• No results found

Statuten van Atletiekvereniging 1934 APELDOORN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Statuten van Atletiekvereniging 1934 APELDOORN"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Statuten van

Atletiekvereniging 1934 APELDOORN

Vast te stellen in de Algemene Ledenvergadering van

24 maart 2003

(2)

ONTWERP

ALG.. STATUTENWIJZIGING AV '34

……….. De comparant, handelend als gemeld, verklaarde vervolgens ter uitvoering van bedoeld besluit, de statuten van de vereniging met ingang van heden te wijzigen en geheel opnieuw vast te stellen als volgt::

Artikel 1.

Naam. zetel en rechtsbevoegdheid

1. De vereniging draagt de naam: Atletiekvereniging 1934 (A V '34).

2. De vereniging heeft haar zetel in de gemeente Apeldoorn.

3. De vereniging heeft volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 2.

Duur boekjaar en datum van oprichting

1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.

2. Het boekjaar, tevens verenigingsjaar, loopt van één januari tot en met eenendertig december.

3. De vereniging is opgericht op zevenentwintig oktober negentienhonderd vierendertig.

Artikel 3.

Doel

1. De vereniging heeft ten doel het (doen) beoefenen van de atletiek en/ of atletieksport in welke verschijningsvorm dan ook.

2. De vereniging tracht dit doel te bereiken door:

a. lid te zijn van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie, hierna te noemen: “KNAU”

b. het primair binnen het KNAU-verband organiseren van en deelnemen aan atletiekevenementen;

c. het (doen) verzorgen van trainingen en opleidingen binnen alle takken van de atletieksport;

d. in mogelijk voorkomende andere verbanden te helpen met de organisatie van en het deelnemen aan atletiekevenementen, opleidingen en activiteiten;

e. de benodigde accommodatie tot stand te (doen) brengen en/of houden;

f. alle andere activiteiten welke dienstig kunnen zijn tot het doel.

Artikel 4.

Lidmaatschap

1. Leden zijn die natuurlijke personen die door het bestuur zijn toegelaten.

2. Alleen diegenen die voor de duur van het lidmaatschap ook lid zijn van de KNAU, kunnen lid zijn van de vereniging.

3. Tot het lidmaatschap van de vereniging kunnen niet worden toegelaten:

− degenen die niet tot het lidmaatschap van de KNAU worden toegelaten; of

− degenen van wie de KNAU het lidmaatschap heeft beëindigd.

4. Het bestuur is verplicht het lidmaatschap van de KNAU aan te vragen voor een ieder die:

− in de vereniging de atletieksport beoefent;

− enige functie in de vereniging bekleedt;

− anderszins lid is van de vereniging.

(3)

5. Het bestuur van de KNAU is bevoegd te controleren of aan het hiervoor in lid 4 bepaalde is voldaan.

6. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan op verzoek van de betrokkene de eerstvolgende algemene ledenvergadering alsnog tot toelating besluiten, zulks met inachtneming van het in lid 3 van dit artikel bepaalde.

7. Op voorstel van het bestuur kan de algemene ledenvergadering een lid wegens zijn bijzondere verdiensten voor de vereniging het predikaat "erelid" of "lid van verdienste" verlenen. Hierbij wordt het predikaat "erelid" het hoogste gewaardeerd.

8. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen, de adressen en geboortedata van de leden zijn opgenomen, een en ander op een door de KNAU aan te geven wijze.

Artikel 5.

Rechten en verplichtingen

1. De leden zijn gehouden:

a. de statuten en reglementen van de vereniging, alsmede de besluiten van de algemene ledenvergadering, van het bestuur, of van een ander orgaan van de vereniging na te leven;

b. de statuten en reglementen van de KNAU, de besluiten van een orgaan van de KNAU , alsmede de van toepassing verklaarde wedstrijdbepalingen na te leven;

c. de door de KNAU van toepassing verklaarde wedstrijdbepalingen van de International Amateur Athletic Federation en de European Athletic Association na te leven;

d. de belangen van de vereniging niet te schaden.

2. De leden zijn voorts verplicht zich jegens elkaar en jegens de vereniging te gedragen naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.

3. De vereniging kan door een besluit van de algemene ledenvergadering, van het bestuur, of van een ander orgaan verplichtingen -al dan niet van financiële aard - aan de leden opleggen.

4. De vereniging en de KNAU kunnen, voor zover uit de statuten van de vereniging, onderscheidenlijk van de KNAU niet het tegendeel voortvloeit, ten behoeve van de leden rechten bedingen.

De vereniging kan nakoming van bedongen rechten jegens en schadevergoeding aan een lid vorderen, tenzij dit lid zich daartegen verzet.

5. De vereniging en de KNAU kunnen, voor zover dit in de statuten van de vereniging

onderscheidenlijk van de KNAU uitdrukkelijk is bepaald, ten laste van de leden verplichtingen met derden aangaan.

6. Het is leden van de vereniging en van de KNAU niet toegestaan deel te nemen aan, of betrokken te zijn bij atletiekevenementen die niet door, of met toestemming van de KNAU worden georganiseerd.

Artikel 6.

Straffen

1. In het algemeen zal strafbaar zijn een zodanig handelen, of nalaten, dat in strijd is met de wet, dan wel met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de vereniging, of waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad.

2. Tevens zal strafbaar zijn een zodanig handelen, of nalaten, dat in strijd is met de statuten, reglementen en/ of besluiten van de KNAU, alsmede met de door de KNAU van toepassing verklaarde wedstrijdbepalingen, of waardoor de belangen van de KNAU, dan wel van de atletieksport in het algemeen worden geschaad.

3. Daargelaten de bevoegdheid van de KNAU om overtredingen, als bedoeld in lid 2 van dit artikel te bestraffen, is het bestuur bevoegd om overtredingen te bestraffen.

4. Tegen een door het bestuur opgelegde straf kan de betrokkene in beroep gaan bij de algemene ledenvergadering, met in achtneming van het bepaalde in lid 9 en lid 10 van dit artikel.

5. In geval van een overtreding, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kunnen door de vereniging de volgende straffen worden opgelegd:

− berisping;

(4)

− boete;

− schorsing;

− royement ( ontzetting uit het lidmaatschap) .

6. Een lid kan niet worden gestraft dan nadat hem de gelegenheid is geboden zich te verdedigen tegen de tegen hem ingebrachte beschuldiging. Een opgelegde straf wordt schriftelijk, met opgave van de reden(en), aan het lid meegedeeld. In spoedeisende gevallen kan het bestuur de beslissing voorafgaand aan de schriftelijke bevestiging mondeling aan het lid meedelen.

7. Een schorsing kan ten hoogste voor de duur van één jaar worden opgelegd.

Gedurende de periode dat een lid geschorst is, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend, met uitzondering van het recht in beroep te gaan.

8. Royement kan alleen worden uitgesproken, wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen, of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging in belangrijke mate benadeelt.

9. Tegen een door het bestuur van de vereniging opgelegde boete, schorsing of royement kan de betrokkene binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving door het bestuur schriftelijk bezwaar aantekenen bij het bestuur, welk bezwaar op de eerstvolgende algemene ledenvergadering zal worden behandeld. De algemene ledenvergadering is in dat geval de beroepsinstantie.

Indien de straf een schorsing of een royement inhoud blijft het betrokken lid gedurende de termijn dat door dit lid bezwaar is aangetekend en door de algemene ledenvergadering nog niet is besloten geschorst.

10. Tegen een door het bestuur opgelegde berisping staat geen bezwaar of beroepsmogelijkheid open.

Artikel 7.

Einde lidmaatschap

1. Het lidmaatschap eindigt door:

a. schriftelijke opzegging door het lid;

b. overlijden van het lid, in welk geval het lidmaatschap niet vererft;

c. royement (ontzetting), als bedoeld in artikel 6.

2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.

3. Royement geschiedt door het bestuur, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 6, lid 9.

4. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen:

a. in de gevallen in de statuten genoemd;

b. wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen;

c. wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;

d. wanneer de KNAU het lidmaatschap van het lid heeft beëindigd, in welk geval de opzegging met onmiddellijke ingang geschiedt, tenzij het lid tegen de beëindiging van het lidmaatschap van de KNAU op de door de KNAU voorgeschreven wijze bezwaar heeft gemaakt. In het laatste geval is het lid van de vereniging geschorst, totdat de beëindiging door de KNAU is bevestigd of ongedaan gemaakt.

5. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan geschieden:

a. tegen het einde van het kwartaal;

b. vóór de eerste december van het lopende boekjaar; de ingangsdatum van de opzegging is dan de eerste januari van het daaropvolgende boekjaar.

6. Een lid kan het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang beëindigen:

a. wanneer redelijkerwijs niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;

b. binnen een maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of verplichtingen zijn verzwaard, hem bekend is geworden of medegedeeld, in welk geval het besluit alsdan niet op hem van toepassing is.

(5)

Deze bevoegdheid tot opzegging komt het lid niet toe wanneer rechten en verplichtingen worden gewijzigd, die in de statuten nauwkeurig zijn omschreven, wijzigingen van geldelijke rechten en verplichtingen daaronder begrepen;

c. binnen een maand nadat hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of fusie.

7. Een opzegging in strijd met het in lid 5 van dit artikel bepaalde doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waarop was opgezegd.

8. Indien een lid door de KNAU is geroyeerd, is het bestuur, na het onherroepelijk worden van dit royement, verplicht het lidmaatschap van het betreffende lid met onmiddellijke ingang op te zeggen.

9. Behoudens in geval van overlijden wordt enig gewezen lid dat heeft opgezegd, geacht nog lid te zijn tot ten hoogste het einde van het boekjaar volgend op dat waarin werd opgezegd:

− zolang het lid niet heeft voldaan aan zijn geldelijk verplichtingen ten opzichte van de vereniging; of

− zolang enige andere aangelegenheid waarbij het lid betrokken is, niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf daarin begrepen.

Gedurende deze periode kan de betrokkene geen recht uitoefenen, met uitzondering van het recht om binnen de gestelde termijn in beroep te gaan.

Artikel 8.

Donateurs

1. De vereniging kent, naast leden, donateurs.

2. Donateurs zijn natuurlijke personen of rechtspersonen die zich jegens de vereniging verplichten een door het bestuur vastgestelde minimale jaarlijkse bijdrage te storten.

3. Opzegging van de verplichting tot het storten van de jaarlijkse bijdrage kan wederzijds, hetzij door de vereniging hetzij door de donateur, geschieden.

N a opzegging door de donateur blijft deze de jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar geheel verschuldigd.

4. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.

Artikel 9.

Bestuur

1. Het bestuur van de vereniging bestaat uit tenminste vijf meerderjarige personen, die door de algemene ledenvergadering uit de leden worden benoemd.

2. Bestuursleden worden kandidaat gesteld door het bestuur of door tenminste drie leden. De kandidaatstelling geschiedt niet door middel van een bindende voordracht.

3. Voorzitter, secretaris en penningmeester worden afzonderlijk door de algemene ledenvergadering in functie benoemd.

4. In zijn eerste bestuursvergadering na een benoeming van de bestuursleden verdeelt het bestuur - met inachtneming van het in lid 3 bepaalde - in onderling overleg de overige functies en stelt het bestuur de taken van de bestuursleden vast en doet hiervan - hetzij in het clubblad hetzij door middel van een schriftelijke kennisgeving - mededeling aan de leden.

5. leder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak.

Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van het geheel aansprakelijk terzake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.

(6)

6. leder bestuurslid wordt benoemd voor de periode van drie jaar en treedt af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Aftredende bestuursleden zijn terstond herbenoembaar. Wie in een tussentijdse vacature is benoemd neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.

7. Het bestuurslidmaatschap eindigt:

a. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;

b. door een verhindering in het uitoefenen van zijn functie;

c. door schriftelijk opzeggen aan de secretaris of - wanneer het deze zelf betreft -- aan de voorzitter;

d. door aftreden volgens het in lid 6 van dit artikel bepaalde rooster;

e. bij besluit van de algemene ledenvergadering.

8. De algemene ledenvergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan, indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid vereist van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.

Artikel 10.

Bestuursbevoegdheid

1. Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. Indien het aantal bestuursleden beneden de vijf is gedaald blijft het bestuur bevoegd.

Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene ledenvergadering te beleggen waarin voorziening in de open plaats(en) aan de orde komt.

2. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, secretaris en penningmeester. Het bestuur stelt de bevoegdheden van het dagelijks bestuur vast.

3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken te doen uitvoeren door commissies die door de algemene ledenvergadering of door het bestuur zijn benoemd.

4. Het bestuur is, na voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomst waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.

Artikel 11.

Vertegenwoordiging

1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.

2. De vereniging wordt voorts in en buiten rechte vertegenwoordigd door:

− de voorzitter tezamen met de secretaris; of

− de voorzitter tezamen met de penningmeester;

− of de penningmeester tezamen met de secretaris.

3. Het bestuur is bevoegd aan anderen een schriftelijke volmacht te verlenen, op grond waarvan deze bevoegd zijn de vereniging in de in volmacht omschreven gevallen te vertegenwoordigen.

4. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan bestuursleden toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van, of voorwaarde voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de algemene ledenvergadering worden geëffectueerd.

5. De uitsluiting, beperking en voorwaarden gelden mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging terzake van de in artikel 10, lid 4, bedoelde handelingen.

6. Bestuursleden aan wie krachten de statuten of op grond van een volmacht

vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat

(7)

tevoren een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de betreffende rechtshandeling is besloten.

7. De vereniging wordt op de vergaderingen van de KNAU vertegenwoordigd door een daartoe door het bestuur aangewezen bestuurslid dat bevoegd is op die vergadering namens de vereniging aan de stemming deel te nemen.

Artikel 12.

Rekening en verantwoording

1. Het bestuur is verplicht tot het houden van zodanige aantekening omtrent de vermogenstoestand van de vereniging dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen terzake kunnen worden gekend.

2. Het bestuur brengt de algemene ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar -behoudens verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering - een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene ledenvergadering over.

3. De in lid 2 van dit artikel bedoelde stukken worden ondertekend door alle bestuursleden. Ontbreekt een handtekening van een bestuurslid, dan wordt hiervan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na afloop van de in lid 2 genoemde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij de aldaar genoemde verplichtingen nakomen.

4. De algemene ledenvergadering benoemt jaarlijks een kascommissie, bestaande uit drie leden en één plaatsvervangend lid die geen deel mogen uitmaken van het bestuur.

5. De leden van de kascommissie worden benoemd voor de duur van drie jaar en treden volgens een op te maken rooster af. Zij zijn aansluitend slechts éénmaal herbenoembaar.

6. De kascommissie onderzoekt de balans en de staat van baten en lasten, alsmede de toelichting bij deze stukken en brengt aan de algemene ledenvergadering verslag van haar bevindingen uit.

7. Het bestuur is verplicht de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door - haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en de bescheiden van de vereniging te geven.

8. Goedkeuring door de algemene ledenvergadering van het jaarverslag en van de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen voor zover die uit de jaarstukken blijken.

9. Het bestuur is verplicht de bescheiden, bedoeld in de leden 1,2 en 3 van dit artikel, tien jaar lang te bewaren.

Artikel 13.

Financiën

1. De inkomsten van de vereniging bestaan uit:

a. contributies van de leden;

b. ontvangsten uit wedstrijden en entreegelden;

c. exploitatieopbrengsten van het clubhuis;

d. subsidies, giften, donaties en andere inkomsten.

2. De leden zijn jaarlijks gehouden tot het betalen van een contributie die door de algemene ledenvergadering is vastgesteld.

3. Degene aan wie het predikaat erelid is verleend of degene die een kaderfunctie vervult, is vrijgesteld van het betalen van contributie.

4. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt blijft niettemin de contributie voor het lopende en het daaropvolgende kwartaal verschuldigd. Bij opzegging aan het eind van het jaar zoals bedoeld in artikel 7, lid 5, sub b, blijft alleen de contributie voor het lopende kwartaal verschuldigd.

5. De vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen.

(8)

6. De vereniging is aan de KNAU de door deze jaarlijks vastgestelde afdracht verschuldigd.

Artikel 14.

Besluiten van organen van de vereniging

1. Organen van de vereniging zijn de algemene ledenvergadering, het bestuur, alsmede al die commissies en personen die krachtens de statuten door de algemene ledenvergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij door de algemene ledenvergadering beslissingsbevoegdheid is toegekend.

2. Het in een vergadering van een orgaan uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.

3. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken door de voorzitter van het in het vorige lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering, of indien de

oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtige aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

4. Van het verhandelde in een vergadering worden notulen gemaakt die op de eerstvolgende vergadering van het orgaan dienen te worden goedgekeurd.

5. Een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of met de statuten is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Een nietig besluit mist rechtskracht.

6. Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit genomen heeft, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat ook voor de bekrachtiging.

7. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.

8. Een besluit van een orgaan is, onverminderd het elders in de wet omtrent de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:

a. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van een besluit regelen;

b. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid;

c. wegens strijd met een binnen de vereniging vastgesteld reglement.

9. Tot de in lid 8 van dit artikel bedoelde bepalingen behoren niet die welke voorschriften bevatten waarop in lid 6 van dit artikel wordt gedoeld.

10. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen, vervalt één jaar na het einde van de dag waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij een belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.

11. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het bepaalde in lid 8 van dit artikel, kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd. Voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. Bevestiging is niet mogelijk, zodra een vordering tot vernietiging aanhangig is.

Indien de vordering wordt toegewezen geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere besluit, tenzij uit strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.

Artikel 15.

Algemene ledenvergaderingen

1. Aan de algemene ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.

(9)

2. Jaarlijks zal uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar een algemene ledenvergadering worden gehouden (de jaarvergadering). Buitengewone ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls als het bestuur dit gewenst acht.

3. De algemene ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur met inachtneming van een termijn van tenminste veertien dagen. De bijeenroeping geschiedt door een mededeling in het clubblad of door middel van een aan alle leden te zenden schriftelijke kennisgeving met gelijktijdige vermelding van de agenda.

4. Voorts is het bestuur gehouden een algemene ledenvergadering bijeen te roepen indien tenminste tien leden van de vereniging zulks vragen in een ondertekend, met redenen omkleed, verzoekschrift, onder opgave van de punten die zij behandeld willen zien. Deze vergadering moet worden belegd op een termijn van niet langer dan zes weken na indiening van het verzoek.

5. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig het bepaald in lid 3 van dit artikel of door plaatsen van een advertentie in het plaatselijk dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen.

6. De agenda van de jaarvergadering bevat tenminste:

a. vaststelling van de notulen van de vorige algemene ledenvergadering;

b. jaarverslag van het bestuur;

c. verslag van de kascommissie;

d. vaststelling van de balans en de staat van baten en lesten, met bijbehorende toelichting;

e. vaststelling van de contributies;

f. vaststelling van de begroting;

g. benoeming van bestuursleden;

h. benoeming van commissieleden;

i. rondvraag;

tenzij onderdelen daarvan op een andere ledenvergadering aan bod zijn gekomen eerder in hetzelfde verenigingsjaar.

Artikel 16.

Het leiden en notuleren van algemene ledenvergaderingen

1. De algemene ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur of door zijn

plaatsvervanger. Zijn de voorzitter en zijn plaatsvervanger verhinderd, dan treedt een ander door het bestuur aan te wijzen bestuurslid als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het

voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin.

2. Van het verhandelde in elke algemene ledenvergadering worden door een bestuurslid notulen gemaakt. De notulen worden in het clubblad gepubliceerd of op een andere wijze ter kennis van de leden gebracht en dienen door de eerstvolgende ledenvergadering te worden vastgesteld.

Artikel 17.

Toegang en besluitvorming algemene ledenvergadering

1. leder lid heeft toegang tot de algemene ledenvergadering.

2. Leden die geschorst zijn hebben geen toegang tot de algemene ledenvergadering, tenzij zij beroep hebben ingesteld naar aanleiding van een opgelegde straf, in welk geval zij bevoegd zijn alleen de behandeling van hun beroep bij te wonen.

3. leder lid heeft één stem.

4. Een lid tot en met veertien jaar kan het stemrecht niet zelf uitoefenen. Zijn wettelijke vertegenwoordiger is alsdan bevoegd het stemrecht uit te oefenen.

(10)

5. leder lid kan als gemachtigde slechts namens één ander lid het stemrecht uitoefenen.

6. Het stemrecht over besluiten waarbij de vereniging aan bepaalde personen, anders dan in hun hoedanigheid van lid, rechten toekent of verplichtingen kwijtscheldt, wordt aan die personen en aan hun echtgenoot/echtgenote en bloedverwanten in rechte lijn ontzegd.

7. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn die niet in vergadering, heeft, met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene ledenvergadering.

8. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk bij ongetekende gesloten briefjes.

9. Over alle voorstellen, zaken betreffende, wordt, voor zover de statuten niet anders bepalen, beslist bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij het staken van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

10. Bij stemming over de vervulling van meerdere functies, zijn diegenen gekozen, die de meeste uitgebrachte stemmen op zich hebben verenigd.

Indien de stemmen voor één van de functies staken, dan wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen die het hoogste aantal van de uitgebrachte stemmen voor die functie hebben verkregen en is hij gekozen die bij die tweede stemming de meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.

11. Bij stemming over de vervulling van één afzonderlijke functie is diegene gekozen, die de meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd.

Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, dan wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen die het hoogste aantal van de uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij gekozen, die bij die tweede stemming de meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd.

Indien bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.

12. Ongeldige stemmen zijn stemmen die blanco of op enigerlei wijze ondertekend zijn, dan wel iets anders aanduiden dan in stemming is gebracht of andere namen bevatten dan van de personen over wie wordt gestemd.

Artikel 18.

Statutenwijziging

1. De statuten kunnen slecht worden gewijzigd door een besluit van de algemene ledenvergadering waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld,

Het bepaalde in artikel 15, lid 3 tot en met lid 5, is van overeenkomstige toepassing.

2. Zij, die de oproeping tot de algemene ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten een afschrift van dit voorstel tegelijk met de oproep aan alle leden toezenden, dan wel ter inzage leggen.

3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.

Indien minder dan twee/derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal dan aanwezige of vertegenwoordigde leden, een besluit kan worden genomen, mits met een meerderheid van twee/

derde van de uitgebrachte stemmen.

4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Van dit tijdstip wordt mededeling gedaan in het clubblad. leder bestuurslid afzonderlijk is dan tot het verlijden van deze akte bevoegd.

5. De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de gewijzigde statuten van de vereniging in het handelsregister neer te leggen.

6. De vereniging behoeft voor een wijziging van de statuten de goedkeuring van de KNAU.

(11)

Artikel 19.

Ontbinding en vereffening

1. Voor een besluit tot ontbinding van de vereniging is het bepaalde in artikel 18, leden 1 en 2, van overeenkomstige toepassing.

2. De vereniging wordt ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de algemene

ledenvergadering, genomen met tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste drie/vierde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.

Indien minder dan drie/vierde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, een besluit kan worden genomen, mits met een meerderheid van twee/

derde van de uitgebrachte stemmen.

3. Het dagelijks bestuur treedt na het besluit tot ontbinding van de vereniging als vereffenaar op.

4. De algemene ledenvergadering is bevoegd na het besluit tot ontbinding de alsdan zitting hebbende bestuursleden te ontslaan met gelijktijdige benoeming van één of meer vereffenaars.

5. Bij een besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig saldo bepaald, terwijl de algemene ledenvergadering tevens één of meer bewaarders aanwijst.

6. Na ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd de woorden " in liquidatie ".

7. De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging moeten door de bewaarder(s) worden bewaard gedurende tien jaar na afloop van de vereffening.

Artikel 20.

Huishoudelijk reglement

1. De algemene ledenvergadering kan en huishoudelijk reglement vaststellen en wijzigen.

2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met deze statuten.

3. De statuten en reglementen van de vereniging mogen niet in strijd zijn met die van de KNAU.

SLOT AKTE

De comparant is mij, notaris, bekend.

Waarvan akte is verleden te Apeldoorn op de datum in het hoofd van deze akte vermeld……….

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering, als dit met voorkennis

Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een --- vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene -- vergadering, als dit

Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering - bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als - een

Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering, als dit met voorkennis

Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering, als dit met ---

Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering, als dit met voorkennis

Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering, als dit met voorkennis

Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering, als dit met voorkennis