• No results found

MONITOR SOCIAAL DOMEIN 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "MONITOR SOCIAAL DOMEIN 2019"

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MONITOR SOCIAAL DOMEIN 2019

Gemeente Soest

freepik.com

(2)

Voorwoord 3

1. Inleiding 4

1.1 Invulling monitor 2019 4

1.2 Leeswijzer 4

1.3 Gebruikte bronnen 5

2. Samenvatting: de ontwikkelingen in het kort 6

2.1 Algemeen beeld 6

2.2 Ontwikkelingen per maatschappelijk effect 6

2.3 Conclusie en vooruitblik 2020 8

3. Zelfredzaamheid (maatschappelijk effect 1) 10

3.1 Algemeen beeld 10

3.2 Gezondheid 11

3.3 Inkomen 12

3.4 Opleiding 14

3.5 Overzicht cijfers zelfredzaamheid 16

4. Meedoen naar vermogen [maatschappelijk effect 2] 18

4.1 Algemeen beeld 18

4.2 Arbeidsparticipatie 18

4.3 Financiën 19

4.4 Deelname aan sociale netwerken 19

4.5 Overzicht cijfers meedoen naar vermogen 21

5. Zo lang mogelijk zelfstandig wonen [maatschappelijk effect 3] 24

5.1 Algemeen beeld 24

5.2 Aandachtspunten 24

5.3 Cijfers zo lang mogelijk zelfstandig wonen 25

6. Gevoel van veiligheid [maatschappelijk effect 4] 27

6.1 Algemeen beeld - Cijfers geven een positief beeld 27

6.2 Criminaliteit 28

6.3 Zorg 28

6.4 Overlast 28

6.5 Leefomgeving 29

6.6 Cijfers gevoel van veiligheid 30

Bijlage 32

(3)

Voorwoord

Beste raadsleden en inwoners van de gemeente Soest,

Voor u ligt de Monitor Sociaal Domein 2019. De gemeente heeft ook in 2019 weer hard gewerkt aan een zorgzaam Soest, iets waar we de komende jaren ook mét en voor onze inwoners aan zullen blijven werken. Deze monitor beschrijft de cijfermatige werkelijkheid van het sociaal domein. Een domein waar elke inwoner van zijn Soest wel eens te maken krijgt. Bijvoorbeeld op het terrein van werk en inkomen, schuldhulpverlening of wanneer u een hulp of zorg nodig heeft.

Achter deze cijfers verschuilt zich een complexe en soms ook weerbarstige werkelijkheid van het sociaal domein.

Hoe weerbarstig deze wereld en onze wereld kan zijn is dit jaar extra duidelijk geworden door de coronapandemie.

Ook al gaat deze monitor over 2019, het is inmiddels eind 2020 en de wereld ziet er compleet anders uit.

Wij zijn ons ervan bewust dat de coronacrisis juist de kwetsbare mensen in onze samenleving extra hard kan raken.

Niet alleen bestaat het risico dat zij door hun leefstijl en gezondheid, vaker ernstig ziek worden door het virus, ook de economische crisis als gevolg van de pandemie kan bij onze kwetsbare inwoners extra hard aankomen.

We zien nu al de eerste effecten op onze inwoners door de coronacrisis. Zo is bijvoorbeeld deelname aan dagbesteding voor ouderen onder invloed van corona flink is gedaald. Wat doet dit met eenzaamheid onder inwoners? En wat betekent dit voor de belasting van mantelzorgers? Als gemeente volgen we de mogelijke gevolgen door de pandemie op de voet en passen we waar nodig ons beleid, werkwijze en monitoring aan, om onze inwoners zo goed mogelijk te kunnen helpen en ondersteunen.

Wij zijn als gemeente continue in beweging. We blijven leren en onszelf continue verbeteren om zo een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van onze inwoners, juist in tijden moeilijke tijden als deze. Ik dank u alvast voor uw tijd en aandacht om deze monitor te lezen en nodig u van harte uit om het gesprek te voeren over thema’s en prioriteiten.

Hartelijke groet, Liesa van Aalst

Wethouder Sociaal Domein

(4)

1. Inleiding

1.1 Invulling monitor 2019

In de monitor van 2019 ligt de focus op de cijfers van 2019 ten opzichte van 2018. Met daarbij een korte beleids- matige toelichting per thema.

Scope

In deze monitor richten we ons op de inspanningen van de gemeente Soest rond participatie, zelfredzaamheid, zorg en ondersteuning, die voortkomen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (kortweg de Wmo), de Participatiewet, Jeugdwet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. In de wat ruimere zin van het woord vallen onder ‘sociaal domein’ ook aanverwante thema’s, bijvoorbeeld het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten, vrijwilligerswerk en mantelzorg.

Tellen en vertellen

De ‘tellen en vertellen-sessies’ met professionals komen dit jaar te vervallen. Al in een vroeg stadium van de coronapandemie is ambtelijk ingeschat dat de onmogelijkheid om fysiek samen te komen (met diverse

professionals en vrijwilligers) een hindernis is voor ‘tellen en vertellen’-sessies. Bovendien hebben professionals die zich inzetten voor kwetsbare mensen in de pandemie (bijv. welzijnsorganisaties, GGD, huisartsen) het momenteel razend druk en willen wij hen niet extra belasten met gesprekken over beleidsontwikkeling. In plaats van de ‘tellen en vertellen-sessies’ geven we een doorkijkje naar de belangrijkste ontwikkelingen en aandachtspunten per maatschappelijk effect.

Koppeling inhoud en financiën

In 2020 is Data Warehouse Amersfoort operationeel geworden. Dit biedt meer nieuwe data en inzichten in de ontwikkelingen binnen het sociaal domein. Zo komt er steeds meer informatie beschikbaar. De gemeente wil al deze informatie beter op elkaar aan laten sluiten en de focus met betrekking tot de monitoring 2020 verleggen naar data op wijkniveau en onderbouwing van interventies. Zodat wij beter inzicht krijgen in de resultaten en effecten die we met ons gemeentelijk beleid bereiken in het sociaal domein. Ook de gemeenteraad heeft aan- gegeven bij de bespreking van de monitor 2018 dit een wenselijke doorontwikkeling te vinden. De raad heeft aangegeven tevens graag een koppeling met financiën te zien.

Daarom streven we ernaar de monitoring steeds beter te laten aansluiten op de begrotingscyclus, zodat de informatie uit de monitor bijvoorbeeld gebruikt kan worden voor het opstellen van de kadernota en de begroting.

Deze manier van monitoring geeft ons, de gemeenteraad en daarmee onze inwoners de mogelijkheid om vanuit een gedeelde weergave van de werkelijkheid te kijken en met elkaar het gesprek te voeren. Stemt het ons tevreden of juist niet? Wat vraagt onze aandacht en hoe gaan we hierop sturen?

1.2 Leeswijzer

De monitor 2019 is net als vorig jaar ingedeeld aan de hand van de vier maatschappelijke effecten die zijn benoemd in de Strategische Agenda Sociaal Domein:

1. Het vergroten van de zelfredzaamheid van mensen;

2. Het bevorderen dat mensen naar vermogen mee kunnen doen;

3. Het ondersteunen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig wonen;

4. Het vergroten van het gevoel van veiligheid.

(5)

De hoofdstukken van deze monitor zijn ingedeeld naar de vier maatschappelijke effecten. Elk hoofdstuk begint met een korte toelichting per maatschappelijk effect, een algemeen beeld en een toelichting op de cijfers van 2019.

Hierbij hebben we de Indicatoren vertaald in tegels met een gekleurd dashboard lampje:

Oranje: Als het onderwerp extra aandacht nodigt heeft, of we een negatieve ontwikkeling zien, of omdat we die in de nabije toekomst verwachten.

Groen: Als het goed gaat op dat gebied.

Geen kleur: In het geval we ons nog geen mening over de stand hebben kunnen vormen. Meestal is dan extra informatie nodig.

1.3 Gebruikte bronnen

In deze monitor maken we gebruik van cijfers uit verschillende bronnen. We proberen hierbij zo veel mogelijk de oorspronkelijke bronnen te gebruiken en daarnaar te verwijzen. Op waarstaatjegemeente.nl zijn veel gegevens te vinden. De cijfers komen soms tot stand door verschillende bronnen te bewerken en worden regelmatig

bijgewerkt. Daardoor komen ze niet altijd precies overeen met de cijfers in bronbestanden zoals wij die bij de gemeente in bezit hebben (bijvoorbeeld de jaarverslagen van samenwerkingspartners), met cijfers die wij eerder hebben gebruikt, óf zijn sommige cijfers niet meer te vinden. We proberen dit zoveel mogelijk te voorkomen, maar dat lukt nog niet altijd. De cijfers zijn daarom niet leidend, maar voeren de basis voor een gesprek.

(6)

2. Samenvatting: de ontwikkelingen in het kort

2.1 Algemeen beeld

Over het algemeen gaat het goed met de inwoners van Soest. Onze inwoners geven het leven gemiddeld een rapportcijfer 7,8 en ook gevoelens over gezondheid scoren een ruime 7,5. Van onze jeugd tussen de 12 en 17 jaar is 92% voldoende weerbaar.

2.2 Ontwikkelingen per maatschappelijk effect

Mensen zelfredzamer maken

Jeugdhulp

Het aantal jongeren met jeugdhulp ligt lager dan het landelijk gemiddelde (12,2%). Na een stijging in 2018 is het aantal jongeren met jeugdhulp in 2019 weer gedaald. De aantallen in Soest liggen in 2019 lager dan verge- lijkbare gemeenten. Tegenover deze lichte afname blijft de toegenomen zwaarte van de hulp een (regionaal) probleem. Deze dure zorgvormen drukken op de budgetten voor het sociaal domein. Dit is niet bevorderlijk voor de transformatie van het sociaal domein. Positief is dat het aantal jeugdhulptrajecten dat conform plan is afgesloten opnieuw is gestegen. Dit neemt vanaf 2017 dit percentage duidelijk toe. Het aantal conform plan afgesloten jeugdhulptrajecten ligt met 87,6% hoger dan het landelijke gemiddelde (80,2%).

Ambulante begeleiding volwassenen

Het aantal mensen dat ambulante begeleiding nodig heeft is licht gestegen naar 338 personen. Dit komt onder andere door de afbouw van beschermd wonen voor volwassenen met psychische problemen en/of een licht verstandelijke beperking en door het groeien van de groep zelfstandig wonende ouderen van 75+. Meer mensen krijgen ondersteuning vanuit de gemeente. Deze mensen geven over het algemeen aan dat ze zich zelfredzamer voelen. Dit stelt hen in staat langer thuis te wonen. Dit vinden wij een gewenste ontwikkeling.

Wel kan de groei op termijn de toch al krappe budgetten onder druk zetten.

Financiële zelfredzaamheid

Het percentage mensen dat aangeeft dat hun financiën deelname aan het maatschappelijk leven belemme- ren is ten opzichte van 2017 gedaald met 2%. Het is nog steeds een hoog percentage: bijna 1 op de 10 van de inwoners van Soest voelt zich vanwege zijn of haar financiële situatie belemmerd om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. In de vorige monitor schreven we dat het van belang om vroeg in te grijpen bij armoede en schulden. Armoede en schulden leiden tot stress en ongezonder gedrag, waardoor zorgkosten in de toekomst kunnen toenemen. Ook is het oplossen of verzachten van armoede en schulden een belangrijke randvoorwaarde om andere benodigde hulpverlening een grotere kans van slagen te geven. Daarom zet de gemeente actief in op vroegsignalering en preventie bij schuldenproblematiek.

Taal

Om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving is taalvaardigheid een belangrijke vereiste. Nog teveel mensen hebben moeite met de Nederlandse taal spreken, lezen en schrijven. Daarom worden binnen het taalhuis veel activiteiten ontplooid zoals een taalspreekuur, taalcursussen en groepsactiviteiten, bijvoorbeeld samen lezen in het leescafé. Deze activiteiten worden goed bezocht. Het aantal deelnemers is in 2019 licht gestegen. Dit is een goede ontwikkeling.

(7)

Mensen doen mee naar vermogen

Arbeidsparticipatie

In 2019 zijn weliswaar minder mensen aan het werk gegaan maar dit is nog steeds meer dan we hadden verwacht. We hadden verwacht dat 88 mensen aan het werk zouden gaan, dit zijn er uiteindelijk 104 gewor- den. We zien dat het steeds moeilijker wordt om de huidige inwoners die een uitkering hebben aan het werk te helpen. Dit komt omdat zij vaak een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben en al langere tijd werkloos zijn.

De instroom van nieuwe cliënten naar de re-integratievoorziening is afgenomen. Dit komt doordat ook het aantal mensen dat werkloos is geworden in 2019 is afgenomen. Met een goede economie is dat de verwach- ting dat bovenstaande trend zich verder doorzet en de werkloosheid nog verder afneemt. Echter door de coronacrisis is er een totaal nieuwe werkelijkheid ontstaan. En verwachten we over 2020 een ander beeld.

Dagbesteding

Het aantal inwoners met dagbesteding neemt toe. Dit betreft bijvoorbeeld mensen met een beperking, men- sen die ambulante begeleiding krijgen, of ouderen met (beginnende) dementie. Via dagbesteding proberen we mensen betrokken te houden en structuur en ontwikkelmogelijkheden aan te bieden. We bevorderen het meedoen van onze inwoners door een divers aanbod in de sociale basis op het gebied van kunst, cultuur en sport. Toch blijft het voor sommige kwetsbare groepen lastig om een plek te vinden. Dat vergt een lange adem en blijvende inzet van iedereen: van deelnemers, vrijwilligers én professionals, om te werken aan vernieuwing in het aanbod en ons open te stellen voor iemand die ‘anders’ is. Door de coronacrisis is de dagbesteding voor ouderen grotendeels stil komen te liggen. We verwachten in 2020 dan ook een terugloop van inwoners met dagbesteding te zien.

Mensen wonen zo lang mogelijk zelfstandig

Zo lang mogelijk zelfstandig wonen

Het aantal 75+ers dat zelfstandig woont is redelijk constant. In de nabije toekomst verwachten we een stijging van deze groep. Rond de 70% van de mensen is tevreden met de aanpassingen en ondersteuning die ze hierbij krijgen. Met de vernieuwingen in de dagbesteding, willen we onder andere voor deze doelgroep een meer divers en passend aanbod creëren. Ook verwachten we dat meer mensen met een GGZ of

verstandelijke beperking zelfstandig(er) zullen blijven wonen, al dan niet met minder of meer begeleiding.

Het landelijke beleid is er immers opgericht dat zij minder snel en ook minder langdurig worden opgenomen in een zorginstelling.

Mensen voelen zich veilig

Gevoel van veiligheid

Het gaat goed in Soest wat betreft de veiligheid. De cijfers laten over 2019 een positieve ontwikkelingen zien.

De geregistreerde criminaliteit in Soest neemt af. Opmerkelijk is dat vrijwel dat alle cijfers een positief beeld laten zien in 2019 ten opzichte van dezelfde periode in 2018. Het aantal Veilig Thuismeldingen stijgt wel licht evenals het aantal jeugdreclasseringstrajecten. Het gevoel van veiligheid in de buurt is gestegen van een 7 naar een 7,3. Ook zijn de meldmogelijkheden over personen met verward gedrag toegenomen. Er zijn zaken die blijvende aandacht vragen.

(8)

Jeugdbescherming

Het aantal jongeren met jeugdbescherming is opnieuw licht gestegen. Het landelijk gemiddelde ligt lager in vergelijking met Soest (1,2%). Dit heeft mogelijk te maken heeft met verlenging van jeugdbescherming naar een volgend jaar. De nieuwe instroom is misschien lager, maar het aantal stijgt in zijn totaliteit. Een andere verklaring is de Landelijk daling van het aantal jeugdbeschermingstrajecten dusdanig is gedaald, dat Soest er ondanks de daling toch nog boven het landelijk gemiddelde zit.

Meldingen personen met verward gedrag

In het tweede half jaar van 2019 heeft de politie 102 meldingen ontvangen over personen met verward gedrag.

Dit is iets minder dan in 2018. Bij de GGD heeft Soest de mogelijkheid belegd om overlastgevende, vervuilende of zorgmijdende personen aan te melden. De GGD start dan een overleg om tot gepaste ondersteuning of zorg te komen. Hieraan is de mogelijkheid toegevoegd om personen met verward gedrag te melden en toe te leiden naar zorg. In 2019 waren er 12 meldingen over personen met verward gedrag uit Soest, met verschillen- de onderliggende problematieken bij dit meldpunt.

2.3 Conclusie en vooruitblik 2020

In het algemeen gaat het goed met de inwoners van Soest. Ze geven de kwaliteit van hun leven en hun gezondheid een ruime voldoende. Wanneer je kijkt naar de cijfers rondom de verschillende thema’s per maatschappelijk effect zie je in 2019 geen grote verschillen ten opzichte van 2018. Het gebruik van zorg, hulp en ondersteuning stijgt licht, zoals in de lijn der verwachting lag.

Punt van aandacht blijven de budgetten in het sociaal domein. Het is voor alle gemeenten in het land grote uitdaging om de kosten binnen het sociaal domein zo veel mogelijk te controleren en tekorten op te lossen. Dit is geen gemakkelijke opgave, omdat dit niet ten koste mag gaan van de kwaliteit van de hulp en ondersteuning die gemeenten bieden. Daarom zet de gemeente Soest in 2021 verder in op het sturen en monitoren van het effecti- viteit van het ingezette beleid. Zodat we wanneer nodig tijdig kunnen bijsturen. Daarnaast blijven we volop werken aan een veilig en leefbaar Soest, Een gemeente waarbij inwoners verantwoordelijkheid nemen voor hun omgeving en hun sociaal netwerk en waar mensen die het op eigen kracht niet redden de hulp en ondersteuning ontvangen die ze nodig hebben. Laagdrempelig en dicht bij huis.

In 2019 en 2020 hebben we aan deze doelstelling gewerkt door onder andere in te zetten op pijlers binnen het programma Doorgaan op de ingeslagen weg, zoals:

• Versterken Sociale Basis Infrastructuur;

• Versterken eigen begeleiding binnen onze teams;

• Spreekuur Jeugd GGZ bij de huisarts;

• Doorontwikkeling van de Integrale Ingang Zorg Werk & Inkomen;

• Jeugdteam op school /Samenwerking met scholen;

• Inzetten op vroegsignalering en preventie.

Hiernaast wordt regionaal hard gewerkt aan de uitvoering van het transformatieplan van de breed spectrum aan- bieders. Gemeente, zorgaanbieders en partners in de stad op het gebied van welzijn en zorg, gaan samenwerken om de kwaliteit en betaalbaarheid van de jeugdhulp te verbeteren. Er is gebleken dat het aantal jeugdigen en de zwaarte van de problematiek hoger ligt dan was verwacht. Dit is een landelijk beeld, zoals eerder al in dit hoofdstuk werd geschetst. Dat maakt dat de opgave waaraan gewerkt moet worden, groter is geworden en dat intensivering van de samenwerking nodig is. De gemeenten hebben hiervoor extra geld beschikbaar gesteld. De jeugdhulp aan- bieders en de gemeenten hebben elk een plan opgesteld voor hoe zij versneld verder werken aan de transformatie.

De voortgang van deze transformatie wordt intensief gemonitord.

(9)

Toenemende aantallen van ouderen en mensen met een beperking die zelfstandig(er) blijven wonen, betekent een te verwachten verdergaande stijging in gebruik van ambulante begeleiding, dagbesteding, hulp bij het huishouden en woningaanpassingen. Het zorgen voor voldoende woningen heeft de afdeling Ruimte in 2020 opgepakt, er worden plannen van aanpak opgesteld. De bekostiging van woningaanpassingen komt in een convenant van corporaties en gemeenten, dat na de zomer 2020 is opgepakt en waarschijnlijk in 2021 wordt vastgesteld. Het is de bedeling om in 2021 een convenant op gebied van samenwerking, gegevensuitwisseling en privacybewaking voor de aanpak van personen met verward gedrag (en andere GGZ-problematiek) op te stellen. Voorts wordt in 2021 – in samenwerking in de regio Amersfoort (en de provincie Utrecht) - onderzocht op welke wijze versoberin- gen in de hulp bij het huishouden vormgegeven kunnen worden om hiermee de toenemende kosten te kunnen beperken. Vergelijkbaar wil de regio kijken naar mogelijkheden voor meer algemene (goedkopere) voorzieningen op het gebied van dagbesteding.

(10)

3. Zelfredzaamheid (maatschappelijk effect 1)

Letterlijk betekent zelfredzaamheid: jezelf kunnen redden. Dat onze inwoners hun dagelijkse activiteiten zelfstandig kunnen doen. Zowel de praktische handelingen als de zelfregie. Ook gaat het ons om het vermogen van mensen om zich zoveel mogelijk te redden met behulp van vrienden, buren, familie en vrijwilligers: ‘samenred- zaamheid’ (Vilans.nl).

Zelfredzaamheid begint ermee dat kinderen gezond en veilig kunnen opgroeien. Ook volwassenen redden het af en toe niet op eigen kracht. Waar nodig biedt de gemeente hulp en ondersteuning. Dit doen we vooral door te investeren in een sterke basisinfrastructuur waarin mensen elkaar kunnen ontmoeten en zich kunnen ontplooien.

Bijvoorbeeld bij activiteiten van onze maatschappelijke partners zoals Balans, Welzin, SWOS, Idea, en MEE.

Of in het verenigingsleven en vrijwilligerswerk. Als onze inwoners, jong of oud, meer zorg en ondersteuning nodig hebben, dan helpen wij daarbij. Om zelfredzaamheid in kaart te brengen kijken we in deze monitor naar gezond- heid, inkomen, opleiding en taal. Voor jeugd kijken we dit jaar al op wijkniveau. In de toekomst hopen we de monitor namelijk zo in te richten dat we cijfers per wijk kunnen analyseren.

3.1 Algemeen beeld

Over het algemeen kunnen we stellen dat het goed gaat met de inwoners van Soest. Uit de burgerpeiling blijkt dat inwoners in 2019 over het algemeen even tevreden zijn over hun leven en gezondheid als in 2017. Er zijn echter altijd kwetsbare mensen (jong en oud) die extra aandacht en ondersteuning nodig hebben. 14% van de inwoners geeft aan dat de gezondheid hun deelname aan het maatschappelijk leven matig tot ernstig beperkt. 9% van de inwoners geeft aan dat de financiën hun deelname aan de samenleving beperkt. Beide groepen zijn ten opzichte van vorig jaar iets kleiner geworden.

We vinden het lastig om het dashboard lampje voor deze cijfers in te vullen. We zijn blij met de afname, maar het betreft nog steeds grote groepen van onze inwoners.

(11)

3.2 Gezondheid

Ontwikkelingen jeugdhulp

Bron: WSJG

Toelichting

• Het aantal jongeren met jeugdhulp ligt lager dan het landelijk gemiddelde (12,2%). Na een stijging in 2018 is het aantal jongeren met jeugdhulp in 2019 weer gedaald. De aantallen in Soest liggen in 2019 lager dan vergelijkbare gemeenten. Tegenover deze lichte afname blijft de toegenomen zwaarte van de hulp een (regionaal) probleem.

• Het aantal jongeren met jeugdhulp zonder verblijf ligt lager dan het landelijk gemiddelde (12,1%). In 2019 is er sprake van een daling t.o.v. 2018. Het aantal jongeren met jeugdhulp zonder verblijf ligt in 2019 weer op het niveau van 2017.

• Het aantal jongeren met jeugdhulp met verblijf ligt lager dan het landelijk gemiddelde (1,3%). Vanaf 2017 zijn deze cijfers in Soest stabiel.

• Het aantal jongeren met jeugdbescherming is opnieuw licht gestegen. Het landelijk gemiddelde ligt lager in vergelijking met Soest (1,2% versus 1,4%).

• Positief is dat het aantal jeugdhulptrajecten dat conform plan is afgesloten opnieuw is gestegen. Dit neemt vanaf 2017 dit percentage duidelijk toe. Het aantal afgesloten jeugdhulptrajecten ligt hoger dan het landelijke gemiddelde (80,2%).

Aantal huishoudens met jeugdhulp per wijk in 2019

Onderwerp Indicator 2016 2017 2018 2019

Jongeren met jeugdhulp % jongeren met jeugdhulp tot 18 jaar t.o.v.

totaal jongeren

10% 10,60% 11,20% 10,60%

Jeugdhulp zonder verblijf % jongeren tot 18 jaar 9,50% 10,20% 10,70% 10,30%

Jeugdhulp met verblijf % jongeren tot 18 jaar 1,20% 1% 1% 1%

Jeugdbescherming % jongeren tot 18 jaar 0,90% 1,20% 1,30% 1,40%

Jeugdhulp beëindigt

volgens plan % beëindigde jeugd- hulptrajecten volgens plan

79,60% 74,80% 84,50% 87,60%

Wijk Aantal huishoudens met jeugdhulp

’t Hart-Soestdijk 155

Klaarwater 45

Boerenstreek 55

De Eng-Soest-Midden 100

Smitsveen 70

Overhees 140

Soest-Zuid 95

Soesterberg 145

Totaal 805

Bron: WSJG

(12)

Toelichting

Het is inmiddels mogelijk om op wijkniveau in kaart te brengen waar zich de meeste jeugdzorg bevindt. Uit boven- staande tabel blijkt dat wijken als ’t Hart-Soestdijk, Overhees en Soesterberg eruit springen. Hier bevinden zich ook de meeste inwoners van de gemeente.

Aantal jongeren met jeugdhulp per wijk in Soest in 2019

Toelichting

De meeste jeugdhulpcliënten zijn te vinden in de wijken ’t Hart-Soestdijk, Overhees en Soesterberg. In verhouding tot de andere wijken is het aantal cliënten met jeugdbescherming relatief hoog in de Boerenstreek en Smitsveen.

Jeugdhulp met verblijf en Jeugdbescherming komt niet voor in de wijk Klaarwater. Het feit dat er in Smitsveen relatief veel jeugdbescherming voorkomt kun je relateren aan de opvoedproblemen die ouders daar hebben.

Daarom zetten we hier ter preventie opvoedondersteuning in.

Ambulante begeleiding volwassenen – stijging zet door

Het aantal mensen dat ambulante begeleiding nodig heeft is licht gestegen naar 338 personen, plus ouderen is dit 395. Dit komt onder andere door de afbouw van beschermd wonen voor volwassenen met psychische problemen en/of een licht verstandelijke beperking en door het groeien van de groep zelfstandig wonende ouderen van 75+.

We verwachten dat het aantal mensen dat ambulante begeleiding nodig heeft blijft stijgen. Net zoals vorig jaar komt dat onder andere door de afbouw van beschermd wonen voor volwassenen met psychische problemen en/

of een licht verstandelijke beperking en door het groeien van de groep zelfstandig wonende ouderen van 75+.

Inzet ondersteuning Wmo positief

De inzet van de ondersteuning in de Wmo wordt positief gewaardeerd. 79% van de mensen met ondersteuning geeft aan zich hierdoor beter te kunnen redden, dit is 1% minder dan vorig jaar. 73% ervaart hierdoor een betere kwaliteit van leven (versus 75% in 2018). Van de ondervraagden gaf 77% aan dat de ondersteuning hen beter in staat stelde de dingen te doen die ze wilden. Dat is een lichte stijging ten aanzien van 73% in 2018. We willen dit niveau minimaal blijven handhaven.

3.3 Inkomen

Financiële zelfredzaamheid

Het percentage mensen dat aangeeft dat hun financiën deelname aan het maatschappelijk leven belemmeren is ten opzichte van 2017 gedaald met 2%. Het is nog steeds een hoog percentage: bijna 1 op de 10 van de inwoners

Totaal aantal jongeren

met jeugdhulp Alleen jeugdhulp Jeugdhulp

zonder verblijf Jeugdhulp

met verblijf Jeugdbescherming

’t Hart-Soestdijk 175 165 155 20 25

Klaarwater 60 55 55 - -

Boerenstreek 65 60 60 - 15

De Eng-Soest-Midden 105 95 95 - 10

Smitsveen 110 100 90 10 20

Overhees 155 145 145 10 20

Soest-Zuid 110 105 100 - 10

Soesterberg 175 170 160 15 15

Totaal 1080 1020 970 55 130

Bron: WSJG

(13)

van Soest voelt zich vanwege zijn of haar financiële situatie belemmerd om deel te nemen aan het maatschap- pelijk leven. In de vorige monitor schreven we dat het van belang om vroeg in te grijpen bij armoede en schulden.

Armoede en schulden leiden tot stress en ongezonder gedrag, waardoor zorgkosten in de toekomst kunnen toe- nemen. Ook is het oplossen of verzachten van armoede en schulden een belangrijke randvoorwaarde om andere benodigde hulpverlening een grotere kans van slagen te geven.

Een belangrijke ontwikkeling is dat we in 2019 stappen hebben gezet op het gebied preventie en vroegsignalering.

We hebben het inlooppunt voor geldzaken Geld op Orde Soest (GOOS) geopend. Hiermee verlagen we drempels om hulp te zoeken en krijgt samenwerking tussen professionals en vrijwilligers vorm. Ook willen we met GOOS mensen met schulden sneller in beeld krijgen. Daarnaast proberen we in samenwerking met de Nederlandse Schuldhulproute mensen te bereiken en door te verwijzen naar dit inlooppunt. Op dit moment zijn we nog aan de slag om in samenwerking met schuldeisers gegevens over betaalachterstanden te verzamelen en proactief hulp te bieden. Deze vroegtijdige interventies doen we om ervoor te zorgen dat inwoners van Soest snel geholpen kunnen worden zodat de vraagstukken rondom armoede en schulden niet onnodig groter worden. Daarnaast voorkomen we hiermee dat inwoners ook zorgen krijgen op andere leefgebieden.

Tussenevaluatie minimabeleid

Jaarlijks vindt er een gesprek plaats met maatschappelijke organisaties en de Cliëntenraad Sociale Zekerheid (hierna: Cliëntenraad). In dit gesprek bepalen we met elkaar of de regelingen verbeteringen behoeven en bespreken we ervaringen met het gemeentelijk minimabeleid. We hebben het beleid tussentijds geëvalueerd en gepeild wat er nodig is om de

gezamenlijke doelen te behalen.

De regelingen

De partijen spraken hun waardering uit voor regelingen bij Stichting Leergeld en het Jeugdfonds Sport & Cultuur en voor de collectieve zorgverzekering. Wel zouden er nog wat aanpassingen gedaan kunnen worden om de regelingen wat overzichtelijker te maken, nu zijn het er veel. De regelingen zijn gezien de cijfers bekend en worden benut. Aan de andere kant zijn er altijd nog mensen die we niet bereiken. De bekendheid kan nog vergroot worden. Het is niet voor iedereen even duidelijk welke instantie wat doet en daarnaast worden de formulieren als moeilijk ervaren. De uitvoering moet eenvoudiger gemaakt worden.

De ervaringen over het al dan niet verstrekken in natura zijn verdeeld. Sommigen noemen dat verstrekking in natura een stigma kan zijn en zouden liever geld geven. Anderen zien dit juist als een manier waarop bijvoorbeeld ouders door kunnen gaan met hun gedrag en daarom niet wenselijk. Een variant op verstrekken in natura is ondersteuning bieden door middel van het aanbieden van een dorpspas. Hiermee wordt het geld wel bestemd voor een bepaald doel, maar kunnen mensen zelf de benodigde artikelen kopen of korting krijgen. Dit is in regio Amersfoort al eerder onderzocht en niet gedaan, omdat dit stigmatiserend zou werken.

De Cliëntenraad vindt het niet stigmatiserend en denkt dat het zal helpen. Het minimafonds is een regeling die niet in natura wordt verstrekt en daarmee strijdig lijkt te zijn met de beleidsuitgangspunten, waar verstrekking in natura wordt genoemd. Tegelijkertijd is het belangrijk dat de regelingen goed uitvoerbaar zijn en bijvoorbeeld een declaratiefonds is een stuk ingewikkelder wat betreft de uitvoering.

Waarde armoedebeleid

De partijen geven aan dat het wat oplevert als armoede wordt bestreden. De regelingen zijn nodig voor mensen met een laag inkomen om van te kunnen leveren. Ook de Cliëntenraad geeft aan dat het algemene indruk is dat ons beleid bijdraagt aan zelfredzaamheid en meedoen naar vermogen. Al moeten inwoners met een kleine beurs nog steeds vaak ‘nee’ zeggen op sociaal vlak.

(14)

Armoede in relatie tot sociaal domein

Er werd ook aangegeven dat armoederegelingen goed zijn, maar dat er ook aandacht moet zijn voor de psychosociale kant van de problemen rondom armoede. Hiermee raakt ons armoedebeleid met het brede sociale domein.

Vervolg

De grote lijn uit het gesprek en de enquête is dat de inwoners (vertegenwoordigd door de Cliëntenraad) en maatschappelijk organisaties over het algemeen tevreden zijn, de afzonderlijke regelingen koesteren, maar dat er ook wel ruimte voor verbetering is, bijvoorbeeld wat de betreft de laagdrempeligheid. We willen ons minimabeleid steeds verbeteren en zorgen dat het goed uitvoerbaar is. We gaan aan de slag met de verbete- ring van de bekendheid van regelingen. We gaan met onze uitvoeringspartners in gesprek om te kijken of de regelingen verder versimpeld kunnen worden. We blijven de gesprekken over ons minimabeleid voeren om zodoende goed zicht te houden op wat er goed gaat en wat verbetering behoeft.

3.4 Opleiding

Vroegtijdige schoolverlaters

We zien het afgelopen jaar zowel landelijk als in de regio en dus ook in Soest een stijging in het aantal voortijdige schoolverlaters(VSV) van 1,53% naar 1,97%. VSV -ers zijn jongeren van twaalf tot drieëntwintig jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Een startkwalificatie is een havo of vwo diploma of minimaal een mbo-2 diploma.

De groenpluk door de hoogconjunctuur (leerlingen die gaan werken zonder dat ze in het bezit zijn van een start- kwalificatie omdat er genoeg banen zijn in de hoogconjunctuur) en toenemende complexe problematiek worden als oorzaken genoemd voor het stijgende aantal schoolverlaters. Landelijk wordt onderzocht of dit daadwerkelijk de oorzaak is.

In Soest is de grootste groep VSV-ers tussen de 18 en 20 jaar. Met de 1,97% zitten we onder het landelijk gemiddelde. Het landelijk gemiddelde is twee procent. Er is op regionaal niveau samenwerking met andere regiogemeentes in de aanpak van VSV-ers. Zo helpt het jongerenloket jongeren weer naar school of naar andere zinvolle dagbesteding. Zij werken samen met scholen om VSV-ers zo vroeg mogelijk op te sporen en te

begeleiden. In Soest is de jobcoach van Balans hier ook voor ingezet. Gezien de stijging in het aantal VSV-ers zal dit onderwerp komend jaar extra aandacht krijgen. Welke gevolgen de coronacrisis heeft voor deze doelgroep is nog niet te voorspellen. De wethouder neemt deel in de regie groep VSV-ers in de regio om zo dit onderwerp meer te volgen waardoor we met elkaar meer grip op deze doelgroep kunnen krijgen.

Taal

Via het taalhuis organiseren Balans en bibliotheek Idea samen verschillende activiteiten om de (digitale) taalvaar- digheid van onze inwoners te vergroten. Twintig keer per week wordt er op vijf verschillende locaties taalles gegeven door taalvrijwilligers op beginners, half-gevorderden en gevorderden niveau. Van januari tot juli 2019 namen 128 mensen deel aan taalcursussen. Vanaf september nemen 120 mensen deel aan taalcursussen.

In 2018 waren dit van januari tot juli nemen 125 deelnemers. Hiervan waren 100 mensen niet-inburgeringsplichtig.

Vanaf september namen 112 mensen deel aan taalcursussen.

We willen meer zicht op de groep inwoners met taalachterstand. Een goede beheersing van de Nederlandse taal draagt bij aan de zelfredzaamheid van onze inwoners en zorgt ervoor dat zij in brede zin aan het leven kunnen deelnemen. Naast taalcursus is er juist ook aandacht voor het (durven) gebruiken van de taal. Het project om statushouders vroegtijdig te activeren en te betrekken bij activiteiten in Soest werpt haar vruchten af. Zij leren

(15)

beter en sneller de taal en durven deze in verschillende situaties ook te gebruiken. Verder is er aandacht voor de doorstroming van inburgeraars van de verplichte cursus naar de (vrijwillige) volwasseneducatie. Hierdoor komen ze (meer) in aanraking met de Soester samenleving en blijven ze actief met de Nederlandse taal.

De cijfers zijn min of meer gelijk gebleven aan 2018. Voor de komende vier jaar vragen we zowel landelijk als regionaal extra aandacht voor de NT1 doelgroep die moeilijk bereikt wordt. Dit zal niet gaan leiden tot verhoging van het aantal mensen dat bereikt wordt omdat bekend is dat het werven van die doelgroep zeer moeilijk en arbeidsintensief is.

Verder ligt de focus voor de komende jaren op monitoring en kwaliteit. Dit gaan we regionaal oppakken waardoor we op een andere manier gaan meten. Mogelijk zijn dus cijfers vanaf volgend jaar niet meer verglijkbaar met jaren ervoor, maar wel vergelijkbaar in de regio. We gaan dan meer uit van klantervaring en behalen van leerwensen.

(16)

zippycommunicatie.nl

Gezondheid Inkomen Opleiding Taal

Mensen zelfredzamer maken

11,4% 87,6%

volwassenen met ambulante

begeleiding beperkte deelname samenleving

tevreden: betere kwaliteit van leven jeugdhulp beeindigd

volgens plan

tevreden: beter redden

kinderen in armoede beperkte deelname samenleving

(2015)

aantal inwoners met taalachterstand in bijstand jongeren met jeugdhulp

gevoelens over

huishoudens onder de

armoedegrens aantal trajecten

schuldhulpverlening

aantal deelnemers taalhuis voortijdig schoolverlaters

7,7 79% 73%

338 15%

128 29%

2622

1,97%

141

4,9% 9%

3.5 Overzicht cijfers zelfredzaamheid

(17)

1. DE ZELFREDZAAMHEID VAN MENSEN IS VERGROOT

Onderwerp Indicator Toelichting 2016 2017 2018 2019

Gezondheid Jongeren met

jeugdhulp % jongeren <18 met jeugdhulp

t.o.v. totaal jongeren 10% 10,60% 11,10% 11,40%

Jeugdhulp beëindigd

volgens plan % beëindigde jeugdhulptrajecten volgens plan 79,60% 75% 85,30% 87,60%

Volwassenen met ambulante

begeleiding Aantal volwassenen met ambulante begeleiding 227 266 326  338

Beperkte deelname

samenleving Algemene lichamelijke gezondheid beperkt deelname aan maatschap-

pelijk leven (matig tot ernstig) 15% 14% 15%

Gevoelens over Gevoelens over gezondheid, rapportcijfer 7,6 7,7

Tevreden:

beter redden Door de ondersteuning kan ik mij beter redden: ja 82% 80% 78%  79%

Tevreden: Betere

kwaliteit van leven Door ondersteuning heb ik een betere kwaliteit van leven: ja 70% 75% 75%  73%

Inkomen Huishoudens in de

bijstand % huishoudens in de bijstand 4% 4% 3,60% 3,50%

Huishoudens onder

armoedegrens Aantal huishoudens onder

armoedegrens (130%) 2622 nb

Kinderen in armoede % kinderen in armoede 4,9%

(2015) nb

Aantal trajecten

schuldhulpverlening Aantal trajecten schuldhulpverlening 144 140 147 141

Beperkt deelname

samenleving Financien beperken mij om deel te nemen aan het maatschappelijk leven: ja (matig

tot ernstig) 11% 9%

Opleiding Voortijdig school-

verlaters % voortijdig schoolverlaters

(2019= schooljaar 2018/2019) 1,20% 1,60% 1,53% 1,97%

Aantal deelnemers

taalhuis Aantal deelnemers taalhuis 1e half jaar 125 128

Taal Aantal inwoners met taaachterstand in

bijstand Aantal inwoners met taaachterstand in bijstand 29%

(18)

4. Meedoen naar vermogen (maatschappelijk effect 2)

Ieder mens ontwikkelt zich verschillend. Ieder mens heeft zijn eigen talent. De gemeente stimuleert en onder- steunt mensen in het meedoen naar vermogen in onze samenleving. Het onderwijsaanbod speelt hierin een rol, maar ook de sociale infrastructuur van onze gemeente.

Voor een prettig leefklimaat is het belangrijk dat inwoners van jong tot oud zich in hun vrije tijd op verschillende manieren kunnen ontspannen en ontwikkelen. Een aantrekkelijk aanbod van activiteiten en een bruisend vereni- gingsleven met sterke, maatschappelijke actieve verenigingen dragen hieraan bij. Naast een focus op jeugd hechten we ook aan een adequaat aanbod voor andere doelgroepen waaronder ouder n en mensen met een beperking.

Een betaalde baan is volgens ons het beste middel om mee te doen en zelfstandig te zijn. Andere middelen zijn een deeltijdbaan, vrijwilligerswerk, mantelzorg of een zinvolle vorm van dagbesteding. Het streven is dat inwoners zoveel mogelijk financieel zelfstandig zijn. Onvoldoende zelfredzame inwoners ondersteunen we op maat met een (tijdelijke) inkomensvoorziening. Om een springplank te kunnen organiseren voor inwoners die op eigen kracht niet aan het werk komen, werken we samen met gemeenten, ondernemers, maatschappelijke partners en het onder- wijs noodzakelijk. Samen maken we het mogelijk om ook voor onze meest kwetsbare inwoners mee te doen.

4.1 Algemeen beeld

Het percentage van onze inwoners dat aangeeft dat hun gezondheid en/of financiën hun deelname aan de samenleving beperkt (14%, resp. 9%) geeft aan dat er een grote groep is die onze ondersteuning nodig heeft.

4.2 Arbeidsparticipatie

Uitstroom naar werk

In 2019 zijn weliswaar minder mensen aan het werk gegaan maar dit is nog steeds meer dan we hadden verwacht.

We hadden verwacht dat 88 mensen aan het werk zouden gaan vanuit de bijstand, dit zijn er uiteindelijk 104 geworden. We zien dat het steeds moeilijker wordt om de huidige inwoners die een uitkering hebben aan het werk te helpen. Dit komt omdat zij vaak een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben en al langere tijd werkloos zijn.

De instroom van nieuwe cliënten naar de re-integratievoorziening is afgenomen. Dit komt doordat ook het aantal mensen dat werkloos is geworden in 2019 is afgenomen. Met een goede economie is dat de verwachting dat bovenstaande trend zich verder doorzet en de werkloosheid nog verder afneemt. Echter door de coronacrisis is er een totaal nieuwe werkelijkheid ontstaan. En verwachten we over 2020 een ander beeld.

(19)

4.3 Financiën

Het percentage mensen dat aangeeft dat hun financiën deelname aan het maatschappelijk leven belemmeren is ten opzichte van 2017 gedaald met 2%. Het is nog steeds een hoog percentage: bijna 1 op de 10 van de inwoners van Soest voelt zich vanwege zijn of haar financiële situatie belemmerd om deel te nemen aan het maatschappe- lijk leven. Zoals in paragraaf 3.3 al is omschreven heeft de gemeente in 2019 gewerkt aan het verbeteren van de financiële positie van mensen door in te zetten op preventie en vroegsignalering, bijvoorbeeld door het opzetten van het inlooppunt voor geldzaken Geld op Orde Soest (GOOS). Hiermee verlagen we drempels om hulp te zoeken en krijgt samenwerking tussen professionals en vrijwilligers vorm.

4.4 Deelname aan sociale netwerken

Dagbesteding

164 inwoners kregen in 2019 een indicatie voor dagbesteding: activiteiten waar kwetsbare mensen anderen kunnen ontmoeten, een zinvolle invulling aan de dag geven en waar men zich kan ontplooien. Dagbesteding wordt gege- ven aan mensen met psychische problemen, mensen met dementie of een licht verstandelijke beperking, zowel aan mensen in beschermd wonen als in de thuissituatie. We hebben verschillende gradaties in de dagbesteding en willen dit verder ontwikkelen. Naast meedoen en ontmoeting voor de doelgroep, draagt het eraan bij dat mensen langer zelfstandig kunnen wonen en kan het mantelzorgers ontlasten. 80% van de cliënten van dagbesteding is (heel) tevreden, zo blijkt uit de eerste meting van ervaringen ( ). We willen dit percentage graag handhaven.

Dagbesteding groeit gestaag en de verwachting is dat deze groei verder toeneemt, met name vanwege de ver- grijzing en vanwege de van rijkswege voorgestane uitstroom en beperkter mogelijke instroom in GGZ-behandel- klinieken en zorginstellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. Omdat elke gemeente zelf bepaalt of dagbesteding wordt aangeboden als een algemene- of maatwerkvoorziening is vergelijking met een andere gemeente niet mogelijk.

Eenzaamheid

De GGD doet elke vier jaar onderzoek naar onder andere weerbaarheid onder de jeugd en eenzaamheid onder volwassen. Daarvoor maken zij gebruik van een gestandaardiseerde vragenlijst. De cijfers uit 2016 wijken niet af van de landelijke cijfers: 92% van de jeugd is weerbaar, 33,5% van de volwassenen ervaart eenzaamheid. Wij zijn ons ervan bewust dat de coronapandemie de eenzaamheid onder zowel jongeren als volwassen kan doen vergroten.

Mantelzorgers

We verwachten een groei van het aantal zwaarbelaste mantelzorgers in onze gemeente. Het bereiken van mantel- zorgers om hen te wijzen op ondersteuningsmogelijkheden blijft een punt van aandacht. Het blijft tekenend voor deze groep dat zij zelf niet snel hulp inschakelen. We onderzoeken ook hoe we de groep goed in beeld kunnen brengen en houden. Het mantelzorgcompliment wordt hier bijvoorbeeld voor gebruikt. Door de coronapandemie komt de groep mantelzorgers extra onder druk te staan. Daar komen we in de monitor over 2020 op terug.

Mantelzorgers met hoge belasting

Cijfers uit onderzoeken naar mantelzorg verschillen zodanig dat deze geen eenduidig beeld geven. Dit komt omdat de vraagstelling overal anders is. Op de website waarstaatjegemeente.nl staat een cijfer van 36%. Dit komt overeen met het landelijke cijfer. We ondersteunen mantelzorgers door het aanbieden van ontspanning, respijtzorg

(dagbesteding of logeren), emotionele ondersteuning en het bieden van huishoudelijke hulp. Met name mantel- zorgers van cliënten met psychische problemen ervaren de zorg vaker als zwaar. Mantelzorgers van naasten met dementie melden zich regelmatig (te) laat voor dagbesteding. We brengen in 2020 het convenant mantelzorg opnieuw bij de partners onder de aandacht. Zijn we het nog gezamenlijk eens met de uitgangspunten van dit

(20)

Vrijwilligers

Met 43% zijn er al veel mensen actief als vrijwilliger in Soest. In gemeenten van gelijke grootte ligt dat iets hoger, nl. 45%. Vrijwilligerswerk is zowel doel als middel. In het vrijwilligerswerk vinden mensen een zinvolle tijdsbeste- ding waar ze anderen ontmoeten en zich kunnen ontplooien. Daarnaast is het een middel om vaardigheden op te doen (statushouders oefenen hun Nederlandse taal, anderen oefenen weer een dagritme) of een middel om kwetsbare mensen te ondersteunen (bezoekvrijwilligers, taalmaatjes, schuldhulpmaatje, etc.).

Voor de gemeente blijft het de ambitie om te laten zien hoe nuttig en leerzaam vrijwilligerswerk is. Daarnaast blijft Buro vrijwilligerswerk samenwerken met BBS en UWV. Middels beperkte actieve inzet worden mensen die dit nodig hebben geholpen om passend vrijwilligerswerk te vinden; worden organisaties gestimuleerd passende plekken beschikbaar te stellen en wordt bemiddeld bij het tot stand komen van een succesvolle inzet van deze vrijwilliger. Het werven van vrijwilligers als begeleider of maatje voor mensen met een licht verstandelijke beper- king en psychische problemen blijkt in de praktijk erg moeilijk. Van de jongeren die door de maatschappelijke stage kennismaken met vrijwilligerswerk, blijft 38% dit daarna doen.

(21)

zippycommunicatie.nl

Mensen doen mee naar vermogen

Arbeids- participatie

Sociale netwerken

Financiën Opleiding

uistroom uit bijstand naar werk hulp draagt bij aan participatie reïntegratievoorzieningen

beperkt deelname samenleving

voortijdig schoolverlaters

ernstige eenzaamheid volwassenen

bewoners met dagbesteding voldoende sociaal weerbaar,

13-17 jaar

tevredenheid dagbesteding eenzaamheid volwassenen

23,7 104 70%

9%

1,97%

164

9,5%

92%

72% 33,5%

4.5 Overzicht cijfers meedoen naar vermogen

(22)

zippycommunicatie.nl

Mensen doen mee naar vermogen

Vrijwilligerswerk Mantelzorg

volwassenen dat vrijwilligerswerk doet jongeren na

maatschappelijke stage

38%

150 43%

gebruik huishoudelijke hulp toelage (HHT) mantelzorgers met

hoge belasting mantelzorgers

(23)

2. MENSEN DOEN MEE NAAR VERMOGEN

Onderwerp Indicator Toelichting 2016 2017 2018 2019

Arbeids-

participatie Re-integratie- voorzieningen (per 1000 inwoners)

Aantal re-integratievoorzieningen

per 1000 inw. 15--75 jr. 26 24,7 23,7

24,7 Uitstroom uit

bijstand naar werk Uitstroom uit bijstand naar werk 106 127 126 104

Hulp draagt bij aan

participatie Hulp draagt bij aan participatie: ja - 70% - -

Financiën

Beperkt deelname

samenleving Financiën beperken matig tot ernstig de mogelijkheden deel te nemen aan maat-

schappelijk leven. 11% 9%

School-

participatie Voortijdig

schoolverlaters % voortijdig schoolverlaters

(2019= 2018-2019) 1,20% 1,60% 1,53% 1,97%

Deelname aan sociale netwerken

Bewoners met

dagbesteding Aantal bewoners met dagbesteding 154 163 176

Tevredenheid

dagbesteding (Heel) tevreden over dagbesteding 70%  72%

Voldoende sociaal

weerbaar 13-17 jr. Voldoende social weerbaar, 13 - 17 jr. 92%

Eenzaamheid

volwassenen Eenzaam, volwassenen 33,50%

Ernstige eenzaam-

heid volwassenen Ernstig eenzaam, volwassenen 9,50%

Vrijwilligers-

werk Jongeren na maat-

schappelijke stage Aantal jongeren dat vrijwilligerswerk blijft doen na maatschappelijke stage 14% 38%

Volwassenen % inwoners dat vrijwilligerswerk doet - incidenteel en intensief 42% 43%

Mantelzorg Mantelzorgers % mantelzorgers 36%

Mantelzorgers met

hoge belasting Mantelzorgers met hoge belasting 36%

Gebruik huishou- delijke hulp toelage

(HHT) Gebruik HHT door mantelzorgers 102 150 186 150

(24)

5. Zo lang mogelijk zelfstandig wonen [maatschappelijk effect 3]

In Soest doet iedereen mee en waar mogelijk in de eigen

vertrouwde leefomgeving. We streven ernaar dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. Dat betekent iets voor

ouderen en mensen met een beperking. Net als met de voormalige sociale werkvoorziening kiezen we er niet langer voor mensen af te scheiden, maar kiezen we voor regulier wonen en verblijven waar dat kan. Mensen staan midden in de samenleving, onafhankelijk van beperking of leeftijd. Daarnaast is de toegang tot beschermd wonen en de maatschappelijke opvang aan steeds strengere voorwaarden gebonden en hopen we dat verschillende kwetsbare mensen, bijvoorbeeld met psychische problemen, een thuis vinden in de wijk. Dit vraagt iets van ons allemaal: als mantelzorger, als buurtgenoot, als vrijwilliger, maar ook als professional.

5.1 Algemeen beeld

Ondersteuning bij wonen

Om het langer zelfstandig wonen voor jong en oud mogelijk te

maken is niet alleen de inzet van woningaanpassingen en voorzieningen belangrijk, maar is juist ook de inzet van en samenwerking tussen mantelzorgers, vrijwilligers, buren en professionals onmisbaar. Het aandeel mensen dat tevreden is met de woningaanpassingen ligt rond de 80%.

Geschikte woningen

Om het op rijks- en gemeentelijk niveau gewenste ‘zo lang mogelijk zelfstandig wonen’ mogelijk te maken, zijn voldoende geschikte woningen nodig. Over dit ‘zelfstandige wonen met zorg’ (het benodigde vastgoed om met ondersteuning en zorg zelfstandig te kunnen wonen) zijn de afdelingen Samenleving en Ruimte in 2019 nadruk- kelijker met elkaar in overleg gegaan. Een eerste behoeftebepaling uit 2015 is begin 2019 geactualiseerd. Er zijn onderwerpen benoemd die in afstemming moeten worden uitgewerkt, zoals afspraken over woningaanpassingen, urgentieregelingen, plannen voor (ver)nieuwbouw. De lokale samenwerkingsafspraken brengen we ook onder de aandacht in de regio Amersfoort.

5.2 Aandachtspunten

Regionale afspraken over zelfstandig wonen met ondersteuning en zorg zijn noodzakelijk. Immers, het beschermd wonen – bekostigd door centrumgemeente Amersfoort – moet worden afgebouwd, zorginstellingen en GGZ- behandelklinieken mogen alleen cliënten met een zwaardere zorgvraag opnemen, en dat waar mogelijk zo kortdurend mogelijk. Veel beschermd wonen plekken en GGZ-zorg is gevestigd in Amersfoort. Amersfoort kan en wil niet alle uitstroom zelf oplossen. Voor Soest is belangrijk dat alle regiogemeenten een bijdrage leveren.

(25)

Mensen wonen zo lang mogelijk zelfstandig

Gezondheid Ondersteuning

zippycommunicatie.nl

tevreden met begeleiding zelfstandig wonen 75+ zelfstandig wonend

(per 1000)

tevreden met woonaanpassing

954

80% 72%

2275

Aantal cliënten met Wmo-voorzieningen

5.3 Cijfers zo lang mogelijk zelfstandig wonen

(26)

3. MENSEN WONEN ZO LANG MOGELIJK ZELFSTANDIG

Onderwerp Indicator Toelichting 2016 2017 2018 2019

Gezondheid 75+ zelfstandig

wonend (per 1000) 75+ zelfstandig wonende ouderen (per 1000) 948 947  954

Aantal cliënten met

Wmo-voorzieningen Aantal cliënten met Wmo-

voorzieningen in Soest 2560 2475 2410  2275

Aantal indicaties

Beschermd wonen Aantal indicaties Beschermd wonen 59

Onder-

steuning Tevreden met

woningaanpassing % mensen dat (heel) tevreden met woningaanpassing/ woonvorrziening 69%  80%

Tevreden met begeleiding

zelfstandig wonen % mensen dat (heel) tevreden met begeleiding zelfstandig wonen 72%  -

(27)

Veiligheid is in het sociaal domein is een integraal thema en één van de belangrijkste levensbehoeftes van onze inwoners. Veiligheid gaat enerzijds over wettelijke verplichtingen en handhaving, maar ook en vooral over de veiligheid van kwetsbare (jonge) inwoners en het gevoel van veiligheid. Ook binnen het thema Veiligheid staat het uitgangspunt “voorkomen is beter dan genezen” centraal.

Veiligheid betekent een verantwoordelijkheid van de gemeente, maar vooral een samenwerking tussen alle betrokkenen. Samenwerken aan het realiseren van een veilig en leefbaar Soest is een gezamenlijke verantwoor- delijkheid en heeft raakvlakken met bijvoorbeeld de Jeugdwet, werk, onderwijs, inkomen, welzijn, cultuur en sport.

Door deze raakvlakken te gebruiken en te verbinden, willen we meer grip krijgen op preventie waardoor minder reparatie (repressie/handhaving) nodig is. Om dit te bewerkstelligen gaan we uit van zelfredzaamheid, eigen verantwoordelijkheid, transparante communicatie, gebiedsgerichte en persoonsgerichte aanpak en probleemge- richt werken.

6.1 Algemeen beeld - Cijfers geven een positief beeld

Over het algemeen gaat het in Soest goed als het de veiligheid betreft. De cijfers laten over 2019 een positieve ontwikkelingen zien. De geregistreerde criminaliteit in Soest neemt af. Opmerkelijk is vrijwel dat alle cijfers een positief beeld laten zien in 2019 ten opzichte van dezelfde periode in 2018. Het aantal Veilig Thuismeldingen stijgt wel licht evenals het aantal jeugdreclasseringstrajecten. Het gevoel van veiligheid in de buurt is gestegen van een 7 naar een 7,3. Er zijn zaken die blijvende aandacht vragen. Bij de indicatoren werken we met aantallen omdat bij relatief kleine aantallen percentages sneller een vertekend beeld geven.

Hoewel veiligheid stijgt en criminaliteit daalt, maken mensen zich soms alsnog zorgen over hun veiligheid.

Mogelijk heeft dit te maken met berichten over nare gebeurtenissen in de (social) media. Hierbij kan de politie en de gemeente zorgen dat wij voor zover mogelijk de ware berichtgeving publiceren zodat nepnieuws voorkomen wordt. Dat is vaak echter om privacy redenen niet mogelijk. Verder richten wij buurten en wijken in op een manier waarop er geen ongure hoeken ontstaan. Dat doen wij door extra verlichting te plaatsen of kleurgebruik in de omgeving/beplanting. Onveiligheidsgevoel komt ook veel voort wanneer buurtbewoners groepen jongeren zien staan. Aandachtspunt is om vanuit de gemeente meer te gaan faciliteren dat buurtbewoners met jongeren in gesprek gaan, want onbekend maakt onbemind.

6. Gevoel van veiligheid [maatschappelijk effect 4]

(28)

6.2 Criminaliteit

Een opvallende stijger is het aantal PGA-trajecten

De trajecten binnen de Persoonsgerichte Aanpak lokaal (PGA lokaal) zijn in 2019 gestegen. Zoals in de monitor van 2018 beschreven zijn dit mensen die besproken worden in breed verband met meerdere zorg- en veiligheids- partners omdat zij op meerdere leefgebieden problemen hebben en hierdoor zorgen voor ernstige overlast, openbare ordeproblemen of criminaliteit. Het feit dat er meer PGA-trajecten zijn lijkt negatief, maar kan ook uitgelegd worden als een positief teken. Er zijn zwaardere criminelen vanuit de zogenoemde ‘top-X aanpak’ van het Veiligheidshuis afgeschaald naar de lokale tafel. Ook is het zo dat er in 2019 zeven casussen positief zijn afgerond en daardoor van de PGA-lijst af konden. Deze tellen wel mee in het aantal in 2019. De nieuwe aanwas komt voornamelijk omdat er bij partners goed gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die de PGA biedt.

Een wettelijke grond voor het delen van informatie, zes-wekelijks terugkeren op de gesprekstafel van een casus en de korte lijnen tussen de mensen die de verschillende organisaties aan tafel vertegenwoordigen zorgt voor snelle acties en interventies. Dit wordt steeds beter gezien en hier wordt dan ook steeds meer gebruik van gemaakt.

6.3 Zorg

Aantal jongeren met jeugdbescherming stijgt

Het aantal jongeren met jeugdbescherming is opnieuw licht gestegen. Het het aantal trajecten is in 2019 echter gedaald met 115.Mogelijk heeft dit te maken met verlenging van jeugdbescherming naar een volgend jaar. Dan is de nieuwe instroom misschien lager, maar stijgt het in zijn totaliteit. Het landelijk gemiddelde ligt lager in vergelijking met Soest (1,2% versus 1,4%).

Onderzoeken Veilig Thuis

Het aantal onderzoeken door Veilig Thuis is licht gestegen, van 18 naar 20.

6.4 Overlast

Meldingen jongerenoverlast gedaald

Het aantal meldingen overlast door jongeren is opnieuw gedaald. Van 422 in 2018 naar 315 in 2019. Het jeugd- en jongerenwerk zet zich in voor het kennen en herkennen van jongeren, door aanwezigheid op straat, maar ook door bijvoorbeeld voorlichtingslessen op de basisschool in groep 7 en 8. Naast het contact met de jongeren zelf richt het Jeugd Team zich op het contact met de ouders.

Personen verward gedrag en/of een GGZ-achtergrond

Het aantal meldingen is afgenomen van 112 meldingen in 2018 naar 102 in 2019.Toch ligt dit aantal nog fors hoger dan in 2016. Deze trend is in alle gemeenten waar te nemen. De oorzaak ligt vermoeden wij voor een deel in de strengere voorwaarden waaraan de toegang tot beschermd wonen en maatschappelijke opvang gebonden is.

Hierdoor wonen meer volwassenen met psychische problemen en/of een licht verstandelijke beperking in de wijk en/of zijn zij op straat te vinden. Een andere reden zijn de mensen met dementie die langer zelfstandig blijven wonen.

Er is sprake van een goede samenwerking tussen gemeente, politie, boa’s en Sociaal Team als het deze kwetsbare doelgroepen betreft. Tegelijkertijd ondervindt die samenwerking ook last van de verscherpte AVG, waardoor het lastig is om informatie uit te wisselen die wel nodig is voor een echte gezamenlijke aanpak. Een toegesneden convenant wordt overwogen.

De groei leidt ertoe dat er meer tijd en aandacht aan besteed wordt en dat het door de aantallen moeilijker wordt om snel een passende plek te vinden voor mensen die opgevangen moeten worden. De verwachting is dat de

(29)

Trajecten buurtbemiddeling

De inzet van buurtbemiddeling is licht gestegen, van 60 naar 66. Hierbij gaan getrainde vrijwilligers met partijen die in conflict zijn in gesprek. Deze laagdrempelige aanpak levert een mooie bijdrage aan het verminderen van over- last.

6.5 Leefomgeving

Leefbaarheid

Iets meer dan een derde van de inwoners vindt dat de gemeente hen voldoende betrekt bij de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. We hopen dat de stijgende lijn zich blijft voortzetten. Wel is het aantal inwoners dat aangeeft veel overlast in de buurt te ervaren met 47% aan de hoge kant. Het betreft een vergaarbak van klachten, van loszittende stoeptegels tot hangjongeren.

(30)

Criminaliteit zorg Overlast

zippycommunicatie.nl

Mensen voelen zich veilig

Leefomgeving

jeugd:

onderzoeken veilig thuis

PGA trajecten jeugdreclassering

aantal jeugdbeschermingstrajecten

melding jongerenoverlast

rapportcijfer veiligheid in

de buurt ervaring veel overlast in de buurt melding verward gedrag

gemeente betrekt buurt bij leef- baarheid en veiligheid trajecten buurtbemiddeling

15

115

315

7,3 46,3%

102

35%

66

73% geslaagd

20 8

JEUGD- RECLASSERING

6.6 Cijfers gevoel van veiligheid

(31)

4. MENSEN IN SOEST VOELEN ZICH VEILIG

Onderwerp Indicator Toelichting 2016 2017 2018 2019

Criminaliteit PGA-trajecten Aantal PGA-trajecten 9 12 11 15

Jeugdreclassering Jeugdreclassering 6 7 7 8

Zorg Aantal jeugdbe-

schermingstrajecten Aantal jeugdbeschermingstrajecten 95 125 140 115

Jeugd: onderzoeken

Veilig Thuis Veilig Thuis onderzoeken (jeugd) 12 25 18 20

Overlast Meldingen

jongerenoverlast Meldingen jongerenoverlast 697 562 422 315

Meldingen

verward gedrag Meldingen verward gedrag 69 111 112 102

Trajecten

buurtbemiddeling Trajecten buurtbemiddeling

Soest/Soesterberg 52 53 60 66

Waarvan geslaagd Waarvan positief afgerond 80%  80%  73% 

Leef-

omgeving Rapportcijfer

veiligheid in de buurt Rapportcijfer veiligheid in de buurt - 7 - 7,3

Ervaring veel

overlast in de buurt Ervaring veel overlast in de buurt - 47% - 46,30%

Gemeente betrekt buurt bij leefbaar- heid en veiligheid in de buurt

Gemeente betrekt buurt bij

leefbaarheid en veiligheid - 31% - 35%

(32)

Bijlage

Overzicht cijfers per maatschappelijk effect

1. DE ZELFREDZAAMHEID VAN MENSEN IS VERGROOT

Onderwerp Indicator Toelichting 2016 2017 2018 2019 Klasse 2019* Bron

Gezondheid Jongeren met

jeugdhulp % jongeren <18 met jeugdhulp

t.o.v. totaal jongeren 10% 10,60% 11,10% 11,40% 12,2% (NL) WSJG Jeugdhulp beëindigd

volgens plan % beëindigde jeugdhulptrajecten

volgens plan 79,60% 75% 85,30% 87,60% 80,2% (NL) WSJG

Volwassenen met ambulante begeleiding

Aantal volwassenen met ambulante

begeleiding 227 266 326  338 Zorgmonitor BBS

Beperkte deelname samenleving

Algemene lichamelijke gezondheid beperkt deelname aan maatschap-

pelijk leven (matig tot ernstig) 15% 14% 15% 15% PON burgerpeiling 2019

Gevoelens over Gevoelens over gezondheid,

rapportcijfer 7,6 7,7 7,7 PON burgerpeiling 2019

Tevreden:

beter redden Door de ondersteuning kan ik mij

beter redden: ja 82% 80% 78%  79% CEO 2018, 2017, 2016

Tevreden: Betere

kwaliteit van leven Door ondersteuning heb ik een

betere kwaliteit van leven: ja 70% 75% 75%  73% CEO 2018, 2017, 2017

Inkomen Huishoudens in de

bijstand % huishoudens in de bijstand 4% 4% 3,60% 3,50% WSJG

Huishoudens onder

armoedegrens Aantal huishoudens onder

armoedegrens (130%) 2622 nb Stimulanz,

minimascan 2018 Kinderen in armoede % kinderen in armoede 4,9%

(2015) nb WSJG

Aantal trajecten

schuldhulpverlening Aantal trajecten schuldhulpverlening 144 140 147 141 BBS

Beperkt deelname samenleving

Financien beperken mij om deel te nemen aan het maatschappelijk

leven: ja (matig tot ernstig) 11% 9% PON Burgerpeiling 2019

Opleiding Voortijdig school-

verlaters % voortijdig schoolverlaters

(2019= schooljaar 2018/2019) 1,20% 1,60% 1,53% 1,97% 2,00% WSJG

en onderwijsincijfers.nl Aantal deelnemers

taalhuis Aantal deelnemers taalhuis 1e half

jaar 125 128 1,90% Idea jaarverslag

Taal Aantal inwoners met taaachterstand in bijstand

Aantal inwoners met taaachterstand

in bijstand 29% BBS

* Grootteklasse van gemeenten. Soest vergelijken we met gemeenten met een inwoneraantal tussen de 25.000 en 50.000 inwoners.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Rekenkamercommissie ziet de monitor sociaal domein als het kanaal om de gemeenteraad op hoofdlijnen die informatie te bieden waarmee de raad de veranderprocessen in het

Figuur 6: Aantal cliënten (absoluut) met Persoonsgebonden budget (PGB) en/of met Zorg in natura (ZIN) per wijk in gemeente Aa en Hunze, eerste

Niet alle gemeenten hebben de mogelijkheid om zelf onderzoek uit te voeren. De gemeente Eindhoven kent deze mogelijkheden wel en binnen het sociaal domein in de gemeente Eindhoven

ontwikkelingen voor Asten tot en met september 2016 in beeld gebracht conform de opzet in het Uitvoeringsplan lokaal sociaal domein gemeente Asten.. Het beeld is gebaseerd op

= niet gevraagd in betreffende meting; de kolom 'totaal bekend' is een optelling van de kolommen 'beetje bekend' en 'goed bekend'..  = significante

In de eerste helft van 2019 is het aantal inwoners met een indicatie voor ondersteuning vanuit de Wmo ongeveer 7% gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2018.. Naast toename

Wie beter begrijpt waar zaken zoals een focus op de korte termijn en onverstandi- ger keuzen vandaan komen, gaat zich steeds beter realiseren welke tegenstelling er zit tussen

Het stimuleringsprogramma Gezond in de Stad (GIDS) wordt door het Rijk voortgezet in de jaren 2018 tot en met 2021. De middelen voor Gezond in de Stad zijn bedoeld om de