• No results found

Den Haag, 18 juni 2013

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Den Haag, 18 juni 2013"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PERSBERICHT

Den Haag, 18 juni 2013

Langdurig onbeheerste veiligheidssituatie bij Odfjell Rotterdam Onvolkomen toezicht en handhaving leiden tot verhoogde risico’s

Bij Odfjell Rotterdam is sprake geweest van een langdurig onbeheerste veiligheidssituatie en is niet voldaan aan wet- en regelgeving. Hierdoor hebben werknemers en de omgeving een verhoogd risico gelopen. De toezichthouders waren al jaren op de hoogte van de slechte veiligheidssituatie, maar grepen pas laat in. Vooral de DCMR ging bij het toezicht uit van een goede relatie met het bedrijf, in de veronderstelling dat dit de meest effectieve manier was om de veiligheid bij het bedrijf te

waarborgen. Dat staat in het rapport ‘Veiligheid Odfjell Terminals Rotterdam 2000 – 2012’ dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid vandaag heeft gepubliceerd.

Veiligheid vormde geen integraal onderdeel van de bedrijfsvoering en een gevoel van urgentie ontbrak. Het verwondert de Raad dat een bedrijf dat op grote schaal omgaat met gevaarlijke stoffen zo lang is

doorgegaan onder de geschetste onveilige omstandigheden. Het management van Odfjell SE moet volgens de Onderzoeksraad zorgen dat veiligheid bij de Rotterdamse terminal prioriteit krijgt. Het toezicht en de handhaving binnen het Brzo-stelsel kan en moet verbeterd worden.

Het bedrijf

Op 27 juli 2012 besluit Odfjell onder toenemende druk van de toezichthouders het bedrijf geheel stil te leggen. De kwestie Odfjell leidt tot onrust onder de bevolking en veel aandacht in politiek en media. Na eerdere problemen bij risicovolle bedrijven als Chemie-Pack, Huntsman en Thermphos, heeft de situatie bij Odfjell Rotterdam opnieuw het vertrouwen van burgers in deze sector schade toegebracht. De

opeenstapeling van mediaberichten, het toenemend aantal incidenten, informatie die openbaar werd

gemaakt door klokkenluiders en het uitblijven van actie door bevoegde overheden heeft de Onderzoeksraad doen besluiten onderzoek te doen naar Odfjell.

Odfjell Rotterdam is primair verantwoordelijk voor de eigen veiligheid. In de door de Onderzoeksraad voor Veiligheid onderzochte periode, 2000 tot 2012, is het management van Odfjell Rotterdam niet in staat gebleken een veiligheidsaanpak te ontwikkelen en prioriteiten te stellen om het gewenste veiligheidsniveau te bereiken. De structurele beheersing van de veiligheidsproblemen blijft achterwege. Daarmee is het management tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheid op het gebied van veiligheid.

De Raad beveelt Odfjell aan om duidelijke veiligheidsdoelstellingen en -taken voor het managementteam van Odfjell Rotterdam op te stellen en daarnaast structureel de prestaties van het managementteam ten aanzien van veiligheid te beoordelen. Veiligheidsincidenten moeten door het management van Odfjell Rotterdam direct worden gemeld en beoordeeld door de raad van commissarissen.

Toezicht en handhaving

De drie toezichthouders – de Milieudienst Rijnmond DCMR, de Inspectie SZW en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) – waren al vele jaren op de hoogte van de slechte veiligheidsituatie bij Odfjell Rotterdam. Ernstige overtredingen leidden echter nauwelijks tot bestuurlijke sancties. Vooral de DCMR ging uit van een goede relatie in de veronderstelling dat dit de meest effectieve manier is om de veiligheid bij het bedrijf te kunnen waarborgen. De VRR trad niet handhavend op en sloot zich aan bij de aanpak van de DCMR. De Inspectie SWZ hanteerde een strengere handhavingsaanpak, maar schaarde zich in de periode 2009-2011 ook achter de aanpak van de DCMR.

(2)

Mededeling voor redacties

Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot de woordvoerders van de Raad, Sandra Groenendal, 0623 175 701 of Wim van der Weegen 0623 464 277

U vindt ons ook op @onderzoeksraad Bij Odfjell Rotterdam was naar het oordeel van de Onderzoeksraad voor Veiligheid sprake van zogenoemd

‘onderhandelingstoezicht'. Dit is een begrip waarmee de Onderzoeksraad aangeeft dat bij dergelijk toezicht geen sprake is van strikte bestuursrechtelijke of strafrechtelijke sanctionering, maar veel meer van overleg en afstemming tussen toezichthouder en het bedrijf over de wijze waarop de overtreding ongedaan kan worden gemaakt. Hierbij wordt vaak gekozen voor een door het bedrijf op te stellen plan van aanpak. Door deze werkwijze wordt het lastiger om kritisch en met afstand van het bedrijf te inspecteren en handhaven.

In het proces van aanvraag en afhandeling van vergunningen was de DCMR lange tijd meedenkend en meegaand. Het bedrijf werd welwillend tegemoet getreden, in sommige gevallen ten onrechte. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat veel veranderingen op het terrein niet met een wijziging van de vergunning werden afgehandeld maar met lichtere procedures die zich deels aan de openbaarheid onttrokken. Hierdoor worden burgers en andere betrokkenen op achterstand gezet doordat zij niet kunnen achterhalen wat zich bij het bedrijf afspeelt.

De overheid zou zorg moeten dragen voor het op een publieksvriendelijke en toegankelijke wijze informeren van burgers over de inhoud en betekenis van toezicht en handhaving bij Brzo-bedrijven.

Brzo-stelsel

In Nederland is geen helder kader voor het toezicht op zogenoemde Brzo-bedrijven en de handhaving als gevolg van gedeelde verantwoordelijkheid, fragmentatie in het toezicht en overlappende bevoegdheden. Dat dit effectieve handhaving in de weg staat, is eerder geconstateerd. De Raad beveelt de staatssecretaris voor Infrastructuur en Milieu aan om zorg te dragen dat de verantwoordelijk bewindspersoon doorzettingsmacht krijgt om in te grijpen bij de Brzo-toezichthouders en -bevoegd gezag als dat nodig is in het belang van een doeltreffende handhaving en daarnaast te borgen dat de toezichthouders hun handhavingsbeleid en de sanctionering onderling en met het Openbaar Ministerie afstemmen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De inspectie verwacht van ProRail en DB Cargo dat zij voor goederentreinen met gevaarlijke stoffen alleen gebruik maken van rijwegen waarbij (toeleidende) seinen zoveel als

Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat MRDH 2015 (Bijdrageregeling EV) de bevoegdheid om binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting

Op grond van de Financiële verordening MRDH 2015, artikel 12, dienen tenminste eens in de vier jaar de beleidskaders voor het instellen, muteren en opheffen van reserves,

dit project voor een totaal bedrag van € 7 miljoen voor zijn rekening) - 4,0 miljoen Lagere besteding dan begroot verlening subsidies OV-infrastructuur - 4,9 miljoen

Een aantal activiteiten waar we ons binnen deze strategie op richten, vallen niet direct onder de vijf genoemde speerpunten, maar zijn wel van groot belang voor het versterken van het

 In 2012 is ActiZ, samen met de VGN, de samenwerking met Brandweer Nederland gestart om de aanpak Geen Nood bij Brand landelijk bekendheid te geven.. De uitrol van Geen Nood

De argumenten voor een spitsloze kraan, de hoogtebeperking en een lagere kans op ongevallen met ande- re kranen is voor de bouwplaats in Rotterdam niet van toepas- sing, daar er

Aanvullend op het rapport van de EU over de aantallen zware ongevallen kan nog worden toegevoegd dat in 2013 in Nederland twee incidenten bij Brzo-bedrijven hebben plaatsgevonden