• No results found

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A A r r c c h h e e o o P P r r o o R R a a p p p p o o r r t t e e n n 2 2 2 2 4 4

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg

(gem. Heist-op-den-Berg)

Programma van Maatregelen

G. De Nutte en T. Deville

(2)

1

1 1 . . I In n h h ou o u ds d s op o pg ga av ve e

1. Inhoudsopgave ... 1

2. Programma van Maatregelen voor vrijgave ... 2

2.1. Administratieve gegevens ... 2

2.2. Volledigheid van het uitgevoerde onderzoek ... 3

2.3. Aanwezigheid van een archeologische site ... 4

2.4. Waardering van de archeologische site ... 5

2.6. Impactbepaling ... 5

2.7. Bepaling van maatregelen ... 6

(3)

2

2 2 . . P P r r o o g g r r a a m m m m a a v v a a n n M M a a a a t t r r e e g g e e l l e e n n v v o o o o r r v v r r i i j j g g a a v v e e

2.1. Administratieve gegevens

Projectcode 2016F68

Nummer wettelijk depot Niet van toepassing Naam en

erkenningsnummer erkend archeoloog

ArcheoPro Vlaanderen

(OE/ERK/Archeoloog/2016/0107), Bedrijfsstraat 10, 3500 HASSELT

Provincie Antwerpen

Gemeente Heist-op-den-Berg

Deelgemeente Heist-op-den-Berg

Plaats Boudewijnlaan / Hoge Brugstraat

Toponiem /

Bounding Box X: 174538,48 Y: 195949.35 X: 174676,21 Y: 195626.23

Kadastrale gegevens Gemeente: Heist-op-den-Berg Afdeling: 1 Sectie: K Nrs.: 666t, 666s, 666e, 665w (partim), 666f, 667b, 669a, 670m2, 670l2, 668k en 667c.

Kaartblad /

Kadasterkaart

(4)

3 Topografische

kaart

2.2. Volledigheid van het uitgevoerde onderzoek

Voor onderhavig onderzoeksgebied is aanvankelijk een archeologisch bureauonderzoek opgesteld.

Op basis van dit bureauonderzoek werden de verschillende onderzoeksmethoden beoordeeld zoals beschreven in hoofdstuk 5.3 van de Code van Goede Praktijk en werd de onderzoekstrategie bepaald. Voor de gedetailleerde afwegingscriteria wordt verwezen naar hoofdstuk 6 Tekstuele analyse binnen het bureauonderzoek.

Binnen het trajectopstel van een archeologienota werd het inzetten van landschappelijke boringen, landschappelijke profielputten, een oppervlaktekartering, een geofysisch onderzoek, proefputten gericht op sites met een complexe verticale stratigrafie en proefputten gericht op sites met een complexe verticale stratigrafie weinig geschikt, optimaal en/of strategische onderzoeksmethodes geacht om diverse redenen.

De meest geschikte, optimale en/of strategische in te zetten onderzoeksmethode bleken proefsleuven te zijn. In de eerste week van oktober 2016 werd onderhavig onderzoeksgebied hier dan ook onderworpen.

Op basis van het bureauonderzoek werd daarom geoordeeld dat alle wenselijke én te nemen stappen betreffende archeologische vooronderzoek uitgevoerd werden voor onderhavig onderzoeksgebied

(5)

4

Het proefsleuvensleuvenonderzoek heeft de verwachting(en) opgesteld tijdens het bureauonderzoek getoetst, verfijnd en/of bijgestuurd. Het heeft een antwoord geformuleerd op de hoofdvraag of er zich al dan niet een archeologisch bodemarchief binnen de grenzen van onderhavig plangebied situeert? Zo ja, wat de inhoudelijke en fysieke kwaliteit (aard, ouderdom, omvang, gaafheid en conservering) van deze archeologische sporen en/of resten is. Men is hierbij tot een waardestelling gekomen en er zijn uitspraken geformuleerd over de al dan niet behoudenwaardigheid van de vindplaats/vindplaatsen. Tevens is dit afgetoetst of deze eventuele archeologische behoudenwaardige resten al dan niet verstoord zullen worden door de geplande werken.

Dit alles stond in het kader van het eventuele potentieel tot archeologische kennisvermeerdering.

Het zuidwestelijk gedeelte was hierbij niet toegankelijk voor proefsleuven. Ter hoogte van deze percelen 670m2 en 670l2 situeert zich namelijk een klein bosje. Het plangebied was tot voor kort niet in eigendom van de vergunningsaanvrager én verkrijgt ook niet op voorhand toestemming voor een boskap op deze specifieke locatie. Dit wordt namelijk gekoppeld aan de goedgekeurde verkavelingsvergunningsaanvraag

Echter bijkomende sleuven ter hoogte hiervan worden niet noodzakelijk geacht. De sleuven die deze zone flankeren zijn ook quasi steriel te noemen. Er zijn voldoende gegevens beschikbaar om te staven dat specifiek hier dan ook geen behoudenwaardige archeologische resten zich situeren.

2.3. Aanwezigheid van een archeologische site

In de eerste week van oktober werd een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op deze 3 hectare grote zone.

In de noordelijke zone situeren zich voornamelijk (sub-)recente sporen.

Terwijl de zuidelijke zone voornamelijk steriel was op verkleuringen/sporen.

In bovenstaande zones is dus geen sprake van een archeologische site(s).

In het centrale gedeelte situeren zich eerder post-middeleeuwse off-site fenomenen.

(6)

5

2.4. Waardering van de archeologische site

Op basis van het bureauonderzoek werd een hoge archeologische verwachting voor bewoningssporen (nederzettingen) en/of begravingen van landbouwende gemeenschappen vanaf het Neolithicum/Bronstijd tot en met de Volle-Middeleeuwen als een middelhoge verwachting betreffende nederzettingssporen en/of begravingen vanaf de Late-Middeleeuwen opgesteld.

Het proefsleuvenonderzoek heeft aangetoond dat er zich in het centrale gedeelte geen begravingscontexten situeren. Naar alle waarschijnlijkheid heeft men ook niet te maken met nederzettingscontexten. Men heeft hier vooral te maken met (post-middeleeuwse) off-site fenomenen. De datering van de archeologische resten zijn voornamelijk niet ouder dan de volle-middeleeuwen en zijn eerder post-middeleeuws te classificeren. Wat van deze antropogene sporen vastgesteld werd, zijn hierbij dan nog vaak slechts de onderkantjes van de reeds “diepere” sporen. Een groot deel van de verkleuringen/sporen is naar alle waarschijnlijk ook eerder natuurlijk van aard. Bovendien zijn de aangetroffen mobilia qua hoeveelheid als kwaliteit extreem miniem te noemen.

Op basis van bovenstaande factoren, is men van mening dat de vastgestelde archeologische fenomenen geen waardevolle én behoudenwaardige resten zijn. De resten zijn van die aard dat het niet leid tot een potentiele kennisvermeerdering.

2.6. Impactbepaling

Voor de uitgebreide beschrijving van de toekomstige werkzaamheden wordt verwezen naar hoofdstuk 3.5 Geplande werken van het bijhorende bureauonderzoek én hoofdstuk 3.5 Gespecifieerde geplande werken binnen het Archeologisch vooronderzoek. Verslag van de resultaten door middel proefsleuven.

Zonder zich verder in details te verliezen, dient men er van uit te gaan dat voor het gros van het plangebied het aanwezige relevante niveau hierbij geraakt zullen worden. Dit door diepgaande funderingen voor een winkelcomplex als voor appartemensblokken die al dan niet hierbij (gedeeltelijk) een volwaardig ondergronds niveau zullen vertonen van 3,5 m onder het huidige maaiveld. Voor de nutsleidingen onder de ontsluitingsweg zal men ook

(7)

6

relatief diepe ontgravingen moeten doen. Voor de wegenis zelf zal men hierbij maximaal 0,70 m ontgraven en voor werksleuf betreffende de nutsleidingen zelfs 1,10 m Tevens zijn er geen bijzondere verkaveling restricties voor de particuliere kavels. De aanzet hierbij zal hierbij vorstvrij worden aangezet, dus minstens 0,8 m onder het maaiveld.

Ter hoogte van de bovengrondse parking lijkt het er bovendien op dat ook een minder verstorende bodemingreep zal plaatsvinden. Echter concrete details zijn hier voorlopig niet voor beschikbaar.

De verspreide groenzones zullen hierbij naar alle waarschijnlijk een mindere tot zelfs geen ingreep vertonen op het eventuele aanwezige archeologische bodemarchief. Echter dit neemt nog slechts een klein gedeelte voor zijn rekening binnen onderhavig projectgebied en is zoals gezegd zeer verspreid.

2.7. Bepaling van maatregelen

Op basis van de resultaten van het archeologisch bureauonderzoek én de proefsleuven situeren zich geen waardevolle én behoudenwaardige resten binnen de contouren van onderhavig onderzoeksgebied.

Gezien de afwezigheid van archeologisch waardevolle én behoudenwaardige vindplaatsen wordt een vervolgonderzoek (opgraving) niet noodzakelijk geacht. Dit zou naar alle waarschijnlijkheid niet leiden tot een vermeerdering van de archeologische huidige bestaande kennis.

Het Programma van Maatregelen betreft dus een vrijgave voor verder archeologisch onderzoek.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De kosten voor deze verplichte keuring worden betaald door Pidpa. Wanneer de afkoppelingswerken niet correct zijn uitgevoerd, is herkeuring ten laste van

In de berging zijn de meters voor elektriciteit en gas geplaatst, de verwarmings- ketel (ook voor sanitair warm water) en de pomp voor regenwaterrecuperatie.. Er zijn

U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een

De N-VA verdedigt al twintig jaar de politieke, sociale, economische en culturele belangen van de intussen 6,5 miljoen Vlamingen.. Daarbij is de N-VA steeds uniek

Met een weekje vertraging maar daarom niet slechter, onze katogen- tocht. We hebben ondertussen een gans jaar de tijd gehad om onze kat- ogen op te blinken, tijd om ze dus nog

De temperatuur van het aardoppervlak wordt op haar beurt sterk bepaald door kortgolvige en langgolvige inkomende straling.. Kortgolvige straling is afkomstig van de zon en

Eind oktober bleek de kopijmap vrijwel leeg te zijn maar door een kordate emailaktie van onze secretaris Ronald Pouwer kwamen er nog net op tijd twee extra artikelen binnen voor

Spaanse'