• No results found

Leerlingenstatuut Waalwijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Leerlingenstatuut Waalwijk"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Leerlingenstatuut Waalwijk

Datum : 14 juli 2011

(2)
(3)

Inhoud

1.  Algemene bepalingen ... 4 

Artikel 1 Begripsbepalingen ... 4 

Artikel 2 Leerlingenstatuut ... 5 

Artikel 3 Grondslag van de school ... 5 

Artikel 4 Herziening leerlingenstatuut ... 5 

2.  Grondrechten ... 6 

Artikel 5 Recht op respect ... 6 

Artikel 6 Recht op informatie ... 6 

Artikel 7 Recht op privacy ... 7 

Artikel 8 Vrijheid van vergadering ... 8 

Artikel 9 Vrijheid van meningsuiting ... 8 

Artikel 10 Recht op medezeggenschap ... 9 

3.  Het onderwijs ... 10 

Artikel 11 Toelating ... 10 

Artikel 12 Bevordering ... 10 

Artikel 13 Kosten van onderwijsactiviteiten ... 10 

Artikel 14 Inhoud van het onderwijs ... 11 

Artikel 15 Huiswerk ... 11 

Artikel 16 Toetsing en beoordeling ... 12 

Artikel 17 Schoolexamens en centrale examens ... 12 

4.  Dagelijkse gang van zaken op school ... 13 

Artikel 18 Aanwezigheid in lessen ... 13 

Artikel 19 Leerlingen met handicap ... 14 

Artikel 20 Vertrouwenspersoon ... 14 

Artikel 21 Lesuitval ... 15 

Artikel 22 Lesvervangende en niet-lesgebonden activiteiten ... 15 

Artikel 23 Orde- en gedragsregels ... 15 

Artikel 24 Schade ... 16 

5.  Strafmaatregelen ... 17 

Artikel 25 Straffen ... 17 

Artikel 26 Schorsing ... 17 

Artikel 27 Definitieve verwijdering ... 18 

6.  Rechtsbescherming ... 19 

Artikel 28 Klachtenregeling ... 19 

Artikel 29 Beroepsrecht ... 19 

Artikel 30 Hardheidsclausule ... 19 

7.  Inwerkingtreding ... 20 

Artikel 31 Inwerkingtreding ... 20 

(4)

1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit leerlingenstatuut verstaat onder:

Bevoegd gezag: het College van Bestuur van de Stichting Willem van Oranje.

ELO: Elektronische Leer Omgeving.

Examendossier: het geheel van alle onderdelen van het Schoolexamen.

Geleding: alle leerlingen, alle ouders of alle personeelsleden.

Inspectie: de inspecteur, die belast is met het toezicht op het voortgezet onderwijs.

Interne Begeleider: ondersteunt teams en docenten met betrekking tot pedagogische en didactische aanpak van de zorgleerling.

Leerlingen: de leerlingen die op het Willem van Oranje College staan ingeschreven.

Leerlingenraad: een uit en door de leerlingen gekozen groep leerlingen, die de leerlingen vertegenwoordigt en hun belangen behartigt.

Medezeggenschapsraad: het vertegenwoordigend orgaan van de school, bestaande uit ouders, onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel.

Medezeggenschapsreglement: het reglement als bedoeld in artikel 3 van de WMO.

Mentor: docent aangewezen om een groep leerlingen gedurende het schooljaar te begeleiden.

Onderwijsondersteunend personeel (OOP): leden van het personeel die de docenten en de schoolleiding ondersteunen bij hun werkzaamheden.

Onderwijzend personeel (OP): personeelsleden die lesgeven in de school.

Ouders: ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen.

Ouders/verzorgers: vader en/of moeder, voogden en verzorgers van de leerlingen. Waar in dit reglement wordt gesproken over ouders dient men te lezen

ouders/verzorgers.

Personeel: het aan de school verbonden onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel, alsmede de aan de school verbonden leden van de

schoolleiding.

School: het Willem van Oranje College.

Schoolgids: jaarlijkse informatiegids over zaken die de school betreffen.

Schoolleiding: de locatiedirectie of hun plaatsvervangers.

Teamleider: docent met de taak een afdeling gedurende het schooljaar te begeleiden

Vaksectie: een groep docenten die in hetzelfde vakgebied lesgeven

(5)

Artikel 2 Leerlingenstatuut

2.1 Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van leerlingen, voor zover die niet in strijd zijn met relevante wet- en regelgeving.

2.2 Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door het bevoegd gezag na instemming van de Medezeggenschapsraad.

2.3 Het statuut is bindend voor alle geledingen en het bevoegd gezag met inachtneming van de bepalingen in het Medezeggenschapsreglement en de wettelijke bepalingen.

2.4 Het leerlingenstatuut geldt in en buiten de schoolgebouwen en schoolterreinen, zowel onder schooltijd als daarbuiten en bij alle schoolse en buitenschoolse activiteiten, voor zover deze vallen onder de verantwoordelijkheid van de school.

2.5 Het leerlingenstatuut wordt gepubliceerd op de website van het Willem. Ouders worden hierop gewezen aan het begin van het schooljaar.

2.6 Leerlingen worden aan het begin van ieder schooljaar gewezen op dit leerlingenstatuut, daarvoor is dit document geschreven. Alle aan de school verbonden personen zijn verplicht de leerling bij te staan in het lezen en interpreteren van het statuut op verzoek van de leerling.

In dit leerlingen statuut wordt ten behoeve van de leesbaarheid alleen in mannelijke vorm geschreven. Daar waar mannelijke voornaamwoorden worden gebruikt, kunnen ook vrouwelijke worden gelezen.

Artikel 3 Grondslag van de school

3.1 Het onderwijs wordt gegeven op de grondslag die bepaald is in de statuten van de Stichting Willem van Oranje en voorts in overeenstemming met de wettelijke voorschriften.

3.2 Onderwijs wordt gegeven in de vakken die door de wet voor subsidie verplicht zijn gesteld, in Godsdienst en eventueel andere, door het College van Bestuur te bepalen vakken.

3.3 Elke schooldag wordt begonnen met een dagopening, waarin uit de Bijbel wordt gelezen.

Hiervoor wordt een boekje met dagopeningen gebruikt. Daarna wordt een gebed uitgesproken.

De dag wordt besloten met dankgebed.

Artikel 4 Herziening leerlingenstatuut

4.1 Op initiatief van leerlingen – al dan niet in een leerlingenraad -, docenten, schoolleiding, medezeggenschapsraad of het College van Bestuur kan dit statuut tussentijds gewijzigd worden. Herzieningsprocedure start vóór 1 maart van het schooljaar.

4.2 Wijzingen worden door het College van Bestuur voorgelegd aan de medezeggenschapsraad.

4.3 Leerlingen/Ouders hebben in alle gevallen instemmingsrecht.

4.4 Docenten hebben instemmingsrecht als gewijzigde artikelen direct betrekking hebben op het functioneren van docenten binnen de school.

(6)

2. Grondrechten

Artikel 5 Recht op respect

5.1 Alle leerlingen dienen alle personeelsleden van de school met respect te behandelen.

5.2 Alle personeelsleden van de school dienen de leerlingen met respect te behandelen.

5.3 Alle leerlingen dienen elkaar met respect te behandelen.

5.4 Onder respect wordt verstaan dat een ieder door gedrag blijk geeft van eerbied voor

personen, voorschriften en opvattingen van anderen. Daaronder wordt ook de grondslag van de school bedoeld. Op het niet naleven hiervan kunnen strafmaatregelen volgen.

Artikel 6 Recht op informatie

6.1 Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de ouders, voordat zij een leerling laten inschrijven, algemene informatie krijgen over de doelstelling, het onderwijsaanbod en de werkwijze van de school, de toelatingseisen, de cursusduur, over de mogelijkheden voor vervolgonderwijs en de eventueel aan de toelating verbonden kosten, en over andere aangelegenheden die van direct belang zijn voor de aspirant-leerling.

6.2 Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het lesrooster, het medezeggenschapsreglement, het examenreglement en het leerlingenstatuut en andere reglementen die voor leerlingen van belang zijn, voor een ieder ter inzage zijn door het plaatsen daarvan op de website van de school.

6.3 De leerlingen van de school hebben na een afspraak te hebben gemaakt recht op een gesprek met de schoolleiding.

6.4 Roosters van toetsweken en tussenweken moeten minimaal zeven dagen voor aanvang van de toets- of tussenweek op de website van de school staan, zodat de leerling op tijd zijn planning kan organiseren om zich goed voor te bereiden op activiteiten en/of toetsen.

(7)

Artikel 7 Recht op privacy

7.1 Op school is een leerlingendossier, waarin de hierna te noemen gegevens van de leerling mogen worden opgenomen:

• naam;

• adres;

• geboorteplaats en datum;

• email-adres;

• geslacht;

• pasfoto;

• nationaliteit;

• bsn-nummer;

• godsdienst;

• datum van inschrijving;

• naam, adres en telefoonnummer van de ouders;

• gezinssamenstelling;

• banknummer;

• klas;

• vakken;

• voorgaande school/scholen;

• gegevens over studievorderingen;

• tijdstip van verlaten school en reden daarvan;

• adres bij het verlaten van de school;

• gegevens over de lichamelijke gesteldheid en eventuele leerstoringen van de leerling;

• andere gegevens die voor het functioneren van de school of voor het verkrijgen van faciliteiten onmisbaar zijn.

7.2 Het leerlingendossier kan toegankelijk zijn (dit wordt gereguleerd door een autorisatieschema waarin beschreven staat welke personen lees- en schrijfbevoegdheid hebben en op welke domeinen) voor:

• de desbetreffende leerling en de ouders van de desbetreffende leerling, als deze minderjarig is;

• de administratieve medewerkers;

• de mentor van de desbetreffende leerling;

• de temleider;

• de interne begeleider;

• de decaan;

• de zorgcoördinator;

• de orthopedagoog;

• de schoolleiding;

• het bevoegd gezag;

• de inspecteur;

• een hiertoe door het rijk aangewezen persoon met het oog op de financiële controle.

7.3 Gegevens uit het leerlingendossier worden niet zonder toestemming van de leerling of diens vertegenwoordiger aan andere dan hierboven beschreven personen of instanties doorgegeven.

7.4 Wanneer informatie over gedrag en/of schoolresultaten aan de ouders wordt doorgegeven, dan wordt de leerling, indien mogelijk, hiervan in kennis gesteld.

7.5 De teamleider houdt een dossier bij van uit de les verwijderde leerlingen en opgelegde strafmaatregelen.

(8)

Artikel 8 Vrijheid van vergadering

8.1 Leerlingen hebben het recht op vrijheid van vergadering. Deze vergaderingen zijn in beginsel openbaar, tenzij de vergadering in meerderheid anders beslist.

8.2 Leerlingen zijn vrij om op hun eigen wijze vorm te geven aan hun activiteiten, mits die niet in strijd zijn met de goede gang van zaken van het onderwijs, de regels en de identiteit van de school. Activiteiten die in strijd zijn met het bovenstaande kunnen door de schoolleiding van geweigerd worden met opgaaf van reden.

8.3 Activiteiten die binnen de schoolgebouwen plaatsvinden, moeten aangemeld en besproken worden met de conciërge. Dat in verband met de feitelijke mogelijkheden van de school.

8.4 Leerlingen hebben het recht zich te laten vertegenwoordigen door derden.

Artikel 9 Vrijheid van meningsuiting

9.1 De school biedt de leerlingen de gelegenheid een (digitale) schoolkrant uit te geven, die beschikbaar is voor alle geledingen van de school.

9.2 Er zijn mededelingenborden, waarop leerlingen, leerlingenraad en andere

leerlingenorganisaties, na overleg met de schoolleiding, mededelingen van niet-commerciële aard kunnen ophangen. Deze mededelingen mogen niet kwetsend zijn voor anderen. Ook de teksten en afbeeldingen in de schoolkrant en die voorkomen op de websites mogen niet kwetsend zijn voor anderen.

9.3 Op het mededelingenbord worden tevens besluiten van de vergadering van de schoolleiding en andere informatie of maatregelen die betrekking hebben op de rechten en plichten van de leerlingen gepubliceerd.

9.4 Er is een postvakje of mailadres, waarin elke leerling wensen en opmerkingen met betrekking tot de school of de schoolkrant kan deponeren. De schoolleiding stelt de leerling na overleg in de gelegenheid (in welke vorm dan ook) mededelingen te doen.

9.5 De leerlingen hebben het recht zich te kleden naar eigen smaak of overtuiging, rekening houdend met anderen en de identiteit van de school. De schoolleiding en/of personeel kan, indien nodig, leerlingen en/of personeelsleden hierop attent maken.

9.6 Leerlingen, docenten en schoolleiding hebben de plicht zich zedelijk te kleden. Leerlingen in de les kunnen door docenten hierop aangesproken worden. Buiten de lessen door de

schoolleiding. Van leerlingen wordt dan verwacht zich (thuis) te verkleden.

9.7 Het is niet toegestaan kleding, tassen e.d. te voorzien van teksten of symbolen die anderen kunnen kwetsen in hun overtuiging of aard.

9.8 De beoordeling van 9.5, 9.6 en 9.7 geschiedt door het personeel van het Willem van Oranje College of door de schoolleiding. Indien een leerling het niet eens is met dat oordeel, kan hij op grond van het klachtrecht zijn bezwaren uiten.

9.9 Er zijn situaties binnen de school waarbij veiligheid voorop staat. Te denken valt aan vakken waarbij vuur en of machines worden gebruikt en gymnastiek. In die situaties waarin er sprake is van een veiligheidsrisico kan de docent aangeven dat de kleding van de leerling moet worden aangepast aan de omstandigheden.

(9)

Artikel 10 Recht op medezeggenschap

10.1 Er is een leerlingenraad of leerlingen hebben het recht deze eigenhandig op te zetten. De leerlingenraad wordt samengesteld uit leerlingen vanuit zoveel mogelijk verschillende leerjaren. De leerlingenraad kan bestaan uit verschillende (deel)commissies of partijen.

10.2 Het bevoegd gezag bevordert de totstandkoming van een leerlingenraad op de school. Het bevoegd gezag bevordert het functioneren van de leerlingenraad.

10.3 De leerlingenraad is bevoegd om gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan de medezeggenschapsraad, met name over aangelegenheden die leerlingen in het bijzonder aangaan.

10.4 De leerlingenraad kan de medezeggenschapsraad verzoeken het bevoegd gezag in kennis te stellen van een advies als bedoeld in het tweede lid, eerste zin. Het bevoegd gezag moet binnen tien werkdagen schriftelijk een met redenen omklede reactie aan de

medezeggenschapsraad uitbrengen, die vervolgens de leerlingenraad op de hoogte moet brengen.

10.5 Activiteiten van de leerlingenraad kunnen, wanneer niet anders mogelijk en met toestemming van de schoolleiding, tijdens de lesuren plaatsvinden.

10.6 Het bevoegd gezag stelt een budget aan de leerlingenraad ter beschikking ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de taken en functies van de leerlingenraad in het kader van de medezeggenschap.

10.7 De leden van de leerlingenraad mogen uit hoofde van hun lidmaatschap van deze raad op geen enkele wijze benadeeld worden in hun positie op school.

10.8 Over niet in artikel 7 van de WMO genoemde aangelegenheden kan de leerlingenraad

gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de medezeggenschapsraad, de schoolleiding en het bevoegd gezag.

(10)

3. Het onderwijs

Artikel 11 Toelating

11.1 Het College van Bestuur stelt op voorstel van de locatiedirectie en met inachtneming van hetgeen daarover is vastgesteld in het medezeggenschapsreglement de criteria vast op grond waarvan een nieuw aangemelde leerling tot de school kan worden toegelaten. De schoolleiding draagt zorg voor voldoende informatie hierover aan de aspirant-leerling en zijn ouders.

11.2 De toelatingscommissie bestaande uit de teamleiders van de eerste klas en de locatiedirectie.

Het bevoegd gezag beslist over de daadwerkelijke toelating van de leerling.

11.3 Een besluit tot weigering van toelating wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene, en indien deze minderjarig is ook aan de ouders, meegedeeld, waarbij tevens de mogelijkheid van beroep wordt vermeld.

Artikel 12 Bevordering

12.1 Het bestuur stelt de bevorderingsnormen vast waaraan een leerling moet voldoen om naar een volgend leerjaar te kunnen overgaan. De bevorderingsnormen worden aan het begin van het schooljaar in de schoolgids vermeld.

12.2 Op de rapportvergadering wordt door de vakdocenten bepaald of een leerling aan de genoemde normen voldoet.

12.3 Leerlingen die doubleren worden daarover zo snel mogelijk na de betreffende rapportvergadering door de mentor geïnformeerd.

12.4 Een leerling wordt in het algemeen niet voorwaardelijk (met twijfel) bevorderd naar een hoger leerjaar.

12.5 De docentenvergadering dan wel deelvergadering beslist, afhankelijk van de daartoe vastgelegde taakverdeling, over de toelating van de leerling tot een volgend leerjaar. De docentenvergadering dan wel deelvergadering adviseert over de te volgen loopbaan van de leerling. De leerling wordt mondeling dan wel schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing en het gegeven advies.

Artikel 13 Kosten van onderwijsactiviteiten

13.1 Aan de toelating tot het Willem van Oranje College kunnen geen financiële drempels worden verbonden voor ouders en/of leerlingen.

13.2 De leerling of zijn ouders kunnen slechts verplicht worden tot de aanschaf van leer (hulp) middelen als deze middelen noodzakelijk zijn voor het onderwijsprogramma, zoals dat in het leerplan is opgenomen en niet vallen onder de regeling “gratis schoolboeken”.

13.3 Het bevoegd gezag draagt er zorg voor, dat de kosten van deze middelen zo laag mogelijk gehouden worden.

13.4 Voor leerlingen die om aantoonbare financiële redenen de kosten van bepaalde

onderwijsactiviteiten waaraan kosten zijn verbonden (werkweken, excursies e.d.) niet kunnen opbrengen, treft het bevoegd gezag een regeling.

(11)

Artikel 14 Inhoud van het onderwijs

14.1 De leerling heeft er recht op dat de docenten zich ervoor inspannen om goed en activerend onderwijs te geven overeenkomstig het vastgestelde leerplan en lesrooster.

14.2 De leerling is verplicht zich in te spannen om het onderwijsproces goed te laten verlopen.

14.3 In onderling overleg tussen de leerling, de docenten die lesgeven aan de betrokken leerling en de decaan wordt een keuzeadvies opgesteld, waarbij wordt uitgegaan van de door de leerling behaalde resultaten in en de belangstelling voor de verschillende vakken. Bij de uiteindelijke keuze speelt dit advies een zwaarwegende rol; de beslissing ligt echter bij de ouders en de leerling, waarbij men de formele bevorderingsnormen in acht neemt.

14.4 Het onderwijs is op dusdanige wijze ingericht dat burgerschap en sociale integratie worden bevorderd. Zoals voorgeschreven in de Wet Actief Burgerschap en Sociale Integratie.

14.5 De schoolleiding stelt een regeling vast omtrent excursies.

Artikel 15 Huiswerk

15.1 Onder huiswerk verstaat de school:

- Opdrachten in ELO (elektronische leeromgeving) genoteerd;

- Op het bord genoteerde opdrachten;

- Werk dat op studieplanners staat aangegeven.

15.2 In de onderbouw wordt gewerkt met ELO. Iedere docent maakt gebruik van dit systeem. De mentor controleert of plaatsing op ELO plaatsvindt en doet melding aan de teamleider als dit niet gebeurt. De docent maakt een studieplanner voor een bepaalde periode. De docent communiceert wijzigingen gedurende de periode naar betreffende leerlingen.

15.3 In de brugklassen wordt naast ELO ook met een schoolagenda gewerkt.

15.4 In de bovenbouw wordt gewerkt met studieplanners die per vak aan de start van iedere periode worden uitgedeeld. Deze studieplanners zijn via het leerlingengedeelte van de website toegankelijk.

15.5 Iedere leerling wordt geacht een agenda te hebben en deze bij zich te hebben.

15.6 De docent is verplicht inzichtelijk en overzichtelijk te maken wat er van de leerlingen wordt verwacht.

15.7 Docenten zien er op toe, dat het opgegeven huiswerk geen onredelijke belasting voor de leerling oplevert.

15.8 Leerlingen worden geacht het huiswerk te plannen en de spreiden.

15.9 De leerling wordt geacht bij afwezigheid in de les zichzelf op te hoogte te stellen van het opgegeven huiswerk.

15.10 Bij afwezigheid van de docent schuift het huiswerk en eventuele toetsing door naar de eerstvolgende les.

15.11 Huiswerk mag worden verzuimd mits de leerling een door ouders/verzorgers ondertekend briefje van zijn ouders/verzorgers meeneemt met daarop een voor de schoolleiding acceptabele reden voor het verzuimen van het huiswerk.

15.12 Toetsing vermeldt in het PTA is niet door een huiswerkvrij briefje te verplaatsen. De ouders hebben zich te wenden tot de secretaris van de examencommissie.

15.13 Een leerling die te vaak zijn huiswerk niet in orde heeft, kan door de docent naar eigen inzicht op redelijke wijze worden gestraft.

(12)

Artikel 16 Toetsing en beoordeling

16.1 Inhouden van toetsen, weging van toetsen en de spreiding van de toetsen over het schooljaar is voor de bovenbouw vastgelegd in het programma van toetsing en afsluiting(PTA). Dit is op de website van het Willem van Oranje College te vinden.

Onderstaande heeft enkel betrekking op de onderbouw. Voor bovenbouw zie artikel 17.

16.2 De volgende toetsen in de onderbouw kunnen worden afgenomen en beoordeeld:

a. Schriftelijke overhoring

b. Schriftelijke overhoring, onverwacht

c. Repetitie

d. Werkstukopdrachten

e. Uitgebreide verslagen (boekverslagen, praktische opdracht, e.d.)

16.3 Toetsen worden tenminste één lesweek van te voren opgegeven. Met uitzondering van het gestelde in artikel 16.2b.

16.4 Voor leerlingen moet het duidelijk zijn hoe het cijfer wordt berekend.

16.5 Aan de leerlingen wordt voorafgaand aan de toets of tijdens het opgeven van de toets de weging medegedeeld.

16.6 Buiten de tussenweken om mag in beginsel maar één repetitie per dag plaatsvinden. Door onverwachte uitval van docenten kan het zijn dat er twee repetities op één dag plaatsvinden.

Er is altijd een maximum van vijf repetities in één lesweek.

16.7 De docent heeft voor iedere toets maximaal tien lesdagen op het werk na te kijken en het resultaat aan de klas mee te delen. Binnen redelijke termijn kan al dan niet op verzoek van de leerling de nabespreking plaatsvinden. Een verzoek hiertoe wordt altijd gehonoreerd.

16.8 De vorderingen van leerlingen worden uitgedrukt met cijfers uit de reeks van 1 t/m 10 op een decimaal nauwkeurig.

16.9 Leerlingen hebben recht op inzage van alle zelf gemaakte toetsen.

16.10 Leerlingen worden op de hoogte gesteld op welke wijze toetsen ingehaald dan wel herkanst kunnen worden.

16.11 De docent kan bij onregelmatigheden tijdens de toets zelf besluiten tot passende en redelijke strafmaatregelen. De leerling kan tegen dit besluit in beroep gaan bij de teamleider.

16.12 Tenminste drie keer per jaar ontvangt de leerling een overzicht van de prestaties van de leerling voor alle vakken over een bepaalde periode.

16.13 Docenten moeten de cijfers binnen 11 dagen publiceren.

Artikel 17 Schoolexamens en centrale examens

17.1 Voor schoolexamens en centrale examens geldt het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting (PTA).

(13)

4. Dagelijkse gang van zaken op school

Artikel 18 Aanwezigheid in lessen

18.1 De leerling is verplicht de lessen volgens het voor hem/ haar geldende lesrooster te volgen.

Vrijstelling van het volgen van lessen kan worden gegeven door de schoolleiding of het

bevoegd gezag en bij indiening van een verlofbriefje dat is getekend met inachtneming van de wettelijke voorschriften. Indien een leerling anders dan met verlof of door ziekte lessen

verzuimt of afwezig is, is er sprake van onwettig verzuim.

18.2 In beginsel worden afspraken door ouders/verzorgers voor de tandarts, een doktor en een specialisten buiten de lesuren gepland.

18.3 Indien een leerling verhinderd is de school te bezoeken, dienen de ouders dit voor aanvang van het eerste door hem of haar op die dag te volgen lesuur te melden bij de administratie van de school. Dit kan dagelijks telefonisch vanaf 08.00 uur. Zodra de leerling weer op school komt levert hij een door de ouders ondertekend zogenaamd “geel briefje” in. Hierin staat waarom en hoelang de leerling afwezig was. Indien de reden van verhindering een andere is dan ziekte of vervulling van godsdienstplichten, dan moet aan de teamleider vooraf verlof worden gevraagd voor de afwezigheid, zie artikel 18.4.

18.4 Een leerling kan doormiddel van een blauw briefje met handtekening van de ouders verlof aanvragen bij de teamleider. De teamleider geeft eventueel in overleg met de ouders verlof.

18.5 De schoolleiding is bevoegd verlof te verlenen om "gewichtige omstandigheden" indien dit om niet meer dan 10 dagen per schooljaar gaat. Bij verlof over meer dan 10 dagen moet

goedkeuring worden gevraagd aan de leerplichtambtenaar.

18.6 Wanneer een leerling (tijdelijk) niet in staat is de lessen lichamelijke opvoeding te volgen, moet dit schriftelijk door de ouders aan de schoolleiding worden gemeld. In overleg met de L.O.-sectie wordt bepaald of de leerling de lessen moet bijwonen of dat er een alternatief programma wordt gevolgd.

18.7 Bij afwezigheid van een leerling worden de ouders zo snel mogelijk geïnformeerd.

18.8 Bij langdurige afwezigheid in de bovenbouw volgt een vervangende opdracht ter verantwoording van de SLU's (Studielasturen).

18.9 Het deelnemen aan door de school georganiseerde activiteiten met een educatief karakter is verplicht.

18.10 Voor leerlingen die niet in staat zijn voor 08.30 uur op school te zijn wordt een regeling getroffen, het zogenaamde “buspasje”. Dit is bij de teamleider te verkrijgen.

18.11 Een leerling uit de examenklas wordt in staat gesteld maximaal drie maal een open dag te bezoeken.

18.12 Indien een leerling onwettig heeft verzuimd, kan de teamleider hem, bij wijze van sanctie, verplichten deze uren dubbel in te halen. Frequent onwettig verzuim zal door de teamleider worden gemeld aan de ambtenaar leerplichtzaken.

18.13 De school hanteert een protocol bij lesverwijdering en bij te laat komen van leerlingen. Zie artikelen 18.14 en 18.15.

(14)

18.14 De leerling dient tijdig voor aanvang van de les in of bij het leslokaal aanwezig te zijn. De leerling die na de bel het lokaal binnenkomt, moet zich op aanwijzing van docent melden bij een conciërge. Hij ontvangt dan een “te laat”-briefje en overhandigt dit aan de docent. Bij te laat komen kunnen disciplinaire maatregelen getroffen worden door de teamleider of de docent. Hieronder een overzicht van de strafmaatregelen voor te laat komen.

Te laat Maatregel naar

leerling Actie Maatregel naar

mentor Maatregel naar huis

3e x 3 dagen om 8.00 uur melden

5e x 5 dagen om 8.00 uur

beginnen Conciërge meldt aan TL TL meldt Brief/ bellen 7e x 1 week vierkant Conciërge meldt aan TL TL meldt,

leerplichtambtenaar (lpa)

Brief/ bellen + brief lpa

9e x Naar beoordeling TL Conciërge meldt aan TL TL doet 2e melding

leerplichtambtenaar Brief/ bellen + brief lpa

18.15 Indien een leerling verwijderd wordt uit de les door de docent meldt hij zich altijd bij zijn/haar eigen teamleider. In geval van afwezigheid bij een willekeurige andere teamleider en pas als laatste bij de conciërge.

18.16 De conciërge kan in het oogpunt van de openbare orde in de school een leerling een straf opleggen die gelijk staat aan een lesverwijdering.

18.17 De docent bepaalt wie waar plaatsneemt in de klas. De docent mag dit naar eigen inzicht doen.

18.18 In aanvulling op dit statuut heeft de schoolleiding leerlingenregels opgesteld. Deze aanvullende regels en uitgangspunten voor leerlingen zijn te vinden op de website.

Artikel 19 Leerlingen met handicap

19.1 Leerlingen met een lichamelijke (tijdelijke) handicap van wie redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat hij/zij trappen lopen, kan op verzoek een (tijdelijke) liftsleutel ontvangen.

19.2 Leerlingen met een (leer)stoornis (verwoord in een officiële verklaring) hebben recht op passende maatregelen. De schoolleiding stelt hiervoor de voorwaarden. Aan leerlingen die de extra tijd en ondersteuning wordt een groene pas gegeven die ze bij alle toetsen moeten laten zien.

Artikel 20 Vertrouwenspersoon

20.1 Indien een leerling zich gekwetst voelt door machtsmisbruik, een ongewenste

intimiteit/seksuele intimidatie van de kant van medeleerlingen of schoolpersoneel, kan hij zich wenden tot één van de vertrouwenspersonen van de school.

(15)

Artikel 21 Lesuitval

21.1 Lesuitval en tussenuren dienen zoveel mogelijk te worden beperkt.

21.2 Vindt bij lesuitval als gevolg van de afwezigheid van docenten geen vervanging plaats, dan worden leerlingen hiervan zo snel mogelijk op de hoogte gesteld via het leerlingenweb.

21.3 Leerlingen hebben het recht opgevangen te worden in de school in het geval van afwezigheid van docenten.

21.4 Bij afwezigheid van een docent 5 minuten na de lesaanvang meldt één van de leerlingen zich bij de administratie voor inlichtingen. Leerlingen worden geacht te wachten bij het lokaal totdat bekend is of de docent wel of niet aanwezig is.

21.5 Leerlingen uit de eerste en tweede klas passen de RR-regeling toe of opvang anderszins.

Artikel 22 Lesvervangende en niet-lesgebonden activiteiten

22.1 Leerlingen uit de eerste en de tweede klas melden zich in de tussenuren in de reserve ruimte.

Als er geen plaats is, melden deze leerlingen zich bij de conciërge. Leerlingen uit de eerste en de tweede klas hebben een RR-formulier waarop door het personeel parafen gezet worden ter controle voor aanwezigheid in de reserveruimten.

22.2 De activiteiten kunnen worden georganiseerd door de schoolleiding, de teamleiders, de docenten, de ouders en/ of de leerlingen.

22.3 De schoolleiding doet tijdig aankondiging van de activiteiten, en geeft tevens aan waar deelname verplicht is en wat de eventuele kosten zijn.

22.4 De leerling heeft bij niet-lesgebonden activiteiten, die door de schoolleiding zijn georganiseerd, recht op voldoende begeleiding door docenten.

22.5 De school heeft een mediatheek ter beschikking voor de leerlingen. Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden. Deze zijn te vinden in de leerlingenregels op de website.

Artikel 23 Orde- en gedragsregels

Uitgangspunt voor de leerlingenregels is een serie basisregels. Ook zijn de leerlingenregels van toepassing. We benoemen het gewenste gedrag.

Onze school is een veilige plek voor iedereen want:

• We gaan respectvol met elkaar en elkaars eigendommen om.

• Tijdens de les ben je in het lokaal, de gangen blijven leeg, ook tijdens tussenuren.

• Je volgt aanwijzingen van directie, docenten en conciërges op.

• Mobieltjes, mp3 en andere geluidsdragers worden niet gebruikt in lesruimten, aula en mediatheek.

• Je ruimt je eigen rommel op (en wanneer dat gevraagd wordt ook de rommel van een ander). Iedereen werkt tenslotte graag in een schone omgeving.

• Jassen en petten blijven beneden, ook wanneer je de schoolpas vergeten bent.

• Je bent op tijd in de les met al je spullen.

• Je eet en drinkt alleen in de aula of op het plein.

• Je eet op school geen kauwgom, chips, e.d.

Een verdieping of uitbreiding van deze regels per locatie is te vinden op de website van de locatie.

(16)

Artikel 24 Schade

24.1 Ten aanzien van de aansprakelijkheid bij door of aan leerlingen toegebrachte schade gelden de hierop betrekking hebbende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.

24.2 De ouders van een leerling die schade heeft veroorzaakt, worden hiervan door de school in kennis gesteld.

24.3 Tegen een leerling die opzettelijk schade toebrengt aan het schoolgebouw, aan de

eigendommen van de school of de eigendommen van derden, kunnen door de schoolleiding disciplinaire maatregelen worden getroffen.

(17)

5. Strafmaatregelen

Artikel 25 Straffen

25.1 Tegen handelingen van de leerlingen in strijd met de voorschriften die binnen de school gelden, kunnen disciplinaire maatregelen worden getroffen.

25.2 Er moet een zeker verband bestaan tussen de aard van de opgelegde straf en de overtreding waarvoor deze straf wordt opgelegd. Ook moet er een redelijke verhouding bestaan tussen de zwaarte van de straf en de overtreding.

25.3 Een leerling heeft het recht in geval van een conflict met een docent ondersteuning te vragen in de vorm van een mediator zijnde een personeelslid van de school.

25.4 De volgende straffen kunnen aan leerlingen worden opgelegd:

• een waarschuwing;

• een berisping;

• het verrichten van strafwerk;

• het verrichten van corveewerkzaamheden;

• het ontzeggen van de toegang tot bepaalde lessen voor een korte tijd;

• schorsing;

• definitieve verwijdering.

Artikel 26 Schorsing

26.1 De schoolleiding kan een leerling met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste vijf dagen schorsen.

26.2 Het besluit tot schorsing dient schriftelijk te worden meegedeeld aan de leerling, en indien deze jonger is dan 18 jaar, ook aan de ouders nadat deze over het voornemen tot de schorsing zijn gehoord. Dit besluit wordt niet algemeen bekend gemaakt.

26.3 Bij schorsing voor een periode langer dan één dag, stelt de adjunct-directeur hiervan de inspectie schriftelijk en met opgave van redenen in kennis.

26.4 Tegen het besluit tot schorsing kan ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht binnen zes weken na de bekendmaking een bezwaarschrift bij de centrale directie worden ingediend. Het bezwaarschrift schort de uitvoering van het besluit niet op.

(18)

Artikel 27 Definitieve verwijdering

27.1 Op grond van onvoldoende vorderingen kan een leerling niet in de loop van een schooljaar worden verwijderd.

27.2 Algemene gronden voor verwijdering zijn: bij herhaling de voorschriften van de school,

waaronder mede begrepen het Leerlingenstatuut met de bijlagen overtreden; het zich schuldig maken aan ernstig wangedrag, dit ter beoordeling van de schoolleiding.

27.3 De locatiedirectie neemt een besluit tot verwijdering van een leerling nadat de leerling, en indien deze nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, ook de ouders over het

voorgenomen besluit tot verwijdering zijn gehoord.

27.4 Een besluit tot verwijdering wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de leerling, en indien deze nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, ook aan de ouders meegedeeld.

27.5 Binnen 6 weken kunnen belanghebbenden in het kader van de Algemene Wet Bestuursrecht een bezwaarschrift indienen bij het bevoegd gezag waarin wordt vermeld waarom de indiener het niet eens is met de genomen beslissing. Nadat een bezwaarschrift is ingediend, kan de onder artikel 23 lid 1 genoemde leerling en ouder een voorlopige voorziening vragen bij de president van de Rechtbank tot opschorting van de uitvoering van de beslissing tot

verwijdering.

27.6 Het bevoegd gezag beslist binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaarschrift, maar niet eerder dan nadat de leerling en indien deze nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, zijn ouders in de gelegenheid zijn gesteld door de gemeentelijke commissie voor bezwaar en beroep te worden gehoord en kennis hebben kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen en rapporten.

27.7 De uitvoering van de beslissing tot verwijdering en daarmede de uitschrijving van een

leerplichtige leerling wordt opgeschort tot het moment dat de leerling bij een andere school is ingeschreven. De leerling wordt geacht bij een andere school ingeschreven te zijn indien aantoonbaar door de school gedurende 8 weken na beslissing van verwijdering zonder succes is gezocht naar een andere passende school of instelling waarnaar kan worden verwezen.

Gedurende de termijn dat naar een andere school wordt gezocht, kan de leerling worden geschorst.

27.8 Bij niet-leerplichtige leerlingen heeft de school een inspanningsverplichting tot het zoeken van een andere passende school zonder dat dit het besluit tot verwijdering opschort.

(19)

6. Rechtsbescherming

Artikel 28 Klachtenregeling

a. Klachtrecht bij schoolleiding

28.1 De leerling die rechtstreeks in zijn of haar belang is getroffen door handelingen of besluiten van een medeleerling of een lid van het personeel, heeft het recht de schoolleiding te verzoeken hiervoor een voorziening te treffen.

28.2 Het verzoek, bedoeld in het vorige lid, wordt binnen een termijn van zeven dagen, te rekenen vanaf het moment waarop de handeling is verricht of het besluit is genomen, schriftelijk en met vermelding van redenen bij de schoolleiding ingediend.

28.3 Voordat de locatiedirectie een beslissing neemt over het verzoek, worden de betrokkenen gehoord.

28.4 De schoolleiding neemt binnen veertien dagen na ontvangst van het verzoek een beslissing.

Als het onmogelijk is binnen die termijn een beslissing te nemen, stelt de schoolleiding de betrokkene hiervan, met vermelding van redenen, schriftelijk in kennis.

28.5 Van de beslissing op het verzoek en de aard van de eventuele voorziening worden de betrokkenen schriftelijk met vermelding van redenen op de hoogte gebracht.

b. Klachtrecht bij het bevoegd gezag

28.6 De leerling die rechtstreeks in zijn of haar belang is getroffen door handelingen of besluiten van de schoolleiding, heeft het recht het bevoegd gezag te verzoeken hiervoor een voorziening te treffen.

28.7 De leden 2 t/m 5 zijn van overeenkomstige toepassing.

c. Opschortende werking

28.8 Een leerling kan een verzoek, als bedoeld in het eerste lid, in spoedeisende gevallen vergezeld doen gaan van een verzoek tot opschorting van de uitvoering van het besluit tot het moment waarop de beslissing van de schoolleiding is genomen.

28.9 De schoolleiding bepaalt of dit verzoek redelijk is en deelt de beslissing hierover zo spoedig mogelijk en met vermelding van redenen aan de betrokkene(n) mede.

Artikel 29 Beroepsrecht

a. Commissie van Beroep

29.1 Aan de school is een Commissie van Beroep verbonden. Een Commissie van Beroep is een wettelijk verplicht onderdeel van het examenreglement. Zie voor samenstelling en werkwijze het examenreglement.

b. Beroepsrecht

29.2 Instelling van een beroep, zitting, onderzoek besluitvorming en uitspraak zijn geregeld in het examenreglement, onderdeel Commissie van Beroep.

Artikel 30 Hardheidsclausule

30.1 In alle gevallen waarin dit statuut niet voorziet, neemt het bevoegd gezag een beslissing met

(20)

7. Inwerkingtreding

Artikel 31 Inwerkingtreding

Dit statuut is door het bevoegd gezag aan de medezeggenschapsraad ter instemming voorgelegd op __________________ (datum).

Dit leerlingenstatuut is aangenomen op _______________ (datum) en treedt na deze datum direct in werking.

Het leerlingenstatuut wordt op de website “Leerlingen” geplaatst.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het bevoegd gezag neemt, in afwijking van artikel 7:10 van de algemene wet bestuursrecht, zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift

De gemeente heeft de aanvraag wel ontvangen maar niet doorgestuurd naar de provincie omdat in het OLO de provincie al als bevoegd gezag stond aangemerkt.. Uw aanvraag dient conform

Het bevoegd gezag kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling nadat deze en, indien de leerling nog niet de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt, ook diens

• Het college van bestuur beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift, maar niet eerder dan nadat de leerling en, indien deze nog niet de leeftijd van 18 jaar

tief is wel de MvT omdat daar een aantal begrippen uit de wet opnieuw zijn toege- licht (zie ook hieronder). Zo wordt over het begrip school opgemerkt dat onder het begrip school

Voor wat betreft de klacht rond de zorgplicht van de school jegens de zoon van klaagster heeft de school verklaard dat er ondanks de ondersteuningsbehoefte van klaagster rondom

Daarom wordt geadviseerd contact op te nemen met de administratie van het KCHL, zij kunnen u precies vertellen of het mogelijk is om een bepaling uit reeds afgenomen materiaal na

Deze elementen komen niet terug in het dossier bevoegd gezag, omdat deze in de aanvraag van de vergunning voor de omgevingsplanactiviteit