Urethraplastiek
Uw persoonlijke folder
Inhoudsopgave
Inleiding
Klachten bij een plasbuisvernauwing Onderzoek bij een plasbuisvernauwing Behandelingen
Voorbereiding op de operatie Na de operatie
Leefregels
Wanneer neemt u direct contact op?
Contactgegevens Urologie en Spoedeisende Hulp
Zuyderland is een zorginstelling die zorg biedt in de gehele zorgketen (Cure en Care), wat in deze omvang uniek te noemen is.
Patiënten en cliënten zijn bij ons in vertrouwde handen, vanaf de geboorte tot aan de laatste levensfase. We zijn een service- en persoonsgerichte organisatie van hoge kwaliteit en bieden patiënten en cliënten de mogelijkheden om goed geïnformeerd mee te beslissen wat er wel en niet moet gebeuren.
Onze patiënten en cliënten krijgen volop mogelijkheden om aan te geven welke elementen zij in de zorg belangrijk vinden.
Inleiding
Binnenkort wordt u geopereerd aan een vernauwing in de plasbuis. Zo’n vernauwing ontstaat vaak door littekenweefsel. Er zijn verschillende oorzaken bekend van een litteken in de plasbuis, zoals een forse kneuzing van de bekkenbodem (denk aan een val op de stang van een fiets), of na een ongeval waarbij er letsel aan het bekken ontstaan is. Ook onderzoeken of operaties die via de plasbuis uitgevoerd zijn, kunnen littekenweefsel veroorzaken. Maar ook na ontstekingen van de plasbuis zoals bij sommige geslachtsziektes, kan littekenweefsel ontstaan. Soms kunnen we de oorzaak niet meer achterhalen, of lijkt er een aangeboren vernauwing te zijn.
Klachten bij een plasbuisvernauwing
Een vernauwing in de plasbuis kan verschillende klachten geven. Vaak wordt de urinestraal zwakker. Omdat de blaas harder moet werken om de urine langs de smallere plasbuis te persen, kan de blaas extra gespierd en overactief worden. Hierdoor moet u vaker plassen. Plassen kan pijnlijk zijn en er kan bloed in de urine zichtbaar zijn. Soms lukt het niet om de blaas helemaal leeg te plassen, waardoor u makkelijker een blaasontsteking krijgt.
Onderzoek bij een plasbuisvernauwing
Om te beoordelen of er een vernauwing in de plasbuis is en hoe ernstig die is, wordt er voor een operatie eerst onderzoek gedaan op de polikliniek.
Voorafgaand aan het bezoek op de polikliniek wordt de urine onderzocht om een blaasontsteking uit te sluiten. Ook wordt u gevraagd om gedurende 2 dagen een mictielijst (‘plasdagboek’) bij te houden, waarbij u noteert hoe vaak en hoe veel u per keer plast.
Op de polikliniek wordt een flowmetrie (plas straalmeting) gedaan. Hierbij plast u op een speciaal toilet waarmee de kracht van de straal gemeten kan worden. Met een echo-apparaat kan na het plassen beoordeeld worden of u uw blaas helemaal leeg geplast heeft.
Met een cystoscopie (kijkonderzoek van de plasbuis) kan de uroloog via een klein buisje met een cameraatje erop een inwendig onderzoek doen. Zo komt de vernauwing van de plasbuis goed in beeld en kan ingeschat worden hoe ernstig die is. Dit onderzoek wordt vaak uitgebreid met een retrograad urethrogram. Dat is een röntgenfoto waarbij een beetje contrastvloeistof voorzichtig in de plasbuis wordt ingespoten, zodat er een zo volledig mogelijk overzicht van de plasbuis is en de vernauwing goed in beeld wordt gebracht (zie afbeelding).
Behandelingen
Er zijn verschillende behandelingen mogelijk bij een vernauwing van de plasbuis:
1. Dilatatie (= oprekken van de plasbuis) met bijvoorbeeld steeds dikker wordende kathetertjes. Dit is een behandeling die poliklinisch plaats kan vinden na toedienen van een verdovende gel in de plasbuis. Als u nooit eerder aan een vernauwing in de plasbuis geholpen bent, kan dit een optie zijn. Er is wel altijd het risico dat er na het oprekken nieuw littekenweefsel ontstaat, waarna ook de klachten terug kunnen keren. Soms leert de patiënt om zelf de plasbuis op te rekken. Dit wordt intermitterend zelfkatheteriseren genoemd.
2. Interne urethrotomie volgens Sachse of Otis. Dit is een operatie die onder narcose of met een ruggenprik plaatsvindt. De uroloog kijkt met een camera in de plasbuis en snijdt de vernauwing voorzichtig met een mesje in. Als u nooit eerder aan een vernauwing in de plasbuis geholpen bent, of geen urethraplastiek wenst, kan dit een optie zijn. Wel is er het risico dat er na het insnijden nieuw littekenweefsel ontstaat, waarna ook de klachten terug kunnen keren.
3. Urethraplastiek. Dit is een verzamelnaam voor verschillende operaties die aan de plasbuis gedaan kunnen worden. Gemiddeld heeft dit type operatie op de lange duur succes bij 80-90% van de patiënten.
Excisie en primaire anastomose. Dit houdt in dat het vernauwde deel van de plasbuis weggehaald wordt, en de plasbuis vervolgens om een katheter heen weer aan elkaar gehecht wordt. Dit doet de uroloog door een snee te maken tussen de anus en de balzak. Hierna wordt de plasbuis vrijgelegd en wordt de vernauwing verwijderd. Dit type operatie is alleen mogelijk als de vernauwing in het gedeelte van de plasbuis zit wat het dichtst bij de blaas ligt. Daar is voldoende ruimte in de plasbuis om een stuk van maximaal 2 cm te verwijderen.
Reconstructie van de plasbuis bij lange vernauwing of bij een vernauwing aan het uiteinde van de plasbuis. In deze gevallen is het niet mogelijk om het vernauwde deel van de plasbuis weg te halen en de plasbuis weer aan elkaar te hechten. Er zou dan teveel spanning op de plasbuis staan waardoor de volgende vernauwing eigenlijk al geboren is, en bovendien is er kans op kromstand van de penis in erectie. Daarom wordt er in dit geval gekozen om het littekenweefsel niet weg te nemen, maar om extra weefsel te gebruiken om de plasbuis op dat punt te verruimen. Dit extra weefsel kan de binnenkant van uw voorhuid zijn, of wangslijmvlies of slijmvlies van de onderkant van de tong. Ook na deze operatie wordt een katheter geplaatst, waaromheen de plasbuis kan genezen.
Voorbereiding op de operatie
Voor de behandeling is veelal een kortdurende opname nodig van 1 nacht. Voor informatie over de opname en de gang van zaken in het ziekenhuis verwijzen we u naar de opnamegids en de folder van de
verpleegafdeling.
Pre-operatieve screening:
Bij elke patiënt die een operatie ondergaat, bekijkt de anesthesioloog eerst of de operatie extra gezondheidsrisico’s oplevert. Dit noemen we pre-operatieve screening.
Dit gesprek gaat over uw gezondheid, medicijnen die u gebruikt, allergieën, doorgemaakte ziekten en eerdere operaties. Ook krijgt u uitleg over de vorm van verdoving (anesthesie). Afhankelijk van uw leeftijd en
ziektegeschiedenis is het mogelijk dat er aanvullend onderzoek noodzakelijk is.
Gebruikt u medicijnen? Neem dan een overzicht mee van de medicijnen die u gebruikt. De anesthesioloog spreekt met u af hoe u met uw medicijnen om moet gaan op de dagen rondom de operatie. In de folder
“Anesthesie, algemene informatie” die u krijgt, leest u alle belangrijke informatie over hoe u die dag om moet gaan met eten, drinken en roken.
Na de operatie
Na een urethraplastiek kunt u over het algemeen de dag na de operatie naar huis. U heeft een katheter in de plasbuis. Afhankelijk van het type operatie, blijft de katheter 7 tot 21 dagen zitten. Als er tijdens de operatie
gebruik gemaakt is van mondslijmvlies of de binnenkant van de voorhuid, krijgt u antibiotica mee voor 7 dagen. Indien u bloedverdunners gebruikt die voor de operatie gestopt zijn, bespreekt uw uroloog met u wanneer u deze weer mag gaan innemen.
Leefregels
Wij adviseren u de volgende adviezen thuis op te volgen:
Maak de katheter tijdens de dagelijkse verzorging (douchen) ook voorzichtig schoon.
Als u ontlasting heeft gehad, kunt u de eerste 2 weken de wond naspoelen met de douchekop. Zorg hierna wel dat de wond goed droog is, eventueel met de föhn.
Voorkom de eerste 6 weken druk op het operatiegebied. Ga wat onderuit gezakt zitten. Ga niet op een plastic ring/band zitten, omdat dit juist druk op het operatiegebied veroorzaakt.
Het is belangrijk om de eerste 6 weken niet op een zadel (fietsen/paardrijden) te gaan zitten.
Vermijd de eerste 6 weken geslachtsgemeenschap.
Wanneer neemt u direct contact op?
Zoals bij iedere operatie kunnen er nabloedingen of infecties optreden. Neem bij klachten als koorts (boven 38.5° C), veel pijn, veel bloedverlies of niet goed kunnen uitplassen contact op met de Urologie. Buiten kantoortijd kunt u in spoedgevallen contact opnemen met de Spoedeisende Hulp. De contactgevens vindt u verderop in deze folder.
Contactgegevens Urologie en Spoedeisende Hulp
Zuyderland Medisch Centrum is een opleidingsziekenhuis. Dit wil zeggen dat u ofwel door een uroloog, een uroloog in opleiding of een arts-assistent behandeld wordt. De mogelijkheid bestaat ook dat meerdere artsen tijdens een onderzoek meekijken. Als u hier bezwaar tegen heeft, kunt u dit van te voren aangeven.
Zuyderland Medisch Centrum, Urologie Telefoon 088-4599704
Openingstijden polikliniek
Maandag t/m vrijdag van 08.00 – 16.30 uur Bezoekadres polikliniek
Locatie Heerlen, poliplein etage 1 Locatie Sittard-Geleen, meldpunt oost 35 Spoedeisende Hulp
Lokatie Heerlen: 088-4592800 Lokatie Sittard- Geleen: 088-4597876 Internetadres
www.zuyderland.nl/urologie
www.urologiegroeplimburg.nl