• No results found

MONITOR GROTESTEDENBELEID DORDRECHT 1- METING

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "MONITOR GROTESTEDENBELEID DORDRECHT 1- METING"

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MONITOR GROTESTEDENBELEID DORDRECHT

1- METING

conform doelstellingen en indicatoren

>Dordrecht naar 2010/meerjarenontwikkelingsprogramma=

Sociaal Geografisch Bureau gemeente Dordrecht

drs. H. Leijs

A. v.d. Linden

augustus 2002

(2)

Colofon

opdrachtgever: Stads Bestuurs Centrum tekst: Sociaal Geografisch Bureau drukwerk: Stadsdrukkerij informatie: Gemeente Dordrecht

Sociaal Geografisch Bureau (SGB)

Postbus 8

3300 AA DORDRECHT Tel (078) 639 64 65

www.sociaalgeografischbureau.nl

Het overnemen van delen van de tekst is toegestaan onder voorwaarde van duidelijke

bronvermelding.

(3)

INHOUD

1. INLEIDING 1

2. GSB DOELSTELLINGEN 3

GSB doelstelling 1:

Terugdringen structurele werkloosheid en bevorderen arbeidsplaatsen 3 GSB doelstelling 2:

Versterken economische concurrentiepositie van de stad 7 GSB doelstelling 3:

Verbeteren aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt 11 GSB doelstelling 4:

Versterken positie stedelijke woonmilieus op de regionale woningmarkt 15 GSB doelstelling 5:

Verbeteren (fysieke) leefomgeving en leefbaarheid 17 GSB doelstelling 6:

Vergroten bereikbaarheid economische activiteiten

(zowel productie als consumptie) 23

GSB doelstelling 7:

Versterken sociale infrastructuur 27

GSB doelstelling 8:

Verbeteren veiligheid en veiligheid op scholen 33 GSB doelstelling 9:

Duurzaam herstel kwetsbare wijken 37

- Oud-Krispijn 37

- Staart 41

- Noordflank 45

- Wielwijk 49

(4)

1. INLEIDING

In 1998 presenteerde het gemeentebestuur van Dordrecht de ‘Stadsvisie: Dordrecht naar 2010’ en het meerjarenontwikkelingsprogramma. Hierin werd in hoofdlijnen het beleid voor de komende jaren geschetst. In het kader van het grotestedenbeleid werden afspraken gemaakt over het realiseren van de gestelde doelen in 2004 en 2010.

Twee jaar geleden verscheen de o-meting van de Monitor Grotestedenbeleid

1

. Hierin is door het SGB het vertrekpunt vastgelegd om de gewenste voortgang van de inhoud van het ´Werken aan de Visie 2010´ en de uitvoering van het meerjarenontwikkelingsprogramma te kunnen volgen. De doelstellingen van het grotestedenbeleid met de daarbij behorende indicatoren, inclusief streefcijfers voor 2004 en 2010, zijn in deze nulmeting geconcretiseerd. In een convenant met het Rijk zijn de doelen voor 2004 vastgelegd.

Een belangrijke vraag is nu hoe Dordrecht, halverwege de convenantsperiode, er voor staat in het bereiken van de geformuleerde doelstellingen. Om deze vraag te kunnen beantwoorden heeft het SGB de opdracht gekregen om de Monitor Grotestedenbeleid te actualiseren. De resultaten hiervan worden weergegeven in deze 1-meting.

In deze rapportage zijn per GSB-doelstelling de bijbehorende indicatoren geactualiseerd voor het jaar 2001. De Monitor Grotestedenbeleid moet vooral worden beschouwd als een ‘vinger aan de pols’ bij de uitvoering van het beleid: het instrument signaleert ontwikkelingen en waarschuwt bij stilstand of onvoldoende voortgang zodat beleidswijzigingen en/of –intensiveringen kunnen plaatsvinden.

1 Monitor Grotestedenbeleid 0-meting, SGB, oktober 2000

(5)
(6)

GSB doelstelling 1: Terugdringen structurele werkloosheid en bevorderen arbeidsplaatsen

Dordrecht 2004:

- werkloosheidspercentage ligt maximaal 50% boven het landelijk gemiddelde - aantal uitkeringsgerechtigden is t.o.v. 1.1.1999 met 10% gedaald

- afname werkloosheidspercentage met 20% in de wijken Wielwijk en Oud-Krispijn - groei stedelijke werkgelegenheid met tenminste het landelijk percentage (1,2% per jaar) - groeipercentage werkgelegenheid metalelectro ligt 10% boven landelijk gemiddelde

- groeipercentage werkgelegenheid zakelijke dienstverlening en detailhandel/toerisme/recreatie ligt op landelijk gemiddelde - toename van 1.100 banen in de Binnenstad tot 2003

Dordrecht 2010:

- werkloosheidspercentage ligt maximaal 40% boven het landelijk gemiddelde

- groei stedelijke werkgelegenheid met tenminste het landelijk percentage (1,2% per jaar) - aantal uitkeringsgerechtigden is t.o.v. 1.1.1999 met 20% gedaald

- groeipercentage werkgelegenheid zakelijke dienstverlening, detailhandel/toerisme/recreatie en metalelectro ligt 10% boven het landelijk gemiddelde

- toename startende ondernemers is gelijk aan het landelijk gemiddelde

- toename startende allochtone ondernemers met 10%

(7)

4

GSB doelstelling 1 - de ontwikkeling in cijfers:

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen

werkloosheidspercentage ligt maximaal op 50% (in 2004) en 40% (in 2010) boven het landelijk gemiddelde

percentage t.o.v. de beroepsbevolking:

- geregistreerde werkloosheid

- werkloze beroepsbevolking 5,6%

8,1% (=62%

boven landelijk gemiddelde)

3,6%

5,8% (=61%

boven landelijk gemiddelde)

max. 50%

boven landelijk gemiddelde

max. 40%

boven landelijk gemiddelde

1.1.1999 en 1.1.2001

bron: Indicatoren van werkloosheid in Dordrecht (raming SGB)

geregistreerde werkloosheid en werkloze beroepsbevolking Nederland in 2001:

2,5% en 3,6%

aantal uitkeringsgerechtigden is t.o.v.

1.1.1999 gedaald met 10% in 2004 en 20%

in 2010

5.593 4.785 (-14%) 5.040 (-10%)

(-550 t.o.v.

2000, waarvan 170 uit etnische minderheden)

4.500 (-20%) 1.1.1999 en 1.1.2001

bron: Indicatoren van werkloosheid in Dordrecht

uitsplitsing naar etniciteit onbekend (Sociale Dienst)

afname werkloosheidspercentage in 2004 naar 15% voor Wielwijk en 8% voor Oud-Krispijn

- Wielwijk - Oud-Krispijn

19,9%

(19,9%) 14,6%

(12,3%)

12,4%

8,3%

15%

8%

1.1.1997 (1.1.1999) en 1.1.2001 bron: Indicatoren van werkloosheid in Dordrecht

werkzoekenden met inschrijfreden niet werkend; aandeel t.o.v. 15 t/m 64 arigen

(8)

GSB doelstelling 1 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen groei stedelijke werkgelegenheid met

tenminste het landelijk percentage (1,2% per jaar)

47.138 (herberekend naar >= 12 uur per week)

50.510 (+7,2%) (Nederland +13,5%(CBS))

50.100 nieuwe landelijke groeiprognose

1.1.1998 en 1.1.2001 bron: Bedrijvenregister (BIR) arbeidsplaatsen ∃12 uur per week;

aanpassing 0-meting groeipercentage werkgelegenheid metalelectro

ligt in 2004 en 2010 10% boven landelijk gemiddelde

6.034 6.216

(+3,0%) afhankelijk

landelijk beeld afhankelijk

landelijk beeld 1.1.1998 en 1.1.2001

bron: Economisch Ontwikkelings- programma/Bedrijvenregister (BIR) ruime definitie SGB; arbeidsplaatsen ∃15 uur per week (1998) en ∃12 uur per week (2001)

groeipercentage werkgelegenheid zakelijke dienstverlening ligt op landelijk gemiddelde in 2004 en 10% erboven in 2010

6.934 7.231

(+4,3%) (Nederland +19% (CBS))

afhankelijk

landelijk beeld afhankelijk

landelijk beeld 1.1.1998 en 1.1.2001 bron: Bedrijvenregister (BIR) financiële + zakelijke diensten;

arbeidsplaatsen ∃15 uur per week (1998) en ∃12 uur per week (2001)

(9)

6

GSB doelstelling 1 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen groeipercentage werkgelegenheid ligt op

landelijk gemiddelde in 2004 en 10% erboven in 2010 in de:

- detailhandel

- toerisme/recreatie

3.401

943

3.857 (+13%) (Nederland +15% (CBS)) 1.054 (+12%) (Nederland +29% (CBS))

afhankelijk landelijk beeld

afhankelijk landelijk beeld

afhankelijk landelijk beeld

afhankelijk landelijk beeld

1.1.1998 en 1.1.2001 bron: Bedrijvenregister (BIR)

arbeidsplaatsen ∃15 uur p.w. (1998) en

∃12 uur per week (2001)

afbakening toerisme en recreatie zoals in

>Geheim van Holland=: horeca excl.

reissector (ontwikkeling Nederland betreft de hele horecasector) toename van 1.100 banen in de binnenstad

tot 2003

- Historische Binnenstad - 19e Eeuwse Schil - Totaal

5.614 8.276 13.890

5.923

8.793 14.716

(+826) 14.990

(+1.100)

1.1.1998 en 1.1.2001 bron: Bedrijvenregister (BIR) arbeidsplaatsen ∃15 uur p.w.

(1998) en ∃12 uur per week (2001)

toename startende ondernemers is gelijk aan

landelijk gemiddelde in 2010 452 in Nederland 55.584

495 (+10%) in Nederland 63.715 (+15%)

1999, ijkpunt 2001 gaat over 2000 bron: Vereniging Kamers van Koophandel/ISEO

toename startende allochtone ondernemers

met 10% in 2010 52 nb 57 1999

bron: Benchmark gemeentelijk Ondernemingsklimaat (tussenmeting)

(10)

GSB doelstelling 2: Versterken economische concurrentiepositie van de stad

Dordrecht 2004:

- koopkrachtbindingspercentage inwoners Drechtstreek non-food aan Dordrecht neemt toe tot 33%

- 10% toename van bezoekers en omzet in de Binnenstad

Dordrecht 2010:

- groei kansrijke sectoren Dordrecht: metalelectro, toerisme, zakelijke dienstverlening - toename bezoekersfrequentie culturele en uitgaansvoorzieningen

- koopkrachtbindingspercentage inwoners Drechtstreek non-food aan Dordrecht neemt toe tot 36%

- prijsniveau eerste klas commercieel vastgoed (kantoor, bedrijfsruimte, winkel) op gemiddelde G-21

- verbetering benchmarkscores op achterblijvende aspecten

(11)

8

GSB doelstelling 2 - de ontwikkeling in cijfers:

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen groei kansrijke sectoren Dordrecht (zie ook

doelstelling 1)

- metalelectro (ruime definitie SGB) - zakelijke diensten (financiële en zakelijke diensten)

- toerisme (afbakening zoals in >Geheim van Holland=, excl. reissector)

6.034 6.934 943

6.216 (+3,0%) 7.231 (+4,3%) 1.054 (+11,7%)

1.1.1998 en 1.1.2001 bron: Bedrijvenregister (BIR) arbeidsplaatsen ∃15 uur per week (1998) en ∃12 uur per week (2001) Groei geselecteerde kansrijke sectoren is hier in termen van werkgelegenheid uitgedrukt. Groei zou ook in omzet/

winstverwachting kunnen worden gedefinieerd. Hierover zijn geen cijfers beschikbaar.

Binnenstad: 10% toename van bezoekers en omzet in 2004

- aantal bezoekers

- omzet bezoekers binnenstad - omzet detailhandel centrum

3,1 mln.

(waarvan 1,5 mln. voor recreatief winkelen)

193 mln.

505 mln.

nb

nb nb

3,4 mln.

212 mln.

556 mln.

1998

bron: ZKA, economisch impactmodel.

Het betreft hier alleen toeristisch- recreatief bezoek.

Nieuwe meting zal worden gedaan i.k.v Monitor Binnenstad 2001/2002 (passantentellingen, uitgevoerd in september 2001, toont aan dat het aantal winkelende bezoekers in een jaar tijd met 20% is toegenomen)

idem 1999

bron: Koopstromenonderzoek provincie Zuid-Holland; volgende meting in 2004

(12)

GSB doelstelling 2 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen koopkrachtbindingspercentage inwoners

Drechtstreek non-food aan Dordrecht neemt toe tot 33% in 2004 en 36% tot 2010

31% 31% (in 2000) 33% 36% 1999

bron: Koopstromenonderzoek provincie Zuid-Holland; volgende meting in 2004 huurprijsniveau eerste klas commercieel

vastgoed (op het gemiddelde van de G-21 in 2010):

- kantorenmarkt - bedrijfsruimtenmarkt - winkelmarkt

€ 147

€ 50

€ 448

bron: Zadelhoff makelaars; peildatum december 2001

Gemiddelde G21: € 138

Gemiddelde G21: € 51 Gemiddelde G21: € 566

Ontwikkeling Vastgoedmonitor door SGB in 2002

minstens gemiddelde beoordeling (van Dordtse ondernemers) in de benchmark over:

- bereikbaarheid openbaar vervoer - koopzondag

5,2 5,8

6,3 5,9

5,6

6,0

1999

bron: Benchmark gemeentelijk ondernemingsklimaat

Gemiddelde G-30: 6,3 (1999) en 6,5 (2001)

Gemiddelde G-30: 6,2 (1999) en 6,4 (2001)

Ook op overige onderdelen van de benchmark minstens op het landelijk gemiddelde blijven.

(13)
(14)

GSB doelstelling 3: Verbeteren aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt

Dordrecht 2004:

- VBO presteert tenminste op landelijk gemiddelde

- uitstroom beroepsonderwijs sluit beter aan op de regionale arbeidsmarkt - samenwerking VMBO, MBO en arbeidsmarkt

- vermindering aantal moeilijk vervulbare vacatures van 550 naar 300

Dordrecht 2010:

- halvering aantal leerlingen dat voortijdig de school verlaat

- resterende uitvallers worden met maatwerk naar zelfstandigheid en volwassenheid op weg geholpen

- versterken en concentreren onderwijs in de beroepssector

(15)

12

GSB doelstelling 3 - de ontwikkeling in cijfers:

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen VBO presteert tenminste op het landelijk

gemiddelde % geslaagden

in Dordrecht:

87%

(in Nederland 93%)

94%

(in Nederland 95%)

schooljaar 1997/1998 en 2000/2001 bron: Monitor Lokaal Onderwijs/CBS

uitstroom beroepsonderwijs sluit beter aan op

de regionale arbeidsmarkt Volgens de Benchmark gemeentelijk

ondernemingsklimaat is op het thema

‘aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt’

volgens de gemeente zelf tot dusver de minste vooruitgang geboekt (zie

‘Benchmark gemeentelijk ondernemingsklimaat, Resultaten tussenmeting gemeente Dordrecht, juni 2002)

samenwerking VMBO, MBO en arbeidsmarkt Regionaal Overleg Bedrijfsleven

Onderwijs (ROBO); momenteel samenwerking voor de sectoren handel en administratie. In de toekomst uitbreiding overleg naar overige sectoren.

Alleen kwalitatieve uitspraken mogelijk.

(16)

GSB doelstelling 3 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt

2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen verminderlng aantal moeilijk vervulbare

vacatures in 2004 600 100 300 30 september 1999 en 2001

bron: Vacature-enquête (CBS) Alternatief: Volgens de Benchmark gemeentelijk ondernemingsklimaat had 25% van de Dordtse ondernemers in 2001 problemen met het vervullen van de vacatures (zie ‘Benchmark

gemeentelijk ondernemingsklimaat, Resultaten tussenmeting gemeente Dordrecht, juni 2002).

halvering aantal leerlingen dat voortijdig de school verlaat in 2010 in het VO

halvering aandeel leerlingen dat voortijdig de school verlaat in 2010 in het MBO

- Beroepsopleidende Leerweg (BOL) - Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL)

132 (=2,2%)

442 (= 33,4%) 333 (= 42,3%)

124 (=2,2%)

454 (= 37,5%) 332 (= 33,4%)

61

16%

21%

schooljaar 1998/1999 en 2000/2001 bron: Monitor Lokaal Onderwijs schooljaar 1998/1999 en 2000/2001 bron: Monitor Lokaal Onderwijs;

uitstroom zonder startkwalificatie (voortijdig schoolverlater); iemand heeft een startkwalificatie voor de

arbeidsmarkt als tenminste een HAVO- diploma of een diploma MBO op niveau 2 is behaald

(17)
(18)

GSB doelstelling 4: Versterken positie stedelijke woonmilieus op de regionale woningmarkt

Dordrecht 2004

- jaarlijks 5% vermindering instroom lagere en uitstroom hogere inkomensgroepen Tot 2005:

- verkoop 1.800 duurdere huurwoningen (vanaf 1995) - toevoeging 1.600 ouderenwoningen

- opplussen 600 bestaande woningen tot ouderenwoning - toevoegen 3.200 duurdere en dure koopwoningen - aanpak 500 funderingen particuliere woningen - doelen die aantrekkelijkheid stad vergroten

Dordrecht 2010:

- behoud en versterken kwaliteiten in stadsstructuur en landschap - verbeteren en beter in de markt zetten van de woningvoorraad - funderingsproblematiek is opgelost

- verminderen verloedering met 10%

(19)

16

GSB doelstelling 4 - de ontwikkeling in cijfers:

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen - verminderen instroom lagere inkomens

- verminderen uitstroom hogere inkomens

In 2000 negatief saldo van 50 huishoudens:

minus 90 huishoudens met hoog netto inkomen van meer dan f. 5000 p.m.

minus 45 huishoudens met midden netto inkomen van f. 3000 - f. 5000 p.m.

plus 85 huishoudens met laag inkomen tot f. 3000 p.m.

bron: Migratie-onderzoek SGB 2001

verkoop duurdere huurwoningen (2005) 0 0 1.800 Prestatiemeting

toevoegen ouderenwoningen (2005) 0 360 1.600 Prestatiemeting

opplussen bestaande woningen tot

ouderenwoningen 0 125 600 Prestatiemeting

toevoegen duurdere en dure koopwoningen 0 550 3.200 Prestatiemeting

aanpak funderingen particuliere woningen 0 67 (gereed op

1 juli 2002) 500 Prestatiemeting Aantal afgegeven

beschikkingen tot 1.1.2002: 137 bron: SO/beheer en inrichting stadsdelen aandeel lagere inkomens ten westen van N3

aantal huishoudens met netto besteedbaar inkomen ten westen van N3:

- laag (<27.300):

- midden (27.300-37.200):

- hoog (>37.200):

34,1%

7890 4260 10950

nb

nb nb nb

-2%

6.890 4.760 11.450

1998

bron: Woningbehoefte Onderzoek Drechtsteden (WBO); het WBO wordt herhaald, de vraag is of ook onderscheid tussen gebieden mogelijk is, hangt af van deelname aan oversampling, enquête in 2002, rapport in 2003

(20)

GSB doelstelling 5: Verbeteren (fysieke) leefomgeving en leefbaarheid

Dordrecht 2004:

- verbeteren indicatie verloedering met 2%

- verbetering indicatie duurzaam herstel wijken (zie doelstelling 9)

- afname verkeersoverlast met 10% in gebieden met hoogste scores (Binnenstad, Noordflank, Oud-Krispijn en Het Reeland) - geactualiseerde milieudoelstellingen 2010

- in 2002 maximaal 12% gehinderde stank

- totaalbeeld bodemverontreinigingsproblematiek is gereed

- beperking drinkwatergebruik in 2000: nieuwe woning 90l/pppd en bestaande woning 10% pppd - in 2000 uitstootbeperking van 95.800 ton CO2 t.o.v. 1991 (20%)

Dordrecht 2010:

- verbeteren indicatie verloedering met 10%

- verbeteren tevredenheid groen- en speelvoorzieningen in genoemde wijken met 25%

- milieu:

- 100% woningen A-lijst zijn t.a.v. geluid gesaneerd (251) - aan grenswaarden lucht en stank wordt voldaan

- aan grenswaarde individueel risico voor inrichtingen en transport gevaarlijke stoffen weg/rail/water wordt voldaan

(21)

18

GSB doelstelling 5 - de ontwikkeling in cijfers:

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen verbeteren score verloedering in 2005 met

2% (score van 4,4) en in 2010 met 10%

(score van 4,0)

4,5 (4,5) 5,2 4,4 4,0 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid indicatorscore=schaalscore van 0 t/m 10 (hoe hoger, hoe slechter)

afname verkeersoverlast met 10% in 2004 in gebieden met hoogste scores

(bovengemiddeld) - Dordrecht (gemiddeld) - Binnenstad

- Noordflank - Oud-Krispijn - Het Reeland

3,2 (3,0) 4,5 (5,0) 4,4 (4,2) 3,4 (3,0) 3,6 (3,3)

3,4 4,7 4,9 3,7 3,6

4,1 4,0 3,1 3,2

najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid indicatorscore=schaalscore van 0 t/m 10 (hoe hoger, hoe slechter)

verbetering tevredenheid groen- en speelvoorzieningen in wijken met 25% in 2010

groenvoorzieningen:

- Dordrecht (gemiddeld) - Noordflank

- Oud-Krispijn - Staart - Wielwijk

speelvoorzieningen:

- Dordrecht (gemiddeld) - Noordflank

- Oud-Krispijn - Staart - Wielwijk

69% (71%) 53% (54%) 60% (64%) 74% (83%) 77% (76%)

40% (38%) 38% (43%) 27% (24%) 33% (29%) 36% (40%)

59%

46% 60%

68% 54%

36%

30% 29%

32% 31%

66% 75%

92% 96%

48% 34%

41% 45%

najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid aandeel inwoners dat (zeer) tevreden is over groen- en speelvoorzieningen in de wijk

(22)

GSB doelstelling 5 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0-meting) bron/opmerkingen rapportcijfer kwaliteit woonomgeving

- Dordrecht (gemiddeld) - Noordflank

- Oud-Krispijn - Staart - Wielwijk

7,0 (7,0) 6,8 (6,6) 5,9 (6,5) 6,5 (6,4) 5,9 (6,2)

7,0 6,4 6,3 6,2 5,7

gedurende herstructurering score in de 4 intensieve wijken handhaven

najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid rapportcijfer

oude Raamnota Milieu, in 2000:

- max. 12% verminderen stank - beperken drinkwatergebruik nieuwe woningen 90 l/pppd; bestaande woningen 10% pppd

- uitstootbeperking van 95.800 ton CO2 t.o.v.

1991 (20%)

- woningen A-lijst gesaneerd t.a.v. geluid

. .

4.790.000 ton teruggerekend

nb nb

nb nb

4.694.200 ton (2000)

100% (251) gesaneerd

oude Raamnota Milieu oude Raamnota Milieu geen watermeters

1991; oude Raamnota Milieu oude Raamnota Milieu

(23)

20

GSB doelstelling 5 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0-meting) bron/opmerkingen Aanvullingen t.o.v. oude Raamnota Milieu in concept

Milieu- en Leefomgevingsbeleid 2001-2005, september 2000

Stank

Doelstelling 2010:

aantal gevallen van ernstige hinder=0 Indicatoren:

- aantal stankgehinderden ingedeeld naar wijken - aantal stankklachten ingedeeld naar bron

Bodem Doelstelling:

Vóór 2023 dienen alle gevallen van ernstige bodemveront- reiniging beheerst te zijn

Water

Doelstelling 2000-2004:

Het aanwezig en beschikbaar zijn van water in de gewenste vorm, hoeveelheid en kwaliteit. In de ontwikkeling van het stedelijk waterplan voor Dordrecht worden de provinciale doelen gevolgd.

- voorkomen verontreiniging en voldoen aan de basiskwaliteit;

- duurzaam waterbeheer: opstellen waterkanskaarten t.b.v. afstemmen waterbeheer met de ruimtelijke ordening en meer waterberging (landelijk gebied 4%, stedelijk gebied 10% open water, respectievelijk 20%- 30% in nieuwe gebieden)

205

256 (in 2000) 84 locaties (ernstig urgent en ernstig niet urgent)

1998;

bron: Milieu Monitor Dordrecht 2001

bron: Mileu Monitor Dordrecht 2001

bron: Milieu Monitor Dordrecht 2001;

nog geen indicatorgegevens beschikbaar

(24)

GSB doelstelling 5 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0-meting) bron/opmerkingen Afval

Doelstelling:

Voor huishoudelijk afval gelden de landelijke doelstellingen van het Afval Overleg Orgaan (AOO).

Hergebruik aangeboden huishoudelijke afvalstoffen

Indicatoren:

- percentage van het totale aanbod van huishoudelijk afval dat gescheiden wordt ingezameld

- aantal kg per inwoner(tussen haakjes de landelijke schei- dingsdoelstellingen):

- gft (75) - glas (25) - papier (89) - textiel (5) - kca (2,5) Duurzaam bouwen Doelstelling:

het bereiken van niveau B van de checklists DuBO bij nieuwbouw en renovatie van woningen en utiliteitsbouw

60% in 2000

35,1%

B-score (2,37)

nb

52,4 15,6 51,6 2,5 1,0

nb

toekomstig percentage nog nader te bepalen; is dit inmiddels gebeurd?

1998

bron: Milieu Monitor Dordrecht 2001 Gemiddelde over 2000/2001 bron: Milieu Monitor Dordrecht 2001

(25)
(26)

GSB doelstelling 6: Vergroten bereikbaarheid economische activiteiten (zowel productie als consumptie)

Dordrecht 2004:

- bereikbaarheid van de Binnenstad

Dordrecht 2010:

- bereikbaarheid van de Binnenstad verbetert - veranderen modal split:

- auto van 40% naar 30%

- openbaar vervoer van 7% naar 9%

- fiets van 35% naar 43%

- benutting knooppunten van infrastructuur

(27)

24

GSB doelstelling 6 - de ontwikkeling in cijfers:

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0-meting) bron/opmerkingen bereikbaarheid binnenstad verbetert

Alternatief: rapportcijfers van Dordtse ondernemers voor:

- bereikbaarheid per auto

- bereikbaarheid per openbaar vervoer

35 (score)

7,0 5,1

nb

6,6 6,3

1997

bron: Onderzoek Hoofdbedrijfsschap Detailhandel, checklist bereikbaarheid stadscentrum

1999 en 2001

bron: Bechmark gemeentelijk ondernemingsklimaat

Opinies winkelend publiek:

a. de bereikbaarheid van Dordrecht-centrum met de auto is niet slechter dan die van andere stadscentra

b. bij een bezoek aan Dordrecht-centrum kan ik de auto goed parkeren

c. de bereikbaarheid van Dordrecht-centrum met het openbaar vervoer is verslechterd d. de bereikbaarheid van Dordrecht-centrum met het openbaar vervoer is verbeterd

eens/neutraal 64% 10%

54% 9%

58% 6%

35% 9%

nb eind 1997

bron: Passantenenquête

in 2002 volgende passantenenquête met genoemde stellingen (i.k.v. Monitor Binnenstad 2001/2002)

Opinies toeristisch bezoeker:

a. bereikbaarheid Dordrecht - rapportcijfer

- % onvoldoende

b. parkeermogelijkheden Dordtse binnenstad - rapportcijfer

- % onvoldoende

7,8 4%

6,8 17%

nb

nb

diverse metingen >Geheim van Holland=;

laatste meting in 1998

(28)

GSB doelstelling 6 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen veranderen modal split 40% (auto)

7% (OV) 35% (fiets)

51% (auto) 5% (OV) 27% (fiets)

30% (auto) 9% (OV) 43% (fiets)

1996 Bron: SGB

benutting knooppunten van infrastructuur ? Prestatiemeting

Alternatief: verdichting rond knooppunten; zie nulmeting Monitor Stedelijke Vernieuwing)?

(29)
(30)

GSB doelstelling 7: Versterken sociale infrastructuur

Dordrecht 2004:

- verschil waardering voorzieningenniveau Dordrecht t.o.v. gemiddeld G-21 is gehalveerd - leefbaarheidsscore achterstandswijken is met gemiddeld 10% verbeterd

- leefbaarheidsscore stad is verhoogd met 5%

- uitval cursisten zonder KSE2-niveau is gereduceerd tot 20%

- wachtlijst Taalschool is weggewerkt

- elke inburgeraar stroomt binnen een jaar uit naar werk of educatief traject - sluitende aanpak signalering en hulpverlening 0-16 jarigen

- 75% jeugd tevreden over ruimte in de buurt - bereik peuterwerk naar 70%

- verschil in percentage ouderen, gehandicapten en migranten in sociaal isolement per wijk is t.o.v. stedelijk gemiddelde gehalveerd

- aantal huishoudens onder armoedegrens is met 25% gedaald - bestaande capaciteit opvangvoorzieningen bereikt 5% meer cliënten Dordrecht 2010:

- halvering aantal leerlingen dat voortijdig onderwijs verlaat; voor resterende uitvallers wordt maatwerk geleverd - zorg voor een adequate basisinfrastructuur en waardering voorzieningenniveau tenminste op gemiddeld niveau G-21 - leefbaarheidsscore Dordrecht op gemiddeld niveau G21

- verkleinen onderwijsachterstand bij entree basisschool, m.n. allochtonen - vergroten deelname jeugdactiviteiten middels versterking aanbod op wijkniveau - elke oudkomer/opvoeder beheerst Nederlands op KSE2-niveau

- sluitende aanpak signalering en hulpverlening 0-16 jarigen - deelname 200 kinderen per dag aan naschoolse opvang - afname sociaal isolement met 20%

- percentage sociaal geïsoleerde ouderen/allochtonen/alleenstaande ouders ligt op het lokaal gemiddelde

(31)

28

GSB doelstelling 7 - de ontwikkeling in cijfers:

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen terugdringen voortijdige schoolverlaters zie doelstelling

3 -25% -50% uitstroom zonder startkwalificatie

zie doelstelling 3

stijging kengetal sociale samenhang 5,3 (5,4) 6,0 landelijk

gemiddelde najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid indicatorscore: schaalscore van 0 t/m 10 (hoe lager, hoe slechter)

verschil waardering voorzieningenniveau Dordrecht t.o.v. gemiddelde

G-21 is gehalveerd

6,7 (6,7) 6,5 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Voor uitsplitsing per voorziening in leefbaarheid wordt verwezen naar de leefbaarheidsmonitor.

Gemiddelden G-21 gemeenten niet beschikbaar

vergroten deelname jeugdactiviteiten middels

versterking aanbod wijkniveau Thuis op Straat in Krispijn wordt

vanwege succes uitgebreid naar Wielwijk; het Bus-project voor hangjongeren in Sterrenburg, Stadspolders en Dubbeldam; (tijdelijke Graffity muur; verhuizing van JIP (nu met ontmoetingsruimte voor de jeugd);

evenement Dordt del Mar; Zomerspecial voor de jeugd in de buurthuizen (diverse activiteiten-aanbod); uitbreiding jongerenwerkers en aanstelling assistent jongerenwerkers bij de DWO

(32)

GSB doelstelling 7 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen leefbaarheid (rapportcijfer) in intensieve

wijken is in 2004 met gemiddeld 10%

verbeterd - Noordflank - Oud-Krispijn - Staart - Wielwijk

6,7 (6,6) 5,7 (6,3) 6,4 (6,2) 5,9 (6,3)

6,2 6,3 6,2 5,7

7,4 6,3 7,0 6,5

najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid rapportcijfer. Zie ook doelstelling 5 m.b.t. het verbeteren van de fysieke leefomgeving en leefbaarheid.

leefbaarheid (rapportcijfer) in de stad is

verhoogd met 5% in 2004 6,8 (6,9) 6,8 7,2 leefbaarheids-

score op gem.

niveau G21

najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid rapportcijfer

bereik peuterwerk naar 70% in 2004 55% 59% 70% 1999

bron: Onderwijs en Welzijn(Jaarverslag Leerplicht)

75% jeugd tevreden over ruimte in de buurt in 2004

- 12-17 jaar - 18-22 jaar - 12-22 jaar

36% 44%

40%

45% 44%

45%

75%

medio 1999 en 2001 bron: Jongerenmonitor

Mate waarin jongeren vinden dat er in hun buurt voldoende voorzieningen zijn voor hun leeftijd (genoeg en gaat wel) 75% jeugd positief over uitgaans-

voorzieningen in de stad in 2004 - 12-17 jaar

- 18-22 jaar - 12-22 jaar

57% 50%

54%

75% 64%

70%

75%

medio 1999 en 2001 bron: Jongerenmonitor

Mate waarin jongeren vinden dat er in Dordrecht genoeg te doen is voor jongeren van hun leeftijd (ja, en gaat wel)

(33)

30

GSB doelstelling 7 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen uitval cursisten zonder KSE2-niveau is

gereduceerd tot 20% in 2004 49% (78%) 74% (2000) 20% 1998 (1999) en 2000

bron: Monitor Lokaal Onderwijs in de periode 1.1.2000 tot 31.12.2000 zijn 237 personen zonder KSE2-niveau uitgestroomd. Dit is 74% op een totale uitstroom van 320 personen.

wachtlijst taalschool is weggewerkt in 2004 655

(februari 1999)

371

(31.12.1999) 0

(31.12.2001) 0 bron: Onderwijs en Welzijn

Per 31 december 2001 is de wachtlijst weggewerkt. Diegenen op de wachtlijst, die ofwel geen uitkering ontvangen en waarop de Sociale Dienst als zodanig geen enkel zicht heeft, ofwel diegenen, die niet op oproepen gereageerd hebben, zijn van de wachtlijst afgevoerd (Voortgangsrapportage >Van wachtlijst naar werklijst Taalschool=, Sociale Dienst, Bureau Beleid en

Contractbeheer, februari 2002) elke inburgeraar stroomt binnen jaar uit naar

werk of educatief traject In het kader van Task force inburgering

wordt inburgeraar gedefinieerd als

>werkzoekende nieuwkomer of oudkomer=. WIN-traject van 1 jaar waarna doorleiding naar werk of educatief traject. Onderscheid maken in kostwinners en niet-kostwinners (niet- kostwinners hoeven niet te werken).

Wellicht binnenkort cijfers hierover.

(34)

GSB doelstelling 7 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen sluitende aanpak signalering en hulpverlening

0-16 jarigen is gerealiseerd April 2002: Sluitende aanpak signalering

is gerealiseerd. MDT=s voor 4-jarigen, basisonderwijs en VMBO. Overgang gegarandeerd d.m.v.

overdrachtsformulier (peuterB> basis) en portfolie naar VMBO. Uitbreiding voor HAVO/VWO wordt overwogen.

Bron: Onderwijs en Welzijn

deelname kinderen aan naschoolse opvang 0 880,64 31.12.1996/1998 en 31.12.2001

In het kader van de doelstelling

‘Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang’ moeten er per 31.12.2002 629,8 kindplaatsen BSO/DOV zijn gerealiseerd (voor BSO t.o.v. 1996 en voor DVO t.o.v. 1998).

Doelstelling is dus inmiddels gehaald.

Bron: Onderwijs en Welzijn

afname sociaal isolement met 20% tot 2010 15% 17% 12% medio 1999 en 2001

bron: Monitor Sociale Staat van Dordrecht

Percentage inwoners van 18 jaar en ouder dat in sociaal isolement leeft

% sociaal geïsoleerd onder:

- ouderen

- éénpersoonshuishoudens - alleenstaande ouders - allochtonen

12%

30% 21%

30%

15%

29% 28%

40%

verschil t.o.v.

stedelijk gemiddelde per wijk gehalveerd

op stedelijk

gemiddelde medio 1999 en 2001

bron: Monitor Sociale Staat van Dordrecht

Uitsplitsing naar wijk niet mogelijk

(35)

32

GSB doelstelling 7 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen aantal huishoudens onder armoede grens met

20% gedaald 11,3% 11,5% 9,0% (=-20%) 1998 en 1999

bron: Regionaal inkomensonderzoek (CBS) aandeel huishoudens met een inkomen onder of rond het sociale minimum bestaande capaciteit opvangvoorzieningen

bereikt 5% meer cliënten

- laagdrempelige opvang (slaaphuis) - sociaal pension

- crisisopvang (inclusief voor kinderen) - 24 uursopvang

- begeleide woonvormen

119% (25 plaatsen) 106% (25 plaatsen) 114% (35 plaatsen) 99% (62 plaatsen) 108% (45 plaatsen)

121% (25 plaatsen) 107% (18 plaatsen) 106% (35 plaatsen) 96% (44 plaatsen) 109% (58 plaatsen)

+5% 1998 en 2000

bron: Maatschappelijke opvang in Dordrecht en omgeving in beeld, SGB, juni 2002)

bezettingsgraad

(=overnachtingen/capaciteit)

(36)

GSB doelstelling 8: Verbeteren veiligheid en veiligheid op scholen

Dordrecht 2004:

- subjectieve veiligheid verbeterd met 5%

- slachtofferschap gedaald met 5%

- aangiftebereidheid gestegen met 5%

- drugsoverlast Binnenstad gedaald met 5%

- 60% van de jeugd voelt zich veilig

- aantal jeugdige delictplegers gedaald met 5%

- minder dan 25% recidive 12-minners binnen een jaar - wapenbezit onder Dordtse scholieren gedaald tot 5%

Dordrecht 2010:

- minder drugs gerelateerde overlast - minder jeugdcriminaliteit - minder geweld rond de horeca - minder agressief verkeersgedrag

- geen verschil in aandeel delinquentie tussen allochtone en autochtone jeugd

(37)

34

GSB doelstelling 8 - de ontwikkeling in cijfers:

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0-meting) bron/opmerkingen subjectieve veiligheid verbeterd met 5% in

2004 59% (54%) 62% 62% najaar 1997 (1999) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid indicator: aandeel bewoners dat zich weleens veilig voelt

slachtofferschap gedaald met 5% in 2004

delictsoort:

- inbraak en poging daartoe - autodelict

- fietsendiefstal - geweld - vernieling

34% (28%)

8,5%

24,7%

13,9%

6,3%

27,2%

nb

9,0%

24,6%

11,8%

7,8%

33,5%

32% 1997 (1999)

bron: Politiemonitor Bevolking is te algemeen en daarmee slecht meetbaar (notitie OOV); meetbaarheid is per delictsoort

Het betreft gerapporteerd slachtofferschap gedurende de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtering.

aangiftebereidheid gestegen met 5% in 2004 37,5% nb 39,4% 1999

bron: Politiemonitor Bevolking; geen cijfers op niveau Dordrecht beschikbaar (zie notitie OOV)

drugsoverlast gedaald met 5% in 2004 - vaak overlast

- soms overlast 9% (12%)

15% (18%) 9%

18% 9%

14%

najaar 1997 (1999) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid (het voorkomen van drugsoverlast in Dordrecht per wijk)

60% van de jeugd (12-17 jaar) voelt zich veilig in 2004

- overdag

- >s avonds 50%

39% 59%

36% 60%

medio 1999 en 2001 bron: Jongerenmonitor

(38)

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen aantal jeugdige delictplegers gedaald met 5%

in 2004

aantal jeugdige delictplegers 12-24 jr.

aantal minderjarige gehoorde verdachten van 12 t/m 17 jaar

aandeel tov totaal 12 t/m 17 jarigen

770

613 7,2%

nb

nb

4,9% (in 2000)

730 bron: Ministerie van Justitie; geen eenduidige meetgegevens (zie notitie OOV)

1998

bron: Jaarboek Grotestedenbeleid vermindering met 25% recidive 12-minners

binnen een jaar in 2004 12% nog op te

vragen bij de politie

9% 1998 en 1999

bron: Lijstenfuncties BPS; Politie Zuid- Holland Zuid

Over het gemiddelde van de jaren 1998 en 1999 is er sprake van ruim 12%

recidive bij jongeren die de leeftijd van 12 jaar nog niet hadden bereikt

Is niet te meten (zie notitie OOV) wapenbezit onder Dordtse scholieren gedaald

tot 5% in 2004 10% (7%) 12-17 jr: 4%

18-22 jr: 6%

12-22 jr: 5%

5% medio 1998 (1999) en 2001

bron: Jongerenminitor

Percentage jongeren dat wapen bij zich heeft gedragen in afgelopen 12 maanden

minder geweld rond horeca 3% (2%) 2% najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Íntimidatie of bedreiging rond horeca (%)

(39)

36

GSB doelstelling 8 - de ontwikkeling in cijfers (vervolg):

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen

minder agressief verkeersgedrag 4,2 (4,1) 4,2 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Indicatorscore verkeersveiligheid (score hoe hoger, hoe slechter), opgebouwd uit de verkeersproblemen: agressief verkeersgedrag, te hard rijden, aanrijdingen

(40)

GSB doelstelling 9: Duurzaam herstel kwetsbare wijken

Oud-Krispijn 2004

- de werkloosheid moet met 20% zijn afgenomen evenredig verdeeld over autochtonen en allochtonen - minimaal 70% van de Antilliaanse jongeren moet deelnemen aan een onderwijs- of arbeidstraject - het percentage sociaal geïsoleerde ouderen en alleenstaande ouders is gehalveerd

- het aantal huishoudens onder de armoedegrens is met 20% gedaald - de subjectieve veiligheid is met 5% verbeterd

- in 2005 moet de instroom van lagere inkomensgroepen en de uitstroom van hogere inkomensgroepen verminderd zijn, strevend naar een verbetering van 5% per jaar

- eind 2000 moeten 75 werklozen zijn geactiveerd

Oud-Krispijn 2010

- de verkeersoverlast moet in 5 jaar tijd met 10% verminderd zijn - op het punt van verloedering moet de score met 10% verbeterd zijn

- de tevredenheid over groen- en speelvoorzieningen moet met 25% zijn toegenomen

- is het percentage sociaal geïsoleerde ouderen en alleenstaande ouders lokaal gemiddeld

(41)

38

Oud-Krispijn

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen op het punt van verloedering moet de score

met 10% verbeterd zijn in 2010 5,4 (5,2) 5,9 5,2 4,9 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Indicatorscore= schaalscore van 0 t/m 10 (hoe hoger, hoe slechter)

moet de tevredenheid over groen- en speelvoorzieningen in 2010 met 25% zijn toegenomen

- groenvoorzieningen

- speelvoorzieningen 60% (64%)

27% (24%) 60%

29% 75%

34%

najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid

Aandeel bewoners dat (zeer) tevreden is over voorziening

de verkeersoverlast moet in 2004 met 10%

zijn verminderd 3,4 (3,0) 3,7 3,1 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Indicatorscore=schaalscore van 0 t/m 10 (hoe hoger, hoe slechter)

moet de werkloosheid zijn afgenomen naar 8% in 2004, evenredig verdeeld over autochtonen en allochtonen

14,6%

(12,3%) 8,3% 8% 1.1.1997 (1.1.1999) en 1.1.2001

bron: Indicatoren van werkloosheid in Dordrecht

Werkzoekenden met inschrijfreden >niet werkend=, aandeel t.o.v. 15 t/m 64 jarigen

(42)

Oud-Krispijn (vervolg)

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen minimaal 70% van de Antilliaanse jongeren

moet deelnemen aan een onderwijs- of arbeidstraject in 2004

nb Is nog niet meetbaar gemaakt

is het percentage sociaal geïsoleerde ouderen

en alleenstaande ouders gehalveerd in 2004 nb bron: Monitor Sociale Staat van

Dordrecht

Wordt stedelijk gemeten; niet per wijk is het aantal huishoudens onder de

armoedegrens met 20% gedaald in 2004 nb nader onderzoek noodzakelijk: DSD

adviseert onderzoek naar aantal huishoudens op bijstandsniveau

Alternatief: wachten op Regionaal inkomensonderzoek 2000 van CBS is de subjectieve veiligheid met 5% verbeterd

in 2004 50% (36%) 55% 54% najaar 1997 (1999) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Aandeel bewoners dat zich weleens veilig voelt

in 2005 moet de instroom van lagere inkomensgroepen en de uitstroom van hogere inkomensgroepen verminderd zijn, strevend naar een verbetering van 5% per jaar

nb Migratie-onderzoek SGB heeft alleen

betrekking op stadsniveau Het betreft een gemeentelijke doelstelling

eind 2000 moeten 75 werklozen geactiveerd

zijn niet gemeten nb Bron: Wijkbureau/Sociale dienst

Sinds 1 april 2002 operationeel voor 5 intensieve wijken; nog

geen resultaten beschikbaar

rapportcijfer kwaliteit woonomgeving 5,9 (6,5) 6,3 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Rapportcijfer

(43)

40

Oud-Krispijn (vervolg)

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen

sociale samenhang 4,8 (5,2) 5,8 5,3 landelijk

gemiddelde najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Indicatorscore=schaalscore van 0 t/m 10 (hoe lager, hoe slechter)

(44)

Staart 2004

- de subjectieve veiligheid moet met 5% zijn verbeterd

- minimaal 70% van de Antilliaanse jongeren moet deelnemen aan een onderwijs- of arbeidstraject - het percentage sociaal geïsoleerde ouderen en alleenstaande ouders is gehalveerd

Staart 2010

- moet de tevredenheid over groen- en speelvoorzieningen met 25% zijn toegenomen

- is het percentage sociaal geïsoleerde ouderen en alleenstaande ouders lokaal gemiddeld

(45)

42

Staart

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen op het punt van verloedering moet in 2010 de

score met 10% verbeterd zijn 4,3 (4,5) 4,9 4,1 3,9 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Indicatorscore=schaalscore van 0 t/m 10 (hoe hoger, hoe slechter)

moet in 2010 de tevredenheid over groen- en speelvoorzieningen met 25% zijn toegenomen - groenvoorzieningen

- speelvoorzieningen

74% (83%)

33% (29%)

68%

32%

in 1999 hoog tov stedelijk gemiddelde 41%

najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Aandeel bewoners dat (zeer) tevreden is over voorziening

is de subjectieve veiligheid met 5% verbeterd

in 2004 50% (57%) 53% 54% najaar 1997 (1999) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Aandeel bewoners dat zich weleens veilig voelt

minimaal 70% van de Antilliaanse jongeren moet deelnemen aan een onderwijs- of arbeidstraject in 2004

nb Is nog niet meetbaar gemaakt

(46)

Staart

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen is het percentage sociaal geïsoleerde ouderen

en alleenstaande ouders gehalveerd in 2004 nb bron: Monitor Sociale Staat van

Dordrecht

Wordt stedelijk gemeten; niet per wijk

rapportcijfer kwaliteit woonomgeving 6,5 (6,4) 6,2 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Rapportcijfer

sociale samenhang 4,7 (4,4) 5,5 5,2 landelijk

gemiddelde najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Indicatorscore=schaalscore van 0 t/m 10 (hoe lager, hoe slechter)

(47)
(48)

Noordflank 2004

- de instroom van lagere inkomensgroepen en de uitstroom van hogere inkomensgroepen moet verminderd zijn, strevend naar een verbetering van 5% per jaar

- de subjectieve veiligheid moet met 5% zijn verbeterd

- minimaal 70% van de Antilliaanse jongeren moet deelnemen aan een onderwijs- of arbeidstraject - het percentage sociaal geïsoleerde ouderen en alleenstaande ouders is gehalveerd

Noordflank 2010

-

op het punt van verloedering moet de score met 10% verbeterd zijn

- moet de tevredenheid over groen- en speelvoorzieningen met 25% zijn toegenomen

- is het percentage sociaal geïsoleerde ouderen en alleenstaande ouders lokaal gemiddeld

(49)

46

Noordflank

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen op het punt van verloedering moet in 2010 de

score met 10% verbeterd zijn 4,8 (4,5) 5,1 4,5 4,3 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Indicatorscore=schaalscore van 0 t/m 10 (hoe hoger, hoe slechter)

moet in 2010 de tevredenheid over groen- en speelvoorzieningen met 25% zijn toegenomen - groenvoorzieningen

- speelvoorzieningen

53% (54%) 38% (43%)

46%

30%

66%

48%

najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Aandeel bewoners dat (zeer) tevreden is over de voorziening

moet instroom van lagere en uitstroom van hogere inkomens-groepen verminderd zijn, strevend naar een verbetering van 5% per jaar

nb Migratie-onderzoek SGB heeft alleen

betrekking op stadsniveau

is de subjectieve veiligheid met 5% verbeterd

in 2004 53% (49%) 49% 56% najaar 1997 (1999) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Aandeel bewoners dat zich weleens veilig voelt

minimaal 70% van de Antilliaanse jongeren moet deelnemen aan een onderwijs- of arbeidstraject in 2004

nb Is nog niet meetbaar gemaakt

(50)

Noordflank (vervolg)

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen is het percentage sociaal geïsoleerde ouderen

en alleenstaande ouders gehalveerd in 2004 nb bron: Monitor Sociale Staat van

Dordrecht

Wordt stedelijk gemeten; niet per wijk

rapportcijfer kwaliteit woonomgeving 6,8 (6,6) 6,4 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid rapportcijfer

sociale samenhang 5,0 (4,4) 5,7 5,5 landelijk

gemiddelde najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Indicatorscore=schaalscore van 0 t/m 10 (hoe lager, hoe slechter)

(51)
(52)

Wielwijk 2004

- de verkeersoverlast is met 10% verminderd - de subjectieve veiligheid is met 5% verbeterd

- minimaal 70% van de Antilliaanse jongeren moet deelnemen aan een onderwijs- of een arbeidstraject - het aantal huishoudens onder de armoedegrens is met 20% gedaald

- de werkloosheid moet met 20% zijn afgenomen, evenredig verdeeld over autochtonen en allochtonen

- de instroom van lagere inkomensgroepen en de uitstroom van hogere inkomensgroepen moet verminderd zijn, strevend naar een verbetering van 5% per jaar

- in december 2000 zijn er 300 langdurig werklozen geactiveerd met een plaatsingsdoelstelling van 65%

Wielwijk 2010

- op het punt van verloedering moet de score met 10% verbeterd zijn

- is het percentage sociaal geïsoleerde ouderen en alleenstaande ouders lokaal gemiddeld

(53)

50

Wielwijk

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen op het punt van verloedering moet in 2010 de

score met 10% verbeterd zijn 5,8 (5,6) 6,2 5,5 5,2 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Indicatorscore=schaalscore van 0 t/m 10 (hoe hoger, hoe slechter)

moet in 2010 de tevredenheid over groen- en speelvoorzieningen met 25% zijn toegenomen - groenvoorzieningen

- speelvoorzieningen

77% (76%)

36% (40%)

54%

31%

in 1999 al hoog t.o.v.

stedelijk gemiddelde 45%

najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Aandeel bewoners dat (zeer) tevreden is over de voorziening

de verkeersoverlast moet met 10%

verminderd zijn in 2004 3,2 (3,2) 3,8 2,9 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid

Indicatorscore=schaalscore van 0 t/m 10 (hoe hoger, hoe slechter)

is de subjectieve veiligheid met 5% verbeterd

in 2004 61% (47%) 55% 64% najaar 1997 (1999) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Aandeel bewoners dat zich weleens veilig voelt

(54)

Wielwijk (vervolg)

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen minimaal 70% van de Antilliaanse jongeren

moet deelnemen aan een onderwijs- of arbeidstraject in 2004

nb Is nog niet meetbaar gemaakt

is het percentage sociaal geïsoleerde ouderen

en alleenstaande ouders gehalveerd in 2004 nb bron: Monitor Sociale Staat van

Dordrecht

Wordt stedelijk gemeten; niet per wijk is het aantal huishoudens onder de

armoedegrens met 20% gedaald in 2004 nb nader onderzoek noodzakelijk. DSD

adviseert onderzoek naar aantal huishoudens op bijstandsniveau Alternatief: wachten op Regionaal inkomensonderzoek 2000 van CBS moet de werkloosheid zijn afgenomen naar

15% in 2004, evenredig verdeeld over autochtonen en allochtonen

19,9%

(19,9%) 12,4% 15% 1.1.1997 (1999) en 1.1.2001

bron: Indicatoren van werkloosheid in Dordrecht

Werkzoekenden met inschrijfreden >niet- werkend=, aandeel 15 t/m 64 jarigen In 2005 moet de instroom van lagere

inkomensgroepen en de uitstroom van hogere inkomensgroepen verminderd zijn, strevend naar een verbetering van 5% per jaar

nb Migratie-onderzoek SGB heeft alleen

betrekking op stadsniveau

in december 2000 zijn er 300 langdurig werklozen geactiveerd met een plaatsingsdoelstelling van 65%

? Bron: Sociale Dienst (wijkbureau)

Sinds 1 april 2002 operationeel; nog geen resultaten beschikbaar

rapportcijfer kwaliteit woonomgeving 5,9 (6,2) 5,7 najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Rapportcijfer

(55)

52

Wielwijk (vervolg)

DORDRECHT 2004/2010 0-meting ijkpunt 2001 ijkpunt 2002 ijkpunt 2004 eindsituatie

2010 peildatum (0- en 1-meting) bron/opmerkingen

sociale samenhang 4,2 (4,4) 5,6 4,6 landelijk

gemiddelde najaar 1999 (1997) en 2001

bron: Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Indicatorscore=schaalscore van 0 t/m 10 (hoe lager, hoe slechter)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

However, when asked to assess and rank the identified CSFs, the respondents from the management stakeholder group ranked the presence of clear SD policy for delivery

Nieuwe toekenningen voor Wmo-hulpmiddelen alsmede het onderhouden en aanpassen hiervan wordt evenredig verdeeld tussen Kersten en Welzorg.. Een evenredige verdeling tussen Kersten

Het doel van mijn onderzoek is kijken naar de waargenomen verklarende factoren voor uitstroom binnen het korps Zuid-Holland-Zuid waar de politie als organisatie invloed op

Voor de discrepantie tussen eigen zelfbeeld en eigen ideaalbeeld werd verwacht dat deze lager is voor allochtonen dan voor autochtonen omdat zij een niet zo

Het feit dat één van de wijzigingen sinds 1 januari 2008 inhoudt dat een faillissement vanuit de schuldsanering alleen nog wordt uitgesproken als er voldoende boedelsal- do is

Na het tweede interview zijn de respondenten ingedeeld in een interven- tiegroep (39 jongens die in de nameting aangaven met het project contact gehad te hebben in verband

• Ook als de voogdij wel is geregeld, onttrekt de Antilliaanse minderjarige zich wel eens aan het gezag van de voogd en soms blijkt dat voogden moeilijk het gezag in praktijk

Hierbij verwachten we tevens dat Turken en Marokkanen meer kans maken op (potentieel) juridische problemen dan Surinamers en Antillianen, omdat zij vaker een huwelijkspartner uit hun