hun 15de of 16de. Op deze werknemers gaat de regering besparen omdat ze 45 jaar later met brugpensioen, ziek of werkzoekend zijn. 120 miljoen tegen 2020.

Het ABVV eist dat deze maatregel teruggetrokken wordt. Het bestraft mensen die vroeg zijn beginnen werken (vaak laaggeschoolden) en dat is bijzonder onrechtvaardig. Ook dit punt zal wellicht een deze dagen op de tafel van de ministerraad komen.

III. De minimumpensioenen

Er bestaan vandaag drie soorten minimumpensioen:

- het minimumpensioen voor werknemers die 45 jaar loopbaan hebben

- het minimumpensioen voor werknemers die geen 45 jaar loopbaan hebben maar 30 jaar 2/3den gewerkt of gelijkgesteld hebben

- het minimumpensioen voor werknemers die geen 45 jaar loopbaan hebben maar 30 jaar halftijds gewerkt hebben

Deze regering:

- voerde eind vorig jaar een minimumpensioen in voor volledige loopbanen tegen het advies van de sociale partners in het Interprofessioneel akkoord luik welvaartsvastheid. Hierdoor wordt het principe van verzekering en van solidariteit door elkaar gehaald en worden vrouwen benadeeld.

75% van de vrouwen die in 2014 op pensioen gingen, heeft geen volledige loopbaan6. Ook bij de mannen heeft amper 50% een volledige loopbaan. Doordat meer vrouwen een minimumpensioen hebben, zijn zij nog zwaarder getroffen.

- wil tegen volgend jaar

6Berekeningen RVP

(6)

o nog een nieuw minimumpensioen invoeren voor werknemers met 20 jaar effectieve tewerkstelling

o het minimumpensioen verminderen voor deeltijdse werknemers door de voorziene beschermingsmechanismes uit te hollen en het pensioen proportioneel te berekenen.

- heeft de enveloppe voorzien voor de welvaartsaanpassingen in 2017 en 2018 met 40% geknipt, een indexsprong doorgevoerd, het belastingskrediet voor gepensioneerden niet geïndexeerd…

- heeft nog geen enkel werk gemaakt van het engagement om de sociale uitkeringen op te trekken tot boven de armoedegrens. Dit is nochtans noodzakelijk om de bevolking een waardige oude dag te verzekeren. Het armoederisico neemt toe voor gepensioneerden van 12,4 naar 13,3%. Alleenstaande gepensioneerden zelfs een risico dat oploopt tot 17%.

Het ABVV eist:

- een minimumpensioen van 1.500 euro

- een minimumpensioen dat niet discriminerend is voor deeltijdse werknemers en vrouwen en daarom pleiten wij voor één toegangsvoorwaarde en één pensioenberekening:

o de werknemer die 30 jaar halftijds werkt (of gelijkgesteld) opent het recht op het minimumpensioen voor elk jaar waarin minstens halftijds gewerkt (of gelijkgesteld) werd. Op die manier wordt het minimumpensioen duidelijker en biedt het een betere bescherming voor deeltijdse werknemers.

4) Wij willen betere en zekere pensioenen: het puntensysteem beantwoordt daar niet aan

Om de pensioenen te hervormen heb je geen puntensysteem nodig. Dat kan perfect gebeuren binnen ons huidige pensioenstelsel. Dit werd bevestigd door de pensioenadministraties en door de vertegenwoordigers van de minister op het Nationaal Pensioencomité.

Het puntenstelsel zoals het voorligt, voorziet in een automatische bevriezing van het pensioen in het geval van economische, budgettaire, financiële of demografische problemen. Kort gezegd, je zal nog altijd een pensioen ontvangen, maar hoeveel de opgespaarde pensioenpunten waard zullen zijn, hangt af van de regering die op dat moment aan de macht is. En als dat een regering is zoals vandaag, kan dat wel eens flink tegenvallen. Als het bijvoorbeeld dus weer eens fout loopt in de financiële sector en de regering pompt massaal geld in de banken, dan is de kans bijzonder groot dat onze pensioenen daar het slachtoffer van zijn. Of nog, als er meer gepensioneerden zijn, kan men de pensioenen verlagen. Dat betekent dus heel veel onzekerheid en een fundamentele onrechtvaardigheid. Om nog maar te zwijgen van de ongelijkheden dat zo’n systeem met zich mee brengt.

Inhoudelijk bevat het puntensysteem automatismen die als gevolg hebben dat we langer zullen moeten werken voor minder pensioen. Zo wordt er een forse malus (3 à 5% per jaar) toegepast als je vroeger uittreedt (ook voor mensen met zwaar werk).

Ook de vereiste loopbaan om geen bestraffing (malus) te krijgen wordt automatisch opgetrokken in geval van stijgende levensverwachting of “financieel onevenwicht”.

Voor het ABVV is het puntensysteem onaanvaardbaar:

- omdat hierdoor het verzekeringsprincipe in onze sociale zekerheid wordt ondergraven;

- omdat er geen zekerheid over de pensioenleeftijd en het pensioenbedrag wordt gegeven;

- omdat er geen garantie is op een waardig pensioen. Zeker niet omdat de minister alle solidariteitselementen en beschermingsmechanismes afbouwt en sociale akkoorden niet correct uitvoert;

- omdat de omslag naar een nieuw systeem veel zal kosten aan de gemeenschap, net nu er al veel werd geïnvesteerd in een grotere leesbaarheid van de pensioenen (Mypension).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Niet zomaar een hotel, maar één met oneindig veel kamers waar de gasten al- maar van kamer moeten wisselen.. Hij leest namelijk over Hilberts hotel in Logicomix, een beeldroman die

Zou je niet meer in het algemeen moeten constateren dat in de historische sociologie waar jouw hart naar uitgaat, het element van cultuur en 'meaning' vrijwel steeds

Welnu, in dit opzicht heeft Tim zich getoond een karakteristieke vertegenwoordiger van wat de doorsnee-Nederlauder zich van de Groninger pleegt voor te

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

9 Schrock carbene complexes are usually characterised by an early transition metal in a high oxidation state with strong donor and weak π-acceptor ligands (Scheme

De verklarende variabelen in het fixed model waren: − Tijdstip van het protocol − Tijdstip2 − Leeftijd van het kuiken − Leeftijd2 − Conditie van het kuiken − ‘50%-hoogte’

Aldus besloten door de raad yan de gemeente Woer De voorzitt.. ri

Wanneer de vader van diezelfde dochter ’s avonds niet de tijd heeft gevonden om het verjaardagsfeestje te organiseren en dat daarom tijdens zijn werk- uren doet, dan is dat een