Nomenclatuur van de socio‐economische positie vanaf 2003 :
1. Werkend
1.1. Werkend in loondienst
1.1.1. Werkend in één job in loondienst
1.1.2. Werkend in meerdere jobs in loondienst 1.2. Werkend als zelfstandige
1.2.1. In hoofdberoep 1.2.2. In bijberoep
1.2.3. Werkend als zelfstandige na pensioenleeftijd
1.3. Werkend als helper bij een werkgever met zelfstandigenstatuut 1.3.1. Werkend als helper in hoofdberoep
1.3.2. Werkend als helper in bijberoep
1.3.3. Werkend als helper na pensioenleeftijd
1.4. Werkend in loondienst en als zelfstandigen/helper 1.4.1. Voornaamste job wordt uitgeoefend in loondienst
1.4.2. Voornaamste job wordt uitgeoefend als zelfstandige in hoofdberoep met bijkomende job in loondienst 1.4.3. Voornaamste job wordt uitgeoefend als helper in hoofdberoep met bijkomende job in loondienst
2. Werkzoekend
2.1. Werkzoekend na voltijdse tewerkstelling, met werkloosheidsuitkering 2.2. Werkzoekend na een vrijwillig deeltijdse job, met werkloosheidsuitkering 2.3. Werkzoekend na studies, met wachtuitkering of overbruggingsuitkering 2.4. Werkzoekend met begeleidingsuitkering
3. Niet beroepsactief
3.1.Volledige loopbaanonderbreking / voltijds tijdskrediet 3.2. Vrijstelling van inschrijving als werkzoekende
3.3. Leefloon/financiële hulp 3.3.1 Leefloon
3.3.2 Financiële hulp
3.4. Pensioentrekkend zonder werk 3.5 Voltijds bruggepensioneerd
3.6. Rechtgevende kinderen voor kinderbijslag ∗ 3.7 Volledig arbeidsongeschikt
4. Andere
∗ opgenomen in de bestanden van de RKW of het RSVZ
Afgeleide variabelen ter aanvulling van de nomenclatuur :
RVA
Bij nomenclatuurpositie Afgeleide variabele Omschrijving Waarden
Alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend)
Activering RVA De persoon is tewerkgesteld in een loontrekkende job, met tussenkomst van de RVA in het kader van een activeringsprogramma OF
is tewerkgesteld in verschillende loontrekkende jobs, met tussenkomst van de RVA in het kader van een activeringsprogramma
OF
de persoon is tewerkgesteld als loontrekkende met een bijkomende activiteit in het zelfstandigenstatuut, met tussenkomst van de
RVA in het kader van een
activeringsprogramma – afgeleide variabelen
ja/nee (1/0)
Alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend)
Halftijds brugpensioen De persoon is tewerkgesteld in een loontrekkende job, met tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijds brugpensioen OF
de persoon is tewerkgesteld in verschillende loontrekkende jobs, met tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijds brugpensioen OF
de persoon is tewerkgesteld als zelfstandige in
ja/nee (1/0)
bijberoep, met een tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijds brugpensioen
OF
de persoon is tewerkgesteld als helper in bijberoep, met tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijds brugpensioen
OF
de persoon is tewerkgesteld als loontrekkende met een bijkomende activiteit in het zelfstandigenstatuut, met tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijds brugpensioen OF
de persoon is tewerkgesteld als zelfstandige in hoofdberoep met een activiteit in loondienst waarvoor er een tussenkomst is van de RVA in het kader van een halftijds brugpensioen
OF
de persoon is tewerkgesteld als helper in hoofdberoep met een activiteit in loondienst waarvoor er een tussenkomst is van de RVA in het kader van een halftijds brugpensioen – afgeleide variabele
Alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend)
Voltijds brugpensioen De persoon is tewerkgesteld als zelfstandige in bijberoep, met een uitkering in het kader van een voltijds brugpensioen OF de persoon is tewerkgesteld als helper in bijberoep, met een uitkering in het kader van een voltijds brugpensioen – afgeleide variabele
ja/nee (1/0)
Alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend)
Deeltijdse
loopbaanonderbreking
De persoon is tewerkgesteld in een loontrekkende job, met een tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijdse loopbaanonderbrekingsuitkering
OF
de persoon is tewerkgesteld in verschillende loontrekkende jobs, met een tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijdse loopbaanonderbrekingsuitkering
OF
de persoon is tewerkgesteld als zelfstandige in bijberoep met een uitkering in het kader van een deeltijdse loopbaanonderbreking
OF
de persoon is tewerkgesteld als helper in bijberoep met een uitkering in het kader van een deeltijdse loopbaanonderbreking
OF
de persoon is in hoofdberoep tewerkgesteld als loontrekkende en is tevens zelfstandige en geniet van een tussenkomst van de RVA in het kader van een deeltijdse loopbaanonderbreking
OF
de persoon is tewerkgesteld als helper in hoofdberoep met een activiteit in loondienst waarvoor er een tussenkomst is van de RVA in het kader van een loopbaanonderbreking
OF
ja/nee (1/0)
de persoon is tewerkgesteld als helper in hoofdberoep met een activiteit in loondienst waarvoor er een tussenkomst is van de RVA in het kader van een loopbaanonderbreking – afgeleide variabelen
Alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend)
Volledige
loopbaanonderbreking
De persoon is tewerkgesteld als zelfstandige in bijberoep, met een uitkering in het kader van een volledige loopbaanonderbreking
OF
de persoon is tewerkgesteld als helper in bijberoep, met een uitkering in het kader van een volledige loopbaanonderbreking – afgeleide variabele
ja/nee (1/0)
Alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend)
Inkomensgarantie‐
uitkering
De persoon is deeltijds tewerkgesteld in een loontrekkende job met behoud van rechten en een inkomensgarantie‐uitkering
OF
de persoon is deeltijds tewerkgesteld in verschillende loontrekkende jobs, met behoud van rechten en een inkomensgarantie‐uitkering – afgeleide variabelen
ja/nee (1/0)
Alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend)
PWA De persoon is tewerkgesteld in een PWA (met vrijstelling) – afgeleide variabele
ja/nee (1/0)
Alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend)
zelfstandige of helper in bijberoep + uitkering van de RVA als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze
De persoon is tewerkgesteld als zelfstandige in bijberoep, met een uitkering als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze
OF
de persoon is tewerkgesteld als helper in
ja/nee (1/0)
bijberoep, met een uitkering als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze
Nomenclatuurpositie 3.2 (Vrijstelling van inschrijving als werkzoekende)
Oudere werkzoekende Een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze kan, naargelang zijn beroepsverleden en zijn leeftijd, een vrijstelling van inschrijving als werkzoekende genieten
ja/nee (1/0)
Nomenclatuurpositie 3.2 (Vrijstelling van inschrijving als werkzoekende)
Vrijstelling van inschrijving om familiale of sociale redenen
Een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze kan een vrijstelling van inschrijving als werkzoekende genieten omwille van sociale of familiale redenen die hem betreffen of iedere andere persoon die met hem samenleeft, zijn kinderen, zijn ouders, zijn broers en zussen, een persoon die hij of zijn echtgenoot ten laste heeft of een persoon van wie hij (of zijn echtgenoot) de voogd of een toeziende voogd is.
ja/nee (1/0)
Nomenclatuurpositie 3.2 (Vrijstelling van inschrijving als werkzoekende)
Vrijstelling van inschrijving omwille
van een
(beroeps)opleiding
Een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze kan een vrijstelling van inschrijving als werkzoekende genieten als hij een beroepsopleiding volgt die georganiseerd of gesubsidieerd wordt door de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdienst of die erkend is door de directeur van het werkloosheidsbureau. Deze vrijstelling wordt maar één keer toegekend.
ja/nee (1/0)
Nomenclatuurpositie 3.2 (Vrijstelling van inschrijving als werkzoekende)
Andere vrijstellingen Een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze kan een vrijstelling van inschrijving als werkzoekende genieten als hij deelneemt aan een humanitaire actie die geleid wordt door een organisatie die erkend wordt door een Belgische,
ja/nee (1/0)
buitenlandse of internationale overheid. De vrijstelling kan ook toegekend worden aan werklozen die ouder zijn dan 50 jaar en aan ontwikkelingssamenwerking doen.
RVP‐pensioenkadaster
Bij nomenclatuurpositie Afgeleide variabele Omschrijving Waarden
Alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend)
Werkend als
pensioentrekkende
Pensioentrekkende die (toegelaten) arbeid uitoefent (op de laatste dag van het kwartaal).
ja/nee (1/0)
Rustpensioen werknemersstelsel
Pensioentrekkende die een rustpensioen van het werknemersstelsel ontvangt
ja/nee (1/0)
Rustpensioen zelfstandigenstelsel
Pensioentrekkende die een rustpensioen van het zelfstandigenstelsel ontvangt
ja/nee (1/0)
Rustpensioen stelsel ambtenaren
Pensioentrekkende die een rustpensioen van het stelsel der ambtenaren ontvangt
ja/nee (1/0)
Buitenlands rustpensioen
Pensioentrekkende die een buitenlands rustpensioen ontvangt
ja/nee (1/0)
Overlevingspensioen werknemersstelsel
Pensioentrekkende die een overlevingspensioen van het werknemersstelsel ontvangt
ja/nee (1/0)
Overlevingspensioen zelfstandigenstelsel
Pensioentrekkende die een overlevingspensioen van het zelfstandigenstelsel ontvangt
ja/nee (1/0)
Overlevingspensioen stelsel ambtenaren
Pensioentrekkende die een overlevingspensioen van het stelsel der ambtenaren ontvangt
ja/nee (1/0) Nomenclatuurpositie 3.4 +
alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend) en afgeleide variabele werkend als pensioen‐
trekkend = 1
Buitenlands
Overlevingspensioen
Pensioentrekkende die een buitenlands overlevingspensioen ontvangt
ja/nee (1/0)
GIB/IBO Pensioentrekkende die een gewaarborgd inkomen voor bejaarden of een
inkomensgarantie voor ouderen ontvangt
ja/nee (1/0)
Tegemoetkoming_
mindervaliden
Pensioentrekkende die een tegemoetkoming voor mindervaliden ontvangt
ja/nee (1/0)
Afgeleid_pensioen Pensioentrekkende die een afgeeleid pensioen ontvangt
ja/nee (1/0)
POD MI
Bij nomenclatuurpositie Afgeleide variabele Omschrijving Waarden
Alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend)
Werkend en leefloner De persoon heeft een job en ontvangt in aanvulling op zijn loon een leefloon of financiële hulp
ja/nee (1/0)
Alle nomenclatuurposities
beginnend met 2
(werkzoekend)
Werkzoekende en leefloner
De persoon ontvangt een
werkloosheidsuitkering en ontvangt een leefloon of een gelijkwaardige financiële steun
ja/nee (1/0)
Nomenclatuurpositie 3.1 (Volledig
loopbaanonderbreking / voltijds tijdskrediet)
Loopbaanonderbreker en leefloner
De persoon geniet een volledige loopbaanonderbreking en ontvangt een leefloon of financiële hulp
ja/nee (1/0)
Nomenclatuurpositie 3.2 (Vrijstelling van inschrijving als werkzoekende)
Vrijgestelde
werkzoekende en leefloner
De persoon is vrijgesteld van stempelcontrole en ontvangt een leefloon of financiële hulp
ja/nee (1/0)
Nomenclatuurpositie 3.4 (Pensioentrekkend zonder werk)
Gepensioneerd en leefloner
De persoon is gepensioneerd en ontvangt een leefloon of financiële hulp
ja/nee (1/0)
Nomenclatuurpositie 3.5 Bruggepensioneerd en De persoon is met volledig brugpensioen en ja/nee (1/0)
(Voltijds bruggepensioneerd) leefloner ontvangt een leefloon of financiële hulp RKW en RSVZ‐kinderbijslagen
Bij nomenclatuurpositie Afgeleide variabele Omschrijving Waarden
Alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend)
Werkend als
rechtgevend kind
Kind dat werkend is (op de laatste dag van het kwartaal) maar tevens rechtgevend is op kinderbijslag bij RKW of RSVZ Kinderbijslag.
ja/nee (1/0)
Nomenclatuurpositie 3.3.1 en 3.3.2 (leefloon/financiële hulp)
Leefloner als
rechtgevend kind
Kind dat een leefloon of financiële hulp ontvangt van het OCMW en tevens rechtgevend is op kinderbijslag bij RKW of RSVZ Kinderbijslag
ja/nee (1/0)
Kinderbijslag_RKW Kind dat rechtgevend is op kinderbijslag is bij RKW (d.w.z. een rechtgevend kind opgenomen in het kadaster van de RKW)
ja/nee (1/0) Nomenclatuurpositie 3.6
(Rechtgevende kinderen voor kinderbijslag bij RKW of RSVZ)
+
alle nomenclatuurposities beginnend met 1 (werkend) en afgeleide variabele werkend als rechtgevend kind = 1
+
nomenclatuurpositie 3.3.1 en 3.3.2 (leefloon/financiële hulp) en afgeleide variabele leefloner als rechtgevend kind = 1
Kinderbijslag_RSVZ Kind dat rechtgevend is op kinderbijslag is bij RSVZ
ja/nee (1/0)
Opbouw van het systeem van de nomenclatur met de bijhorende afgeleide variabelen :
De nomenclatuur van de socio‐economische positie en de bijhorende afgeleide variabelen wordt opgebouwd in 5 stappen.
Stap 1 : eerst wordt de populatie beschouwd van personen gekend op de laatste dag van het kwartaal bij de RSZ, de RSZPPO, het RSVZ en de RVA. Op basis van deze 4 bronnen worden de posities beginnend met 1 (werkend), beginnend met 2 (werkzoekend) en de posities 3.1 (volledige loopbaanonderbreking / voltijds tijdskrediet), 3.2 (vrijstelling van inschrijving als werkzoekende) en 3.5 (voltijds bruggepensioneerd) bepaald. Tegelijk worden ook de afgeleide variabelen van de RVA gecreëerd, ter aanvulling van deze nomenclatuurposities.
Stap 2 : vervolgens wordt de populatie gekend op de laatste dag van het kwartaal van het RVP‐pensioenkadaster toegevoegd. De personen die nog geen nomenclatuurpositie gekregen hebben uit stap 1 ontvangen de nomenclatuurpositie 3.4 (pensioentrekkend zonder werk). Personen die in stap 1 al een nomenclatuurpositie ontvangen hebben, behouden deze. Personen die in stap 1 al een code hebben gekregen beginnend met 1, d.w.z.
personen die werkend zijn naast pensioentrekkend, krijgen een waarde 1 voor de afgeleide variabele “werkend als pensioentrekkende”.
Tevens wordt voor zowel de pensioentrekkenden zonder werk (nomenclatuurpositie 3.4) als de pensioentrekkenden met werk (afgeleide variabele “werkend als pensioentrekkende” = 1) het soort pensioen bepaald dat de betrokkene ontvangt (één of meerdere) a.d.h.v. elf bijkomende afgeleide variabelen, met name :
¾ rustpensioen werknemersstelsel;
¾ rustpensioen zelfstandigenstelsel;
¾ rustpensioen stelsel ambtenaren;
¾ buitenlands rustpensioen;
¾ overlevingspensioen werknemersstelsel;
¾ overlevingspensioen zelfstandigenstelsel;
¾ overlevingspensioen stelsel ambtenaren;
¾ buitenlands overlevingspensioen;
¾ GIB/IBO;
¾ tegemoetkoming_ mindervaliden;
¾ afgeleid_pensioen.
Stap 3 : vervolgens wordt de populatie gekend op de laatste dag van het kwartaal van de POD MI toegevoegd. De personen die nog geen nomenclatuurpositie gekregen hebben in stap 1 of 2 ontvangen de nomenclatuurpositie 3.3.1 (leefloon) of 3.3.2. (financiële hulp). Personen die in stap 1 of 2 al een nomenclatuurpositie hebben gekregen, behouden deze.
Personen die in stap 1 al een code hebben gekregen beginnend met 1, d.w.z. personen die werkend zijn en leefloon of financiële hulp ontvangen, krijgen een waarde 1 voor de afgeleide variabele “werkend en leefloner”.
Personen die in stap 1 al een code hebben gekregen beginnend met 2, d.w.z. personen die werkzoekende zijn en leefloon of financiële hulp ontvangen, krijgen een waarde 1 voor de afgeleide variabele “werkzoekende en leefloner”.
Personen die in stap 1 al een code 3.1 hebben gekregen (“volledige loopbaanonderbreking / voltijds tijdskrediet”), d.w.z. personen die in voltijdse loopbaanonderbreking of voltijds tijdskrediet zijn en leefloon of financiële hulp ontvangen, krijgen een waarde 1 voor de afgeleide variabele “Loopbaanonderbreker en leefloner”.
Personen die in stap 1 al een code 3.2 hebben gekregen (“vrijstelling van inschrijving als werkzoekende”), d.w.z.
personen die in voltijdse loopbaanonderbreking of voltijds tijdskrediet zijn en leefloon of financiële hulp ontvangen, krijgen een waarde 1 voor de afgeleide variabele “vrijgestelde werkzoekende en leefloner”.
Personen die in stap 1 al een code 3.5 hebben gekregen (“voltijds bruggepensioneerd”), d.w.z. personen die in voltijdse loopbaanonderbreking of voltijds tijdskrediet zijn en leefloon of financiële hulp ontvangen, krijgen een waarde 1 voor de afgeleide variabele “bruggepensioneerd en leefloner”.
Personen die in stap 2 al een code 3.4 hebben gekregen (“pensioentrekkend zonder werk”), d.w.z. personen die in voltijdse loopbaanonderbreking of voltijds tijdskrediet zijn en leefloon of financiële hulp ontvangen, krijgen een waarde 1 voor de afgeleide variabele “gepensioneerd en leefloner”.
Stap 4 : vervolgens worden de rechtgevende kinderen op kinderbijslag gekend op de laatste dag van het kwartaal in de bestanden van de RKW en het RSVZ toegevoegd. De personen die nog geen nomenclatuurpositie hebben gekregen in stap 1, 2 of 3 ontvangen de nomenclatuurpositie 3.6 (rechtgevend kind op kinderbijslag).
Personen die in stap 1 al een code hebben gekregen beginnend met 1, d.w.z. personen die werkend zijn en rechtgevend kind, krijgen een waarde 1 voor de afgeleide variabele “werkend als rechtgevend kind”.
Personen die in stap 3 al een code 3.3.1 (leefloon) of 3.3.2. (financiële hulp) hebben gekregen, d.w.z. rechtgevende kinderen op kinderbijslag die een leefloon of financiële hulp ontvangen, krijgen een waarde 1 voor de afgeleide variabele “leefloner als rechtgevend kind”.
Tevens worden voor de rechtgevende kinderen op kinderbijslag (nomenclatuurpositie 3.4), de rechtgevende kinderen die werkend zijn (afgeleide variabele “werkend als rechtgevend kind” = 1) en de rechtgevende kinderen die een leefloon of financiële hulp ontvangen (afgeleide variabele “leefloner als rechtgevend kind” = 1) bepaald of ze voorkomen in de bestanden van de RKW (Kinderbijslag_RKW ) dan wel in de bestanden van het RSVZ (Kinderbijslag_RSVZ). De rechtgevende kinderen die voorkomen in de bestanden van de RKW (kinderbijslagstelsel van de loontrekkenden) krijgen een waarde 1 voor de afgeleide variabele “kinderbijslag_RKW”, diegenen die voorkomen in de bestanden van het RSVZ (kinderbijslagstelsel van de zelfstandigen) krijgen een waarde 1 voor de afgeleide variabele “kinderbijslag_RSVZ”.
Stap 5 : tenslotte worden de volledig arbeidsongeschikten toegevoegd. Dit moet nog worden uitgewerkt.