Vraag nr. 8
van 26 oktober 1998
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Faciliteitengemeenten – Sportinfrastructuur Zie :
Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn Vraag nr. 25
van 26 oktober 1998
van de heer Luk Van Nieuwenhuysen Blz. 818
Antwoord
Ik verwijs naar de sportgids "Brussel zweet ervan 1998-99" van de sportdienst van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Deze gids geeft een overzicht, per sporttak en per gemeente, van de sportclubs, sportlessenreeksen en sportevene- menten in Brussel.
Tijdens het werkjaar 1998-1999 zal de sportdienst ook een inventaris opstellen van de volledige Brus- selse sportinfrastructuur, haar mogelijkheden en kwaliteiten. Momenteel beschikt de VGC-sport- dienst wel al over een actuele lijst van beschikbare sportaccomodaties in het Brusselse hoofdstedelijk gewest.
Het is inderdaad zo dat Vlaamse sportbeoefenaars in Brussel nog steeds moeilijkheden ondervinden bij het zoeken van geschikte sportaccomodatie. Op verschillende beleidsniveaus worden stappen ondernomen om dit te verhelpen.
Op 17 december 1997 keurde de Vlaamse regering het "Strategisch Plan voor Sportend Vlaanderen"
goed. Hierin wordt de uitvoering van drie strategi- sche doelstellingen vooropgesteld, namelijk : – sportpromotie met het oog op het verhogen van
de sportparticipatie,
– de kwaliteit van het sportaanbod verhogen, – het creëren van de nodige randvoorwaarden
voor een strategisch vernieuwingsbeleid in de sport.
Op basis van dit strategisch plan heeft het Com- missariaat-Generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Opvoeding, de Sport en de Open- luchtrecreatie (Bloso) thans een globaal sportpro- motieplan uitgewerkt voor de komende vijf jaar, waarin de jeugdsport centraal staat. De Vlaamse Gemeenschapscommissie werd betrokken bij het opstellen van dit sportpromotieplan. Dit leidde tot
de inlassing van een specifiek luik voor Brussel met de VGC-sportdienst als actor. In tegenstelling met vroeger voorziet het decreet van 5 april 1995 nu ook in de subsidiëring van de VGC-sportdienst voor haar sportpromotionele activiteiten.
De sportpromotionele opdracht van de VGC- sportdienst moet als dusdanig worden afgestemd op de specifieke situatie van het Brusselse hoofd- stedelijk gewest. Dit betekent dat de VGC naast de lokale (gemeentelijke) taken ook gewestelijke (provinciale) moet vervullen.
De sportdienst van de VGC zoekt actief naar geschikte infrastructuur voor de Nederlandstalige sportclubs, lessenreeksen en individuele sportbeoe- fenaars. De eigen sportinfrastructuur van de VGC beperkt zich tot de sportzalen van de gemeen- schapscentra van Etterbeek en Vorst. Heel wat sportclubs moeten dus elders zalen huren. De VGC subsidieert voor de door haar erkende clubs de helft van de jaarlijkse huurprijs.
Daarnaast worden er ook inspanningen geleverd om bestaande infrastructuur toegankelijker te maken voor Nederlandstalige sportbeoefenaars. Zo lopen er momenteel onderhandelingen met het sportcomplex van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de sportzaal van de Katholieke Univer- siteit Brussel (KUB). Ook met andere Vlaamse onderwijsinstellingen in Brussel worden onderhan- delingen gevoerd om ruimer gebruik te kunnen maken van de beschikbare sportaccomodatie.
Ik merk ook op dat de Vlaamse regering in de begroting 1998 15 miljoen extra kredieten heeft ingeschreven, specifiek voor ondersteuning aan de Vlaamse sportinfrastructuur in Brussel. Dit bedrag werd ingeschreven op het budget van de bevoegde minister, de heer Luc Martens, en zal, in overleg met de Vlaamse Gemeenschapscommissie, worden besteed aan :
– investeringen in VGC-sportinfrastructuur,
– investeringssubsidies voor sportinfrastructuur van derden,
– subsidies, onderzoekingen, ... met betrekking tot de Vlaamse sportnoden in Brussel.
Verder is de VGC vragende partij voor de uitbouw van een sportcentrum in Brussel. Brussel vervult immers gedeeltelijk de functie van een zesde pro- vincie en wordt beleidsmatig soms in één adem vermeld met de provincie Vlaams-Brabant, dat één sportcentrum telt. Dit sportcentrum zou niet alleen
openstaan voor de Nederlandstalige Brusselse sportclubs en de hogeschoolstudenten, maar zou vooral ook een centrum kunnen worden voor de sportkaderopleidingen van de Vlaamse Trainers- school en voor de organisatie van internaatssport- kampen.