Eindexamen natuurkunde 1 -2 vwo 2007-I
© havovwo.nl
▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬
Zonneneutrino<s
11. Margreet moet éénmaal bij lage en éénmaal bij hoge zonnestand een scherpe afbeelding van de zon op een scherm projecteren en beide keren de diameter van het beeld opmeten. Zij zal dan merken dat er geen verschil in beeldgrootte is.
12. 0,5 dpt = 1))) = 2,0 m 0,5
De zon staat zeer ver weg dus valt het beeld in het brandpunt.
D beeld f 2
)))) = ))))))))))))) ! D beeld = )))))))) @ 2 . 696 @ 10 6 = 1,86 @ 10– 2 m D zon afstand lens - zon 149,6 @ 10 9
Hierin is 149,6 @ 10 9 = afstand aarde - zon 696 @ 10 6 = straal zon
! D beeld = 1,9 cm
1 1 0 0 2
13. p + p ! $ + < + d
1 1 +1 0 1
14. 4 m p + 2 m el = 4 @ 1,007276 u + 2 @ 0,00054858 u = 4,030201 u 4
m( He) = 4,002603 u – 2 m e = 4,00151 u.
2
massa neutrino = 0
Er is een verlies van 4,030201 u – 4,00151 u = 0,028695 u Vrijkomende energie 0,028695@ 931,49 MeV = 26,729 MeV
15. Oppervlak bol met straal zon-aarde: 4BRa-z
2 = 4B @ (149,6 @ 10 9) 2 = 2,81 @ 10 23 m 2 Oppervlakte dwarsdoorsnede aarde: BRa 2 = B@ ( 6,378 @ 10 6) 2 = 1,28 @ 10 14 m 2 De fractie van het aantal uitgezonden neutrino<s dat de aarde treft:
1,28 @ 10 14
)))))))) @ 2 @ 10 38 = 9,1 @ 10 28 2,81 @ 10 23