• No results found

Is de Vlaamse overheid betrokken bij de wer- king van de voorlichtingsdiensten in de abor- tuscentra ? Zo ja, op welke manier en met welke financiële middelen ? 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Is de Vlaamse overheid betrokken bij de wer- king van de voorlichtingsdiensten in de abor- tuscentra ? Zo ja, op welke manier en met welke financiële middelen ? 4"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 12

van 22 oktober 2004

van de heer ROB VERREYCKEN Abortusvoorlichting – Initiatieven

Uit het recente rapport van de Nationale Evalua- tiecommissie betreffende zwangerschapsafbreking blijkt dat het aantal abortussen in België in 2003 steeg tot 16.653.

In Vlaanderen werden 7.276 abortussen uitge- voerd, waarvan 6.344 in abortuscentra en 1.032 in ziekenhuizen. Deze stijgende trend is alarmerend.

1. Besteedt de Vlaamse overheid aandacht en fi- nanciële middelen aan campagnes die steun kunnen bieden aan vrouwen die onverwacht zwanger zijn ?

Zo kan men denken aan een telefonische hulplijn die 24 uur op 24 uur bemand is, aan centra die met onverwacht zwangere moeders naar andere oplossingen zoeken dan abortus, aan centra waar vrouwen in alle rust kunnen bevallen en daarbij begeleid worden, …

Zo ja, welke initiatieven ondersteunt de Vlaam- se overheid en met welke bedragen ?

2. Is de Vlaamse overheid betrokken bij de wer- king van de voorlichtingsdiensten in de zieken- huizen die abortussen uitvoeren ?

Zo ja, op welke manier en met welke financiële middelen ?

3. Is de Vlaamse overheid betrokken bij de wer- king van de voorlichtingsdiensten in de abor- tuscentra ?

Zo ja, op welke manier en met welke financiële middelen ?

4. Onlangs bracht een tijdschrift het verhaal van een vader die zijn onverwacht zwangere vrien- din wilde steunen, maar volledig buiten het be- sluitvormingsproces werd gehouden, zowel door de ouders van de vrouw in kwestie als door de hulpverleners, en aldus geconfronteerd werd met een volkomen onverwachte abor- tusingreep.

Indien de Vlaamse overheid betrokken is bij de hulpverlening aan vrouwen die onverwacht zwanger zijn, zijn er dan waarborgen dat daar- bij minstens de vader betrokken wordt indien die bekend is ?

Antwoord

1. De Vlaamse Gemeenschap kiest in de eerste plaats voor een preventieve aanpak, ter voorko- ming van onverwachte zwangerschappen. Een gedegen en tijdige relationele en seksuele voor- lichting, zowel door ouders, de school als ande- re externen, naast de beschikbaarheid van anti- conceptie en de bekendheid en bereikbaarheid van voorzieningen voor informatie en diensten, vormt daarbij een sleutelelement. Voor vrou- wen die toch geconfronteerd worden met een ongewenste zwangerschap is er de mogelijkheid van een veilige abortus. In België is counseling bij wet verplicht (wet van 3 april 1990 betreffen- de de zwangerschapsafbreking) voordat een abortus mogelijk is. Als men besluit om tot een abortus over te gaan, is ook nadien nog coun- seling mogelijk, als ondersteuning van de be- slissing betreffende haar ongewenste zwanger- schap.

Een specifieke groep die de Vlaamse overheid onder de loep neemt, zijn de tienerzwanger- schappen. Het NEGO V-onderzoek (Corijn, Martine en Deven, Fred, "Keuze of evidentie?

De leefvorm, het relatiepatroon en het seksueel gedrag van Vlaamse jongvolwassenen in 1990"

– Brussel: Centrum voor Bevolkings- en Ge- zinsstudiën - CBGS Monografie 1991/2) dat door het Centrum voor Bevolkings- en Gezins- studiën in 1991 werd verricht, toonde aan dat het anticonceptiegedrag van ongewenst zwan- gere vrouwen gevoelig verschilt van het anti- conceptiepatroon van de doorsnee Belgische vrouw.

Zo valt een groot gedeelte van de eerstgenoem- de categorie op door een totaal gebrek aan en/of een veel lager gebruik van anticonceptie- middelen. Deze onderzoeksresultaten worden bevestigd door de informatie verzameld door de Nationale Evaluatiecommissie betreffende de zwangerschapsafbreking, en ondersteund

(2)

door het centrum voor relatievorming en zwan- gerschapsproblematiek (CRZ).

Wat de concrete activiteiten betreft, wordt er momenteel door de Vlaamse Gemeenschap sa- mengewerkt met de VZW Sensoa, die onder andere het thema "seksueel overdraagbare aan- doeningen en aidspreventie" behartigt. Het the- ma "seksuele gezondheid", met inbegrip van (onverwachte) zwangerschap, behoort ook tot haar basisthema's. Hiertoe werd een convenant afgesloten voor een duur van vier jaar.

Er zijn drie mogelijkheden van ondersteuning en hulp voor (minderjarige) aanstaande moe- ders die besluiten hun kind te houden:

– opvang binnen het ouderlijk gezin,

– samenwonen of huwen met de (eventuele) partner,

– opvang buiten het ouderlijk gezin.

Daarnaast kan een minderjarig meisje (of de ouders) zich ook richten tot een comité voor bijzondere jeugdzorg. Via de Bemiddelings- commissie en/of de jeugdrechtbank (in urgente gevallen) kan beslist worden de minderjarige aanstaande moeder op te nemen in een ambu- lante, semi-ambulante of residentiële voorzie- ning voor bijzondere jeugdbijstand. Naarge- lang de situatie en de vermoedelijke opvang- duur kunnen diverse vormen van begeleiding onderscheiden worden.

Zo zijn er residentiële onthaalcentra voor kort- durende (crisis)opvang, maar daarnaast ook centra die zich richten op een langduriger ver- blijf, namelijk de centra voor integrale gezins- zorg. In deze voorzieningen kan de minderjari- ge aanstaande moeder terecht voor de over- brugging van de periode van zwangerschap, de bevalling en de eerste maanden na de bevalling.

Deze centra willen de zelfstandigheid van de minderjarige moeders in de opvoeding van hun kind vergroten. Ten slotte bestaan ook nog de diensten die zich richten op thuisbegeleiding, begeleid zelfstandig wonen en (korte of langdu- rige) opvang in pleeggezinnen.

2. We stellen vast dat de bestaande diensten regi- onaal een goed gespreid aanbod vormen, laag-

drempelig en met voldoende afstemming met andere partnerorganisaties, en dat dus een ge- centraliseerde telefonische hulplijn hierbij niet aangewezen is.

3. De voorlichtingsdienst werkt niet uitsluitend voor de abortusproblematiek maar is ingebed in onder meer de dienst Gynaecologie, een vrouwenkliniek of een dienst Klinische Psy- chologie geïntegreerd in de sociale dienst van het OCMW of de dienst Medische Genetica.

Dit behoort alleen tot de federale bevoegdhe- den.

4. Sinds 2001 beschikken de abortuscentra over een revalidatieovereenkomst met het Riziv (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsver- zekering – red.). Dit is dus geen Vlaamse be- voegdheid.

5. In elke betrokken voorziening zal op basis van de specifieke situatie, en binnen de contouren van de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, ingeschat worden of de vader voorafgaandelijk kan betrokken wor- den bij de aangeboden begeleiding.

Vanzelfsprekend zullen de wensen van de be- trokken vrouw hiermee een bepalend belang hebben.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN