• No results found

Bindend Studie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bindend Studie"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bindend Studie Advies @WUR

Een handboek voor studenten en medewerkers (versie 2.0)

Education & Student Affairs

DATE

August 2020

AUTHOR

Sabien van Harten

VERSION

2.0

STATUS

Final version 2020

Wageningen University

& Research is specialised in the domain of healthy food and living

environment.

(2)

Inhoudsopgave

1 Doel van dit handboek 3

2 Doel van het Bindend Studie Advies (BSA) 3

3 BSA-proces in stappen 4

4 Bijzondere gevallen 9

4.1 Casus A 11

4.2 Casus B 11

5 Beroepsprocedure 12

5.1 Beroepsprocedure in stappen 12

6 Uitschrijving en financiële gevolgen 15

6.1 Uitschrijving 15

6.2 Restitutie collegegeld 15

6.3 Studiefinanciering 15

BIJLAGE 1

BSA-aanpassingen n.a.v. Corona-maatregelen 16

(3)

1 Doel van dit handboek

Dit handboek is een beschrijving van de officiële regels die betrekking hebben op het Bindend Studieadvies, zoals vastgelegd in het Onderwijs- en Examenreglement (OER) artikel 601, en zoals die verder zijn uitgewerkt in de Regeling bindend studieadvies in bijlage 4 in van het Onderwijs- en

Examenreglement. Dit handboek gaat in op de toepassing van die regels, als leidraad voor studenten en stafleden. Er is daarbij speciale aandacht voor bijzondere gevallen.

• Voor studenten is ook op de website informatie beschikbaar over het Bindend Studieadvies.

• Dit handboek is niet van toepassing voor de BSc Tourism, dat een eigen Onderwijs- en Examenreglement heeft.

• Studieadviseurs, decanen, examencommissies en overige stafleden wordt geadviseerd om contact op te nemen met de afdeling Corporate Governance & Legal Services bij vragen over de regels rond het bindend studieadvies of de toepassing daarvan.

• Naar aanleiding van Corona-maatregelen in het onderwijs van Wageningen University zijn er in 2020 een aantal tijdelijke aanpassingen gedaan met betrekking tot het bindend studieadvies. Deze zijn opgenomen in bijlage 1.

Aan het handboek kunnen geen rechten worden ontleend. Het handboek pretendeert niet volledig te zijn: het kan voorkomen dat de beschrijving in dit handboek niet opgaat voor een enkele zeer uitzonderlijke situatie.

2 Doel van het Bindend Studieadvies (BSA)

Het BSA is een instrument om te beoordelen of een student geschikt is voor de gekozen opleiding. Het is in het belang van de student, maar ook van de opleiding, dat de student 'op de juiste plek zit'. Dit betekent dat wanneer blijkt dat de student niet geschikt is, hij/zij met de opleiding moet stoppen - een verregaande consequentie. Om die reden wordt eerst een pre-advies gegeven: door al in een vroeg stadium studievertraging in beeld te brengen en te bespreken, kunnen studenten hun studiegedrag eventueel tijdig aanpassen en een negatief advies mogelijk voorkomen.

Het is wettelijk vastgelegd dat de instelling bepaalt wanneer men de student al dan niet geschikt acht. Wageningen University gaat daarbij af op de studieresultaten, die worden uitgedrukt in het aantal behaalde studiepunten. Bij Wageningen University is de norm op 36 studiepunten gesteld, 60% van het totaal te behalen studiepunten. Deze norm wordt gezien als 'voldoende' voor het succesvol vervolgen van de opleiding.

Ook is wettelijk bepaald dat het studieadvies bindend kan zijn: de onderwijsinstelling kan aan een negatief studieadvies de consequentie kan verbinden dat de student de opleiding niet mag vervolgen; de student mag zich dus niet herinschrijven voor het tweede studiejaar. Aan een bindend negatief

studieadvies kan een termijn worden verbonden. Bij Wageningen University kan de student zich bij een negatief studieadvies gedurende 3 jaar niet opnieuw inschrijven voor dezelfde opleiding.

1De verwijzigingen zijn gebaseerd op het OER 2020-2021.

(4)

3 BSA-proces in stappen

Het definitieve BSA aan het eind van het studiejaar is bindend, maar komt niet uit de lucht vallen. Na de hertentamenperiode in februari ontvangt de student een pre-advies, op basis van de tot dan toe behaalde studiepunten. De norm voor het pre-advies is gesteld op 18 studiepunten (60% van het aantal

studiepunten dat in een half jaar kan worden behaald).2 Is het pre-advies negatief, dan wordt de student geadviseerd contact op te nemen met de studieadviseur om te bespreken wat de student nu het beste kan doen. Aan het eind van het academisch jaar volgt het definitieve advies, het officiële BSA. De norm voor het definitieve BSA ligt op 36 studiepunten. Daarbij wordt alleen gekeken naar de studiepunten die zijn behaald voor vakken die onderdeel zijn van het eerstejaars programma, dat wil zeggen: B1-vakken voor de betreffende opleiding, zoals vermeld in de studiegids.

[1] September: student start met de opleiding

Vanaf de start van de opleiding worden studenten begeleid, om de kans op een positief BSA te vergroten.

• Bij de introductiedag in augustus, en bij een eerste groepsmeeting in september geeft de studieadviseur mondeling informatie over het BSA, over de informatie op de website, en over de mogelijkheden voor contact met de studieadviseur.

• In de periode september-december krijgen eerstejaars masterclasses 'Studiehouding' en 'Effectief studeren' aangeboden.

• Tussen november en januari is er op verschillende manieren contact tussen eerstejaars en hun studieadviseurs. De student wordt aangemoedigd om te reflecteren op studiehouding/gedrag en welke doelen de studenten voor zichzelf ziet.

• In januari monitoren de studieadviseurs de studievoortgang. Met eerstejaars die te weinig voortgang boeken wordt contact opgenomen.

2 Enkele opleidingen vormen hierop een uitzondering: zij hebben een lintvak in periode 3 en 4, waardoor de studenten in een half jaar slechts 27 studiepunten kunnen behalen in plaats van 30. De studenten die dit betreft ontvangen een aangepast pre-advies.

(5)
(6)

[2] Negatief pre-advies

Heeft de student minder dan 18 studiepunten behaald, dan is het pre-advies negatief. Een negatief pre- advies is aanleiding tot een gesprek tussen student en studieadviseur. Deze gesprekken vinden plaats in maart en april; de student neemt hiertoe het initiatief.

Ook als er bijzondere redenen waren waardoor de student de benodigde 18 ECTS niet kon behalen, bijvoorbeeld ziekte, is het pre-advies negatief. De student informeert de studieadviseur over het feit dat er sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden, en maakt dit ook kenbaar bij de

studentendecaan zodat dit eventueel later meegenomen kan worden bij het bepalen van het definitieve BSA. Zie ook hoofdstuk 4 'Bijzondere gevallen' hieronder.

Aan een negatief pre-advies zijn geen gevolgen verbonden.

Is er geen sprake van bijzondere omstandigheden, maar ziet de student desondanks aankomen dat het definitieve BSA hoogstwaarschijnlijk negatief zal zijn - bijvoorbeeld naar aanleiding van een negatief pre- advies -, dan wordt de student ook geadviseerd met de studieadviseur contact op te nemen. De

studieadviseur en de student bespreken dan onderwerpen als: de motivatie voor de opleiding, studeerproblemen, bijzondere omstandigheden en eventueel de keuze van de student om zich uit te schrijven (zie ook hoofdstuk 6 'Uitschrijving en financiële gevolgen' hieronder). Indien relevant kan de studieadviseur de student doorverwijzen naar een training Studievaardigheden.

[3] Juli (na periode 6): 36 ECTS behaald?

Maximaal 20 werkdagen na afronding van periode 6 (meestal is dat in juli), wordt het definitieve BSA vastgesteld. Dit gebeurt door de examencommissie van de opleiding. Wageningen University heeft de norm voor het advies bepaald op 36 ECTS, die moeten zijn behaald met vakken uit het eerstejaars programma. De student ontvangt het definitieve BSA op zijn/haar WUR-emailadres. In tegenstelling tot het pre-advies zijn aan het definitieve Bindend Studieadvies wél gevolgen verbonden.

[4] Positief BSA

Heeft de student 36 studiepunten of meer behaald tot en met periode 6, dan is er niets aan de hand: de student krijgt een positief BSA en heeft het recht de opleiding te vervolgen.

[5] Student kan de opleiding vervolgen

De student doet via Studielink een verzoek tot herinschrijving en stroomt door naar het tweede jaar.

(7)

[6] Bijzondere omstandigheden

Heeft de student minder dan 36 studiepunten behaald, maar is er sprake van bijzondere individuele omstandigheden waardoor de student niet de benodigde studiepunten kon halen, dan kan de examencommissie dit meenemen bij het vaststellen van het BSA. Er zijn twee soorten bijzondere omstandigheden; afhankelijk van de situatie van de student moet dan een andere weg worden bewandeld.

a. Als de student van mening is dat er sprake is van persoonlijke omstandigheden zoals omschreven in het Onderwijs- en Examenreglement (bijlage 4, artikel 5 Persoonlijke omstandigheden), dan legt de student zijn/haar situatie voor aan de studentendecaan. De student doet dit maximaal 2 maanden nadat de oorzaak die leidde tot de studievertraging zich heeft voorgedaan. De studentendecaan bepaalt óf en in welke mate er sprake is van bijzondere omstandigheden. De studentendecaan kan vaststellen dat de persoonlijke omstandigheden hebben geleid tot studievertraging, uitgedrukt in een bepaald aantal studiepunten. In overleg met de student geeft de studentendecaan dit als advies door aan de studieadviseur en de examencommissie.

(8)

b. Er zijn bepaalde categorieën studenten die om andere redenen niet in staat zijn 36 studiepunten aan eerstejaarsvakken te behalen, bijvoorbeeld omdat ze vrijstellingen hebben, of een vrij programma volgen. Voor deze studenten is per categorie omschreven hoe de BSA-regeling wordt toegepast; zie hoofdstuk 4 hieronder voor een nadere omschrijving van alle categorieën.

[7] Voorwaardelijk positief BSA

Op basis van het advies van de studentendecaan kan de examencommissie besluiten studenten in categorie 8a [zie stap 8 hierboven] een voorwaardelijk positief BSA te geven. De student mag zich dan herinschrijven en heeft dan in de regel de tijd tot het eind van het daaropvolgende studiejaar om 36 ECTS aan eerstejaarsvakken (B1-vakken) te behalen. Studiepunten voor eerstejaarsvakken die de student in het eerste jaar al had behaald, tellen mee bij de vaststelling of de BSA-norm alsnog is behaald.

[8] Negatief BSA

Heeft de student minder dan 36 studiepunten behaald en is er geen sprake van een uitzondering [zie stap 8 hierboven], dan krijgt de student een negatief BSA. Dit advies is bindend en heeft gevolgen. De student moet stoppen met de opleiding en mag zich drie jaar lang niet herinschrijven voor die opleiding.

[9] Augustus (na de hertentamens): alsnog 36 ECTS behaald?

Nádat het BSA is vastgesteld en aan de student is meegedeeld, is er nog gelegenheid om deel te nemen aan hertentamens in de zomer. De studiepunten die de student behaalt met de hertentamens tellen alsnog mee voor het BSA.

[10] Negatief BSA wordt ingetrokken

Behaalt de student na deelname aan de hertentamens alsnog minimaal 36 studiepunten, dan wordt het negatieve BSA ingetrokken en wordt een positief BSA afgegeven. Ook als de student een

voorwaardelijk positief BSA had ontvangen, meedoet met de hertentamens en alsnog de BSA-norm haalt, wordt dit voorwaardelijk positief BSA omgezet in een positief BSA. In beide gevallen hoeft de student hiervoor geen actie te ondernemen. Nadat de student het herziene BSA-besluit van de

examencommissie heeft ontvangen, kan hij/zij via Studielink een verzoek tot herinschrijving doen en de studie alsnog vervolgen. Of, als de student al eerder een verzoek tot herinschrijving had gedaan, dan wordt dit verzoek alsnog afgehandeld.

[11] Beroep aantekenen tegen een negatief BSA

Als de student niet aan de hertentamens in de zomer deelneemt, of ook na deelname aan de hertentamens niet aan de BSA-norm voldoet, dan blijft het negatieve BSA-besluit van kracht. Is de student het niet eens met een negatief BSA, dan kan hij/zij beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). Beroepsgronden kunnen bijvoorbeeld zijn: een administratieve fout, of bijzondere omstandigheden die niet bij examencommissie bekend waren [zie stap 8 hierboven].

Zolang de beroepsprocedure loopt, blijft het negatieve BSA-besluit van kracht; als de student al een verzoek tot herinschrijving voor het nieuwe studiejaar heeft gedaan, wordt dit verzoek pas ingewilligd nádat het BSA-besluit is herzien. Tot die tijd kan de student de studie niet vervolgen, ook als het besluit na 1 september komt.

(9)

De beroepsprocedure wordt beschreven in diverse regelingen, die zijn opgenomen in het Studentenstatuut:

- het Reglement Rechtsbescherming Studenten;

- het Onderwijs- en Examenreglement (OER; hoofdstuk 11);

- de Regels en Richtlijnen Examencommissies Wageningen (hoofdstuk 8).

Daarnaast wordt de procedure beschreven op de WUR-website, op de pagina 'Rechtsbescherming studenten: beroep, bezwaar, klacht' en in hoofdstuk 5 van dit handboek.

De studieadviseur, de studentendecaan en het Loket Rechtsbescherming Studenten kunnen de student verder informeren over de procedure.

[12] Student moet stoppen met de opleiding

Doet de student niets na ontvangst van een negatief BSA, of leidt een eventuele beroepsprocedure niet tot een herziening van het BSA-besluit, dan loopt de inschrijving van de student aan het eind van het academisch jaar automatisch af. Als de student een verzoek tot herinschrijving indient, of al had ingediend, dan wordt dit verzoek afgewezen. De student mag zich 3 jaar lang niet opnieuw inschrijven voor de opleiding waarvoor hij/zij een negatief BSA heeft ontvangen.

(10)

4 Bijzondere gevallen

Een negatief BSA heeft grote gevolgen voor de student. Omdat er veel afhangt van het BSA, wordt hieronder omschreven welke uitzonderingen en bijzondere situaties van toepassing kunnen zijn.

Bijzondere situatie

Omschrijving Toepassing BSA Relevante

OER- artikelen 1. Inschrijving

ná 1 oktober Studenten die ná 1 oktober aan een bachelor opleiding

beginnen. Dit betreft bijvoorbeeld studenten die tijdens het academisch jaar overstappen naar een andere WUR-opleiding.

Deze studenten hebben 12 maanden om aan de BSA- norm te voldoen. Dezelfde BSA-norm is van toepassing, maar het

tijdschema niet.

OER bijlage 4, artikel 2.4, 3.6 en

3.7

2. Persoonlijke

omstandigheden De student was door bijzondere persoonlijke omstandigheden niet in staat 36 ECTS te behalen. Er zijn 8 soorten persoonlijke

omstandigheden; deze zijn wettelijk bepaald en opgenomen in het OER. De student moet persoonlijke omstandigheden tijdig melden bij de studentendecaan.

De examencommissie oordeelt of er sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden; de examencommissie laat het advies van de studentendecaan hierin zwaar meewegen. Oordeelt de examencommissie dat de norm inderdaad niet is behaald vanwege bijzondere persoonlijke

omstandigheden, dan wordt een voorwaardelijk positief BSA afgegeven. De student mag de opleiding vervolgen, maar moet in het volgende studiejaar alsnog de norm aan eerstejaars (B1-)vakken behalen. [zie casus A hieronder]

OER bijlage 4, artikel 3.5, 4 en 5

3.

Premaster- studenten

Premasterstudenten staan ingeschreven als bachelor- studenten.

Schakelstudenten vallen buiten de BSA-regeling, ook als ze

eerstejaarsvakken volgen. Ze ontvangen geen brief.

4. Switchers Studenten die in een eerder academisch jaar voor een andere opleiding stonden ingeschreven beginnen met een schone lei. Maar vaak is er wel iets bijzonders aan de hand [zie 4a en 4b hieronder].

In principe geldt voor switchers dezelfde BSA- regeling als voor andere eerstejaars, met dien verstande dat eerder behaalde eerstejaarsvakken niet

meetellen.

4a. Switchers van buiten de WUR

Studenten die in een eerder academisch jaar aan een opleiding buiten de WUR stonden

ingeschreven en een vrijstelling hebben verkregen voor een of meerdere eerstejaarsvakken.

De student moet 36 ECTS aan eerstejaarsvakken halen.

Wanneer ten gevolge van vrijstellingen

eerstejaarsprogramma kleiner is dan 36 ECTS, moeten alle resterende eerstejaarsvakken (B1-vakken) worden behaald.

[zie casus B hieronder]

OER bijlage 4, artikel 3.3 en 2.4

4b. Switchers die eerder voor een andere WUR- opleiding stonden ingeschreven

Studenten die eerder voor een andere WUR-opleiding

ingeschreven stonden, zijn geswitcht (al dan niet na een negatief BSA), en in die eerdere opleiding al onderdelen hadden behaald die ook deel uitmaken van het eerstejaarsprogramma van de nieuwe opleiding.

Hun eerstejaarsprogramma bestaat dus uit minder dan 60 ECTS. In de praktijk wordt vaak een individueel

Eerder behaalde vakken tellen niet mee voor de BSA-norm. Als het gaat om vakken met dezelfde cursuscode, staan deze als ‘behaald’

in het systeem. De student kan deze vakken niet opnieuw doen, maar ze tellen ook niet mee voor het BSA. De student moet dan 36 ECTS aan andere eerstejaarsvakken behalen, of – als dat niet mogelijk is omdat er te weinig

eerstejaarsvakken zijn die de student nog moet doen – alle

OER bijlage 4, art. 2.4 en 3.3 (onder

vrijstelling valt ook de situatie dat eenzelfde vak eerder binnen een andere WU- opleiding is behaald)

(11)

studieprogramma opgesteld, waar ook tweedejaarsvakken deel van kunnen uitmaken.

resterende B1-vakken.

5. Studenten die eerder voor dezelfde opleiding stonden

ingeschreven

Studenten die eerder voor een opleiding ingeschreven stonden, zich gedurende het studiejaar hadden

uitgeschreven, en zich nu opnieuw hebben ingeschreven voor dezelfde opleiding.

Eerder behaalde vakken tellen niet mee voor de BSA-norm. Als het gaat om vakken met dezelfde cursuscode, staan deze als

‘behaald’ in het systeem. De student kan deze vakken niet opnieuw doen, maar ze tellen ook niet mee voor het BSA. De student moet dan 36 ECTS aan andere eerstejaarsvakken behalen, of – als dat niet mogelijk is omdat er te weinig eerstejaarvakken zijn die de student nog moet doen – alle resterende B1-vakken.

OER bijlage 4, artikel 2.4 en 3.4

6. Vrij programma

Het eerstejaarsprogramma van een student met een vrij programma kan tweede- of derdejaarsvakken bevatten.

Een vrij programma moet vooraf door de

examencommissie zijn

goedgekeurd (voor details: zie de Regeling Vrij programma).

Voor het bepalen van de BSA- norm wordt gekeken naar het eerstejaarsprogramma zoals goedgekeurd door de examencommissie.

OER bijlage 4, artikel 2.4 en Regeling vrij programma

7. Inschrijving bij meerdere studies tegelijk

De student staat voor meerdere WUR-opleidingen ingeschreven.

De student hoeft maar voor 1 opleiding een positief BSA te halen. Als door vrijstellingen of vakken die in een eerder jaar bij WU waren behaald, voor een van de opleidingen minder dan 36 credits overblijven, dan wordt het BSA verleend voor de andere opleiding. Als voor beide

opleidingen minder dan 36 credits overblijven, dan wordt het BSA gegeven voor de opleiding waarvoor de meeste credits te behalen zijn. Wanneer de student zich in een later jaar van

inschrijving voor een tweede opleiding inschrijft, ontvangt hij/zij voor die tweede opleiding geen BSA.

OER bijlage 4, artikel 3.8 en 3.9

8. Uitschrijving gedurende het academisch jaar

De student schrijft zich vóór 1 juli uit.

De student staat niet

ingeschreven, is geen student meer en ontvangt geen BSA.

Als de student in de loop van het academisch jaar al vakken had behaald, tellen deze niet mee voor het BSA wanneer de student zich opnieuw inschrijft in een volgend academisch jaar (zie 4B of 5).

9. Hardheids- clausule

Als een negatief BSA in een specifiek geval zeer onbillijk uit zou pakken, dan kan de examencommissie besluiten de hardheidsclausule toe te passen. Dit geldt alleen in zeer bijzondere individuele gevallen waarbij sprake is van

zwaarwegende omstandigheden.

Ondanks dat de student niet aan de norm voldoet, mag de

examencommissie de regels voor het uitbrengen van een

studieadvies zoals opgenomen in artikel 2 en 3 van bijlage 4 van het OER buiten beschouwing laten of daarvan afwijken. De

examencommissie kan

bijvoorbeeld een (voorwaardelijk) positief BSA geven ondanks dat de student niet aan de norm voldoet.

OER bijlage 4, artikel 6 en artikel 2 en 3

(12)

4.1 Casus A

4.2 Casus B

In maart in zijn eerste studiejaar wordt een student ziek; hij moet een medische behandeling ondergaan en wordt in juni enige tijd opgenomen in het ziekenhuis. Hij loopt daardoor zodanige studievertraging op dat hij aan het eind van het studiejaar maar 24 studiepunten heeft behaald.

Hij heeft geen contact opgenomen met de studentendecaan en heeft de situatie ook niet besproken met zijn studieadviseur

Hoe wordt het BSA bepaald?

Aangezien de bijzondere omstandigheden niet bekend waren, wordt bij het bepalen van het BSA alleen naar het aantal behaalde studiepunten gekeken. De student ontvangt een negatief BSA.

Hoe verder?

De student tekent beroep aan. Het College van Beroep voor de Examens vraagt de

examencommissie om te onderzoeken of een minnelijke schikking mogelijk is. Als kan worden aangetoond dat de studievertraging het gevolg is van bijzondere persoonlijke omstandigheden, kan het negatieve BSA worden omgezet naar een (waarschijnlijk) voorwaardelijk positief BSA.

Een student zit in het eerste jaar van de opleiding BSc Animal Science. Ze heeft eerder

ingeschreven gestaan voor de opleiding Diergeneeskunde aan een andere universiteit. De student start in 2020-2021 met de WUR-bachelor Animal Science en krijgt vrijstellingen voor verplichte bèta- en biologievakken (eerstejaarsvakken) ter hoogte van 30 studiepunten.

a. De student vult de gaten in het studieplan met tweedejaarsvakken.

b. Er zijn 30 studiepunten aan eerstejaarsvakken over om te halen.

Hoe wordt het BSA bepaald?

Deze student is een switcher van buiten de WUR die vrijstellingen heeft gekregen (hoofdstuk 4, categorie 4a). Om een positief BSA te krijgen moet ze 36 studiepunten halen aan

eerstejaarsvakken halen. In dit geval zijn er nog 30 punten over om te halen; de student moet dus 30 studiepunten aan B1-vakken halen.

De situatie

De student heeft aan het eind van het studiejaar slechts 27 studiepunten behaald van de in totaal 30 studiepunten die ze aan eerstejaarsvakken kon halen. Dat betekent dat ze een negatief BSA zou krijgen. Daar staat tegenover dat ze wel 24 studiepunten aan

tweedejaarsvakken heeft gehaald. Ze heeft dus in totaal in haar eerste jaar 61 studiepunten behaald, 15 meer dan de 'reguliere' norm van 36.

Hoe verder?

De student legt haar situatie voor aan de studieadviseur en aan de examencommissie.

Vervolgens bepaalt de examencommissie of er sprake is van onbillijkheid, bijvoorbeeld omdat de BSA-regeling onevenredig negatief uitpakt voor deze student. Oordeelt de examencommissie dat dat inderdaad het geval is, dan kan de examencommissie gebruik maken van een

hardheidsclausule [OER bijlage 4, artikel 6].

(13)

5 Beroepsprocedure

Het Bindend Studie Advies wordt gegeven door de examencommissie van de opleiding waar de student staat ingeschreven. Wanneer de student van mening is dat er ten onrechte een negatief BSA is gegeven, kan de student tegen het besluit van de examencommissie in beroep gaan. Zolang de beroepsprocedure loopt, blijft het negatieve BSA-besluit van kracht; als de student al een verzoek tot herinschrijving voor het nieuwe studiejaar heeft gedaan, wordt dit verzoek pas ingewilligd nádat het BSA-besluit is herzien.

Tot die tijd kan de student de studie niet vervolgen, ook als het besluit na 1 september komt.

De beroepsprocedure wordt beschreven in diverse regelingen, die zijn opgenomen in het Studentenstatuut:

• het Reglement Rechtsbescherming Studenten;

• het Onderwijs- en Examenreglement (OER) (hoofdstuk 11);

• de Regels en Richtlijnen Examencommissies Wageningen (hoofdstuk 8).

Daarnaast wordt de procedure beschreven op de WUR-website, op de pagina 'Rechtsbescherming studenten: beroep, bezwaar, klacht' en in hoofdstuk 5 van dit handboek. Hier is ook een formulier te vinden waarmee beroep kan worden ingesteld. De studieadviseur, de studentendecaan en het Loket Rechtsbescherming Studenten kunnen de student verder informeren over de procedure.

De procedure die hieronder wordt beschreven, is een nadere uitwerking van stap 13 in het schema in hoofdstuk 3; hier kunnen geen rechten aan worden ontleend.

5.1 Beroepsprocedure in stappen

[1] Student gaat in beroep tegen het negatief BSA

Wanneer de student in beroep gaat tegen een negatief BSA, dient hij/zij een beroep in bij het College van Beroep voor de Examens (CBE) tegen het besluit van de examencommissie. De student doet dit door via een formulier een beroepschrift in te dienen bij het Loket rechtsbescherming studenten

(legalprotection.students@wur.nl).

• De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en gaat in op de dag waarop het negatieve BSA bekend is gemaakt aan de student.

• De student kan ook in beroep gaan tegen een voorwaardelijk positief BSA, wanneer hij/zij meent in aanmerking te komen voor een positief BSA.

[2] Examencommissie onderzoekt de feiten

Het College van Beroep voor de examens neemt het beroepschrift niet direct in behandeling, maar richt zich eerst tot de examencommissie die het negatieve BSA heeft afgegeven.

• Het CBE verzoekt de examencommissie om te onderzoeken of er een zogenaamde 'minnelijke schikking' mogelijk is: lukt het beide partijen (student en examencommissie) om er samen uit te komen?

• De examencommissie kijkt in eerste instantie of er sprake is van administratieve onvolkomenheden; kloppen de gegevens waarop het negatieve BSA is gebaseerd?

(14)

[3] Minnelijke schikking

Een minnelijke schikking houdt in dat de student en de examencommissie het eens zijn geworden en dat de examencommissie haar oorspronkelijke besluit (een negatief BSA) herziet.

[3a] Als een minnelijke schikking is getroffen, is de beroepsprocedure afgerond en wordt de student verzocht het beroep formeel in te trekken.

[3b] De student kan zich ook alsnog neerleggen bij het negatieve BSA. In dat geval trekt de student het beroep in en blijft het negatieve BSA van kracht.

[4] Negatief BSA wordt ingetrokken

Als de uitkomst van de minnelijke schikking is dat de examencommissie haar oorspronkelijke besluit herziet, dan wordt het negatieve BSA ingetrokken. Afhankelijk van de persoonlijke situatie van de student, ontvangt de student een positief BSA of een voorwaardelijk positief BSA (zie hoofdstuk 3, stap 8).

(15)

[5] Examencommissie schrijft een verweerschrift

Als de examencommissie en de student er samen niet uit zijn gekomen, schrijft de examencommissie een zogenaamd 'verweerschrift'. Daarin zet de examencommissie uiteen waarom er geen minnelijke schikking kon worden getroffen. Het College van Beroep voor de Examens neemt nu de behandeling van het beroep over.

[6] Hoorzitting

Het College van Beroep voor de Examens schrijft een hoorzitting uit, waarin de betrokkenen de gelegenheid krijgen hun standpunt nader uiteen te zetten. Bij de hoorzitting zijn in ieder geval de student en een vertegenwoordiging van de examencommissie aanwezig. De partijen kunnen zich laten ondersteunen door bijvoorbeeld een studentendecaan, een advocaat, een expert of een familielid. Het CBE kan ook anderen voor de hoorzitting uitnodigen, zoals een studentendecaan.

Als de situatie na de hoorzitting nog niet duidelijk is, kan eventueel een tweede hoorzitting volgen.

[7] CBE doet uitspraak

Binnen 5 werkdagen na de (laatste) hoorzitting doet het College van Beroep voor de Examens een uitspraak. Binnen vijf werkdagen na het besluit worden de betrokken partijen van dit besluit op de hoogte gesteld. Na afronding van de gehele beroepsprocedure ontvangen alle betrokkenen een schriftelijk verslag.

Als de student in het gelijk wordt gesteld, wordt het oorspronkelijke besluit vernietigd. De examencommissie geeft de student dan alsnog een (voorwaardelijk) positief BSA.

[8] Negatief BSA blijft gehandhaafd

Als de examencommissie in het gelijk wordt gesteld en het beroep van de student ongegrond wordt verklaard, blijft het negatieve BSA van kracht. De student kan ook in beroep gaan tegen de uitspraak van het College van Beroep voor de Examens; hij/zij moet dan binnen zes weken beroep aantekenen bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs.

(16)

6 Uitschrijving en financiële gevolgen

Omdat het bindend studieadvies gevolgen heeft voor het al dan niet voortzetten van de opleiding, zijn er ook financiële consequenties.

6.1 Uitschrijving

Wanneer de student gedurende het studiejaar besluit met de opleiding te stoppen, dan kan de student een verzoek tot uitschrijving indienen via Studielink. De student wordt dan uitgeschreven per eerste van de maand volgend op de maand waarin het verzoek tot uitschrijving in Studielink is ingediend.

Als de student in de maand juli een negatief BSA ontvangt, en dat advies wordt niet herzien na de hertentamens, loopt de inschrijving van de student automatisch af per 1 september.

6.2 Restitutie collegegeld

Wanneer de student zich gedurende het studiejaar uitschrijft, dan heeft hij/zij recht op gedeeltelijke restitutie van het collegegeld. Bijvoorbeeld: de student doet op 25 februari een verzoek tot uitschrijving.

De uitschrijving gaat dan in op 1 maart, en de student heeft recht op restitutie van 6 maanden collegegeld (maart t/m augustus), en dus 50% van het betaalde collegegeld.

Bij uitschrijving ná 1 juni is er geen recht op restitutie van een deel van het collegegeld. Ook wanneer de inschrijving van de student automatisch afloopt per 1 september als gevolg van een negatief BSA kan het betaalde collegegeld niet worden teruggevorderd.

6.3 Studiefinanciering

Wanneer een student zich gedurende het studiejaar uitschrijft, dan vervalt ook zijn/haar recht op studiefinanciering. De student moet zelf tijdig zijn/haar studiefinanciering (aanvullende beurs en/of ov- reisvoorziening) stopzetten.

Met de opleiding gestopt vóór 1 februari

Als de student een prestatiebeurs ontvangt en met de opleiding stopt, dan kan de prestatiebeurs worden omgezet in een gift, mits aan drie voorwaarden wordt voldaan:

a. de student schrijft zich uit vóór 1 februari;

b. de student ontving voor het eerst een prestatiebeurs hoger onderwijs (aanvullende beurs en/of ov- reisvoorziening);

c. de student ontvangt de rest van dat studiejaar geen studiefinanciering; dit moet de student zelf met DUO hebben geregeld.

Alleen als aan alle drie deze voorwaarden is voldaan, wordt de prestatiebeurs die in het eerste studiejaar was toegekend (in dit geval over de periode september t/m januari) omgezet in een gift. Dit heeft wel gevolgen voor de studiefinanciering waar de student mogelijk recht op heeft wanneer hij/zij zich later opnieuw voor een opleiding inschrijft.

Met de opleiding gestopt tussen 1 februari en 1 september

Als de student zich niet per 1 september inschrijft voor een andere opleiding, dan vervalt zijn/haar recht op studiefinanciering. Het is de verantwoordelijkheid van de student zelf om zijn/haar studiefinanciering, inclusief de ov-studentenkaart, op tijd stop te zetten. Haalt de student binnen tien jaar geen enkel bachelor diploma, dan moet de student er rekening mee houden dat de door DUO verstrekte

studiefinanciering niet wordt omgezet van lening in gift. De student zal de lening dan moeten aflossen.

(17)

BIJLAGE 1 BSA-aanpassingen n.a.v. Corona-maatregelen

In maart 2020 heeft het Ministerie van OCW de hoger onderwijsinstellingen gevraagd het Bindend Studie Advies aan te passen voor studenten die mogelijk studievertraging oplopen ten gevolge van het Coronavirus. Vooruitlopend op een noodwet die hiervoor wettelijke ruimte moet bieden, heeft het ministerie richtlijnen voor die aanpassingen gegeven in het “Servicedocument HO - aanpak Coronavirus COVID-19” (19 maart 2020).

Wageningen University heeft op de volgende manier invulling aan deze mogelijkheid gegeven:

De BSA-norm is voor het studiejaar 2019-2020 verlaagd van 36 naar 30 studiepunten;

eerstejaars studenten die in juli 2020 (of na de hertentames in augustus 2020) 30 of meer studiepunten hebben behaald ontvangen een positief studieadvies.

Eerstejaars over het studiejaar 2019-2020 24- 29 studiepunten hebben gehaald, krijgen een uitgesteld studieadvies. In de praktijk betekent dit dat zij de tijd krijgen tot het eind van het studiejaar 2020-2021 om aan de aangepaste norm van 30 credits te voldoen.

Eerstejaars studenten die over het studiejaar 2019-2020 minder dan 24 credits aan studiepunten hebben gehaald krijgen een negatief bindend studieadvies en moeten de

opleiding verlaten. Zij kunnen – zoals gebruikelijk - tegen dit besluit in beroep gaan bij het College van Beroep voor Examens. In het beroep worden Corona-gerelateerde omstandigheden

uitdrukkelijk mee in beschouwing genomen.

Deze aanpassingen zijn van tijdelijke aard en gelden alleen voor het cohort eerstejaars van 2019-2020.

In een addendum bij het Onderwijs- en Examenreglement 2019-2020 is aangegeven op welke punten de aanpassingen afwijken van de algemene BSA-regeling.

Uit: Addendum Onderwijs en Examenregeling Wageningen University 2019-2020

Artikel 5 Tijdelijke afwijking studieadvies eerste jaar Bacheloropleidingen in verband met COVID-19

a. In afwijking van artikel 61 sub b en artikelen 2.4, 2.5f en 3.8 Regeling bindend studieadvies, wordt de student die aan het eind van het eerste studiejaar (laatste resultaatdatum 31 augustus) minder dan 30 credits van het eerstjaars opleidingsprogramma (B1 vakken) heeft behaald, met

inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, geacht niet geschikt te zijn voor de opleiding en ontvangt daarom een negatief bindend studieadvies.

b. In aanvulling op artikel 5 lid 1 Regeling bindend studieadvies wordt als persoonlijke omstandigheid ook meegewogen Corona-gerelateerde omstandigheden.

c. In aanvulling op artikel 2 sub d Regeling bindend studieadvies, ontvangen studenten die minimaal 24 en maximaal 29 credits hebben behaald en waarbij sprake is van Corona-gerelateerde

studievertraging, een uitgesteld bindend studieadvies (voorheen: voorwaardelijk positief studieadvies).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Boek Doorstroom theorie, Hoofdstuk 10 t/m 11 Boek Personeelsbeleid, Hoofdstuk 1, 6, 9 en 10 Boek Leidinggeven, Hoofdstuk 5, 8 en 9. Eindtoetsen

Als je een negatief bindend studieadvies krijgt dan zal de school je helpen een andere geschik- te opleiding te vinden.. Dit kan wel, maar hoeft niet bij de eigen school

Ik onderzoek welke interventies ik als leerkracht kan hanteren bij jonge kinderen (4 tot 6 jaar) met faalangst omdat ik wil weten wat de juiste aanpak is als een leerling

Voor een student die eerder een negatief bindend studieadvies (BSA) heeft ontvangen voor een andere opleiding binnen de Universiteit van Amsterdam, geldt dat hij/zij/hen voor de

Iedere student (dus ook de instromers in leerjaar 2 of 3) krijgt in het eerste leerjaar van zijn studie een bindend studieadvies.. Een studieadvies komt tot stand door te bepalen of

Wanneer je geen verbetering laat zien en/of de afspraken niet bent nagekomen kan dit leiden tot een bindend negatief studieadvies?. OPTIONEEL Extra Voorlopig studieadvies

Een negatief bindend studieadvies heeft tot gevolg dat de betrokken student zich gedurende de termijn zoals bedoeld in artikel 14.1.2 niet kan inschrijven voor

Het studieadvies heeft een negatief bindend karakter indien de student, met inachtneming van persoonlijke omstandigheden (zie artikel 5.4), minder dan 50 studiepunten