• No results found

Gelet op artikel 2.2.4, vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gelet op artikel 2.2.4, vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

B9842.K1 Besluit van …

tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB inzake niet bestede of teruggevorderde aanvullende middelen in verband met bijzondere omstandigheden

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op artikel 2.2.4, vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Het Uitvoeringsbesluit WEB wordt gewijzigd als volgt.

Aan artikel 2.1.3 wordt een derde lid toegevoegd, luidend:

3. Op 1 november wordt de som berekend van de betalingen die op grond van artikel 2.3.3, eerste lid van de wet, zijn verricht in de periode van 1 januari tot en met 31 oktober en de betalingen waarvoor op 1 november vaststaat dat ze nog dat kalenderjaar worden verricht. Indien die som lager is dan de som van het bedrag dat voor die

betalingen was gereserveerd en de middelen die in dat jaar zijn teruggevorderd op grond van een beschikking als bedoeld in artikel 2.2.3, eerste lid, derde volzin, van de wet, wordt het landelijk beschikbare budget voor de exploitatiekosten en

huisvestingskosten voor het betreffende kalenderjaar verhoogd met dat verschil.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

(2)

B9842.K-1

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

(3)

B9842.K1 Nota van toelichting

1. Inleiding

De aanleiding voor dit besluit is een uitbreiding van de wettelijke grondslag voor de verstrekking van aanvullende middelen aan mbo-instellingen in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Deze uitbreiding is opgenomen in de Wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het verstrekken van

aanvullende middelen in verband met bijzondere omstandigheden (Stb. … ; hierna te noemen: de wet).

2. Nut en noodzaak

Het doel van dit besluit is om een procedure vast te leggen voor overheveling van overgebleven en teruggevorderde middelen voor individuele aanvullingen op de

bekostiging naar het landelijk beschikbare budget. Dit geeft de instellingen meer inzicht en zekerheid met betrekking tot de wijze waarop de rijksbijdrage wordt bepaald.

3. Inhoud

De wet regelt (door wijziging van artikel 2.3.3, eerste lid, van de WEB) dat de minister aanvullende middelen kan verstrekken aan een instelling bij zeer bijzondere, niet voorzienbare omstandigheden. Dit besluit regelt dat de voor deze verstrekkingen gereserveerde, maar niet bestede middelen worden toegevoegd aan het landelijk beschikbare budget voor exploitatie- en huisvestingskosten. Daartoe wordt elk kalenderjaar op of zo spoedig mogelijk na 1 november bekeken welke middelen zijn besteed of naar verwachting nog in dat kalenderjaar zullen worden besteed. Deze middelen worden in mindering gebracht op de som van het gereserveerde bedrag en de middelen die in dat jaar zijn teruggevorderd van instellingen waaraan in een eerder jaar aanvullende middelen zijn verstrekt. Het verschil wordt toegevoegd aan het landelijk beschikbare budget.

4. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Deze wijziging leidt niet tot administratieve lasten. Als het landelijk beschikbare budget voor de exploitatiekosten en huisvestingskosten wordt verhoogd dan ontvangen

instellingen vanzelf een aangepaste beschikking.

5. Administratieve lasten en regeldruk

Deze wijziging leidt niet tot administratieve lasten. Als het landelijk beschikbare budget opgehoogd wordt dan ontvangen de mbo-instellingen automatisch een aangepaste beschikking. Zij hoeven hier zelf geen handelingen voor te verrichten.

6. Gevolgen voor de Rijksbegroting

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de Rijksbegroting. Uit het macrobudget mbo1 zal jaarlijks circa 0,3% gereserveerd worden voor toepassing van artikel 2.3.3, eerste lid, van de wet. Op grond van dit besluit worden niet bestede en teruggevorderde middelen aan het einde van het lopende jaar toegevoegd aan het macrobudget mbo.

7. Caribisch Nederland

De scholen in Caribisch Nederland verzorgen zowel voortgezet onderwijs als middelbaar beroepsonderwijs. De bekostiging van deze scholen is heel anders dan de bekostiging

1Hoofdstuk VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

(4)

B9842.K1

van de mbo-instellingen in Europees Nederland. Er wordt bijvoorbeeld niet gewerkt met een macrobudget. Bovendien wordt het onderwijs in Caribisch Nederland op veel kleinere schaal verzorgd. Het maken van een jaarlijkse reservering is daarom voor Caribisch Nederland niet mogelijk en ook niet nodig. Daarom bevat dit besluit geen regeling voor Caribisch Nederland.

8. Internetconsultatie

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Ingrid van Engelshoven

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naast deze verplichtingen zal de AFM nadere regels vaststellen, waarin onder andere wordt vastgelegd wanneer de informatie adequaat is en de keuze weloverwogen, wanneer

tot wijziging van het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019 in verband met onder meer wijziging van enkele maatstaven en toevoeging van enkele onder toezicht staande

Op grond van het eerste lid moet een instelling die toestemming heeft gekregen voor het ontwikkelen van het regionale deel van een of meer regionale kwalificaties per

Het bevoegd gezag kan de uren, bedoeld in het derde of vierde lid, invullen met activiteiten die worden verzorgd in het onderwijsprogramma als bedoeld in artikel 27a, tweede lid,

Een ouder, die een verzekerde is die recht op zorg heeft op grond van artikel 3.2.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg of op grond van artikel 11.1.1 van de Wet langdurige

Conform artikel 8.3.4, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB) stellen alle gemeenten, instellingen en scholen (inclusief praktijkonderwijs en

De vraag of een keurling in het verleden kanker heeft gehad is, voor zover die vraag be- trekking heeft op een vorm van kanker waarvan de keurling naar het oordeel van een

Onder vervanging van de punt aan het einde van artikel 7, tweede lid, onderdeel f, door een puntkomma wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:a. leden van