Vraag nr. 255 van 15 april 1998
van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS Rioolwaterzuivering – Effectiviteit
In het rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij ( V M M ) , "Effectiviteitsrapport RW Z I ’s Globaal verslag 1995" verneem ik op blz. 71 dat gemiddeld 44 % stikstof en 47 % fosfor uit het afvalwater wordt verwijderd.
Dit zegt uiteraard niets over de hoeveelheden in mg/l stikstof en fosfor die in de vorm van nitraten en fosfaten aanwezig blijven in het gezuiverde w a t e r. Uit een Waalse studie in verband met de sanering van kampeerterreinen blijkt dat het afval-water dat een goed werkende septische put verlaat 290 mg stikstof/l bevat, wat overeenkomt met 1284 mg nitraten/l en 237 mg ammoniumzouten/l, en 32 mg fosfor/l, wat overeenkomt met 98 mg/l fosfaat ( C h .R a u l s, " L’assainissement des terrains de cam-ping", FUL, Arlon, blz. 71 – 1996).
Op blz. 51 van het effectiviteitsrapport stelt men dat de concentratie van het afvalwater vóór de zui-vering reeds kan verlagen door verdunning door h e m e l - , grond- en oppervlaktewater, a a n w e z i g h e i d van septische putten, voorzuivering bij de industrie en ongeschikt bedrijfsafvalwater.
Ondertussen zijn er verschillende A q u a f i n z u i v e-ringsstations met tertiaire zuivering in gebruik genomen. Dit rapport vermeldt hierover niets. Een onderzoek in vijftig tertiaire zuiveringsinstal-laties in Frankrijk geeft als gemiddelde waarden, gemeten aan de uitloop van de installatie, 100 mg/l nitraten en 25 mg/l fosfaten. Dit zijn nog vrij hoge gehalten (P. Boutin et coll., " Waste Stabilisation ponds in France : an overall review. " , Water Scien-ce Technology 19, nr. 12, blz. 31-35 – 1987).
1. Hoeveel nitraat is er aanwezig per liter effluent van de RWZI’s (rioolwaterzuiveringsinstallatie) ? Welke is de totale hoeveelheid stikstof/l en fos-for/l effluent ? Hoeveel en welke pathogene ziektekiemen bevatten de effluenten ? Graag ontving ik de cijfers per RWZI voor 1996 en 1997.
2. In welke mate wordt hiermee voldaan aan de betrokken milieuvergunning ?
3. Welke maatregelen heeft de minister genomen om aan de eventuele problemen in deze materie iets te doen ?
4. Welke RW Z I ’s zijn uitgerust voor tertiaire, d i t wil zeggen naast mechanische en biologische, ook chemische zuivering ? Welke chemische elementen worden hierbij uit het afvalwater verwijderd ?
Antwoord
1. De tabellen 1 en 2 als bijlage geven de gemid-delde influent- en effluentconcentraties voor totaal stikstof en totaal fosfor weer, voor 1996 en 1997. In artikel 4.2.5.4.1., § 2 van titel II van het Vlarem is bepaald welke parameters aan de in- en uitlaat van de RWZI gemeten dienen te worden. Pathogene kiemen maken geen onder-deel uit van het verplicht controleprogramma. Voor deze laatste parameter zijn geen meetre-sultaten beschikbaar.
2. In de tabellen 1 en 2 als b i j l a g e wordt door onderstreping aangegeven welke RWZI proble-men heeft met de in de vergunning opgelegde effluentnormen voor totaal stikstof en/of totaal fosfor.
3. In uitvoering van de EU-richtlijn inzake stede-lijk afvalwater en titel II van het Vlarem moe-ten alle RWZI's met een capaciteit groter dan 10.000 IE (inwonersequivalent) gelegen in kwetsbaar gebied vanaf 31 december 1998 nu-triëntverwijdering toepassen en moet de totale vracht voor stikstof en fosfor voor alle openbare RWZI's met 75 % worden gereduceerd. In uit-voering van deze bepalingen worden alle nieu-we RWZI's groter dan 10.000 IE voorzien van n u t r i ë n t v e r w i j d e r i n g. Maar ook op installaties kleiner dan 10.000 IE wordt een doorgedreven N-verwijdering beoogd door deze installaties te ontwerpen als laagbelaste systemen.
Voor bestaande RWZI's worden renovatie-investeringen uitgevoerd ten bedrage van 1 mil-jard frank per jaar. Een deel van deze investe-ringen bestaat uit de uitbouw van nutriëntver-wijdering op de bestaande RWZI's.