• No results found

Evaluatie regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Evaluatie regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers"

Copied!
72
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TNS Nipo

Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444

e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com

Rapport

Evaluatie regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers

Tim de Beer Amber Jägers Ageeth Ettema Simone Roos

G4509 |December 2012

(2)

Disclaimer

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het onderzoek berust bij de auteurs. De inhoud vormt niet per definitie een weergave van het standpunt van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

(3)

Inhoud

Samenvatting 1

Inleiding 11

1 Gebruik regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers 15

1.1 Overwegingen 15

1.2 Feitelijk gebruik regeling 18

1.3 Bekendheid regeling 21

1.4 Maximale gebruik per zittingsperiode 21

1.5 Geen gebruik van de regeling ondanks mogelijkheid hiertoe Error! Bookmark not defined.

2 Introductie regeling & informatievoorziening 26

2.1 Introductie regeling 26

2.2 Wijze van introductie regeling 27

2.3 Huidige informatievoorziening 30

3 Selectie kandidaat & overdracht 31

3.1 Termijn aanvraag regeling 31

3.2 Afgeweken kandidatenlijst bij selectie vervanger/problemen beschikbaarheid 32

3.3 Problemen bij beschikbaarheid kandidaten 32

3.4 Bedenktijd aannemen tijdelijke functie 34

3.5 Redenen om als vervanger aan te treden 34

3.6 Afspraken inwerk-/ overdrachtperiode gebruiker 36

4 Tevredenheid uitvoer regeling 40

4.1 Waarborging kwaliteit ambt 40

4.2 Tevredenheid praktische uitvoering regeling 44

4.3 Klachten over regeling 47

5 Algemene reflectie op regeling 51

5.1 Was er behoefte aan regeling? 51

5.2 Hoe goed of slecht wordt er over het algemeen gebruik gemaakt van de regeling? 53

5.3 Toegevoegde waarde ten opzichte van ‘oude’ oplossing 56

5.4 Barrière vrouwen verdwenen met regeling 56

5.5 Uniformiteit regeling 57

5.6 Voorziet de regeling in plotselinge uitval? 59

5.7 Toepasbaarheid regeling meerdere doeleinden 60

5.8 Wat veranderen aan de regeling? 61

Bijlagen 1

Onderzoeksverantwoording 2

(4)

Samenvatting

Gebruik van de regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers

Het besluit om al dan niet vervanging te regelen tijdens ziekte of zwangerschap is afhankelijk van verschillende situaties en overwegingen van de diverse betrokkenen. Het initiatief om vervanging te regelen komt de ene keer van de fractie, de andere keer neemt de zieke of zwangere

volksvertegenwoordiger (soms op aandringen van familie) zélf het initiatief of wijst de griffier op de mogelijkheid om vervanging te regelen.

Overwegingen

De belangrijkste overwegingen die meespelen bij het besluit om vervanging te regelen, zijn:

• De ernst van de ziekte

Sommige volksvertegenwoordigers zijn zo ziek zijn dat werken geen optie is. Als ze acuut en/of gedurende langere tijd uitgeschakeld zijn, is vervanging voor alle betrokkenen een logische stap.

• Rust en ruimte krijgen om te herstellen

De regeling geeft zieke en zwangere volksvertegenwoordigers de rust en de ruimte om helemaal te herstellen. Misschien zouden ze anders eerder aan het werk gegaan zijn of langer doorgewerkt hebben. Dit geldt nog sterker bij minder acute of psychische klachten (zoals een burn out).

• Het garanderen van de continuïteit van de werkzaamheden

De regeling maakt het mogelijk dat het benodigde werk gedaan kan blijven worden. Voor zowel de volksvertegenwoordiger als de fractie is dit een belangrijke reden om er gebruik van te maken. De volksvertegenwoordiger hoeft niet op halve kracht te werken, maar er is ruimte om een vervanger in te schakelen die zich volledig kan inzetten.

• Het handhaven van de stemverhoudingen

Een andere overweging die meespeelt om vervanging te regelen is dat men het belangrijk vindt dat de stem tijdens de periode dat de volksvertegenwoordiger uitgeschakeld is, behouden blijft. Dit is des te belangrijker bij een eenmansfractie. Sommigen vinden het zelfs een plicht om je te laten vervangen als je niet aanwezig kunt zijn vanwege ziekte of zwangerschap.

De regeling werkt drempelverlagend voor zowel zieke en zwangere volksvertegenwoordigers als de fractie om vervanging te regelen.

• Terugkeergarantie

De garantie dat men gewoon terug kan komen maakt de beslissing om vervanging te regelen gemakkelijker voor de zieke of zwangere volksvertegenwoordiger. De terugkeergarantie maakt het ook voor een fractie eenvoudiger om iemand te overtuigen dat het beter is zich (even) terug te trekken.

• Vergoeding

Het biedt (inkomens)zekerheid dat de vergoeding voor de volksvertegenwoordiger doorgaat tijdens de vervanging. De keerzijde is volgens een enkele criticus – deze klacht wordt vooral binnen kleine gemeenten gehoord - dat het doorlopen van de vergoeding iets te veel van het

(5)

goede is. Daar staat tegenover dat dit aspect van de regeling ook drempelverlagend werkt om zich verkiesbaar te stellen als volksvertegenwoordiger. Sommigen vinden dan ook dat de vergoeding voor de zieke of zwangere volksvertegenwoordiger wel wat lager zou kunnen zijn.

• Steun in de rug bij onwelwillende fractie

De regeling is een steun in de rug voor zieke en zwangere volksvertegenwoordigers die te maken hebben met een fractie die onwelwillend staat tegenover verlof voor ‘dit soort zaken’.

Men kan zich dan beroepen op zijn of haar formele recht.

• Drempelverlagende werking voor jonge vrouwen

Ten slotte neemt de regeling voor (jonge) vrouwen met een kinderwens ook een drempel weg om de functie van volksvertegenwoordiger op zich te nemen.

Feitelijk gebruik regeling

In totaal geeft bijna de helft (46%, n=120) van de ondervraagde griffiers aan dat er in de afgelopen zes jaar gebruik is gemaakt van de regeling vervanging volksvertegenwoordigers in verband met ziekte en/ of zwangerschap. De regeling is een stuk vaker ingezet voor ziekte (37% van de griffiers rapporteert dit) dan voor zwangerschap (23% van de griffiers rapporteert dit). In de meerderheid van de gevallen ging het om vervanging.

Met behulp van de sneeuwbalmethode zijn via de griffiers volksvertegenwoordigers die zelf gebruik hebben gemaakt van de vervangingsregeling, dan wel als vervanger zijn aangetreden tijdens het verlof van een mede-raadslid geworven. Deze methode garandeert de representativiteit van volksvertegenwoordigers geenszins, de verhouding vervanging wegens ziekte versus vervanging wegens zwangerschap zegt in deze gevallen dus weinig. Maar de bevindingen geven wel een breed inzicht in diverse ervaringen met de vervangingsregeling.

Zo zijn er meer vervangers ondervraagd die in verband met ziekte (65%) dan in verband met zwangerschap (42%) gebruik hebben gemaakt van de regeling.

De ondervraagde volksvertegenwoordigers die zich hebben laten vervangen, geven ongeveer even vaak aan dat dit in geval van zwangerschap was als in geval van ziekte. Nog eens 6% van de volksvertegenwoordigers geeft aan dat er zich – afgezien van de ene vervanging – nogmaals een situatie heeft voorgedaan waarin men gebruik had kunnen maken van de regeling (maar dit niet heeft gedaan).

Bekendheid regeling

Uit het kwalitatieve onderzoek blijkt dat veel betrokkenen (vervangen volksvertegenwoordigers, fractiegenoten, fractievoorzitters en vervangers) de regeling al kenden voordat deze op hun pad kwam, maar nog niet iedereen wist van het bestaan ervan. De griffier speelt dan vaak een belangrijke rol door te wijzen op het bestaan van de regeling.

De overgrote meerderheid van de griffiers (84%) is (spontaan) bekend met de regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers. Opvallend: niet alle griffiers – namelijk 93% - die rapporteren dat er in de afgelopen zes jaar gebruik is gemaakt van de regeling geven in eerste instantie aan bekend te zijn met de regeling. Geholpen zijn overigens alle griffiers bekend met de regeling.

Hoewel alle ondervraagde fractieleden een vervanging volgens de regeling hebben meegemaakt, is niet iedereen – namelijk 83% - bekend met de regeling. Twee derde (66%) weet waar men nu informatie over de regeling kan vinden.

(6)

Een derde (33%) van de vervangen volksvertegenwoordigers geeft aan (nog steeds) niet te weten waar men informatie over de regeling kan vinden. Het blijkt wel dat zij in bijna driekwart van de gevallen (72%) naar de griffie zijn gestapt om aan te geven gebruik te willen maken van de regeling.

Maximale gebruik per zittingsperiode

Slechts twee griffiers rapporteren dat een volksvertegenwoordiger binnen één zittingsperiode een vierde maal van de regeling gebruik wilde maken. Dit is dus bijna nooit voorgekomen.

In het kwalitatieve onderzoek geeft men aan het heel goed te vinden dat er een maximum zit aan het aantal keer dat de vervanging kan worden verlengd. Op een gegeven moment moet er duidelijkheid zijn en moet iemand óf terugkomen óf ontslag nemen.

Geen gebruik van de regeling ondanks de mogelijkheid hiertoe De helft (49%) van de griffiers geeft aan dat het nooit is voorgekomen dat een

volksvertegenwoordiger zich had kunnen laten vervangen, maar dit niet heeft gedaan. De andere helft (51%) stelt dat dit wel is gebeurd (eens of enkele malen).

De redenen waarom van vervanging werd afgezien (in volgorde van vaak naar minder vaak genoemd):

- Het betrof slechts een korte periode van vervanging (korter dan 16 weken), - Fracties kozen er bewust voor geen vervanger aan te stellen,

- Het was niet duidelijk hoe lang de afwezigheid van de volksvertegenwoordiger zou duren, - De volksvertegenwoordiger wilde zich niet laten vervangen,

- De partij zag de eerstvolgende op de lijst niet als de gewenste vervanger, - Er was geen vervanger beschikbaar.

In het kwalitatieve onderzoek werden de volgend (deels overlappende) redenen genoemd om (langer) door te werken (of eerder weer te beginnen):

- Men vindt de vervangingsperiode te lang, - Men kan het werk niet loslaten,

- Het werk geeft afleiding,

- Men denkt moeilijk gemist te kunnen worden,

- Men vindt dat belangrijke zaken nooit helemaal goed over te dragen zijn, - Er wordt druk uitgeoefend vanuit de fractie om te blijven werken.

Introductie regeling en informatievoorziening

Introductie regeling

Niet alle griffiers hebben een actieve rol gespeeld bij de introductie van de regeling. Bijna de helft (48%) van de griffiers geeft aan dat wel te hebben gedaan (voornamelijk per mail/nieuwsbrief of memo of in voorkomende gevallen gewezen op de mogelijkheid), een iets kleinere groep (43%) zegt van niet. Griffiers die dit niet hebben gedaan, verklaren veelal dat er geen directe aanleiding was om de regeling onder de aandacht te brengen, dat de regeling gewoon ‘als ingekomen stuk’ werd

behandeld, dat de media al genoeg aandacht aan de regeling hadden besteed, of dat ‘de wetenschap dat de regeling bestaat’ voldoende werd geacht.

(7)

Van de ondervraagde volksvertegenwoordigers – vervangen volksvertegenwoordigers, vervangers en fractiegenoten - geeft ruim een kwart (28%) aan dat de regeling bij hen is geïntroduceerd door de gemeenteraad waarbij zij werkzaam zijn/ waren. Een vijfde (20%) geeft aan dat de regeling helemaal niet bij hen geïntroduceerd is. Ook genoemd worden VNG (9%) en Provinciale Staten (2%). Nog eens 7% weet het niet. Het IPO wordt helemaal niet genoemd.

Wijze van introductie regeling en huidige informatievoorziening

Griffiers zien met name een rol voor zichzelf weggelegd als informatieverschaffer en adviseur met betrekking tot de regeling wanneer zich concreet een situatie voordoet waarin een

volksvertegenwoordiger gebruik zou kunnen maken van de regeling.

Wat het spontaan beschikbaar stellen van informatie over de regeling betreft, nemen griffiers veelal een afwachtende houding aan. Twee derde (64%) zegt dat volksvertegenwoordigers deze informatie persoonlijk bij hen kunnen navragen.

Intranet en een (nieuwsbrief) eindigen met 11% en 10% op een tweede en derde plaats. Een op de zeven griffiers (14%) zegt geen informatie beschikbaar te stellen.

Dit blijkt ook uit het kwalitatieve onderzoek: de griffier speelt vaak een belangrijke rol op het moment dat een volksvertegenwoordiger ziek of zwanger is. Dan wijst hij of zij op de mogelijkheid om van de regeling gebruik te maken en geeft informatie over de procedure.

Selectie kandidaat en overdracht

Termijn aanvraag regeling

De meerderheid van de vervangen volksvertegenwoordigers heeft ruim van tevoren aangegeven gebruik te willen maken van de regeling.

Afgeweken van kandidatenlijst bij selectie vervanger/problemen beschikbaarheid De overgrote meerderheid van de griffiers die met de regeling te maken hebben gehad (89%) heeft geen onregelmatigheden waargenomen met betrekking tot het handhaven van de volgorde van de kandidatenlijst bij het aanstellen van een vervanger. Een klein deel van de griffiers die ervaring hebben met de regeling (6% van alle ondervraagde griffiers) stelt dat er wel eens is afgeweken van de volgorde van de kandidatenlijst bij het aanstellen van een vervanger.

Problemen bij beschikbaarheid kandidaten

Verreweg de meeste ondervraagde fractieleden (89%) melden geen problemen omtrent de beschikbaarheid van vervangers, vier leden (11%) melden dat dit wel een keer is voorgekomen.

Ook in het kwalitatieve onderzoek geeft men aan dat het regelen van een vervanger meestal geen probleem was en dat het vragen van de eerstvolgende op de kieslijst een vanzelfsprekendheid was.

Het komt voor dat de eerstvolgende niet kan of wil. Dan moet volgens regelgeving de volgende kandidaat op de lijst worden benaderd. In een enkel geval gaat het regelen van een vervanger wat minder soepel. Maar men zegt er dan wel meteen bij dat men vindt dat de oorzaak van het probleem bij de partij zelf ligt, bij een lijst die niet optimaal is samengesteld.

Als het gaat om de plicht om de volgorde van de kieslijst aan te houden, vinden betrokkenen in het kwalitatieve onderzoek over het algemeen dat die gehandhaafd moet worden. Het is duidelijk, democratisch en voorkomt willekeur.

(8)

Bedenktijd aannemen tijdelijke functie

Ruim driekwart van de vervangers (77%) onderschrijft dat men de wettelijk vastgelegde tien dagen bedenktijd heeft gekregen om de functie aan te nemen of af te wijzen. Degenen die sneller moesten beslissen, geven vooral aan dat de urgentie groot en de tijd gering was.

Redenen om als vervanger aan te treden

De redenen waarom de vervangers gebruik hebben gemaakt van de regeling lopen uiteen. Vaakst genoemd is de kans ‘om ervaring op te doen als volksvertegenwoordiger’ (45%), gevolgd door de mogelijkheid ‘om ervaring op te doen in verschillende functies of met verschillende onderwerpen’

(19%) en de mogelijkheid ‘om te ervaren of werken binnen een vertegenwoordigd orgaan dat bij mij past’ (19%).

Hetzelfde beeld komt naar voren in het kwalitatieve onderzoek. Vervangers vinden het meestal logisch dat zij gevraagd worden. Ze zijn de eerstvolgende op de kieslijst en vinden het hun plicht om de vervanging op zich te nemen. Hoewel het af en toe wel zwaar wordt gevonden de vervanging op zich te nemen, vinden vervangers het vaak prettig om op deze manier ervaring op te doen en te laten zien wat ze kunnen.

Afspraken inwerk- en overdrachtperiode gebruiker

De meeste griffiers die ervaring met de regeling hebben, melden dat er geen afspraken zijn gemaakt over de overdracht bij vervanging. Slechts 16% zegt dat dit wel is gebeurd – het betreft voornamelijk

‘procesmatige’ zaken, waarbij de vervanger doorgaans dezelfde introductie krijgt als ieder nieuw raadslid. Ruim een derde (37%) zegt dat er geen protocol bestaat, eveneens een derde (32%) meent dat de te vervangen volksvertegenwoordiger en vervanger dat informeel afstemmen, en 15% ontkent dat er afspraken worden gemaakt.

Twee op de drie vervangen volksvertegenwoordigers (64%) geven aan afspraken te hebben gemaakt met hun vervanger over de inwerkperiode/ overdracht, voornamelijk om inhoudelijke zaken (dossiers, portefeuilles) te bespreken. Ruim een kwart (28%) heeft dat niet gedaan.

Slechts een derde van de vervangers (32%) beaamt (en 39% ontkent) dat de vervangen

volksvertegenwoordiger afspraken heeft gemaakt met hen aangaande de inwerkperiode/ overdracht.

Dit valt echter moeilijk te rijmen met het veel ruimere aandeel volksvertegenwoordigers dat aangeeft afspraken te hebben gemaakt met hun vervanger over de inwerkperiode/ overdracht (64%).

Toch geeft bijna de helft van de vervangers (45%) aan dat men voldoende kennis van lopende zaken had om de kwaliteit van het werk tijdens de afwezigheid van de volksvertegenwoordiger te

waarborgen, de rest stelt dat dit van de situatie afhankelijk was. Laatstgenoemde groep draagt als mogelijke verbetering aan dat volksvertegenwoordigers tijdens de eerste weken van het verlof begeleid zouden moeten worden, dat complexe zaken wellicht beter aan ‘vaste’ raadsleden kunnen worden overgedragen en dat de inwerkperiode langer zou moeten zijn.

Uit het kwalitatieve onderzoek komt het beeld naar voren dat vervangers vaak al ingewerkt en behoorlijk ervaren zijn. Ze zijn al zeer betrokken bij de fractie; wonen meestal de

fractievergaderingen bij en overleggen bij en/of zijn lid van de steunfractie, burgerraadslid, duo- raadslid of al eerder raadslid of Statenlid geweest. Bij vragen zijn de fractie en/of de zieke of

zwangere volksvertegenwoordiger vaak wel beschikbaar. Omdat de vervangers zo ervaren zijn, vinden de betrokkenen het niet nodig om formele afspraken te maken over inwerken of overdracht.

(9)

Tevredenheid uitvoer regeling

Waarborging kwaliteit ambt

Uit het kwalitatieve onderzoek blijkt dat vervangers veelal hun eigen stijl hebben en het anders doen dan de vervangen volksvertegenwoordiger. Maar dat hoort erbij, vindt men. Over het algemeen vinden alle betrokkenen dat de vervanger de functie goed heeft vervuld.

Verder vindt men dat de regeling ervoor zorgt dat de stem van een zieke of zwangere

volksvertegenwoordiger behouden blijft. Dit is een groot voordeel voor de democratie omdat de wil van de kiezer op deze manier weerspiegeld blijft in de stemverhoudingen. Daarnaast maakt de regeling het (door het doorlopen van de vergoeding en de garantie dat men na de zwangerschap of ziekte terug kan komen) mogelijk dat de zieke of zwangere volksvertegenwoordiger echt afstand kan nemen. Op deze manier komt er ruimte voor een goede waarnemer en wordt het werk niet half gedaan of de rest van de fractie er mee belast. Het feit dat duidelijk is wie de vervanger moet worden (de eerstvolgende op de kieslijst) wordt gezien als positieve consequentie van het democratisch proces. Het voorkomt immers willekeur en vriendjespolitiek. Bovendien is degene die als eerstvolgende op de kieslijst staat vaak al helemaal ingewerkt en op de hoogte, zodat de volksvertegenwoordiger, de fractie en de kiezer kunnen vertrouwen op continuïteit en kwaliteit.

Volgens 43% van de ondervraagde griffiers in het kwantitatieve onderzoek is het bij vervanging gelukt om geen afbreuk te doen aan de kwaliteit en gezag van het ambt. Een kleine groep (4%) vindt dat dit niet is gelukt, 53% weet het niet. Kijken we alleen naar de griffiers die gebruik van de regeling rapporteren (n=120), dan valt de verhouding veel sterker uit in het voordeel van de griffiers die tevreden zijn over het bewaken van de kwaliteit en gezag van het ambt (87% is tevreden, 3% niet, 10% weet het niet).

Ook de vervangen volksvertegenwoordigers zijn overwegend positief. Twee derde (64%) bevestigt dat er bij de vervanging geen afbreuk aan de kwaliteit en gezag van het ambt is gedaan, ruim een kwart (28%) stelt dat dit ´redelijk´ is gelukt. 8% houdt zich op de vlakte (‘weet niet´).

Fractiegenoten zijn eveneens in overgrote meerderheid tevreden over de mogelijkheden om de kwaliteit van het ambt te waarborgen (91%). Drie ondervraagden (9%) zijn matig tevreden.

De vervangers zelf zijn kritischer met betrekking tot hun kennis over lopende zaken om de kwaliteit van het ambt te waarborgen. Minder dan de helft van de vervangers (45%) geeft aan dat zij

voldoende kennis hadden om het werk van het oorspronkelijk raadslid te waarborgen. Iets meer dan de helft (52%) geeft aan dat zij voor sommige zaken wel en voor andere zaken niet voldoende kennis hadden om het werk goed te kunnen waarborgen. Maar geen enkele vervanger vindt dat hij of zij niet in staat is geweest het werk kundig voort te zetten.

(10)

Tevredenheid over praktische uitvoer regeling

De vervangen volksvertegenwoordigers zijn al met al zeer tevreden over de regeling. Iedereen (100%!) is zeer tevreden dan wel tevreden over de uitvoering van de regeling in het algemeen.

Eveneens grote tevredenheid over de communicatie met de betrokken partijen over de vervanging (89% tevreden), de overdracht aan de vervanger (83% tevreden), de wijze waarop het werk tijdens de afwezigheid is voortgezet (83% tevreden), het contact met de vervanger tijdens de afwezigheid (75% tevreden) en het contact met de fractie tijdens de afwezigheid (75% tevreden). Over geen enkel aspect bestaat (lichte) ontevredenheid – zelfs niet in lichte mate.

Ook de vervangers zijn al met al behoorlijk tevreden over de uitvoer van de regeling. Acht op de tien (78%) zijn zeer tevreden dan wel tevreden, een tweetal vervangers (6%) is echter enigszins

ontevreden. Ook de fractiegenoten zijn behoorlijk tevreden. Een kwart (26%) van de fractiegenoten geeft aan zeer tevreden te zijn over de praktische uitvoer van de regeling. Daarnaast is ruim de helft (54%) tevreden.

Het regelen van de formaliteiten wordt voornamelijk gezien als de taak van de griffier. De griffier speelt hierbij een belangrijke ontlastende rol die door alle betrokkenen zeer gewaardeerd wordt, zo blijkt uit het kwalitatieve onderzoek. Over het algemeen hebben griffiers wel wat werk aan het uitvoeren van de formaliteiten, maar vinden ze het goed te doen en ook gewoon bij hun taak horen.

Klachten over de regeling

Een kleine groep griffiers (7% van de griffiers die ervaring met de regeling melden) rapporteert dat er klachten zijn geweest met betrekking tot de regeling. Het betreft verschillende soorten klachten, waarbij het woord ´omslachtig´ echter vaak valt. De kritiek behelst vooral de procedure van het opnieuw beëdigen van een raadslid en het opnieuw aanvragen van een arts-verklaring (die niet altijd gegeven wordt - omdat dit niet bij elk ziektebeeld valt in te schatten).

Daarnaast noemen enkele griffiers de klacht dat de fractie niet de gewenste opvolger kon aanwijzen, omdat men zich aan de volgorde van de kieslijst moest houden (en dat bij nader inzien niet wilde doen). Ook valt de klacht dat de termijn waarvoor een raadslid zich kan laten vervangen niet flexibel genoeg is.

Ook bij het kwalitatieve onderzoek werden de termijnen vooral bij ziekte te inflexibel gevonden. Soms is die te kort en moet je verlengen, maar soms ook te lang en dan mag je niet eerder terugkomen.

Verder is het soms onhandig dat het einde van een termijn net tussen een raadsvergadering of Statenvergadering in zit. Omdat (her)beëdiging alleen maar kan plaatsvinden bij een

raadsvergadering of Statenvergadering, levert dit soms onhandige situaties op. De vervanger mag dan tot de volgende raads- of Statenvergadering officieel niet meer als volksvertegenwoordiger optreden.

Een verlenging van de termijn tot de volgende raadsvergadering of Statenvergadering zou op zijn plaats zijn, vindt men. Het opnieuw moeten beëdigen van de vervanger wordt een beetje vreemd gevonden door sommigen. Maar anderen tillen er niet heel zwaar aan. Wel geven sommige griffiers aan dat bij een verlenging de hele aanvraag opnieuw gedaan moet worden en dat bezorgt een griffier veel werk.

Verder hoorden we bij het kwalitatieve onderzoek een enkele keer dat het geven van een

artsenverklaring lastig was. Er zijn artsen die geen verklaring willen tekenen, bijvoorbeeld omdat zij dat niet hun taak vinden. Het is dan een hele klus om toch via een andere arts aan een verklaring te komen. Voor een zieke erg belastend, vinden de betrokkenen. Men vindt over het algemeen wel dat een artsenverklaring wenselijk is. Zo is controle op misbruik mogelijk.

(11)

Algemene reflectie op de regeling

Was er behoefte aan de regeling?

Een meerderheid van de griffiers (56%) geeft aan dat er behoefte was aan de regeling. Toch geeft nog een kwart (25%) aan dat er geen behoefte aan de regeling was. Hun argumenten komen er vooral op neer dat de regeling overbodig is (niet in een vraag voorziet), te ingewikkeld is en de eigen

verantwoordelijkheid van de fractie en fractieleden miskent. We zien echter een veel positiever beeld onder griffiers met ervaring met de regeling: 81% van deze griffiers stelt dat er behoefte was aan de regeling.

Van de vervangen volksvertegenwoordigers, hun vervangers en de fractiegenoten is de overgrote meerderheid positief. 97% van de vervangen volksvertegenwoordigers zegt dat er behoefte aan de regeling bestond. Bij hun vervangers en de fractiegenoten is respectievelijk 94% en 87% positief.

De redenen waarom er behoefte aan de regeling is, beperken zich in hoofdzaak tot een viertal argumenten:

- Rust (dat geldt dan vooral voor de volksvertegenwoordiger, die de tijd kan nemen voor de zwangerschap/ om te genezen).

- Voortgang. Dit betreft enerzijds het democratische proces, anderzijds de continuïteit binnen een fractie.

- Stemverhoudingen (puur strategisch: anders verliest een coalitie de meerderheid, kan een kleine partij de eigen invloed niet meer effectueren).

- Emancipatie (vrouwen worden aangemoedigd om zich verkiesbaar te stellen, fracties worden aangemoedigd om jongeren op deze manier een kans te geven).

Hoe goed of slecht wordt er over het algemeen gebruik gemaakt van de regeling?

De ondervraagden zijn in meerderheid positief over de manier waarop gebruik wordt gemaakt van de regeling. Met name de fractiegenoten zijn positief (83%). Vervangen volksvertegenwoordigers zijn ook overwegend positief (53%), hoewel een grote minderheid (39%) het niet weet.

Griffiers zijn relatief het vaakst negatief (16%), hoewel ook bij deze groep een meerderheid (51%) positief is. Een derde van hen (33%) weet het niet. Gemeentegrootte speelt hier een rol: In grote gemeenten (100.000 inwoners en meer) is men positiever dan in de allerkleinste gemeenten (minder dan 10.000 inwoners).

De overgrote groep is dus tevreden over het gebruik. De aangedragen redenen verschillen echter per doelgroep. De vervangen volksvertegenwoordigers en fractieleden hanteren vooral een praktisch argument: vervanging is een must, omdat er anders teveel werk zou blijven liggen. Op nummer twee staan bij zowel vervangen volksvertegenwoordigers en fractieleden dat volksvertegenwoordigers verzekerd zijn van hun baan bij terugkeer na afwezigheid, waardoor ze niet bang zijn gebruik te maken van de regeling. Ook bij griffiers is dit de tweede genoemde reden. Op nummer één staat bij griffiers echter een procedureel argument: de regeling is goed bekend onder de

volksvertegenwoordigers.

(12)

Toegevoegde waarde ten opzichte van de ‘oude’ oplossing

Een meerderheid van de ondervraagde griffiers, vervangen volksvertegenwoordigers en

fractieleden ziet al met al toegevoegde waarde van de regeling in vergelijking met de situatie voordat de regeling van kracht ging, namelijk het informeel afstemmen van de vervangingsvoorwaarden. Zeer positief zijn de vervangen volksvertegenwoordigers (94% ziet toegevoegde waarde). Fractiegenoten (77% positief over de toegevoegde waarde) nemen een tussenpositie in.

Griffiers zijn het meest kritisch. Weliswaar ziet 70% toegevoegde waarde, maar 5% ziet de toegevoegde waarde niet.

Barrière voor vrouwen verdwenen met de regeling

Ook met betrekking tot het wegvallen van een barrière voor vrouwen om aan het politieke proces deel te nemen valt de balans positief uit, hoewel griffiers minder uitgesproken zijn dan de andere groepen.

Een derde (32%) van de griffiers stelt dat er – dankzij de regeling - inderdaad een barrière voor vrouwen is verdwenen om aan het politieke proces deel te nemen, maar 30% vindt van niet.

Fractiegenoten nemen een tussenpositie in (51% positief), maar het meest positief zijn vervangen volksvertegenwoordigers (69% positief).

Uniformiteit regeling

Een meerderheid van alle ondervraagden vindt dat uniformiteit in de regeling voor ziekte en zwangerschap een goede keuze is geweest. Respectievelijk 83% van de fractieleden, 78% van de griffiers en 53% van de vervangen volksvertegenwoordigers vindt de uniformiteit een goede keuze, respectievelijk 14% van de fractieleden, 14% van de griffiers en 31% van de vervangen

volksvertegenwoordigers vindt dat niet.

Voorziet de regeling in plotselinge uitval

Twee derde van de fractieleden is (redelijk) tevreden over de mate waarin de regeling voorziet in plotselinge vervanging (bij acute gevallen). Vier op de tien vinden de regeling goed werken, een kwart vindt deze redelijk werken, 9% vindt deze matig werken en 3% - een fractielid – vindt de regeling wat dit betreft ‘slecht’. Nog eens een kwart weet het niet. Kritische fractieleden beklagen zich over de duur en de bureaucratie van de vervangingsregeling, die acute vervanging bemoeilijkt.

Toepasbaarheid regeling meerdere doeleinden

Een meerderheid van de ondervraagden vindt niet dat de regeling voor meer doeleinden dan voor ziekte en zwangerschap zou moeten worden toegepast. Slechts 19% van de vervangen

volksvertegenwoordigers en 27% van de griffiers vindt dat de regeling wel voor meer doeleinden zou moeten worden toegepast (respectievelijk 53% van de vervangen volksvertegenwoordigers en 62%

van de griffiers vindt van niet).

Hetzelfde beeld zien we in het kwalitatieve onderzoek. Veel respondenten vinden dat de regeling beperkt zou moeten blijven tot zwangerschap en (langdurige) ziekte. Een sabbatical of verblijf in het buitenland voor het werk ziet men niet als situaties waarop deze regeling van toepassing zou mogen zijn. Als het al op andere situaties van toepassing zou kunnen zijn, moeten dit wel noodsituaties zijn.

Zo vindt een aantal geïnterviewden dat de regeling eventueel wel uitgebreid zou mogen worden tot mantelzorg voor iemand binnen het eigen gezin of het verwerken van de dood van een gezinslid.

Wat veranderen aan de regeling?

De meest genoemde suggestie is flexibiliseren van de termijn van 16 weken – dat wil zeggen, als het ziekte betreft. Men heeft op dit vlak behoefte aan ‘maatwerk’.

(13)

Dit is ook het beeld dat uit het kwalitatieve onderzoek naar voren komt. Hier en daar zou de regeling iets flexibeler kunnen zijn, vooral als het gaat om de lengte van de termijnen en (bij verlenging) het opnieuw moeten beëdigen van een vervanger.

Daarnaast zou (wanneer een volksvertegenwoordiger moeite heeft met het verkrijgen van een artsenverklaring) een bedrijfsarts ook een rol kunnen spelen bij de beoordeling van de ernst of langdurigheid van de ziekte van de volksvertegenwoordiger.

(14)

Inleiding

Op 11 oktober 2006 is de wet “Regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers wegens

zwangerschap en bevalling of ziekte” in werking getreden. De regeling bevat een aantal wijzigingen in de Kieswet, waardoor raadsleden de mogelijkheid hebben om een verzoek tot tijdelijk ontslag in te dienen. Daardoor kan voor hen, eveneens tijdelijk, een opvolger worden benoemd.

Voordat de regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers in oktober 2006 werd ingesteld konden volksvertegenwoordigers zich wel laten vervangen, maar was men afhankelijk van de bereidheid van de vervanger om na het verlof de zetel weer af te staan. Dit brengt voor de oorspronkelijke volksvertegenwoordiger een risico met zich mee.

Gezien het feit dat vrouwen dit risico (in verband met zwangerschapsverlof) gemiddeld vaker lopen dan mannen, bestond er met deze vervangingsconstructie een ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in de uitoefening van het passieve kiesrecht. Deze ongelijkheid is met de

vervangingsregeling weggenomen.

Het motief om deze regeling naast zwangerschap ook voor ziekte in te stellen heeft met name te maken met goed werkgeverschap: iemand moet in staat zijn om aan zijn of haar persoonlijke

gezondheid de hoogste prioriteit te kunnen geven. Om pragmatische redenen is de regeling bij ziekte en zwangerschap gesynchroniseerd.

Nu, zes jaar na de intreding van deze regeling, is het tijd voor een evaluatie van de werking van deze regeling in de praktijk. Het is tijd om na te gaan:

• in hoeverre en door wie er gebruik wordt gemaakt van de regeling,

• welke afwegingen hierbij van belang zijn,

• hoe de praktische uitvoer door diverse betrokken partijen wordt ervaren,

• of tijdens vervanging de kwaliteit van het ambt gewaarborgd blijft,

• in hoeverre men vindt dat de regeling ook voor andere doeleinden dan ziekte en zwangerschap toepasbaar zou moeten zijn.

Dit is slechts een greep uit de vragen die beantwoord moeten worden om een totaalbeeld van de werking van de regeling te krijgen.

In onderhavige rapportage geeft TNS Nipo antwoorden op deze vragen. Met behulp van kwantitatief onderzoek onder griffie en volksvertegenwoordigers uit alle bestuurlijke lagen (nationaal, provinciaal en lokaal) van het land zijn het feitelijke gebruik en de ervaringen met deze regeling inzichtelijk gemaakt. Op basis van de inzichten uit het kwantitatieve onderzoek ging TNS Nipo vervolgens dieper in op persoonlijke ervaringen met deze regeling doormiddel van een aantal face-to-face en

telefonische interviews (kwalitatief onderzoek). Met behulp van de inzichten uit het kwalitatieve onderzoek en aan de hand van citaten uit de open antwoorden van het kwantitatieve onderzoek brengen we de feiten en cijfers tot leven en krijgt u ook een beeld van de ervaringen en belevingen.

Bij de uitvoer van de regeling is niet alleen de volksvertegenwoordiger die wegens ziekte of zwangerschap gebruik wil maken van de regeling betrokken. Ook zijn/haar fractiegenoten, de

vervanger en de griffie hebben een rol. Er is dus behoefte aan inzicht vanuit meerdere perspectieven.

Om die reden zijn al deze partijen betrokken bij het onderzoek en geven wij u een ‘360 graden perspectief’ op de werking van de regeling in de praktijk.

(15)

Achtergrond

Hieronder een overzicht van de respondenten die hebben deelgenomen aan het kwantitatieve onderzoek en een overzicht van respondenten die hebben deelgenomen aan het kwalitatieve onderzoek.

Naast het aantal respondenten per doelgroep geven wij u inzicht in het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de respondenten werkzaam zijn. Bij de respondenten van het kwantitatieve onderzoek krijgt u bovendien inzicht sinds welk jaartal zijn hun functie bekleden. In de bijlage vindt u een totaaloverzicht met de namen van de stadsdelen, deelgemeenten, gemeenten en provincies die hebben deelgenomen aan het kwantitatieve onderzoek.

Het feitelijke gebruik en de cijfermatige onderbouwing wordt voornamelijk gegeven op basis van de resultaten uit de kwantitatieve vragenlijst voor griffiers. De respons is hier voldoende om op

verschillende niveaus een cijfermatige onderbouwing te geven. Het aantal deelnemers aan het

kwantitatieve onderzoek binnen de doelgroepen ‘vervangen volksvertegenwoordigers’, ‘vervangers’ en

‘fractiegenoten’ biedt ons voldoende mogelijkheid om u een beeld te schetsen van de manier waarop de regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers wordt ervaren. Echter wordt dit voor deze doelgroepen in plaats van cijfermatig met name beschrijvend gedaan. De inzichten uit het

kwantitatieve onderzoek worden aangevuld met de inzichten uit het kwalitatieve onderzoek.

1 | Overzicht respondenten kwantitatieve onderzoek

Griffiers

Totaal aantal respondenten 263

Vertegenwoordigend orgaan 7 Provinciale Staten 246 Gemeente

3 Stadsdeel Amsterdam 7 Deelgemeente Rotterdam

Jaartal in functie 2001-2004: 45%

2005-2008: 27%

2009-2012: 28%

Vervangen volksvertegenwoordigers

Totaal aantal respondenten 36

Vertegenwoordigend orgaan 4 Provinciale Staten

32 Gemeente (inclusief deelraden)

Jaartal in functie 2002-2004: 16%

2005-2007: 32%

2008-2010: 44%

2011- heden: 8%

(16)

Vervangers

Totaal aantal respondenten 31

Vertegenwoordigend orgaan 4 Provinciale Staten

27 Gemeente (inclusief deelraden)

Jaartal in functie 1990-1995: 6%

1996-2000: 3%

2001-2005: 35%

2006-2010: 61%

2011-heden: 3%

Fractiegenoten

Totaal aantal respondenten 35

Vertegenwoordigend orgaan 1 Provinciale Staten 33 Gemeente

1 Deelgemeente Rotterdam

Jaartal in functie 1980-1985: 6%

1986-1990: 0%

1991-1995: 3%

1996-2000: 6%

2001-2005: 15%

2006-2010: 75%

Functie binnen fractie Fractievoorzitter: 77%

Fractielid: 8%

In de rapportage wordt naast een opsplitsing van de antwoorden naar doelgroep ook inzicht gegeven in de verschillen in antwoorden tussen verschillende gemeentegrootten en regio’s. In onderstaande tabel zijn de deelgenomen respondenten verdeeld naar gemeentegrootte, waarbij de stadsdelen en deelgemeenten ook zijn meegenomen.

Gemeentegrootte Aantal deelgenomen

respondenten per gemeentegrootte

Percentage deelgenomen respondenten per

gemeentegrootte

Minder dan 10.000 inwoners 15 6 %

10.000-20.000 inwoners 67 26 %

20.000-50.000 inwoners 115 45 %

50.000-100.000 inwoners 23 9 %

100.000-400.000 17 8 %

400.000 en meer inwoners 141 6 %

Totaal 2512 100%

1 De deelgenomen stadsdelen en deelgemeenten vallen onder deze categorie.

2 Van vijf gemeenten is de gemeentenaam niet achterhaald. Het totaal komt hierdoor op 251 in plaats van 256 gemeenten.

(17)

Regio (NIELSEN) Aantal deelgenomen respondenten per regio

Percentage deelgenomen respondenten per regio

Rest west 69 27 %

Noord 38 15 %

Oost 60 23 %

Zuid 69 27 %

Drie grote steden + randgemeenten

22 9 %

Totaal 258 100%

In onderstaande tabel vindt u een overzicht van de respondenten die hebben meegedaan aan het kwalitatieve onderzoek. De respondenten zijn gecategoriseerd naar doelgroep en vertegenwoordigend orgaan.

2 | Overzicht respondenten kwalitatieve onderzoek

Doelgroep Gemeente/stadsdeel/

deelgemeente

Provinciale Staten

Totaal per categorie Vervangen gebruikers wegens

ziekte

4 2 6

vervangen gebruikers wegens zwangerschap

3 1 4

vervangers 3 1 4

fractiegenoten 2 0 2

fractievoorzitters 3 1 4

griffiers 5 1 6

niet gebruikers 2 0 2

Totaal 22 6 28

(18)

1 Gebruik regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers

1.1 Overwegingen

In het kwalitatieve onderzoek zien we dat het besluit om al dan niet vervanging te regelen tijdens ziekte of zwangerschap afhankelijk is van een aantal situaties en overwegingen van de diverse betrokkenen. In een aantal gevallen komt het initiatief om vervanging te regelen van de fractie, in andere gevallen neemt de zieke of zwangere volksvertegenwoordiger (soms op aandringen van familie) zelf het initiatief.

De belangrijkste overwegingen om vervanging te regelen zijn:

• De ernst van de ziekte

• Rust en ruimte krijgen om te herstellen

• Het garanderen van de continuïteit van de werkzaamheden

• Het handhaven van de stemverhoudingen

• Ernst van de ziekte

Sommige volksvertegenwoordigers zijn zo ziek zijn dat werken geen optie is. Als ze langere tijd uitgeschakeld zijn, is vervanging voor alle betrokkenen een logische stap.

“Ik ben acuut ziek geworden. Van de ene op de andere dag opgenomen, ontsteking aan de

alvleesklier. Dus ik lag in het ziekenhuis, kon niks meer. Toen bleek dus wel dat het lang zou gaan duren.” (gemeente, vervangen wegens ziekte)

“Ik moest een open hart operatie ondergaan. En daarbij kreeg ik te horen dat ik minstens een paar maanden niet kon werken en langdurig moest herstellen.” (gemeente, vervangen wegens ziekte)

“Ik had een herseninfarct. Mijn man vertelde dat ik voor vervanging getekend heb, maar ik kan mij daar niks meer van herinneren.”(gemeente, vervangen wegens ziekte).

• Rust en ruimte krijgen om te herstellen

De regeling geeft zieke en zwangere volksvertegenwoordigers de rust en de ruimte om helemaal te herstellen. Misschien zouden ze anders eerder aan het werk gegaan zijn of langer doorgewerkt hebben. Dit geldt nog sterker bij minder acute of psychische klachten (zoals een burn out).

“De verlamming kwam weer terug, dus ik moest weer weken stilliggen. Ik dacht ik doe het wel gewoon rustig aan, maar mijn man zei dit werkt niet. Ik sprong een gat in de lucht toen ik hoorde dat de vervangingsregeling er was. Want je hebt geen rust. Er speelt heel veel in de Staten” (Provinciale Staten, vervangen wegens ziekte).

“Ik kreeg een burn out en dat ging wat langer duren en toen kwam die regeling in zicht.” (Provinciale Staten, vervangen wegens ziekte)

“We moeten niet terug naar een sfeertje van vrijwilligheid. De druk en de last die een raadslid dan voelt, nee. Ik ben er van overtuigd dat de regeling goed is.”(gemeente, griffier)

(19)

Ook voor de fractie is de regeling heel prettig omdat ze de zieke de kans kunnen geven om rustig te herstellen.

“Het feit dat je even tijd wilt hebben voor jezelf en je kind vind ik heel redelijk en billijk.” (gemeente, vervanger)

“We wilden haar niet die druk opleggen om weer te starten. Dus we hebben gezegd we stappen op de regeling over. De mogelijkheid is ideaal. Zeker als er een burn out of zoiets is. Dat is een langer traject.” (gemeente, fractiegenoot)

• Garanderen van de continuïteit van de werkzaamheden

De regeling maakt het mogelijk dat het benodigde werk kan blijven worden gedaan. Voor zowel de volksvertegenwoordiger als de fractie is dit een belangrijke overweging om gebruik te maken van de regeling. De volksvertegenwoordiger hoeft niet op halve kracht te werken, maar er is ruimte om een vervanger in te schakelen die zich volledig in kan zetten.

“Want vooral voor de kleinere fracties is het als iemand langer uit de running is wel een hele toer om alles bij te fietsen. Als iemand echt uit zou vallen, dan moet je er wel voor kiezen om bepaalde commissies te laten schieten en dat is nooit wenselijk. En dat kan wel als je een vervanger hebt.

(Provinciale Staten, vervanger)

“Het zou natuurlijk nog steeds fijner zijn als een iemand het zelf bleef doen, maar het is door deze regeling wel mogelijk om als fractie goed te blijven functioneren, zonder dat er een gat valt. Het lijkt mij een uitstekende regeling.” (gemeente, fractievoorzitter)

• Handhaven van de stemverhoudingen

Een andere overweging die meespeelt om vervanging te regelen is dat men het belangrijk vindt dat de stem tijdens de periode dat men uitgeschakeld is behouden blijft. Dit is des te belangrijker bij een eenmansfractie.

“Ik besef als eenmansfractie dat het belangrijk is dat je zo’n regeling hebt. Anders ben je meteen dood he?”(gemeente, vervangen wegens ziekte)

“Het is juist in het belang van de afspiegeling van de verkiezingsuitslag. Die wordt gerespecteerd door van de regeling gebruik te maken. Heel veel besluiten worden op één stem genomen en als dat de stem is van iemand die zwanger is, dan is dat toch niet eerlijk tegenover al die mensen die gestemd hebben op die partij?” (gemeente, vervangen wegens zwangerschap)

Sommigen vinden het zelfs een plicht om je te laten vervangen als je niet aanwezig kunt zijn vanwege ziekte of zwangerschap.

“Ik vind eigenlijk dat vrouwen als ze niet aanwezig zijn, moeten zorgen voor vervanging. Het gaat niet om hen, maar om het mandaat dat de partij heeft verworven. Ik vind het niet een vrijblijvende regeling, ik vind dat vrouwen die niet aanwezig zijn zich moeten laten vervangen.” (gemeente, vervangen wegens zwangerschap)

De regeling werkt drempelverlagend voor zowel zieke en zwangere volksvertegenwoordigers als de fractie om vervanging te regelen.

(20)

• Terugkeergarantie

De garantie dat men gewoon terug kan komen maakt de beslissing om vervanging te regelen gemakkelijker voor de zieke of zwangere volksvertegenwoordiger.

“Het is gewoon een heerlijk gevoel om te weten: ik moet nu stoppen, maar ik kom ook automatisch weer terug.” (gemeente, vervangen wegens zwangerschap)

De terugkeergarantie maakt het ook voor een fractie eenvoudiger om iemand te overtuigen dat het beter is zich (even) terug te trekken.

“Je wilt een ontzettend goede collega niet zo maar aan de kant schuiven omdat het voor jou beter is.

Dit gaf hem de mogelijkheid om te zeggen: ik stop een paar maanden en kom daarna weer terug.”

(Provinciale Staten, fractiegenoot)

• Vergoeding

Daarnaast is het fijn dat de vergoeding doorloopt tijdens de vervanging. Ook dit werkt voor sommige volksvertegenwoordigers drempelverlagend.

“Ik werk vanwege dat raadslidmaatschap anderhalve dag per week minder. Dus ik had dat inkomen ook nodig. Je bent toch een soort ondernemer, een soort vangnet is het. Ik was er erg blij mee.”

(gemeente, vervangen wegens ziekte)

• Steun in de rug bij onwelwillende fractie

De regeling kan een steun in de rug kan zijn bij een onwelwillende fractie. Voor zieke en zwangere volksvertegenwoordigers die hiermee te maken hebben en toch verlof willen opnemen is het dan prettig dat men zich op zijn formele recht kan beroepen.

“Ik wist dat de regeling bestond en heb het eigenlijk gewoon meegedeeld. Ik wilde er gebruik van maken, maar dit was niet vanzelfsprekend. De fractie bezit nogal een ijzeren discipline. Binnen mijn fractie heerst nogal het verhaal dat je er gewoon behoort te zijn.” (Provinciale Staten, vervangen wegens zwangerschap)

(21)

1.2 Feitelijk gebruik regeling

Griffiers

In totaal zijn in het kwantitatieve onderzoek 263 griffiers bevraagd naar het gebruik van de regeling voor zwangerschap en ziekte sinds de instelling van de regeling in oktober 2006 tot heden.

Zwangerschap

In totaal geeft bijna een kwart (23%) van de ondervraagde griffiers aan dat er minimaal een keer van de regeling gebruik is gemaakt in verband met zwangerschap. Een op de tien (11%) geeft aan dat er in de afgelopen 6 jaar één keer gebruik gemaakt is van de regeling. Bij 12% is er twee keer of vaker van de regeling gebruik gemaakt voor zwangerschapsverlof.

Driekwart (77%) geeft aan dat binnen het vertegenwoordigend orgaan waarvoor men werkzaam is geen enkele keer gebruik van de regeling is gemaakt voor zwangerschap.

3 | Hoe vaak is sinds de invoering gebruik gemaakt van de regeling bij zwangerschap? (basis: alle griffiers, n=263)

77 11

12 nooit

1 keer

vaker dan 2 keer

Bron: TNS NIPO, 2012

Het gebruik van de regeling is het grootst in de regio Oost (gemiddeld 0,63 keer in de afgelopen zes jaar) en de drie grote steden + randgemeenten (gemiddeld 0,55 keer in de afgelopen zes jaar). Het gebruik is het laagst in de regio’s Zuid en Noord, met respectievelijk 0,27 en 0,34 keer in de

afgelopen zes jaar.

(22)

Ziekte

Er is duidelijk vaker gebruik gemaakt van de regeling in verband met ziekte. Ruim een derde (37%) van de ondervraagde griffiers geeft aan dat er minimaal een keer van de regeling gebruik is gemaakt in verband met ziekte. Een vijfde (20%) geeft aan dat er sinds de invoering in 2006 één keer gebruik van is gemaakt en één op de tien (10%) geeft aan dat er in de afgelopen 6 jaar twee keer gebruik van de regeling is gemaakt. 7% van de griffiers geeft aan dat er drie keer of vaker gebruik van de regeling is gemaakt.

Bijna twee derde (63%) van de griffiers geeft aan dat er geen enkele keer gebruik is gemaakt van de regeling voor vervanging tijdens ziekte.

4 | Hoe vaak is sinds de invoering gebruik gemaakt van de regeling bij ziekte? (basis: alle griffiers, n=263)

63 20

17 nooit

1 keer

vaker dan 2 keer

Bron: TNS NIPO, 2012

Ook hier zien we dat er in regio Oost en de drie steden + randgemeenten het meest van de regeling gebruik is gemaakt voor ziekte. Respectievelijk 0,72 en 0,77 keer in de afgelopen zes jaar. Eveneens wordt de regeling het minst vaak toegepast in de regio’s Zuid en Noord (beide gemiddeld 0,57 keer in de afgelopen zes jaar).

(23)

Totaalgebruik

Samengevat geeft 46% van de ondervraagden aan dat er de afgelopen zes jaar van de regeling gebruik is gemaakt, of het nu ziekte of zwangerschap betrof.

Hieronder een overzicht van het gebruik van de regeling binnen de diverse vertegenwoordigende organen opgesplitst naar gebruik voor zwangerschap en ziekte.

De cijfers zijn tot stand gekomen door de resultaten over het gebruik van de regeling binnen het onderzoek te extrapoleren naar het totaal aantal volksvertegenwoordigers in Nederland binnen de verschillende vertegenwoordigende organen.

Vertegenwoordigend orgaan Aantal keren gebruik regeling voor zwangerschap*

Aantal keren gebruik regeling voor ziekte*

Eerste en Tweede Kamer 13 2

Provinciale Staten 5 12

Gemeenten 178 253

Stadsdelen Amsterdam 2 16

Deelgemeenten Rotterdam 3 2

Totaal 201 285

*Het betreft hier geëxtrapoleerde aantallen Vervangen volksvertegenwoordigers

Van de 36 ondervraagde volksvertegenwoordigers die gebruik hebben gemaakt van de regeling heeft de helft (50%) dit gedaan in verband met ziekte en eveneens de helft (50%) voor zwangerschap.

Van de achttien volksvertegenwoordigers die i.v.m. ziekte met verlof zijn gegaan, geven veertien (78%) aan dat ze hiervoor eenmalig van de regeling gebruik hebben gemaakt. Twee

volksvertegenwoordigers hebben er twee maal gebruik van gemaakt en twee drie keer.

Van de achttien volksvertegenwoordigers die gebruik hebben gemaakt van de regeling i.v.m.

zwangerschapsverlof geven 16 (89%) aan dit eenmalig te hebben gedaan sinds de aanstelling van de regeling. Twee volksvertegenwoordigers (11%) hebben hier twee keer gebruik van gemaakt.

Het gemiddeld aantal keren dat een vervangen volksvertegenwoordiger wegens ziekte is aangetreden ligt met 1,3 keer wat hoger dan het gemiddeld aantal keren dat iemand wegens zwangerschap is vervangen (1,1 keer). De verklaring ligt voor de hand: de ziekteduur is soms langer dan de gestelde 16 weken, welke voor zwangerschap voldoende is.

Vervangers

Van de 31 vervangers zijn er 20 (65%) aangesteld voor vervanging bij ziekte en 13 (42%) voor vervanging bij zwangerschapsverlof (hier zit dus enige overlap).

70% van de 20 vervangers voor ziekte is in de periode van oktober 2006 tot heden één keer opgetreden als vervanger, 14% twee keer en 10% drie keer en 5% vier keer.

Van de 13 vervangers voor ziekte geeft drie kwart (77%) aan dat dit één keer is voorgekomen sinds de intreding van de regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers. De overige kwart (23%) van de vervangers is twee keer als vervanger opgetreden voor ziekte.

(24)

1.3 Bekendheid regeling

Griffiers

Spontaan zijn niet alle griffiers bekend met de regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers:

84% is bekend met de regeling, 15% enigszins en 1% helemaal niet. Opmerkelijk genoeg zijn ook de griffiers die aangeven een vervanging in verband met ziekte en/ of zwangerschap te hebben

meegemaakt niet maximaal op de hoogte: 93% is bekend met de regeling, 7% enigszins.

De spontane bekendheid ligt lager in kleine gemeenten (tot 20.000 inwoners: 75%) en in het noorden van het land (71%),

Geholpen zijn ook de griffiers die in eerste instantie niet volledig op de hoogte zijn wel bekend met de regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers.

Fractieleden

Fractieleden wijken, wat hun spontane kennis van de regeling betreft, weinig van de griffiers af: 83%

is bekend met de regeling, 14% enigszins en 3% helemaal niet.

Uit het kwalitatieve onderzoek kwam naar voren dat betrokkenen (vervangen

volksvertegenwoordigers, vervangers, fractiegenoten en fractievoorzitters) op de hoogte waren van de regeling omdat ze er bijvoorbeeld via de media van gehoord hebben of omdat ze al eerder gezien hebben dat er gebruik van werd gemaakt.

“Ik had er wel eens over gehoord in de media” (gemeente, vervangen wegens zwangerschap)

“Ik wist dat die regeling bestond, dus heb ik er gewoon gebruik van gemaakt.” (gemeente, vervangen wegens zwangerschap)

“Ik denk dat we het wisten omdat we al lang meedraaien en in grote lijnen wel op de hoogte zijn. Ik geloof ook dat we het zelf aangekaart hebben.” (Provinciale Staten, fractievoorzitter)

“Het is algemeen bekend en een aantal vrouwen van andere fracties had daar ook al gebruik van gemaakt. En we hebben een buitengewoon professionele griffier die dit ook aan iedereen kenbaar heeft gemaakt.” (gemeente, fractievoorzitter)

“Nou eigenlijk is het algemeen bekend en ik heb de fractievoorzitter er ook over gesproken en hij was er van op de hoogte.”(Provinciale Staten, griffier)

Bij degenen die nog niet van het bestaan van de regeling op de hoogte waren voordat er een concrete aanleiding was speelt de griffer vaak een belangrijke informerende rol door op dat moment te wijzen op de regeling. Hierover leest u meer in hoofdstuk 2.

1.4 Maximale gebruik per zittingsperiode

Griffiers

Het is wettelijk vastgelegd dat een volksvertegenwoordiger maximaal drie maal per zittingsperiode gebruik mag maken van de regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers. Toch geven 2 griffiers – 1% van alle ondervraagde griffiers – aan dat het is voorgekomen dat een

volksvertegenwoordiger binnen zijn/haar zittingsperiode een vierde maal van de regeling gebruik wilde maken.

(25)

Griffiers

Het is mogelijk dat volksvertegenwoordigers geen gebruik maken van deze regeling, ondanks de mogelijkheid die zij hiertoe hebben. De helft (51%) van de griffiers geeft aan dat deze situatie zich volgens hen wel eens, maar maximaal vijf keer heeft voorgedaan. De andere helft (49%) geeft aan dat het nooit is voorgekomen dat een volksvertegenwoordiger gebruik had kunnen maken van de regeling, maar dit niet heeft gedaan.

Het maakt daarbij weinig uit of griffiers wel eens een vervangingsgeval hebben meegemaakt. Ook de groep griffiers met ervaring met de regeling geeft in de helft gevallen (49%) aan dat deze situatie zich volgens hen wel eens, maar maximaal vijf keer heeft voorgedaan. De andere helft (51%) geeft aan dat het nooit is voorgekomen.

5 | Hoe vaak heeft mogelijkheid zich voorgedaan om volksvertegenwoordiger te vervanger, maar is er geen gebruik van gemaakt? (basis: alle ondervraagde griffiers, n=263)

51 49

nooit

1 tot 5 keer

Bron: TNS NIPO, 2012

In grotere gemeenten – vanaf 50.000 inwoners - werd aanmerkelijk vaker afgezien van de regeling (namelijk in 70% van de gevallen) dan in kleinere gemeenten (minder dan 50.000 inwoners: 36%).

(26)

Redenen voor onbenut laten regeling

Wanneer de griffiers wordt gevraagd om welke reden er volgens hen is afgezien van gebruik van de regeling - ondanks dat hier de mogelijkheid toe was - blijkt het dat de griffie hier een redelijk goed beeld bij heeft. Slechts 10% van de griffie weet niet waarom is afgezien van gebruik van de regeling.

Vier op de tien (40%) geven aan dat er is afgezien van gebruik van de regeling omdat het slechts een korte periode van verlof betrof en vervanging niet noodzakelijk was. Een op de tien (11%) stelt dat er geen vervanger beschikbaar was.

6 | Waarom regeling onbenut gebleven? (basis: alle ondervraagde griffiers, n=263)

40

11 52

Het betrof een korte verlofperiode, geen vervanging nodig

Geen vervanger beschikbaar

Diversen

Bron: TNS NIPO, 2012

Andere redenen (52%) waarom volgens griffie werd afgezien van gebruik van de regeling zijn als volgt:

- Fracties (vaak grotere vanaf ongeveer 10 raadsleden) kiezen er bewust voor geen gebruik te maken van de regeling. Er zijn voldoende leden in de fractie om het werk tijdelijk over te nemen.

- Bij ziekte is het niet direct duidelijk hoe lang de afwezigheid zal duren. Er wordt vaak gehoopt en gedacht dat het raadslid spoedig weer volledig kan werken. Het duurt soms enige tijd voordat er inzicht is in, en erkenning is voor het feit dat het raadslid langdurig afwezig zal zijn in verband met de ziekte. Dit proces zorgt er in sommige gevallen voor dat er in zijn geheel van vervanging wordt afgezien.

- Het raadslid wilde zich niet laten vervangen. Uit de antwoorden komt naar voren dat de reden achter dit besluit vaak emotioneel is. Er gaat enige tijd overeen voordat het raadslid durft/ kan erkennen dat hij/ zij ernstig ziek is. Gebruikmaken van vervanging betekent voor het zieke raadslid ook het erkennen van zijn/ haar ziekte. Dit neemt tijd in beslag, en in sommige gevallen wil een raadslid om die reden helemaal geen gebruik maken van de regeling.

- De desbetreffende partij/fractie zag de beoogde kandidaat voor vervanging op dat moment niet als gewenste opvolger.

- Het verlof was (gedeeltelijk) tijdens het zomerreces. Vervanging was niet nodig.

(27)

Vervangen volksvertegenwoordigers, vervangers en fractiegenoten

Twee vervangen volksvertegenwoordigers - 6% van de ondervraagden - geven aan dat het wel eens is voorgekomen dat men gebruik had kunnen maken van de regeling, maar dat men dit niet heeft gedaan. In beide gevallen ging het om zwangere volksvertegenwoordigers. Bij één op de zeven ondervraagde fractieleden (14%) is dat het geval.

Hieronder een korte bloemlezing van de redenen die de volksvertegenwoordigers – vervangen

volksvertegenwoordigers en fractieleden - zelf benoemen voor het feit dat is afgezien van gebruik van de regeling waar dit wel mogelijk was.

“Het inwerken van de vervanger kostte meer tijd dan mijn herstel. Bovendien wilde ik graag nog zwanger raken en dan gebruik maken van de regeling. Je kunt hiervan maar één keer per zittingsperiode gebruik maken”

“Ik kon tijdens mijn zwangerschap grotendeels gewoon doorgaan omdat het goed met me ging en er was mijns inziens geen goede vervanger beschikbaar.”

“De beoogde vervanger was niet de eerste op de kieslijst”

“Er was sprake van ziekte, maar het was niet duidelijk hoe lang het ging duren, het ging vervolgens op en af. Achteraf was tijdelijke vervanging beter geweest.”

“Bij afwezigheid tot 6 weken wordt er geen vervanger aangesteld, dit komt regelmatig voor.”

In het kwalitatieve onderzoek hoorden we de volgende deels overlappende redenen om geen gebruik te maken van de vervangingsregeling:

• Men vindt de vervangingsperiode te lang

“Omdat je nooit van tevoren weet hoe lang je ziek bent, ook met een operatie of zo. Ik kan me voorstellen dat je het best vindt om twee of drie raadsvergaderingen vervangen te worden, maar zestien is wel heel veel en heel lang.” (gemeente, vervanger)

• Men kan het werk niet loslaten.

“Maar ik ging door. Toen ging ik weer onderuit. Dat was met de kerst. Toen zei mijn man: twee keer kan nog, maar een derde keer… we doen het niet meer. Ik neem je mee zei hij. We zijn een tijdje weggegaan. Zodat ik er fysiek niet meer heen kon. Zelfbescherming. Mijn man heeft me gewoon meegenomen.” (Provinciale Staten, vervangen wegens ziekte)

• Het werk geeft afleiding

“Hij kreeg kanker en moest daarvoor behandeld worden. In eerste instantie kan werk een anker zijn.

Dan is het wel fijn om te werken. Dus hij wilde wel doorwerken. Maar toen de chemo begonnen was gaf hij zelf al aan dat hij het niet meer kon.” (Provinciale Staten, vervanger)

“Politiek is praten, dat leidde mij af. Ik had fysiek pijn. Van de hele dag liggen word je gek. Het is fijn om geestelijk bezig te zijn. Met een iPod op je buik kom je een heel eind.” (gemeente, niet gebruiker)

• Men denkt moeilijk gemist te kunnen worden

(28)

“Spanningen, groepswisselingen. Een fusie, dat geeft spanning. Ik heb wel tijdelijk afstand gedaan van fractievoorzitterstaken, maar merkte dat als ik helemaal weg zou zijn de boel helemaal zou escaleren.” (gemeente, niet gebruiker)

• Men vindt dat belangrijke zaken nooit helemaal goed over te dragen zijn

“Een regeling waar je jarenlang voor strijdt, je let een keer niet op en het is weg. Dat merk je met tijdelijke mensen, die weten niet wat er vooraf is gebeurd. (gemeente, niet gebruiker)

• Er wordt druk uitgeoefend vanuit de fractie om te blijven werken

“Ik heb haar teruggeroepen. Een zwangerschap is geen ziekte en dat is ook geen reden voor verlof. In een normale baan oké, maar voor een raadslidmaatschap in een gemeente met 57.000 inwoners moet je dat als een hobby zien, als een parttime functie en die moet je erbij kunnen doen.” (gemeente, fractievoorzitter)

(29)

2 Introductie regeling & informatievoorziening

2.1 Introductie regeling

Griffiers

De helft (48%) van de ondervraagden geeft aan dat de griffie een actieve rol heeft gespeeld bij de introductie van de regeling aan volksvertegenwoordigers, 43% stelt dat dit niet zo is en 8% weet het niet. Bij griffiers die ervaring hebben met de regeling ligt het percentage dat aangeeft dat de griffie een actieve rol bij de introductie speelde wat hoger (61%).

7 | Heeft griffie actieve rol gespeeld bij introductie van de regeling? (basis: alle ondervraagde griffiers, n=263)

48

43

8 Ja

Nee

Weet niet

Bron: TNS NIPO, 2012

Gemeentegrootte speelt een rol. Hoe groter de gemeente, hoe actiever de rol. Slechts een derde (33%) van de griffie in kleine gemeenten (tot 20.000 inwoners) speelde een actieve rol bij de introductie van de regeling, terwijl dat percentage bij grote gemeenten (100.000 tot 400.000 inwoners) op maar liefst 76% ligt.

Vervangen volksvertegenwoordigers, vervangers en fractiegenoten

Van de ondervraagde volksvertegenwoordigers – vervangen volksvertegenwoordigers, vervangers en fractiegenoten - geeft ruim een kwart (28%) aan dat de regeling bij hen is geïntroduceerd door de gemeenteraad waarbij zij werkzaam zijn/ waren. Een vijfde (20%) geeft aan dat de regeling helemaal niet bij hen geïntroduceerd is. Ook genoemd worden VNG (9%) en Provinciale Staten (2%). Nog eens 7% weet het niet. Het IPO wordt helemaal niet genoemd.

(30)

Toch geeft een aanzienlijk deel van de volksvertegenwoordigers (42%) nog overige bronnen aan – in het overgrote deel van de antwoorden (35%) geeft men aan dat de griffie de regeling bij hen heeft geïntroduceerd, zo’n 7% noemt de fractie.

2.2 Wijze van introductie regeling

Griffiers

Zoals eerder gesteld heeft 48% van de griffie een actieve rol gespeeld bij de introductie van de regeling aan de volksvertegenwoordigers – volgens de ondervraagde griffiers zelf.

Griffiers die hierin een actieve rol hebben gespeeld hebben de regeling tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers op diverse manieren onder de aandacht gebracht.

Hieronder een opsomming van de meest voorkomende:

- Door alle raadsleden per mail/ nieuwsbrief/memo te informeren over de regeling (circa 70%).

- In voorkomende gevallen van ziekte of zwangerschap wordt het raadslid er vanuit de griffie op gewezen dat de mogelijkheid van vervanging aanwezig is door gebruik te maken van de regeling (circa 60%).

- De regeling is onderwerp in het introductieprogramma van nieuwe raadsleden (circa 30%).

- Door informatie over de regeling op te nemen in het informatiepakket raadsleden (circa 15%).

- Door de regeling te bespreken tijdens fractievoorzittersoverleg of het presidium (circa 10%).

(31)

8 | Op welke wijze is de regeling geïntroduceerd? (basis: alle ondervraagde griffiers, n=127)

70

60 30

15 10

Per mail/nieuwsbrief/memo

via griffie op gewezen

regeling is onderwerp introductieprogramma nieuwe raadsleden

informatie opnemen in informatiepakket te bespreken tijdens fractievoorzittersoverleg

Bron: TNS NIPO, 2012

Griffiers zien met name een rol voor zichzelf weggelegd als informatieverschaffer en adviseur met betrekking tot de regeling wanneer zich concreet een situatie voordoet waarin een

volksvertegenwoordiger gebruik zou kunnen maken van de regeling.

Dit blijkt ook uit het kwalitatieve onderzoek: de griffier speelt vaak een belangrijke rol op het moment dat zich een volksvertegenwoordiger ziek of zwanger is. Dan wijst hij of zij op de mogelijkheid om van de regeling gebruik te maken en geeft informatie over de procedure.

“De griffier heeft de meeste invloed gehad. Ik heb aan de fractie aangegeven dat dit lang zou gaan duren en de griffier heeft het ook gestimuleerd: laten we gebruik maken van die handeling.”

(gemeente, vervangen wegens ziekte)

“De griffier heeft me geattendeerd op die regeling. Ik had er wel van gehoord dat het kon, maar ik wist niet dat het ooit betrekking op mezelf zou gaan hebben. Toen heeft hij gezegd: Je kunt je laten vervangen en toen was het vrij snel geregeld. Hij kwam met de suggestie en toen was het snel ingekopt.” (gemeente, vervangen wegens ziekte)

“Veel mensen weten niet dat de regeling er is. Als de griffier je er niet op attent maakt zou je het kunnen missen.” (gemeente, niet gebruiker)

(32)

“Als iemand langdurig ziek is, geef je als griffier aan de fractie aan dat de regeling er is. En dan kan de fractie er wat aan doen.” (gemeente, griffier)

Redenen waarom griffiers geen (extra) aandacht aan introductie regeling hebben besteed Ruim vier op de tien (43%) griffiers hebben ervoor gekozen de regeling niet actief onder de aandacht van volksvertegenwoordigers te brengen. Hieronder een opsomming van de meest genoemde

redenen: redenen.

- Er was geen directe aanleiding om de regeling onder de aandacht te brengen: pas wanneer de situatie zich aandient (langdurige ziekte of zwangerschap) wordt door de griffie geadviseerd over regeling (circa 75%).

- De regeling is op gebruikelijke wijze op de lijst van ingekomen stukken voor de raad geplaatst en op deze wijze ook kenbaar gemaakt aan de raadsleden. Nadere introductie was niet noodzakelijk (circa 40%)

- De wetenschap dat de regeling bestaat werd voldoende geacht (circa 15%) - In de media was er al aandacht genoeg voor de regeling toen deze in 2006 werd

aangenomen en ingesteld, extra aandacht leek niet nodig (circa 15%)

Volksvertegenwoordigers

De ondervraagde volksvertegenwoordigers noemen, zo blijkt ook uit paragraaf 2.2, dat het niet zelden de griffie was die een actieve rol heeft ingenomen bij het introduceren van de regeling onder de raadsleden. Volksvertegenwoordigers geven aan dat voor vragen en/of advies met betrekking tot de regeling men terecht kan bij de griffie, of dat de griffie de regeling actief onder de aandacht heeft gebracht.

Hieronder een korte bloemlezing van de manier waarop volksvertegenwoordigers door griffiers zijn geïnformeerd over de regeling.

“De griffie heeft de regeling duidelijk uitgelegd. Wij waren al op de hoogte dat de mogelijkheid er was, maar wisten niet goed hoe het in de praktijk werkt”

“Ik ben door de griffie begeleid bij het gebruik maken van de regeling”

“Een gemeenteraadslid heeft mij geïnformeerd over de regeling. Dit raadslid maakte ook gebruik van verlof.”

“Wezen mij op de mogelijkheid me tijdelijk als raadslid te laten vervangen toen ik ziek werd.”

(33)

2.3 Huidige informatievoorziening

Griffiers

Griffiers zelf geven in ruime meerderheid aan dat ze niet een actieve rol in de informatieverstrekking over de regeling spelen: 64% geeft aan dat volksvertegenwoordigers de informatie persoonlijk bij hen kunnen navragen. Respectievelijk 11% en 10% noemen intranet en de interne nieuwsbrief (digitaal of hardcopy) als methode, gevolgd door internet (de site) en per brief (beide 3%), en folders (1%). Nog eens 14% geeft simpelweg aan geen informatie te verstrekken, 2% stelt dat er geen informatie beschikbaar is. Dat laatste is overigens niet het geval bij griffiers die ervaring met de regeling hebben.

Nog eens een kwart (25%) noemt andere middelen om informatie beschikbaar te stellen – in veel gevallen betreft dat pragmatische oplossingen, namelijk ‘als de situatie zich voordoet’. Informele manieren zoals ‘een persoonlijke benadering’, de mail of doorgeven aan de Personeel en Arbeid afdeling worden eveneens genoemd, net als ‘opnemen in het handboek voor raadsleden’ of leesmap/

deelmap (die voor alle raadsleden inzichtelijk is).

9 | Op welke wijze wordt de informatie over de regeling beschikbaar gesteld? (basis: alle ondervraagde griffiers, n=263)

10 3 11

3

64 1

25

14 2 Interne nieuwsbrief

Op internet Via intranet Per brief

Persoonlijk navragen Folders

Diversen

Bron: TNS NIPO, 2012

Vervangen volksvertegenwoordigers, vervangers en fractiegenoten

Een meerderheid (63%) van de volksvertegenwoordigers weet nu waar men informatie over de regeling kan vinden. Vooral de vervangen volksvertegenwoordigers (67%) en de fractiegenoten (66%) blijken op de hoogte, dat geldt iets minder voor de vervangers (55%).

(34)

3 Selectie kandidaat & overdracht

3.1 Termijn aanvraag regeling

Vervangen volksvertegenwoordigers

De meerderheid van de vervangen volksvertegenwoordigers die van de regeling gebruik hebben gemaakt, heeft ruim van tevoren aangegeven dit te willen doen. Toch liet een aanzienlijk deel (39%) het op de laatste vier weken aankomen. In twee gevallen nam de volksvertegenwoordiger in kwestie een week van tevoren of zelfs per direct verlof op (in beide gevallen ging het om ziekte). Gemiddeld gaven volksvertegenwoordigers die gebruik maakten van de regeling in verband met zwangerschap zo’n 12,5 weken voor hun eerste verlofdag aan dat zij gebruik wilden maken van de regeling. Bij zieke volksvertegenwoordigers lag dit gemiddelde op 4 weken.

10 | Hoe lang voor aanvang van verlof, hebt u aangegeven gebruik te willen maken van de regeling? (basis: alle ondervraagde volksvertegenwoordigers, n=36)

3

11

25

6 0 weken

1 - 2 weken

3- 4 weken

5-6 weken

Bron: TNS NIPO, 2012

Circa 72% van de vervangen volksvertegenwoordigers die gebruik hebben gemaakt van de regeling hebben dit aangegeven bij de griffie van het vertegenwoordigend orgaan waar zij werkzaam zijn. Circa 14% geeft dit aan bij de fractievoorzitter. De overige 14% heeft dit bij de burgemeester aangegeven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Tweede Kamer heeft de minister van Defensie na het verschijnen van de B-brief gevraagd hoeveel budget nodig zou zijn om een vierde boot van variant A aan te schaffen.. 4

Nu de A-brief, volgens de nieuwe systematiek van het DMP, evenmin inzicht geeft in de financiële randvoorwaarden waaraan de vervanging van de onderzeebootcapaciteit moet voldoen,

De behandeling verwijdert de bacterie tijdelijk voor de duur van de ingreep uit de neus en van de huid.. U verkleint daarmee de kans op

In het nieuwe cultuurbeleid wat momenteel wordt opgesteld wordt de positie van Kranenburgh opnieuw bevestigd, maar wordt ook voorgesteld om het potentieel van Kranenburgh

Invloed van het gehalte stikstof volgens Kjeldahl, chloride en zwevende stof op de CZV/{TC-IC)- en CZVINPOC-verhouding Resultaten van de bepaling van het CZV in

De onderstelling die wij op het oog hebben hangt samen met het type van ver­ vanging waarop de in de bedrijfseconomische literatuur naar voren gebrachte

Wanneer de stationaire metingen worden vergeleken met de persoonlijke metingen (figuur 2) blijkt dat de andere werknemers worden blootgesteld aan de concentratie

Hierbij willen wij aangeven ons veel zorgen te maken om de hele gang van zaken en ernstige bezwaren te hebben en tegen de bouw van 36 woningen te zijn!. De wethouder heeft