Vraag nr. 193 van 27 mei 2005
van de heer BART DE WEVER
Inburgeringscontracten – Stand van zaken In de periode vanaf 1 april 2004 tot en met 31 oktober 2004 ondertekenden 1.953 nieuwkomers een inburgeringscontract. Daarvan behoorden 726 personen tot de verplichte doelgroep.
Kan de minister terzake de meest recente cijfers meedelen?
1. Hoeveel inburgeringscontracten werden er afgesloten tussen 1 november 2004 en 31 maart 2005?
Is er een versnelling tijdens de laatste maan-den?
Kan de minister de regionale cijfers per ont-haalbureau meedelen?
2. Hoe zit het met de verhouding verplichten - rechthebbenden?
Hoe zit het met de verhouding lagergeschoold (centra voor basiseducatie) - hogergeschoold (centra voor volwassenenonderwijs)?
Wat is de populatiesamenstelling naar verblijfs-statuut?
3. In welke mate is de minister tevreden met dit instrument?
N.B. Deze vraag werd gesteld aan vice-minister-president Vandenbroucke (vraag nr. 205) en aan minister Keulen (nr. 193).
Antwoord
1. Er werden 3.044 inburgeringscontracten afgeslo-ten tussen 1 november 2004 en 31 maart 2005. In de periode 1 april 2004 tot en met 31 oktober
2004 werden gemiddeld 279 inburgeringscon-tracten ondertekend per maand.
In de periode 1 november 2004 tot en met 31 maart 2005 werden gemiddeld 609 inburge-ringscontracten ondertekend per maand. Men zou bijgevolg dus zeker kunnen spreken
van een versnelling tijdens de laatste maanden.
Onthaalbureaus ondertekende inburgeringscontracten periode 1 november 2004 tot en met 31 maart 2005
PINA 1.144
Kompas Gent 306
BON (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) 384
ONOV (provincie Oost-Vlaanderen) 289
Provincie West-Vlaanderen 302
Pricma (Provincie Antwerpen) 208
Provincie Vlaams-Brabant 103
Provincie Limburg 308
Totaal 3.044
44 % laaggeschoolden 56 % hogergeschoolden 50% ontvankelijk verklaarde asielzoekers 48% volgmigranten
1% arbeidsmigranten
1% vreemdelingen wiens verblijf geregulariseerd werd