Release Note. Jewel Huis aan Huis Inzameling

1

Release Note

Jewel Huis aan Huis Inzameling

23 september 2013

2

Inhoudsopgave

1. ALGEMEEN ...3

2. VERSLEPEN ADRESPUNTEN ...3

3. AANBIEDZIJDE ...3

4. RIJRICHTING ...4

5. LAADVERMOGEN PER FRACTIE ...4

6. MEERDERE HOOFDGEBIEDEN ...5

7. MULTI POLIGOON ...6

8. OPTIMALISATIE ROUTES ...7

9. HANDMATIG ROUTES MAKEN ...9

10. ANIMATIE ... 10

11. STRAAL VOOR VERZAMELCONTAINERS ... 12

12. EXPORT ... 13

3

1. Algemeen

De afgelopen maanden hebben we in overleg met onze klanten de wensen met betrekking tot de applicatie Huis aan Huis Inzameling geïnventariseerd en vastgelegd in een

ontwikkelplan. Eind vorige week hebben we het laatste punt van de wensenlijst op kunnen nemen in de applicatie. Middels deze Releas Note willen we graag de nieuwe mogelijkheden aan jullie presenteren.

2. Verslepen adrespunten

Een adrespunt wordt geplaatst op de plek waar volgens het BAG dit adres ligt. Het kan echter voorkomen dat dit niet de exacte locatie betreft. Je kunt het adrespunt dan eventueel verplaatsen.

 Klik hiervoor op .

 Zoom vervolgens in op het adrespunt dat je wilt verplaatsen.

 Klik op het adrespunt (klik vasthouden) en sleep het adres naar de nieuwe locatie.

 Laat de klik los op de juiste locatie.

 Klik op om de versleepfunctie weer uit te zetten.

3. Aanbiedzijde

Aan de wegvakken zit informatie gekoppeld, waaronder ook de aanbiedzijde. Deze informatie kan aangepast worden.



Klik hiervoor op .



Klik hierna op het wegvak dat je wilt aanpassen.

4



Kies bij aanbiedzijde de aanbiedkant van de containers. De rode punt is het begin van het wegvak. Dus het betreft de aanbiedzijde gezien vanaf de rode punt.

o “<” voor links (= rode stippellijn op de kaart) o “>” voor rechts (= groene stippellijn op de kaart) o “2” voor beide zijden (= Cyaan stippellijn op de kaart) o “=” mag nog bepaald worden.



Klik tot slot op Opslaan.

4. Rijrichting

Aan de wegvakken zit informatie gekoppeld, waaronder ook de rijrichting. Bij een één richtingsstraat kan het echter voorkomen, dat er tegen het verkeer ingereden mag worden.

Je kunt de rijrichting daarom aanpassen.



Klik hiervoor op .



Klik hierna op het wegvak dat je wilt aanpassen.



Kies bij Richting de rijrichting. (Indien je een min kiest, mag het voertuig tegen de richting in rijden).

5. Laadvermogen per fractie

Het laadvermogen van een voertuig is onder andere afhankelijk van de te laden fractie. Het laadvermogen bij de inzameling van papier wijkt bijvoorbeeld enorm af van het

laadvermogen van Kunststof. Het is daarom mogelijk om bij elk voertuig per fractie het laadvermogen in te voeren.

 Klik hiervoor op “Beheer” en kies de optie “Laadvermogen” . De lijst met Voertuigen wordt getoond.



Wijzig bij het betreffende voertuig en de betreffende fractie het laadvermogen.



Na het invoeren van de wijzigingen kun je terug naar de kaart via “Kaart” en de optie

“Kaart tonen”.

5

6. Meerdere hoofdgebieden

Het is mogelijk om meerdere hoofdgebieden voor 1 model aan te maken.

 Na het tekenen van het eerste gebied, klik je nogmaals op “Teken” ( ).

 Je kunt starten met het tekenen van het tweede hoofdgebied. Elke klik op de kaart wordt een hoekpunt. Wanneer het gebied klaar is, geef je een dubbelklik op het laatste punt.

 Vul vervolgens de volgende gegevens in:

o Gebiedsnaam: vul de naam van het gebied (wordt standaard gevuld met modelnaam) o Klik op het zwarte vlakje om de kleur van de omlijning aan te passen.

o Voertuigen: kies het voertuig waamee gerekend moet worden.

o Seizoen: kies het seizoen waarmee gerekend moet worden.

o Wijk / Stort / Storttijd: vul de aanrijdtijd wijk, de aanrijdtijd stort en de storttijd in.

o Beladers: vul het aantal beladers per leeftijdcategorie in.

 Klik tot slot op het opslaan knopje ( ).

 Je krijgt de melding “Gebied opgeslagen”. Klik ok OK.

6

7. Multi poligoon

Indien het inzamelgebied uit meerdere verspreide gebieden bestaat, kun je gebruik maken van de optie multipolygonen. Je kunt maximaal 5 gebieden per route tekenen.



Nadat je het eerste gebied opgeslagen hebt, klik je op polygoon 2 en klik je daarna op

“Teken” ( ).

 Je kunt starten met het tekenen van het tweede gebied. Elke klik op de kaart wordt een hoekpunt. Wanneer het gebied klaar is, geef je een dubbelklik op het laatste punt.

 Het nieuwe gebied krijgt dezelfde naam als gebied 1, met als extra tussen haakjes het nummer van het deelgebied.

 Herhaal bovenstaande handelingen voor alle deelgebieden die je wilt tekenen.

7

8. Optimalisatie Routes

Het is mogelijk om de te rijden route te optimaliseren.

 Ga naar het tabblad “Gebieden”.

 Selecteer het juiste gebied.

 Klik hierna op de knop Stat. De gegevens van de route worden getoond.

 Klik vervolgens op “Optimaliseren”.

 De knop “optimaliseren” wordt hierna grijs.

 De applicatie heeft vervolgens enige tijd nodig om de route te optimaliseren. De voortgang kun je volgen in het Optimalisatie-overzicht.

 Klik hier voor op “Selectie” (op de menu-balk) en kies de optie “Optimaliseren”.

 De aangeboden routes worden in een overzicht getoond.

(geel = nog bezig, groen = klaar en rood = mislukt).

 Nadat de route klaar is, kun je de resultaten van de route bekijken.

 Klik hiervoor op “R” (of via “Kaart” en “Toon routes”).

 Klik op het witte hokje voor de route die je wilt bekijken (er komt een vinkje te staan).

 Klik hierna op “Toon routes”.

 De route wordt getoond op de kaart.

8

(groen is inzamelen, blauw is rijden en rood is aanrijden)

 De resultaten van de route zijn zichtbaar onder het tabblad “Statistiek”

 Indien je deze berekende kilometers en tijden ook wilt gaan gebruiken in je voertuigkalender, dan dien je op de knop “gebruikstat” te klikken.

9

9. Handmatig routes maken

Naast het optimaliseren van routes, kun je een route ook zelf samenstellen.

 Klik op .

 Klik vervolgens op het wegvak dat net voor de te maken route ligt.

 Klik op “R” van route.

 Geef de Route een naam en klik op .

 Sluit het routescherm af middels het kruisje.

 Klik op om de tekenmodus uit te zetten.

 Ga terug naar het Routescherm (klik op R).

 Selecteer de net aangemaakte route en klik op “Toon routes”.

 De twee ingetekende straten worden blauw.

 Klik vervolgens op om Routecreator te activeren.

 Je krijgt vervolgens twee mogelijkheden.

 Klik op “Selecteren” achter de optie Route aanmaken. Een extra scherm wordt geopend.

 Klik op het blauwe wegvak. Deze wordt rood.

 Klik op de knop .

10

 Alle aan het eerste wegvak grenzende straten worden nu rood.

 Klik op de volgende wegvak van de te rijden route.

 Herhaal deze handelingen totdat de route compleet is.

 Klik hierna eerst op en vervolgens op .

 Tot slot sluit je het scherm af middels het kruisje.

10. Animatie

Een route kun je ook als animatie afspelen.

 Klik hiervoor op “R” (of via “Kaart” en “Toon routes”).

 Klik op het witte hokje voor de route die je wilt bekijken (er komt een vinkje te staan).

 Klik hierna op “Toon routes”.

 De route wordt getoond op de kaart.

 Klik op het tabblad “Statistiek”.

 Klik hierna op de knop “anim”.

 Een rijdend wagentje wordt zichtbaar op de kaart. De kleur van het wagentje geeft aan welke actie er uitgevoerd wordt.

 Middels een knoppenbalk kun je animatie besturen.

11

= afspeelsnelheid verlagen

= stop animatie.

= animatie pauzeren

= afspeelsnelheid animatie verhogen = afspeelsnelheid

= inzoomen op de animatie

12

11. Straal voor verzamelcontainers



Klik hiervoor op en plaats een vinkje voor Clusterplaatsen.



Klik vervolgens op om terug te gaan naar de kaart.



Bij de verzamelcontainer wordt standaard een cirkel op 75 meter van de container getekend.

Er wordt standaard een straal van 75 meter rond een container getoond.

Het is echter ook mogelijk om tijdelijk een andere straal in te stellen.



Klik hiervoor op .



Er wordt een extra schermpje met meters zichtbaar.



Voer het gewenste aantal meters in en klik hierna op de betreffende verzamelcontainer.



Een extra straal wordt zichtbaar.

13



Klik op en op het kruisje bij het extra schermpje om deze functie uit te zetten.

12. Export

Het exportscherm is veranderd. Er is een duidelijk onderscheid gemaakt in het exporteren van routes en het exporteren van gegevens.

 Klik op “Selectie” en kies vervolgens “Exports” om het exportscherm te activeren.

 Het bovenste gedeelte is bedoeld voor de export van de gegevens.

 Kies een hoofdgebied.

 Kies een inzamelgebied.

 Kies eventueel een inzameltype (zak / bak / …..).

 Klik tot slot op de knop van de betreffende export.

= exporteer ondergrondse containers binnen het geselecteerde gebied.

= exporteer containers binnen het geselecteerde gebied.

= exporteer verplaatste adressen binnen het geselecteerde gebied.

= exporteer adressen binnen het geselecteerde gebied.

 Het onderste gedeelte is bedoeld voor de export van een route.

 Kies een route.

 Klik vervolgens op de knop van de betreffende export.

14

= route exporteren als Shape.

= route exporteren t.b.v. NMPO Navigatiesoftware.

= route exporteren in GPX formaat.

= route exporteren in vereenvoudigde GPX formaat.

= route exporteren in GPX-Track formaat.

= routebeschrijving exporteren.

= route exporteren in Google KLM formaat.

= route exporteren als Navigatie Bin file.