• No results found

6-8-Akoestisch-onderzoek-Pomphuis-bijlage-bij-toelichting.pdf PDF, 5.81 mb

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "6-8-Akoestisch-onderzoek-Pomphuis-bijlage-bij-toelichting.pdf PDF, 5.81 mb"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Akoestisch onderzoek verbouw voormalig pomphuis Scheepvaartmuseum aan de Kleine der A 7 te Groningen tot café/restaurant

Rapport 21510076.R01c

(2)

akoestiek bouwfysica brandveiligheid klimaattechniek lawaaibeheersing trillingstechniek energieonderzoek milieutechnologie

Paterswoldseweg 808 Postbus 8069 9702 KB Groningen

T 050 525 09 92 F 050 525 90 81 E info@wnpri.nl I www.wnpri.nl

Wijnia-Noorman-Partners B.V.

kvk 02042874

BTW NL008482627.B01

directie

mw. dr. R.F. Noorman

ISO 9001 gecertificeerd

Akoestisch onderzoek verbouw voormalig pomphuis Scheepvaartmuseum aan de Kleine der A 7 te Groningen tot café/restaurant

Rapport 21510076.R01c

Opdrachtgever: Scheepvaartmuseum

Brugstraat 24-26

9711 HZ GRONINGEN 7 maart 2016

SB/TN

(3)

2 Rapport 21510076.R01c

INHOUD BLAD

1.   INLEIDING 4  

2.   SITUATIE EN OMSCHRIJVING 4  

2.1   Situatie 4  

2.2   Tekeningen 4  

2.3   Te verwachten muziekgeluidniveaus 5  

2.4   Bouwkundige situatie 5  

3.   NORMSTELLING GELUID 6  

4.   REKEN- EN MEETVOORSCHRIFT 6  

5.   GELUIDGEGEVENS REKENMODEL 7  

5.1   Algemeen 7  

5.2   Gevel- en dakuitstraling 7  

5.3   Overige geluidbronnen 8  

6.   REKENMODEL 9  

6.1   Algemeen 9  

6.2   Objecten en bodemgebieden 9  

6.3   Geluidbronnen 9  

6.4   Toetspunten 9  

6.5   Geluidoverdracht 9  

6.6   Muziekspectrum 10  

7.   REKENRESULTATEN 11  

7.1   Bespreking resultaten 11  

7.2   Toelaatbaar te achten binnenniveau zonder maatregelen 11  

8.   MAATREGELEN 11  

8.1   85 dB(A) muziekgeluidniveau 11  

8.2   Controleberekening na maatregelen 14  

9.   CONCLUSIE 14  

(4)

3 Rapport 21510076.R01c

FIGUREN 1 Situatie

2 Terreininrichting 3 Plattegronden

3.1 begane grond en 1 e verdieping 3.2 2 e verdieping en dak

3.3 langsdoorsnede 3.4 dwarsdoorsneden 4 Gevelaanzichten

4.1 zuid- en westgevel 4.2 noord- en oostgevel

5 Overzicht van het rekenmodel met de ligging van de objecten, equivalente geluid- bronnen en toetspunten

BIJLAGEN 1 Begrippen

2 Geluidvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer 3 Bronsterkteberekeningen

4 Overzicht van de ingevoerde objecten en overige modelparameters 5 Overzicht van de ingevoerde geluidbronnen

6 Overzicht van de berekende equivalente geluidniveaus

7 Overzicht van de berekende equivalente geluidniveaus na maatregelen

Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem/haar worden gebruikt voor het doel

waarvoor het is opgesteld. Niets uit dit document mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt

zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en/of van WNP raadgevende ingeni-

eurs. Kwaliteit en verbetering van product en proces zijn bij WNP raadgevende ingenieurs gewaarborgd

middels een kwaliteitsmanagementsysteem dat is gecertificeerd volgens NEN-EN-ISO 9001:2015.

(5)

4 Rapport 21510076.R01c

1. INLEIDING

In opdracht van het Scheepvaartmuseum is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting op de omgeving vanwege de verbouw tot café/restaurant van het voorma- lig pomphuis aan de Kleine der A 7 te Groningen.

Doel van het onderzoek is het aangeven van de akoestische gebruiksmogelijkheden op basis van de te verwachten geluidniveaus in de omgeving en de eventueel te treffen voor- zieningen ter beperking van de geluidemissie. Het onderzoek is uitgevoerd ten behoeve van de melding in het kader van het ‘Besluit algemene regels voor inrichtingen milieube- heer’ (Activiteitenbesluit milieubeheer).

Maatgevend voor de geluidbelasting op de omgeving is het muziek- en installatiegeluid tijdens het gebruik van het pand.

De geluidniveaus in de omgeving zijn berekend overeenkomstig de ‘Handleiding meten en rekenen industrielawaai’ van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), 1999.

De in dit rapport gehanteerde akoestische begrippen zijn in bijlage 1 toegelicht.

2. SITUATIE EN OMSCHRIJVING 2.1 Situatie

Het te verbouwen pomphuis is gesitueerd aan de Kleine der A 7 te Groningen aan de oost- zijde van de A. Op de begane grond bevindt zich een trafohuis en het tot café/restaurant te verbouwen pomphuis. Het trafohuis blijft gehandhaafd in de nieuwe situatie. De bovenlig- gende verdiepingen worden onderdeel van het café/restaurant.

De meest nabijgelegen woningen van derden bevinden zich in oostelijke richting op korte afstand van het pomphuis (woningen Schuitemakersstraat 14 en Reitemakersrijge 22-23).

In figuur 1 is een overzicht gegeven van de situatie.

2.2 Tekeningen

Het akoestisch onderzoek is gebaseerd op de door Tonnis Bouman Architect te Groningen onder de projectnaam “verbouw Pomphuis Kleine der A 7 voor het Noordelijk Scheep- vaartmuseum” gemaakte bouwaanvraagtekeningen d.d. 30 juni 2015.

De tekeningen zijn verkleind weergegeven in de figuren 2 t/m 4.

(6)

5 Rapport 21510076.R01c

2.3 Te verwachten muziekgeluidniveaus

De ten gevolge van de verschillende activiteiten binnen horecabedrijven te verwachten equivalente muziekgeluidniveaus zijn gegeven in tabel 1.

Tabel 1: Te verwachten geluidniveaus binnen horecabedrijven

Type horecabedrijf Kenmerkende activiteit Equivalent geluidniveau in de ruimte [dB(A)]

Restaurant Automatenhal Café

Dansschool Disco/feestzaal

praten/praten +achtergrondmuziek muziek en automatengeluid rustig bruin café

café/bar met drukte en muziek café/bar met dansmuziek voor ouder publiek voor jongeren met livemuziek

55-75 65-75 75-80 90-95 90-100

80-90 85-95 90-105 95-115

In het akoestisch onderzoek is voor de nieuwe situatie uitgegaan van de mogelijke aanwe- zigheid van activiteiten met muziek met een voor de emissie naar de omgeving relevant geluidniveau van 85 dB(A). Dit komt overeen met het maximale te verwachten equivalen- te geluidniveau in een bruin café, museumcafé en café/restaurant, voor dit geluidniveau is aangegeven hoe de schil bouwkundig moet worden opgebouwd.

Het café/restaurant kan in de dag-, avond- en nachtperiode in gebruik zijn. In de bereke- ningen is ervan uitgegaan dat het gebruik kan plaatsvinden tot na 23.00 uur, dat wil zeg- gen tot in de nachtperiode, en dat daarmee voor de beoordeling de nachtperiode maatge- vend is.

De bijdrage van de technische installaties zoals een luchtbehandelingskast en een dak af- zuigventilator zijn in het onderzoek naar de geluidbelasting op de omgeving meegenomen.

2.4 Bouwkundige situatie

Het verbouwplan betreft de realisatie van een nieuw café/restaurant in het voormalig pomphuis. Op de begane grond en verdieping wordt een eetgedeelte gerealiseerd. De be- gane grond en verdieping zijn met elkaar verbonden door een vide. Op de begane grond wordt een bar gerealiseerd. De keuken van het café/restaurant bevindt zich op de verdie- ping boven het bestaande trafohuis (G.E.B.). In het gebouw komen verder een garderobe, opslagruimten, toiletruimten voor dames en heren en een techniekruimte.

Aan de westzijde (tussen de Kleine der A en het kanaal) van het pomphuis wordt een ter-

ras gerealiseerd.

(7)

6 Rapport 21510076.R01c

De geluidemissie naar de omgeving wordt hoofdzakelijk bepaald door het geluidniveau (achtergrondmuziek, etc.) in het café/restaurant en installatiegeluid. Een nadere omschrij- ving van het gebruik en de bijbehorende muziekgeluidniveaus is gegeven in paragraaf 2.3.

Voor de gevels en het dak is in de berekeningen in eerste instantie uitgegaan van de hier- onder aangegeven (huidige) opbouw:

bestaande gesloten geveldelen: steens metselwerk, massa ca. 400 kg/m², als be- staand;

bestaande ramen: houten kozijnen met 4 mm enkelglas, als bestaand;

nieuwe ramen en deuren; stalen kozijnen met HR ++ -glas;

bestaand dak: houten dakbeschot met dakpannen, als bestaand.

Vervolgens is nagegaan waar extra voorzieningen nodig zijn.

3. NORMSTELLING GELUID

De inrichting valt onder de werkingssfeer van het ‘Besluit algemene regels voor inrichtin- gen milieubeheer’ (Activiteitenbesluit milieubeheer). De algemene geluidvoorschriften, zoals opgenomen in afdeling 2.8 van dit besluit, zijn weergegeven in bijlage 2. Voor het café/restaurant zijn de waarden volgens tabel 2.17a van toepassing.

Als aangegeven in artikel 2.18, lid a en b, hoeft in de toetsing van de geluidniveaus aan de randvoorwaarden van het Activiteitenbesluit milieubeheer geen rekening te worden ge- houden met het stemgeluid van personen op het buitenterrein (terrasgedeelte).

4. REKEN- EN MEETVOORSCHRIFT

De berekeningen zijn uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen van de ‘Handleiding me- ten en rekenen industrielawaai’ van 1999 (uitgave Samsom).

De handleiding geeft technische procedures aan voor zowel de vergunningverlening en

zonering in het kader van de Wet geluidhinder (Wgh), als voor de vergunningverlening in

het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het Activiteitenbe-

sluit milieubeheer en gemeentelijke verordeningen. Bij de berekeningen is gebruik ge-

maakt van Module C / Methode II.

(8)

7 Rapport 21510076.R01c

5. GELUIDGEGEVENS REKENMODEL 5.1 Algemeen

De relevante bronnen binnen de inrichting zijn met name:

geluidemissie via de gevels (inclusief ramen en deuren) en het dak ten gevolge van de binnen plaatsvindende activiteiten met muziek,

de te realiseren klimaatinstallaties zoals afzuiging, ventilatie en luchtbehandeling.

In de volgende paragrafen is een nader overzicht en prognose gegeven van de voorkomen- de geluidbronnen.

5.2 Gevel- en dakuitstraling

Met behulp van Methode II.7 “Uitstraling gebouwen” is voor alle relevante gevel- en dak- delen van het café/restaurant de bronsterkte vastgesteld. De bronsterkte van de relevante gevel- en dakdelen wordt bepaald door het binnenniveau en de oppervlakte en geluidisola- tie van de constructiedelen.

Als nader toegelicht in paragraaf 2.3 is in de berekeningen uitgegaan van een equivalent muziekgeluidniveau van 85 dB(A).

De bronsterkte van de uitstralende gevel- en dakdelen is bepaald uitgaande van de ge- bouw- en gevelindeling als aangegeven op tekening (zie de figuren 3 en 4) en een bouw- kundige opbouw c.q. te realiseren geluidisolatiewaarde als omschreven in paragraaf 2.4.

De bronsterkteberekeningen zijn gegeven in bijlage 3. Een samenvattend overzicht is ge- geven in tabel 2.

Tabel 2: Overzicht van de ingevoerde geluidbronnen met de bijbehorende bronsterktes

Bronnummer rekenmodel (figuur 5)

Omschrijving Bronsterkte L

W

in dB(A)

(bijlage 3) 1 t/m 3

4 en 5 6 en 7 8 en 9 10 11 12 en 13 14 15 16 17 t/m 19 20 en 21 22 23

metselwerk westgevel deuren westgevel ramen westgevel metselwerk noordgevel deuren noordgevel ramen noordgevel metselwerk oostgevel ramen oostgevel

metselwerk oostgevel techniek ramen oostgevel techniek schuin dak westgevel ramen schuindak westgevel schuindak noordgevel ramen schuindak noordgevel

51,8

1

66,1

1

76,6

1

47,5

1

61,4

61,4

45,6

1

69,9

43,5

67,0

72,7

1

63,8

1

67,7

52,0

(9)

8 Rapport 21510076.R01c

Bronnummer rekenmodel (figuur 5)

Omschrijving Bronsterkte L

W

in dB(A)

(bijlage 3) 24 t/m 26

27

schuindak oostgevel ramen schuindak oostgevel

73,2

1

56,3 1) De in bijlage 3 berekende totale bronsterkte is verdeeld over het aangegeven aantal geluidbronnen.

Een overzicht van de in het rekenmodel opgenomen geluidbronnen is gegeven in figuur 5 en bijlage 5. De bedrijfsduurcorrectieterm C b van deze bronnen (muziekgeluid) bedraagt conform artikel 2.18, lid 2, van de aan het Activiteitenbesluit milieubeheer verbonden ge- luidvoorschriften 0 dB voor de beoordelingsperioden waarin deze bronnen actief zijn.

5.3 Overige geluidbronnen Luchtbehandeling

Het café/restaurant kan vanwege het aanwezige (muziek)geluidniveau niet worden geven- tileerd middels te openen ramen, roosters en/of deuren. Voor de ventilatie moet derhalve worden voorzien in mechanische ventilatie.

De hiertoe benodigde luchtbehandelingskast wordt in een ruimte (aan de oostgevel) op de verdieping in het gebouw geplaatst. De geluidemissie naar de omgeving wordt voorname- lijk bepaald door het geluid dat wordt afgestraald door de lucht in- en uitlaat van de kast.

Voor de in- en uitlaat zijn geluidbronnen (bronnrs. 28 en 29) meegenomen. De representa- tieve bronsterkte van deze geluidbronnen bedraagt L W = 72 dB(A) in de dag-, avond- en nachtperiode.

De aangegeven bronsterkte kan worden gerealiseerd door units toe te passen die zijn voor- zien van geluiddemping en/of ventilatoren met een laag toerental. De ventilatoren en ove- rige onderdelen moeten trillingvrij worden gemonteerd. De bronlocaties zijn gegeven in figuur 5. Een overzicht is gegeven in bijlage 5.

Voor de bedrijfsduur is uitgegaan van 10 uur in de dagperiode [C b = 0,8 dB], 4 uur in de avondperiode [C b = 0 dB] en 2 uur in de nachtperiode [C b = 6 dB].

Dakafzuigventilator keuken

De geluidemissie van de te plaatsen luchtafzuigventilator op het dak van het pand (keu-

ken) wordt gerepresenteerd door geluidbron 30 in figuur 5. In bijlage 5 is een overzicht

gegeven van de bronkenmerken.

(10)

9 Rapport 21510076.R01c

Op basis van leveranciersgegevens van ventilatoren, tezamen met metingen in de praktijk, bedraagt de gemiddelde bronsterkte van een dergelijke afzuigventilator (Rucon, StorkAir, Atmos of Colt) circa L W = 75 dB(A).

De aan te houden bedrijfsduur bedraagt 10 uur in de dagperiode [C b = 0,8 dB], 4 uur in de avondperiode [C b = 0 dB] en 2 uur in de nachtperiode [C b = 6 dB].

6. REKENMODEL 6.1 Algemeen

De berekeningen zijn uitgevoerd met het programma Geomilieu, versie 3.11.

6.2 Objecten en bodemgebieden

De in het rekenmodel ingevoerde objecten met coördinaten, hoogten en reflectiecoëffici- enten/bodemfactoren zijn gegeven in bijlage 4. Voor het niet-gedefinieerde bodemgebied is een bodemfactor B f = 0,0 aangehouden (reflecterend).

Een overzicht van het rekenmodel met de ingevoerde objecten en toetspunten is gegeven in figuur 5.

6.3 Geluidbronnen

De ligging van de geluidbronnen is weergegeven in figuur 5.

Een overzicht van alle ingevoerde geluidbronnen met coördinaten, hoogten, maaiveld- hoogten, octaafbandspectra, dB(A)-waarden en bedrijfstijdcorrectie C b , uitgedrukt in dB, is gegeven in bijlage 5.

6.4 Toetspunten

De geluidniveaus vanwege de inrichting zijn berekend op in totaal 14 toetspunten, gelegen ter plaatse van de gevels van de omliggende woningen. De ligging van deze toetspunten is weergegeven in figuur 5.

6.5 Geluidoverdracht

Met behulp van het geluidoverdrachtmodel is voor iedere geluidbron het gestandaardi-

seerde immissieniveau L i op het ontvangerpunt bepaald. Uit het gestandaardiseerde im-

missieniveau wordt per beoordelingsperiode en per relevante bedrijfstoestand het langtijd-

gemiddelde deelgeluidniveau L Aeqi,LT bepaald volgens:

(11)

10 Rapport 21510076.R01c

L Aeqi,LT = L i - C b - C m - C g

waarin: C

b

= bedrijfstijdcorrectieterm C

m

= meteocorrectieterm C

g

= gevelreflectieterm

Aangezien in deze situatie uitsluitend is gerekend met invallend geluid is de gevelreflec- tieterm C g = 0 dB.

In de ‘Handleiding meten en rekenen industrielawaai’ (zie hoofdstuk 4) wordt als beoor- delingsgrootheid het ‘langtijdgemiddelde beoordelingsniveau’ L Ar,LT in dB(A) gehanteerd.

Deze grootheid is gebaseerd op het equivalente geluidniveau L Aeq,T waarbij rekening wordt gehouden met de afzonderlijke geluidbijdragen tijdens verschillende bedrijfstoestanden van de inrichting, alsmede het karakter van het geluid (impulsachtig, tonaal, muziek) en de meteocorrectie.

Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau L Ar,LT wordt voor elke beoordelingsperiode (dag-, avond- of nachtperiode) bepaald uit de energetische sommatie van de deelbeoorde- lingsniveaus L Ari,LT voor de verschillende bedrijfstoestanden. Het deelbeoordelingsniveau L Ari,LT wordt voor elke afzonderlijke beoordelingsperiode en voor elke verschillende be- drijfstoestand bepaald uit:

L Ari,LT = L Aeqi,LT + K x

waarin: L

Aeqi,LT

= het langtijdgemiddeld deelgeluidniveau voor elke afzonderlijke bedrijfstoestand;

K

x

= een toeslag voor tonaal geluid (K

1

= 5 dB), impulsgeluid (K

2

= 5 dB) of muziekgeluid (K

3

= 10 dB).

Voor de omliggende woningen van derden kan niet worden uitgesloten dat (muziek)geluid vanwege het café/restaurant wordt waargenomen, zodat het A-gewogen equivalente deel- geluidniveau L Aeqi,LT dient te worden verhoogd met de straffactor voor muziekgeluid (K 3 = 10 dB). Het omschreven gebruik betreft de voor de geluidemissie naar de omgeving repre- sentatieve bedrijfstoestand.

6.6 Muziekspectrum

In de berekeningen is uitgegaan van het in tabel 3 gegeven “popmuziek-spectrum”.

Tabel 3: Correctiespectrum popmuziek-spectrum

octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1000 2000 4000

C

i, popmuziek

[dB(A)] -27 -14 -9 -6 -5 -6 -10

(12)

11 Rapport 21510076.R01c

7. REKENRESULTATEN 7.1 Bespreking resultaten

De berekeningsresultaten zijn, uitgaande van een muziekgeluidniveau van 85 dB(A) en een bouwkundige situatie als beschreven in paragraaf 2.4, gegeven in bijlage 6. De in de bijlage gepresenteerde resultaten zijn inclusief een toeslag K 3 van 10 dB vanwege de her- kenbaarheid van het muziekgeluid.

Met gesloten buitendeuren bedraagt het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau invallend op de gevel van de dichtstbijzijnde woningen ten hoogste L Ar,LT = 65 dB(A) in de dagperi- ode, 66 dB(A) in de avondperiode en 65 dB(A) in de nachtperiode. In bijlage 6 is voor twee maatgevende toetspunten 02 en 04 een overzicht gegeven van de deelbijdragen van de verschillende (groepen) geluidbronnen.

Aan de geluidvoorschriften als vastgelegd in het Activiteitenbesluit milieubeheer [ten hoogste 50 dB(A) overdag, 45 dB(A) ’s avonds en 40 dB(A) ’s nachts] wordt niet voldaan.

7.2 Toelaatbaar te achten binnenniveau zonder maatregelen

Uitgaande van de bouwkundige situatie als omschreven in paragraaf 2.4 is in het ca- fé/restaurant in de nachtperiode een muziekgeluidniveau van maximaal 60 dB(A) toege- staan. Tot 19.00 uur kan 68 dB(A) worden toegestaan. In de avondperiode is een geluidni- veau van 63 dB(A) toegestaan.

Een muziekgeluidniveau tot 85 dB(A) in de nachtperiode is toelaatbaar als de geluidisola- tie van de ramen, deuren, gevels, dak en installatie zodanig wordt verbeterd dat een emis- siereductie van ten minste 25 dB wordt gerealiseerd. De hiertoe te treffen voorzieningen zijn in hoofdstuk 8 omschreven.

8. MAATREGELEN

8.1 85 dB(A) muziekgeluidniveau Noord-, west- en zuidgevel

Er zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.

Oostgevel

De in metselwerk uitgevoerde oostgevel van de verkeersruimte/gang en de techniekruimte

op de 1 e verdieping dient ter beperking van de geluidemissie naar buiten te worden voor-

(13)

12 Rapport 21510076.R01c

zien van een buigslappe voorzetwand. Hierbij moet van binnen naar buiten de volgende opbouw worden gerealiseerd:

2 × 12,5 mm gipskarton;

dampremmende laag;

stijl- en regelwerk met daartussen / daarachter minerale wol (Rc ≥ 1,3 m²K/W);

bestaand metselwerk.

Tussen het metselwerk en de gipskartonplaten is een spouw van ten minste 60 mm beno- digd. Het stijl- en regelwerk moet los van het metselwerk worden opgebouwd.

Beglazing oostgevel

De hierboven voor het metselwerk van de oostgevel omschreven voorzetwand moet wor- den doorgezet langs de kozijnen in de gevel. Hierbij kan dezelfde opbouw worden aange- houden als voor het metselwerk van de oostgevel.

Voordat de voorzetwand wordt geplaatst moet tegen de kozijnen ten minste 2 × 12,5 mm gips-, cementvezelplaat of gelijkwaardig worden aangebracht.

Het bestaande kozijn van de keuken kan worden voorzien van standaard HR ++ -glas.

Beglazing westgevel

De nieuw te plaatsen buitendeuren van het restaurantgedeelte op de begane grond en de bestaande kozijnen van de keuken op de 1 e verdieping kunnen worden voorzien van stan- daard HR ++ -glas.

De bestaande beglazing (enkelglas) van de kozijnen in de westgevel van het restaurantge- deelte op de 1 e verdieping dient aan de binnenzijde te worden voorzien van een voorzet- raam bestaande uit 5 mm enkelglas, op een luchtspouw van 80 mm.

Een alternatief voor het voorzetraam is het toepassen van geluidwerende beglazing met een geluidisolatie R A,popmuziek ≥ 34 dB(A). Toepasbaar is SGG Climalit Acoustic 33/37 L (10-15L-8) of gelijkwaardig.

Beglazing noordgevel

De nieuw aan te brengen buitendeuren en kozijnen in de noordgevel dienen te worden voorzien van een geluidwerende beglazing met een geluidisolatie R A,popmuziek ≥ 40 dB(A).

Toepasbaar is SGG Climalit Silence 41/45 AST (12-20L-44.A2) of gelijkwaardig.

(14)

13 Rapport 21510076.R01c

Dakconstructie

Het dak dient geluidwerend te worden uitgevoerd met een geluidisolatie R A,popmuziek

≥ 55,5 dB(A). Toepasbaar is een Phonotech dakconstructie, constructietype 4325 in com- binatie met een gesloten plafond van gipskarton tegen de onderzijde. Het dak dient van binnen naar buiten als volgt te worden opgebouwd:

2 x 12,5 mm gipskarton op houten regels;

dampremmende laag;

bestaande dakconstructie (houten balklaag en dakbeschot), met tussen de balklaag 80 mm minerale wol;

16 mm cementgebonden houtvezelplaat;

Phonotech DK-85 (DK-105/DK-125/DK-145/DK-165/DK-185) elementen;

Tyvek onderdakfolie;

tengels, panlatten en dakpannen.

Een alternatief is het toepassen van Akoestikon MXT 150 elementen aan de binnenzijde.

Het dak dient in dat geval van binnen naar buiten als volgt te worden opgebouwd:

2 × 12,5 mm gipskarton;

dampremmende folie;

Akoestiplex MXT ontkoppelingsprofielen, dikte 150 mm, h.o.h. 600 mm;

Akoestiwol HR spouwvulling, dikte 150 mm;

bestaande dakconstructie (balklaag en dakbeschot);

tengels, panlatten en dakpannen.

Beglazing dak

De nieuw aan te brengen dakramen in de west-, noord- en oostkant van het dak dienen te worden voorzien van een geluidwerende beglazing met een geluidisolatie R A,popmuziek

≥ 37 dB(A). Toepasbaar zijn Velux daglichtelementen type GGL-62 of gelijkwaardig met een R w -waarde van 42 dB.

Naad- en kierdichting

Alle te openen delen (ramen, deuren e.d.) in de uitwendige scheidingsconstructie van een ruimte waar geluidproducerende activiteiten plaatsvinden dienen van een dubbele kier- dichting met rondgaande in de hoeken gelaste kierdichtingsprofielen en een indrukking van ten minste 4 mm, te worden voorzien.

Dit betekent dat er ook kierdichting aan de onderzijde van de deuren moet worden aange-

bracht. Er moet dus een onderdorpel met aanslag worden aangebracht. Een valdorpel is

onvoldoende.

(15)

14 Rapport 21510076.R01c

Luchtbehandeling

De in- en uitlaat van de luchtbehandelingskast dienen te worden voorzien van een tussen- schakeldemping van ten minste 27 dB. De bronsterkte van de in- en uitlaat mag maximaal L W = 45 dB(A) bedragen in de dag-, avond- en nachtperiode.

Dakafzuigventilator keuken

De nieuw te plaatsen dakafzuigventilator van de keuken dient te worden voorzien van een tussenschakeldemping van ten minste 27 dB. De bronsterkte mag maximaal L W = 48 dB(A) bedragen in de dag-, avond- en nachtperiode.

8.2 Controleberekening na maatregelen

De berekeningsresultaten zijn na het treffen van maatregelen gegeven in bijlage 7. De in de bijlage gepresenteerde resultaten zijn inclusief een toeslag K 3 van 10 dB vanwege de herkenbaarheid van het muziekgeluid.

Aan de geluideisen van het Activiteitenbesluit wordt voldaan.

9. CONCLUSIE

Om in het nieuw te realiseren café/restaurant een geluidniveau van 85 dB(A) toe te kunnen laten zijn aanvullende maatregelen nodig in de vorm van een verzwaarde gevel- en dakop- bouw, de toepassing van geluidisolerende beglazing en geluidgedempte installatievoorzie- ningen. Een overzicht is gegeven in hoofdstuk 8.

Uit de resultaten volgt dat aan de grenswaarden als opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer van respectievelijk 50, 45 en 40 dB(A) in de dag-, avond- en nachtperiode kan worden voldaan, als de buitendeuren in zowel de dag-, avond- als de nachtperiode gesloten worden gehouden en de voorzieningen als omschreven in hoofdstuk 8 worden gerealiseerd.

Uitgaande van de voorzieningen als omschreven in paragraaf 8.1 kan worden gewerkt met een binnenniveau van 85 dB(A).

WNP raadgevende ingenieurs

mevr. dr. R.F. Noorman ing. S.R.N. Bierma

(16)

FIGUREN

(17)

21510076

Figuur 1: situatie

(18)

21510076

Figuur 2: terreininrichting

(19)

21510076

Figuur 3.1: plattegronden begane grond en 1 e verdieping

(20)

21510076

Figuur 3.2: plattegronden 2 e verdieping en dak

(21)

21510076

Figuur 3.3: langsdoorsnede

(22)

21510076

Figuur 3.4: dwarsdoorsneden

(23)

21510076

Figuur 4.1: zuid- en westgevel

(24)

21510076

Figuur 4.2: noord- en oostgevel

(25)
(26)
(27)

BIJLAGEN

(28)

Bijlage 1

BEGRIPPEN

Decibel A, afgekort dB(A): een maat voor de sterkte van geluid, zoals het door de mens wordt waargenomen, ten opzichte van een referentiedruk van 20 µPa.

Equivalent geluidsniveau L

Aeq,T

in dB(A): het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse, in de loop van een bepaalde periode optredende geluid.

Gestandaardiseerd immissieniveau L

i

in dB(A): het equivalente geluidsniveau dat tijdens een bepaalde bedrijfstoe- stand onder meteoraamomstandigheden op een bepaalde plaats en hoogte wordt vastgesteld.

Immissierelevante bronsterkte L

WR

in dB(A): het geluidvermogensniveau van een denkbeeldige bron, gelegen in het centrum van de werkelijke geluidsbron, die in de richting van het immissiepunt dezelfde geluiddrukniveaus veroorzaakt als de werkelijke geluidsbron.

Langtijdgemiddeld deelgeluidsniveau L

Aeqi,LT

in dB(A): equivalent A-gewogen geluidsniveau over een specifieke beoordelingsperiode ten gevolge van een specifieke bedrijfstoestand op een immissiepunt, bij een meteoraamgemiddel- de geluidsoverdracht, zo nodig gecorrigeerd voor de gevelreflectie.

Langtijdgemiddeld deelbeoordelingsniveau L

Ari,LT

in dB(A): equivalent A-gewogen geluidsniveau over een specifieke beoordelingsperiode ten gevolge van een specifieke bedrijfstoestand op een beoordelingspunt, zo nodig gecorrigeerd voor de aanwezigheid van impulsachtig geluid, zuivere tooncomponent of muziekgeluid.

Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau L

Ar,LT

in dB(A): energetische sommatie van de langtijdgemiddelde deelbeoordelingsniveaus.

Etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau vanwege het industrieterrein L

etmaal

in dB(A): de hoogste van de volgende drie waarden:

- L

Ar,LT

over de dagperiode;

- L

Ar,LT

over de avondperiode + 5;

- L

Ar,LT

over de nachtperiode + 10.

Europese dosismaat L

den

in dB: eengetalswaarde, uitgedrukt in dB, voor het A-gewogen energetisch gemiddelde van het (jaar)gemiddelde geluidsniveau over de dagperiode, de avondperiode + 5 dB en de nachtperiode + 10 dB.

Dagperiode: de beoordelingsperiode van 07.00 tot 19.00 uur.

Avondperiode: de beoordelingsperiode van 19.00 tot 23.00 uur.

Nachtperiode: de beoordelingsperiode van 23.00 tot 07.00 uur.

Maximaal geluidsniveau (piekgeluidsniveau) L

Amax

in dB(A): het maximaal te meten A-gewogen geluidsniveau, meterstand “fast” gecorrigeerd met de meteocorrectieterm C

m

.

Immissiepunt: de plaats waarop het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau wordt bepaald.

Representatieve bedrijfssituatie: toestand waarbij de voor de geluidproductie relevante omstandigheden kenmerkend zijn voor een bedrijfsvoering bij volledige capaciteit in de te beschouwen etmaalperiode.

Bedrijfstoestand: toestand van een inrichting, die relevant is voor te verrichten metingen.

Meteoraam: de meteorologische omstandigheden waaronder een goede en stabiele geluidoverdracht plaatsvindt.

Stoorgeluid: het op een bepaalde plaats optredende geluid, veroorzaakt door andere geluidsbronnen dan die waarvan het geluidsniveau wordt bepaald.

Zone: een rond een industrieterrein gelegen gebied, waarbuiten een bepaalde geluidsbelasting vanwege dit terrein niet

wordt overschreden.

(29)

Bijlage 2

Afdeling 2.8. Geluidhinder Artikel 2.16b

Deze afdeling is van toepassing op degene die een inrichting type A of een inrichting type B drijft.

Artikel 2.17

1. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) en het maximaal geluidsniveau L

Amax

, veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat:

a. de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;

Tabel 2.17a

07:00–19:00 uur 19:00–23:00 uur 23:00–07:00 uur

L

Ar,LT

op de gevel van gevoelige gebouwen 50 dB(A) 45 dB(A) 40 dB(A)

L

Ar,LT

in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 35 dB(A) 30 dB(A) 25 dB(A)

L

Amax

op de gevel van gevoelige gebouwen 70 dB(A) 65 dB(A) 60 dB(A) L

Amax

in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 55 dB(A) 50 dB(A) 45 dB(A)

b. de in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur in tabel 2.17a opgenomen maximale geluidsniveaus L

Amax

niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten;

c. de in tabel 2.17a aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen;

d. de in tabel 2.17a aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;

e. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen slechts gelden in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten; en

f. de in tabel 2.17a aangegeven waarden niet gelden op gevoelige objecten die zijn gelegen op een gezoneerd industrieterrein.

2. Ten aanzien van een inrichting die is gelegen op een gezoneerd industrieterrein, waarbij binnen een afstand van 50 meter geen gevoelige objecten, anders dan gevoelige objecten gelegen op het gezoneerde industrieterrein, zijn gelegen, bedraagt in afwijking van het eerste lid, het

langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door die inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten niet meer dan de in tabel 2.17b bij het betreffende tijdstip aangegeven waarde.

Tabel 2.17b

07.00–19.00 uur 19.00–23.00 uur 23.00–07.00 uur L

Ar,LT

op een afstand van 50 meter vanaf de grens van de

inrichting

50 dB(A) 45 dB(A) 40 dB(A)

3. In afwijking van het eerste lid geldt voor een inrichting die is gelegen op een bedrijventerrein, dat:

a. het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) en het maximaal geluidsniveau (L

Amax

) op de in tabel 2.17c genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel

aangegeven waarden;

b. de in de periode tussen 07:00 uur en 19:00 uur in tabel 2.17c opgenomen maximale geluidsniveaus (L

Amax

) niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten;

c. de in tabel 2.17c aangeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet van

toepassing zijn, indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft

(30)

Bijlage 2

voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen;

d. de in tabel 2.17c aangegeven waarden op de gevel ook van toepassing zijn bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;

e. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen slechts gelden in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten, en

f. de in tabel 2.17c aangegeven waarden gelden niet op gevoelige objecten die zijn gelegen op een gezoneerd industrieterrein.

Tabel 2.17c

07.00-19.00 uur 19.00-23.00 uur 23.00-07.00 uur L

Ar,LT

op de gevel van gevoelige gebouwen op het

bedrijventerrein

55 dB(A) 50 dB(A) 45 dB(A)

L

Ar,LT

in in- en aanpandige gevoelige gebouwen op het bedrijventerrein

35 dB(A) 30 dB(A) 25 dB(A)

L

Amax

op de gevel van gevoelige gebouwen op het bedrijventerrein

75 dB(A) 70 dB(A) 65 dB(A)

L

Amax

in in- en aanpandige gevoelige gebouwen op het bedrijventerrein

55 dB(A) 50 dB(A) 45 dB(A)

4. In afwijking van het eerste en het tweede lid, geldt voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) en het maximaal geluidsniveau (L

Amax

, bij een inrichting die uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor openbare verkoop van vloeibare brandstoffen, mengsmering of aardgas aan derden voor motorvoertuigen voor het wegverkeer, dat:

a. de geluidsniveaus op de in tabel 2.17d genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;

b. de in de periode tussen 07.00 en 21.00 uur in tabel 2.17d opgenomen maximale geluidsniveaus L

Amax

niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten;

Tabel 2.17d

07:00–21:00 uur 21:00–07:00 uur

L

Ar,LT

op de gevel van gevoelige gebouwen 50 dB(A) 40 dB(A)

L

Amax

op de gevel van gevoelige gebouwen 70 dB(A) 60 dB(A)

c. de in tabel 2.17d aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;

d. indien de inrichting is gelegen op een gezoneerd industrieterrein en binnen een afstand van 50 meter geen gevoelige objecten, anders dan gevoelige objecten gelegen op het gezoneerde industrieterrein zijn gelegen, de waarden van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) uit tabel 2.17d gelden op een afstand van 50 meter vanaf de grens van de inrichting; en e. de in tabel 2.17d aangegeven waarden niet gelden op gevoelige objecten die zijn gelegen op

een gezoneerd industrieterrein.

5. In afwijking van het eerste, tweede en derde lid geldt voor een inrichting waar uitsluitend of in hoofdzaak agrarische activiteiten dan wel activiteiten die daarmee verband houden worden verricht, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf dat is gelegen in een glastuinbouwgebied, dat:

a. voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L

Ar,LT

), veroorzaakt door de vast opgestelde

installaties en toestellen, de niveaus op de plaatsen en tijdstippen, genoemd in tabel 2.17e,

niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;

(31)

Bijlage 2

Tabel 2.17e

06.00–19.00 uur 19.00–22.00 uur 22.00–06.00 uur

L

Ar,LT

op de gevel van gevoelige gebouwen 45 dB(A) 40 dB(A) 35 dB(A)

L

Ar,LT

in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 35 dB(A) 30 dB(A) 25 dB(A)

b. voor het maximaal geluidsniveau (L

amax

), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, de niveaus op de plaatsen en tijdstippen, genoemd in tabel 2.17f, niet meer

bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;

Tabel 2.17f

06:00–19:00 uur 19:00–22:00 uur 22:00–06:00 uur L

Amax

op de gevel van gevoelige gebouwen 70 dB(A) 65 dB(A) 60 dB(A) L

Amax

in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 55 dB(A) 50 dB(A) 45 dB(A)

c. de in de periode tussen 06.00 uur en 19.00 uur in tabel 2.17f opgenomen waarden niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten, alsmede op het in en uit de inrichting rijden van landbouwtractoren of motorrijtuigen met beperkte snelheid;

d. de in tabel 2.17e en 2.17f aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidmetingen;

e. de in tabel 2.17e en 2.17f aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;

f. de waarden binnen in- en aanpandige gevoelige gebouwen slechts gelden in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten, en

g. de in tabel 2.17e en 2.17f aangegeven waarden niet gelden op gevoelige objecten die zijn gelegen op een gezoneerd industrieterrein.

6. In afwijking van het eerste, tweede en derde lid geldt voor een glastuinbouwbedrijf binnen een glastuinbouwgebied dat:

a. voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) en het maximaal geluidsniveau (L

Amax

), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, de niveaus op de in tabel 2.17g genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;

b. de in de periode tussen 06.00 uur en 19.00 uur in tabel 2.17g opgenomen maximale geluidsniveaus (L

Amax

) niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten;

Tabel 2.17g

06:00–19:00 uur 19:00–22:00 uur 22:00–06:00 uur

L

Ar,LT

op de gevel van gevoelige gebouwen 50 dB(A) 45 dB(A) 40 dB(A)

L

Ar,LT

in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 35 dB(A) 30 dB(A) 25 dB(A)

L

Amax

op de gevel van gevoelige gebouwen 70 dB(A) 65 dB(A) 60 dB(A) L

Amax

in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 55 dB(A) 50 dB(A) 45 dB(A)

c. de in tabel 2.17g aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen;

d. de in tabel 2.17g aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;

e. de waarden binnen in- en aanpandige gevoelige gebouwen slechts gelden in geluidsgevoelige

ruimten en verblijfsruimten, en

(32)

Bijlage 2

f. de in tabel 2.17g aangegeven waarden niet gelden op gevoelige objecten die zijn gelegen op een gezoneerd industrieterrein.

7. De waarden van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) op de gevel van gevoelige gebouwen in de tabellen 2.17e en 2.17g zijn niet van toepassing op inrichtingen die zijn gelegen in een gebied waarvoor bij of krachtens een gemeentelijke verordening regels zijn gesteld. In een dergelijk gebied bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) niet meer dan de waarden die zijn opgenomen in die gemeentelijke verordening.

8. Voor inrichtingen in een gebied als bedoeld in het zevende lid, bedragen de in de verordening vastgelegde waarden ten hoogste 5 dB(A) meer of minder dan de waarden in tabel 2.17e en voor inrichtingen als bedoeld in het zesde lid, bedragen de in de verordening vastgelegde waarden ten hoogste 5 dB(A) meer of minder dan de waarden in tabel 2.17g.

9. Bij vaststelling van de waarden, bedoeld in het zevende lid, wordt in ieder geval rekening

gehouden met het in het gebied heersende referentieniveau. Indien voor inrichtingen als bedoeld in het zesde lid, waarden worden vastgelegd die hoger zijn dan de waarden in tabel 2.17g, wordt daarmee het in het gebied heersende referentieniveau niet overschreden.

Artikel 2.18

1. Bij het bepalen van de geluidsniveaus, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19, 2.20 dan wel 6.12, blijft buiten beschouwing:

a. het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van de inrichting, tenzij dit terrein kan worden aangemerkt als een binnenterrein;

b. het stemgeluid van bezoekers op het open terrein van een inrichting voor sport- of recreatieactiviteiten;

c. het geluid ten behoeve van het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging of het bijwonen van godsdienstige of levensbeschouwelijke bijeenkomsten en

lijkplechtigheden, alsmede geluid in verband met het houden van deze bijeenkomsten of plechtigheden;

d. het geluid van het traditioneel ten gehore brengen van muziek tijdens het hijsen en strijken van de nationale vlag bij zonsopkomst en zonsondergang op militaire inrichtingen;

e. het ten gehore brengen van muziek vanwege het oefenen door militaire muziekcorpsen in de buitenlucht gedurende de dagperiode met een maximum van twee uren per week op militaire inrichtingen;

f. het ten gehore brengen van onversterkte muziek tenzij en voor zover daarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld;

g. het traditioneel schieten, bedoeld in paragraaf 3.7.2., tenzij en voor zover daarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld;

h. het stemgeluid van kinderen op een onverwarmd of onoverdekt terrein dat onderdeel is van een inrichting voor primair onderwijs, in de periode vanaf een uur voor aanvang van het onderwijs tot een uur na beëindiging van het onderwijs;

i. het stemgeluid van kinderen op een onverwarmd of onoverdekt terrein dat onderdeel is van een instelling voor kinderopvang.

2. Bij het bepalen van de geluidsniveaus, bedoeld in artikel 2.17, 2.20 dan wel 6.12, wordt voor muziekgeluid geen bedrijfsduurcorrectie toegepast.

3. Bij het bepalen van het maximaal geluidsniveau (L

Amax

), bedoeld in artikel 2.17, 2.20 dan wel 6.12, blijft buiten beschouwing het geluid als gevolg van:

a. het komen en gaan van bezoekers bij inrichtingen waar uitsluitend of in hoofdzaak horeca-, sport- en recreatieactiviteiten plaatsvinden;

b. het verrichten in de open lucht van sportactiviteiten of activiteiten die hiermee in nauw verband staan;

c. laad- en losactiviteiten in de periode tussen 19.00 uur en 06.00 uur ten behoeve van de aan-

en afvoer van producten bij inrichtingen als bedoeld in artikel 2.17, vijfde en zesde lid, voor

(33)

Bijlage 2

zover dat ten hoogste een keer in de genoemde periode plaatsvindt;

d. het verrichten van activiteiten in de periode tussen 19.00 uur en 6.00 uur ten behoeve van het wassen van kasdekken bij inrichtingen als bedoeld in artikel 2.17, vijfde en zesde lid.

4. De maximale geluidsniveaus (L

Amax

), bedoeld in artikel 2.17, 2.20 dan wel 6.12, zijn tussen 23.00 en 7.00 uur niet van toepassing ten aanzien van aandrijfgeluid van motorvoertuigen bij laad- en losactiviteiten indien:

a. degene die de inrichting drijft aantoont dat het voor de betreffende inrichting in die periode geldende maximale geluidsniveau (LA

max

), niet te bereiken is door het treffen van maatregelen;

en

b. het niveau van het aandrijfgeluid op een afstand van 7,5 meter van het motorvoertuig niet hoger is van 65dB(A).

5. Bij gemeentelijke verordening kunnen ten behoeve van het voorkomen van geluidhinder regels worden gesteld met betrekking tot:

a. het ten gehore brengen van onversterkte muziek, en b. het traditioneel schieten, bedoeld in paragraaf 3.7.2.

6. Bij het bepalen van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) blijft het geluid veroorzaakt door het stomen van grond met een installatie van derden buiten beschouwing.

7. Degene die een inrichting drijft, waar het stomen van grond plaatsvindt met een installatie van derden, treft maatregelen of voorzieningen die betrekking hebben op:

a. de periode waarin het grondstomen plaatsvindt;

b. de locatie waar de installatie wordt opgesteld, en

c. het aanbrengen van geluidreducerende voorzieningen binnen de inrichting.

8. Het bevoegd gezag kan ten behoeve van het voorkomen van geluidhinder dan wel voor zover dat niet mogelijk is het tot een aanvaardbaar niveau beperken daarvan, bij maatwerkvoorschrift eisen stellen aan de maatregelen of voorzieningen, bedoeld in het zevende lid.

Artikel 2.19 [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

1. Bij gemeentelijke verordening kunnen voorwaarden worden vastgesteld op grond waarvan

krachtens de verordening gebieden worden aangewezen waarin de in de verordening opgenomen geluidsnormen gelden die afwijken van de waarden, bedoeld in artikel 2.17 indien de in dat artikel genoemde waarden gelet op de aard van de gebieden niet passend zijn.

Alvorens een gebied wordt aangewezen worden de gevolgen hiervan voor de in die gebieden gelegen inrichtingen, de bewoners van die gebieden en andere belanghebbenden in kaart gebracht.

2. In een gebied als bedoeld in het eerste lid bedragen de waarden binnen een geluidsgevoelige ruimte of een verblijfsruimte voor zover deze niet zijn gelegen op een gezoneerd industrieterrein, op de volgende tijdstippen niet meer dan de in tabel 2.19 aangegeven waarden:

Tabel 2.19

07.00–19.00 uur 19.00–23.00 uur 23.00–07.00 uur

L

Ar,LT

35 dB(A) 30 dB(A) 25 dB(A)

L

A

max 55 dB(A) 50 dB(A) 45 dB(A)

3. Bij het bepalen van het maximaal geluidsniveau (L

A

max), bedoeld in het tweede lid, blijft buiten

beschouwing het geluid als gevolg van:

(34)

Bijlage 2

a. het komen en gaan van bezoekers bij inrichtingen waar uitsluitend of in hoofdzaak horeca-, sport- en recreatieactiviteiten plaatsvinden;

b. het verrichten in de open lucht van sportactiviteiten of activiteiten die hiermee in nauw verband staan.

4. De in het tweede lid genoemde waarden gelden niet indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen.

5. In een verordening als bedoeld in het eerste lid kan worden bepaald dat het bevoegd gezag ten aanzien van een gebied dat krachtens de verordening is aangewezen overeenkomstig artikel 2.20 maatwerkvoorschriften kan stellen.

Artikel 2.20

1. In afwijking van de waarden, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 dan wel 6.12, kan het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift andere waarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) en het maximaal geluidsniveau L

Amax

vaststellen.

2. Het bevoegd gezag kan slechts hogere waarden vaststellen dan de waarden, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 dan wel 6.12, indien binnen geluidsgevoelige ruimten dan wel verblijfsruimten van gevoelige gebouwen, die zijn gelegen binnen de akoestische invloedssfeer van de inrichting, een etmaalwaarde van maximaal 35 dB(A) wordt gewaarborgd.

3. De in het tweede lid bedoelde etmaalwaarde is niet van toepassing indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen.

4. Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen over de plaats waar de waarden, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 dan wel 6.12, voor een inrichting gelden.

5. Het bevoegd gezag kan bij maatwerkvoorschrift bepalen welke technische voorzieningen in de inrichting worden aangebracht en welke gedragsregels in acht worden genomen teneinde aan geldende geluidsnormen te voldoen.

6. In afwijking van de waarden, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 dan wel 6.12 kan het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift voor bepaalde activiteiten in een inrichting, anders dan festiviteiten als bedoeld in artikel 2.21, andere waarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L

Ar,LT

) en het maximaal geluidsniveau L

Amax

vaststellen. Het bevoegd gezag kan daarbij voorschriften vaststellen met betrekking tot de duur van de activiteiten, het treffen van maatregelen, de tijdstippen waarop de activiteiten plaatsvinden of het vooraf melden per keer dat de activiteit plaatsvindt.

7. Het bevoegd gezag kan bij maatwerkvoorschrift bepalen welke technische voorzieningen worden aangebracht en welke gedragsregels in acht worden genomen ter beperking van het geluid als gevolg van werkzaamheden en activiteiten bij een inrichting als bedoeld in artikel 2.17, vijfde lid.

Artikel 2.21

1. De waarden bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19, 2.20 dan wel 6.12 zijn voor zover de naleving van deze normen redelijkerwijs niet kan worden gevergd, niet van toepassing op dagen of dagdelen in verband met de viering van:

a. festiviteiten die bij of krachtens een gemeentelijke verordening zijn aangewezen, in de gebieden in de gemeente waarvoor de verordening geldt;

b. andere festiviteiten die plaatsvinden in de inrichting, waarbij het aantal bij of krachtens een

gemeentelijke verordening aan te wijzen dagen of dagdelen per gebied of categorie van

inrichtingen kan verschillen en niet meer mag bedragen dan twaalf per kalenderjaar.

(35)

Bijlage 2

2. Bij of krachtens gemeentelijke verordening kunnen voorwaarden worden verbonden aan de festiviteiten ter voorkoming of beperking van geluidhinder.

3. Een festiviteit als bedoeld in het eerste lid die maximaal een etmaal duurt, maar die zowel voor als na 00.00 uur plaatsvindt, wordt beschouwd als plaatshebbende op één dag.

Artikel 2.22

1. Bij het bepalen van het maximaal geluidsniveau L

Amax

, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19, 2.20 dan wel 6.12, blijft buiten beschouwing het geluid als gevolg van het uitrukken van motorvoertuigen ten behoeve van ongevallenbestrijding, brandbestrijding en gladheidbestrijding en het vrijmaken van de weg na een ongeval.

2. Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen met betrekking tot het treffen van

technische en organisatorische maatregelen ten aanzien van het uitrukken van motorvoertuigen bij

ongevallenbestrijding, brandbestrijding en gladheidbestrijding, indien dat bijzonder is aangewezen in

het belang van het milieu.

(36)

21510076

Bronnummer(s) : 1 t/m 3

Bronnaam : metselwerk westgevel

extra regel indien nodig

Uitstraling gebouwen - methode II.7

Aantal geveldelen : 1

Geveloppervlak : m²

Kierterm : nee

Diffusiteitscorrectie Cd : 3

Uitstralende gevel of dak : gevel

Nr. Opp. Omschrijving

1 61,8 m² metselwerk, 400 kg/m2

Luchtgeluidsisolatie van de gevel- of dakdelen, R-waarde per octaafband in dB

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k

Geveldeel nr.

1 35,0 41,0 44,0 49,0 54,0 58,0 58,0

Samengestelde isolatie 35,0 41,0 44,0 49,0 54,0 58,0 58,0

Berekening van de bronsterkte

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k dB(A)

Lp(A-gewogen) : -99,0 58,0 71,0 76,0 79,0 80,0 79,0 75,0 -99,0 85,4

10logS : 17,9 17,9 17,9 17,9 17,9 17,9 17,9

-R : -35,0 -41,0 -44,0 -49,0 -54,0 -58,0 -58,0

-Cd : -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

LW : -99,0 37,9 44,9 46,9 44,9 40,9 35,9 31,9 -99,0 51,3

Uitstralende gevel

Reflectie correctie rekenmodel : 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

LW-rekenmodel : 38,4 45,4 47,4 45,4 41,4 36,4 32,4 51,8

De totale bronsterkte is over de bronlocaties verdeeld 61,8

Bijlage 3.1

(37)

21510076

Bronnummer(s) : 4 en 5

Bronnaam : deuren westgevel

extra regel indien nodig

Uitstraling gebouwen - methode II.7

Aantal geveldelen : 1

Geveloppervlak : m²

Kierterm : 40 dB

Diffusiteitscorrectie Cd : 3

Uitstralende gevel of dak : gevel

Nr. Opp. Omschrijving

1 11,3 m² HR++ glas

Luchtgeluidsisolatie van de gevel- of dakdelen, R-waarde per octaafband in dB

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k

Geveldeel nr.

1 16,0 22,0 20,0 30,0 38,0 37,0 37,0

Samengestelde isolatie 16,0 21,9 20,0 29,6 35,9 35,2 35,2

Berekening van de bronsterkte

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k dB(A)

Lp(A-gewogen) : -99,0 58,0 71,0 76,0 79,0 80,0 79,0 75,0 -99,0 85,4

10logS : 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5

-R : -16,0 -21,9 -20,0 -29,6 -35,9 -35,2 -35,2

-Cd : -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

LW : -99,0 49,5 56,6 63,6 56,9 51,6 51,3 47,3 -99,0 65,6

Uitstralende gevel

Reflectie correctie rekenmodel : 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

LW-rekenmodel : 50,0 57,1 64,1 57,4 52,1 51,8 47,8 66,1

De totale bronsterkte is over de bronlocaties verdeeld

Bijlage 3.2

11,3

(38)

21510076

Bronnummer(s) : 6 en 7

Bronnaam : ramen westgevel

extra regel indien nodig

Uitstraling gebouwen - methode II.7

Aantal geveldelen : 1

Geveloppervlak : m²

Kierterm : 20 dB

Diffusiteitscorrectie Cd : 3

Uitstralende gevel of dak : gevel

Nr. Opp. Omschrijving

1 19,4 m² 4 mm enkelglas

Luchtgeluidsisolatie van de gevel- of dakdelen, R-waarde per octaafband in dB

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k

Geveldeel nr.

1 13,0 19,0 23,0 26,0 30,0 32,0 32,0

Samengestelde isolatie 12,2 16,5 18,2 19,0 19,6 19,7 19,7

Berekening van de bronsterkte

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k dB(A)

Lp(A-gewogen) : -99,0 58,0 71,0 76,0 79,0 80,0 79,0 75,0 -99,0 85,4

10logS : 12,9 12,9 12,9 12,9 12,9 12,9 12,9

-R : -12,2 -16,5 -18,2 -19,0 -19,6 -19,7 -19,7

-Cd : -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

LW : -99,0 55,7 64,4 67,6 69,9 70,3 69,1 65,1 -99,0 76,1

Uitstralende gevel

Reflectie correctie rekenmodel : 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

LW-rekenmodel : 56,2 64,9 68,1 70,4 70,8 69,6 65,6 76,6

De totale bronsterkte is over de bronlocaties verdeeld

Bijlage 3.3

19,4

(39)

21510076

Bronnummer(s) : 8 en 9

Bronnaam : metselwerk noordgevel

extra regel indien nodig

Uitstraling gebouwen - methode II.7

Aantal geveldelen : 1

Geveloppervlak : m²

Kierterm : nee

Diffusiteitscorrectie Cd : 3

Uitstralende gevel of dak : gevel

Nr. Opp. Omschrijving

1 22,7 m² metselwerk, 400 kg/m2

Luchtgeluidsisolatie van de gevel- of dakdelen, R-waarde per octaafband in dB

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k

Geveldeel nr.

1 35,0 41,0 44,0 49,0 54,0 58,0 58,0

Samengestelde isolatie 35,0 41,0 44,0 49,0 54,0 58,0 58,0

Berekening van de bronsterkte

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k dB(A)

Lp(A-gewogen) : -99,0 58,0 71,0 76,0 79,0 80,0 79,0 75,0 -99,0 85,4

10logS : 13,6 13,6 13,6 13,6 13,6 13,6 13,6

-R : -35,0 -41,0 -44,0 -49,0 -54,0 -58,0 -58,0

-Cd : -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

LW : -99,0 33,6 40,6 42,6 40,6 36,6 31,6 27,6 -99,0 47,0

Uitstralende gevel

Reflectie correctie rekenmodel : 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

LW-rekenmodel : 34,1 41,1 43,1 41,1 37,1 32,1 28,1 47,5

De totale bronsterkte is over de bronlocaties verdeeld

Bijlage 3.4

22,7

(40)

21510076

Bronnummer(s) : 10

Bronnaam : deuren noordgevel

extra regel indien nodig

Uitstraling gebouwen - methode II.7

Aantal geveldelen : 1

Geveloppervlak : m²

Kierterm : 40 dB

Diffusiteitscorrectie Cd : 3

Uitstralende gevel of dak : gevel

Nr. Opp. Omschrijving

1 3,8 m² HR++ glas

Luchtgeluidsisolatie van de gevel- of dakdelen, R-waarde per octaafband in dB

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k

Geveldeel nr.

1 16,0 22,0 20,0 30,0 38,0 37,0 37,0

Samengestelde isolatie 16,0 21,9 20,0 29,6 35,9 35,2 35,2

Berekening van de bronsterkte

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k dB(A)

Lp(A-gewogen) : -99,0 58,0 71,0 76,0 79,0 80,0 79,0 75,0 -99,0 85,4

10logS : 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8

-R : -16,0 -21,9 -20,0 -29,6 -35,9 -35,2 -35,2

-Cd : -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

LW : -99,0 44,8 51,8 58,8 52,2 46,9 46,5 42,5 -99,0 60,9

Uitstralende gevel

Reflectie correctie rekenmodel : 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

LW-rekenmodel : 45,3 52,3 59,3 52,7 47,4 47,0 43,0 61,4

Bijlage 3.5

3,8

(41)

21510076

Bronnummer(s) : 11

Bronnaam : ramen noordgevel

extra regel indien nodig

Uitstraling gebouwen - methode II.7

Aantal geveldelen : 1

Geveloppervlak : m²

Kierterm : 40 dB

Diffusiteitscorrectie Cd : 3

Uitstralende gevel of dak : gevel

Nr. Opp. Omschrijving

1 3,8 m² HR++ glas

Luchtgeluidsisolatie van de gevel- of dakdelen, R-waarde per octaafband in dB

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k

Geveldeel nr.

1 16,0 22,0 20,0 30,0 38,0 37,0 37,0

Samengestelde isolatie 16,0 21,9 20,0 29,6 35,9 35,2 35,2

Berekening van de bronsterkte

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k dB(A)

Lp(A-gewogen) : -99,0 58,0 71,0 76,0 79,0 80,0 79,0 75,0 -99,0 85,4

10logS : 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8

-R : -16,0 -21,9 -20,0 -29,6 -35,9 -35,2 -35,2

-Cd : -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

LW : -99,0 44,8 51,8 58,8 52,2 46,9 46,5 42,5 -99,0 60,9

Uitstralende gevel

Reflectie correctie rekenmodel : 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

LW-rekenmodel : 45,3 52,3 59,3 52,7 47,4 47,0 43,0 61,4

Bijlage 3.6

3,8

(42)

21510076

Bronnummer(s) : 12 en 13

Bronnaam : metselwerk oostgevel

extra regel indien nodig

Uitstraling gebouwen - methode II.7

Aantal geveldelen : 1

Geveloppervlak : m²

Kierterm : nee

Diffusiteitscorrectie Cd : 3

Uitstralende gevel of dak : gevel

Nr. Opp. Omschrijving

1 14,9 m² metselwerk, 400 kg/m2

Luchtgeluidsisolatie van de gevel- of dakdelen, R-waarde per octaafband in dB

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k

Geveldeel nr.

1 35,0 41,0 44,0 49,0 54,0 58,0 58,0

Samengestelde isolatie 35,0 41,0 44,0 49,0 54,0 58,0 58,0

Berekening van de bronsterkte

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k dB(A)

Lp(A-gewogen) : -99,0 58,0 71,0 76,0 79,0 80,0 79,0 75,0 -99,0 85,4

10logS : 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7

-R : -35,0 -41,0 -44,0 -49,0 -54,0 -58,0 -58,0

-Cd : -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

LW : -99,0 31,7 38,7 40,7 38,7 34,7 29,7 25,7 -99,0 45,1

Uitstralende gevel

Reflectie correctie rekenmodel : 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

LW-rekenmodel : 32,2 39,2 41,2 39,2 35,2 30,2 26,2 45,6

De totale bronsterkte is over de bronlocaties verdeeld

Bijlage 3.7

14,9

(43)

21510076

Bronnummer(s) : 14

Bronnaam : ramen oostgevel

extra regel indien nodig

Uitstraling gebouwen - methode II.7

Aantal geveldelen : 1

Geveloppervlak : m²

Kierterm : 20 dB

Diffusiteitscorrectie Cd : 3

Uitstralende gevel of dak : gevel

Nr. Opp. Omschrijving

1 4,1 m² 4 mm enkelglas

Luchtgeluidsisolatie van de gevel- of dakdelen, R-waarde per octaafband in dB

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k

Geveldeel nr.

1 13,0 19,0 23,0 26,0 30,0 32,0 32,0

Samengestelde isolatie 12,2 16,5 18,2 19,0 19,6 19,7 19,7

Berekening van de bronsterkte

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k dB(A)

Lp(A-gewogen) : -99,0 58,0 71,0 76,0 79,0 80,0 79,0 75,0 -99,0 85,4

10logS : 6,1 6,1 6,1 6,1 6,1 6,1 6,1

-R : -12,2 -16,5 -18,2 -19,0 -19,6 -19,7 -19,7

-Cd : -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

LW : -99,0 48,9 57,7 60,9 63,1 63,6 62,4 58,4 -99,0 69,4

Uitstralende gevel

Reflectie correctie rekenmodel : 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

LW-rekenmodel : 49,4 58,2 61,4 63,6 64,1 62,9 58,9 69,9

Bijlage 3.8

4,1

(44)

21510076

Bronnummer(s) : 15

Bronnaam : metselwerk oostgevel techniek

extra regel indien nodig

Uitstraling gebouwen - methode II.7

Aantal geveldelen : 1

Geveloppervlak : m²

Kierterm : nee

Diffusiteitscorrectie Cd : 3

Uitstralende gevel of dak : gevel

Nr. Opp. Omschrijving

1 9,1 m² metselwerk, 400 kg/m2

Luchtgeluidsisolatie van de gevel- of dakdelen, R-waarde per octaafband in dB

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k

Geveldeel nr.

1 35,0 41,0 44,0 49,0 54,0 58,0 58,0

Samengestelde isolatie 35,0 41,0 44,0 49,0 54,0 58,0 58,0

Berekening van de bronsterkte

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k dB(A)

Lp(A-gewogen) : -99,0 58,0 71,0 76,0 79,0 80,0 79,0 75,0 -99,0 85,4

10logS : 9,6 9,6 9,6 9,6 9,6 9,6 9,6

-R : -35,0 -41,0 -44,0 -49,0 -54,0 -58,0 -58,0

-Cd : -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

LW : -99,0 29,6 36,6 38,6 36,6 32,6 27,6 23,6 -99,0 43,0

Uitstralende gevel

Reflectie correctie rekenmodel : 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

LW-rekenmodel : 30,1 37,1 39,1 37,1 33,1 28,1 24,1 43,5

Bijlage 3.9

9,1

(45)

21510076

Bronnummer(s) : 16

Bronnaam : ramen oostgevel techniek

extra regel indien nodig

Uitstraling gebouwen - methode II.7

Aantal geveldelen : 1

Geveloppervlak : m²

Kierterm : 20 dB

Diffusiteitscorrectie Cd : 3

Uitstralende gevel of dak : gevel

Nr. Opp. Omschrijving

1 2,1 m² 4 mm enkelglas

Luchtgeluidsisolatie van de gevel- of dakdelen, R-waarde per octaafband in dB

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k

Geveldeel nr.

1 13,0 19,0 23,0 26,0 30,0 32,0 32,0

Samengestelde isolatie 12,2 16,5 18,2 19,0 19,6 19,7 19,7

Berekening van de bronsterkte

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k dB(A)

Lp(A-gewogen) : -99,0 58,0 71,0 76,0 79,0 80,0 79,0 75,0 -99,0 85,4

10logS : 3,3 3,3 3,3 3,3 3,3 3,3 3,3

-R : -12,2 -16,5 -18,2 -19,0 -19,6 -19,7 -19,7

-Cd : -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

LW : -99,0 46,1 54,8 58,0 60,2 60,7 59,5 55,5 -99,0 66,5

Uitstralende gevel

Reflectie correctie rekenmodel : 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

LW-rekenmodel : 46,6 55,3 58,5 60,7 61,2 60,0 56,0 67,0

Bijlage 3.10

2,1

(46)

21510076

Bronnummer(s) : 17 t/m 19

Bronnaam : schuindak westgevel

extra regel indien nodig

Uitstraling gebouwen - methode II.7

Aantal dakdelen : 1

Dakoppervlak : m²

Kierterm : nee

Diffusiteitscorrectie Cd : 3

Uitstralende gevel of dak : dak

Nr. Opp. Omschrijving

1 45,7 m² pannendak (ca. 10 kg/m²), ongeisoleerd

Luchtgeluidsisolatie van de gevel- of dakdelen, R-waarde per octaafband in dB

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k

Dakdeel nr.

1 14,0 20,0 20,0 26,0 33,0 40,0 40,0

Samengestelde isolatie 14,0 20,0 20,0 26,0 33,0 40,0 40,0

Berekening van de bronsterkte

Octaafbandmiddenfrequentie [Hz]

63 125 250 500 1k 2k 4k dB(A)

Lp(A-gewogen) : -99,0 58,0 71,0 76,0 79,0 80,0 79,0 75,0 -99,0 85,4

10logS : 16,6 16,6 16,6 16,6 16,6 16,6 16,6

-R : -14,0 -20,0 -20,0 -26,0 -33,0 -40,0 -40,0

-Cd : -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

LW : -99,0 57,6 64,6 69,6 66,6 60,6 52,6 48,6 -99,0 72,7

Uitstralend dak

Reflectie correctie rekenmodel : 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

LW-rekenmodel : 57,6 64,6 69,6 66,6 60,6 52,6 48,6 72,7

De totale bronsterkte is over de bronlocaties verdeeld

Bijlage 3.11

45,7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf, of voor het publiek openstaande gebouwen en/of de daarbij behorende erven in

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor

Wordt het gebruik gerelateerd aan het oppervlak van een gebouw dan wordt duidelijk dat er kleine gebouwen zijn die in het gebruik meer energie nodig hebben per m2 dan grote

Daar waar in een straat of gebied de nadruk ligt op detailhandel en/of horeca, is voor (functieverandering naar) wonen op de begane grond in principe geen ruimte, daar waar

Uit het onderzoek is gebleken dat de feitelijke geluidsbelasting op de woningen in de Buitenhof hoger is dan met de huidige rekenregels wordt berekend.. De huidige rekenregels

In het daarbij opgenomen MER is beschreven welke (extra) maatregelen zijn genomen om te borgen dat de realisatie van Meerstad-Midden West geen negatieve

Onverminderd artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening kan een bestemmingsplan alleen voorzien in de bouw van nieuwe woningen, voor zover deze

ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water – vrijhaven' uitsluitend authentieke varende schepen voor verblijf zijn toegestaan; waar deze aanduiding samenvalt met