Lu Bouten, JorisMooij
9 augustus 2004
Dit zijn de aantekeningen bij het appli atie uur groepentheorie voor fysi i. Doel is
zoveel mogelijkideeenuithet ollegevanGertHe kmanteverduidelijkenaan dehandvan
symmetriegroepen van mole ulen. Vier voorbeelden worden redelijk onsequent doorhet
hele ollege heen meegenomen: water, ammoniak, methaan en ethaan. Meer informatie
is te vinden in de boeken van Sternberg[8 ℄, Serre [7 ℄ en Miller[5℄ (deze laatste is helaas
uitverko ht).
Nogeenopmerkingbetreendedenotatie. Erzijnvers hillendenotatiesinzwang,voor
groepen,elementen, onjugatieklassenenrepresentaties. ZoiserdeS hon iesnotatievoor
puntgroepenen hunelementen. DeS hon iesnotatiewordtveelvuldiggebruiktbinnende
theoretis he hemieendemole uulfysi a(ziebijv.[1 ℄),meestalin ombinatiemetdenotatie
van Mulliken voorrepresentatiesvan puntgroepen. Danis erde Hermann-Mauginnotatie
die in de rystallograe populair is (zie bijv. [2℄). Tot slot is er de notatie die binnen de
wiskundeminofmeerstandaardis,endiezullenwehiergebruiken. Daarzijndrieredenen
voor: allereerstomdat deze notatieook wordt gebruiktinhetdi taat [3℄ van He kman en
hetdaarom verwarrendzou zijn hiereenandere notatie tegebruiken. Ten tweede is deze
notatie de meest "zuinige" omdat er in deze notatie maar weinig isomorfe groepen zijn
met meerderenotaties. Ten derde zijnwe niet alleengenteresseerd in( rystallogras he)
puntgroepen, waar de S hon ies resp. Hermann-Maugin notatie voor beda ht zijn, maar
bijv. ook indesymmetris he enalternerende groepen.
Lu &Joris,Augustus2004
1 De symmetriegroep van een mole uul 7
1.1 Degroepen O(R 3
) en SO(R 3
) . . . 7
1.2 Denitievande symmetriegroep . . . 8
1.3 Water . . . 8
1.4 Ammoniak . . . 11
1.5 Methaan . . . 12
2 Conjugatieklassen 15 2.1 Water (D 2 ) . . . 15
2.2 Ammoniak(D 3 ) . . . 15
2.3 Methaan(S 4 ) . . . 15
3 Ethaan en het dire t produ t 17 3.1 \Staggered" ethaan. . . 17
3.2 Twee dire te produ ten? . . . 19
4 Redu tie in irreps 20 5 Representatietheorie in de fysi a 23 5.1 Typis hesituatie . . . 23
5.2 Voorbeelden: Quantum me hani a . . . 23
5.3 Voorbeeld: golven en trillingen . . . 25
5.4 Eigenruimtenvan H zijn invariantedeelruimten. . . 26
5.5 Nogmaals golven en trillingen . . . 27
6 Karaktertabellen 30 6.1 Water . . . 30
6.2 Ammoniak . . . 30
6.3 Methaan . . . 31
6.4 Ethaan. . . 31
7 Mole ulaire trillingen 32 7.1 Inleiding . . . 32
7.2 Algemene theorie . . . 32
7.3 Con retevoorbeelden . . . 34
7.3.1 Water . . . 34
7.3.2 Ethaan . . . 34
7.3.3 Symmetriebreking . . . 35
1 De symmetriegroep van een mole uul
1.1 De groepen O(R 3
) en SO(R 3
)
DenieeropR 3
hetstandaardreeleinprodu t:
R 3
R 3
!R : (x ;y)7!x
1 y
1 +x
2 y
2 +x
3 y
3
=:hx ;yi:
De orthogonale groep in 3 dimensies O(R 3
) is gedenieerd als de groep van inverteerbare
lineaireafbeeldingendiehetstandaard inprodu tinvariantlaten:
O(R 3
):=fA: R 3
!R 3
; A islineair; Ais inverteerbaar; hAx ;Ay i=hx ;yi 8x;y2R 3
g:
AlsweeenlineaireafbeeldingAidenti erenmetzijnmatrixtenopzi htevandestandaard
basisvanR 3
,dan ishetinverteerbaarzijnequivalentmetdet(A)6=0en deinvariantievan
hetinprodu tisequivalent met A t
A=I.
Merkop datuithAx ;Ay i=hx;y i 8x;y2R 3
volgt datA delengtevanve toreninR 3
behoudt:
8x2R 3
: jAx j= q
(Ax ) 2
1
+(Ax) 2
2
+(Ax ) 2
3
= p
hAx ;Axi= p
hx;x i=jxj:
Hetomgekeerde is ook waar: voorelke lineaireA geldt datuit hAx;Ax i=hx;x i 8x2R 3
volgt dat hAx ;Ayi = hx;y i 8x;y 2 R 3
. Immers: 8x;y 2 R 3
geldt hx y ;x yi =
hA(x y);A(x y)i = hAx Ay;Ax Ay)i = hAx;Ax i 2hAx;Ayi +hAy;Ay i =
hx ;xi 2hAx ;Ayi+hy;y i,verder: hx y;x yi=hx;x i 2hx;yi+hy;y ienhetresultaat
volgt.
DeelementenvanO(R 3
) hebbenalledeterminant 1: voorA2O(R 3
) geldt
1=det(I)=det(A t
A)=(detA t
)(detA)=(detA) 2
:
Deelementenmetdeterminant+1vormeneenondergroepvanO(R 3
),genaamddespe iale
orthogonale groep in3dimensiesSO(R 3
):
SO(R 3
):=fA:R 3
!R 3
;A2O(R 3
);detA=1g:
Dat dit e ht eenondergroep is volgt eenvoudig uit het feit dat det (AB) =(detA)(detB)
voor alleA;B 2GL(R n
) ( ontroleer eventjes de 3eisen indenitie1.9 in[3 ℄).
Zijw2R 3
metjwj=1,en 2R. Derotatie van R 3
met asw enhoekis delineaire
afbeeldingD
w;
:R 3
!R 3
metD
w;
(v )=valsv2Rw,D
w ;
(v )=( os)v+(sin)wv
alsv2w
?
. De spe ialeorthogonalegroep bestaat pre ies uitallerotatiesinR 3
:
SO(R 3
)=fD
w ;
;w2R 3
;jwj=1;2Rg:
DedraaiingsasRw iswelbepaald tenzij22Z. Merk op datD
w;
=D
w; .
Zij w 2 R 3
met jwj = 1. De spiegeling van R 3
met als spiegelvlak w
?
= fv 2
R 3
;hv ;wi = 0g is de lineaire afbeelding S
w : R
3
! R 3
met S
w
(v) = v als v 2 Rw,
S
w
(v)=v alsv2w
?
. Allespiegelingenzijnelementenvande orthogonalegroep O(R 3
).
DegroepO(R 3
) bevat dusrotatiesen spiegelingen,ennatuurlijksamenstellingendaar-
te stellen? Merk allereerstop datde afbeelding s:R 3
! R 3
:x7! x, genaamd ruimte-
inversie, in O(R 3
) zit. Merk ook op dat dets = 1, dus s 62 SO(R 3
). Stel nu dat
A 2 O(R 3
) SO(R 3
), dus A is orthogonaal maar A is geen rotatie. Dan is sA wel een
rotatie, want sA2 O(R 3
) en det(sA) = (dets)(detA)= 1 1 =1, dussA 2SO(R 3
).
Er zijn dus een hoek 2 [0;2) en een ve tor w 2 R, jwj = 1 zo dat sA = D
w;
.
Vermenigvuldigen we links en re hts met s en gebruiken we dat s 2
= I, dan vinden we:
A = IA = (s 2
)A = s(sA) = sD
w;
. Je kunt eenvoudig nagaan dat S
w D
w;
= s, dus
A = sD
w;
= (S
w D
w;
)D
w;
= S
w (D
w ;
D
w;
) = S
w D
w;+
. Een dergelijke afbeelding
(draaiing rondomeen as gevolgd door spiegeling in het vlak loodre ht op die as) noemen
we eendraaispiegeling. Pre iezer: de afbeeldingS
w D
w;
heet de draaispiegeling met as w
over hoek ; deas iswelbepaald tenzij22Z.
Kortom, we hebben zojuistingezien dat
O(R 3
) SO(R 3
)=fsD
w;
;w2R 3
;jwj=1;2Rg
=fS
w D
w;+
;w2R 3
;jwj=1;2Rg :
DeorthogonalegroepO(R 3
)bevatdusbehalveallerotatiesookalledraaispiegelingen(met
als spe iaalgevalde spiegelingen).
Merk tot slot op dat alle elementen van O(R 3
) de oorsprong (0;0;0) 2R 3
vast laten.
DeondergroepenvanO(R 3
)hetendanookpuntgroepen, omdat alleelementen(behalvede
identiteit)pre ieseen enkelpunt vast(\invariant")laten.
1.2 Denitie van de symmetriegroep
ZijM eenmole uul bestaandeuit atomen genummerd van 1 tot en met n. Zij verderm
i
de massa van het i e
atoom. We kiezen de oorsprong van R 3
in het zwaartepunt van het
mole uulengeven met(q
1
;:::;q
n )2R
3n
de(evenwi hts) positiesvandeatomenaan. We
veronderstellendattwee atomenalleen gelijkemassa hebbenals ze identiekzijn.
Denitie 1.1: De symmetriegroep G(M) van een mole uul M in R 3
wordt gedenieerd
door:
G(M):=fA2O(R 3
); 8i9j met m
i
=m
j enAq
i
=q
j g:
Het is dus de ondergroep ( ontroleer zelf even de punten 1 tot en met 3 in denitie 1.9
van [3 ℄) van transformaties in O(R 3
) die het mole uul invariant laten. Nog weer anders
gezegd: hetisdegroepvanallerotatiesendraaispiegelingendieelk atoomvanhetmole uul
overvoeren ineenatoom van hetzelfde type.
1.3 Water
Als eerste voorbeeld bes houwen we het water mole uul, H
2
O (zie g. 1). Uit de guur
blijkt duidelijk dat de symmetriegroep G(H
2
O) behalve de eenheid E nog de volgende
elementenbevat:
De rotatie R over eenhoek om de as l
R
die loopt door het zuurstofatoom en de
oorsprong;
Despiegeling T inhetvlak waarinhetmole uulligt;
De spiegeling in het vlak
RT
. Ga na dat deze spiegeling niets anders is dan de
samenstelling R T van de twee vorige operaties (samenstellingen van fun ties lees je
altijdvanre htsnaarlinks,dusR T betekent\eerstspiegelen(T),danroteren(R )").
In dit bijzondere geval blijkthetniet uit te maken in welke volgorde je de operaties
samenstelt (R T = TR , de elementen R en T ommuteren), maar in het algemeen
maakt de volgordevan de samenstellingweldegelijkvers hil.
Alsweeenbasiskiezenzodathetzuurstof-atoomopdez-asligtendewaterstof-atomen
inhetxz-vlak(dus zoalsing. 1), vindenwe de volgendematri es bijdezeelementen:
E = 0
1 0 0
0 1 0
0 0 1 1
A
; R=
0
1 0 0
0 1 0
0 0 1
1
A
; T =
0
1 0 0
0 1 0
0 0 1
1
A
:
Dematrix van R T kun je dire t ops hrijven, maar je kunt hem natuurlijk ook berekenen
doorhetmatrix-produ tvan R metT tenemen:
R T = 0
1 0 0
0 1 0
0 0 1
1
A 0
1 0 0
0 1 0
0 0 1
1
A
= 0
1 0 0
0 1 0
0 0 1 1
A
:
Jekunt ontrolerendathetsamenstellen (vermenigvuldigen)van dezeelementenniets
nieuws meer oplevert; bijv. R 2
= E, T 2
= E, TR = R T, et etera. Dit betekent dat we
nu een ondergroep van G(H
2
O) hebben gevonden, namelijk H := fE;R ;T;R Tg. Jekunt
eenpogingwagenomnog meerelementenvande symmetriegroepG(H
2
O)tevinden,maar
dezepoging zal gedoemdzijn te mislukken: er zijn ernamelijk niet meer. Waarom dit zo
iszullenwehieronderinzien.
We s hrijven even de vermenigvuldigingstabel op van de ondergroep H die we zojuist
hebbengevonden:
H
H O
RT
T
l
R
(a) (b) ( )
z
x
y
Figuur1: Watermole uul, H
2
O. (a) Zijaanzi ht. (b)Symmetrien: de rotatie-as l
R
van de
rotatieRovereenhoekendespiegelingsvlakken
T en
RT
behorendebijdespiegelingen
E R T RT
E E R T RT
R R E RT T
T T RT E R
RT RT T R E
Merk op dat de vermenigvuldigingsregelspre ies overeenkomen met die van de groep D
2
(gedenieerdin [3 ℄ voorbeeld1.12), alsje de elementenop de voorde handliggende wijze
identi eert. DegroepH lijktdusergsterkopdegroepD
2
. Beidegroepen zijnnatuurlijk
niet identiek (want H bestaat uit transformatiesin R 3
, terwijl de elementen van D
2 per
denitietransformatiesinR 2
zijn),maar voorde rest lijken ze welheel ergveel op elkaar.
Alsjepuurletopde\algebra"(dusdevermenigvuldigingsregels)ennietop denotatievan
de elementen of op hun interpretatie, dan kun je geen onders heid maken tussen de twee
groepen. We zeggen in dit geval dat de groepen H en D
2
isomorf zijn. We komen later
(o.a.inhoofdstuk3 van[3 ℄) nog indetailterug ophet belangrijkebegripisomore.
1
We moeten nu nog inzien of we inderdaad alle elementen van de symmetriegroep van
H
2
O hebben gevonden, d.w.z. of H = G(H
2
O). Dit kun je als volgt beredeneren. Het
zuurstofatoom,latenwezeggendatditatoomnummer1is,moetdoordeelementenvande
symmetriegroepop zijn plekgelatenworden. Oftewel: vooralleA2G(H
2
O): Aq
1
=q
1 .
Het probleemredu eert dus 2
tot eenprobleemin hetvlak doorde twee waterstof atomen
enloodre htopq
1
. Detweewaterstof-atomenvormeneenlijnstuk,ofteweleenregelmatige
2-hoek, waarvan desymmetriegroep inhetvlakperdenitieD
2
is(zie [3 ℄voorbeeld1.12).
Eenanderemanierominte ziendatG(H
2
O)=H,isomeen oordinatensysteemtekiezen
en dan expli ietde oplossingen A te bepalen van het stelsel vergelijkingen Aq
i
=q
i voor
i=1;2;3. Dezelaatste manierlijktmiss hieneenvoudiger(dire ter),maarvoormole ulen
meteengrote symmetriegroep(desymmetriegroep vanmethaanheeftbijv. 24 elementen)
isdit laatste e ht enormveel werk.
Merk tenslotteop: als we denieren a:=R ;b:= T en :=R T,dan voldoen e;a;b en
aan de vermenigvuldigingsregels van de viergroep van Klein V
4
(zie [3 ℄ voorbeeld 1.7).
Ga dit even na! Dit betekent dat de symmetriegroep G(H
2
O) behalve isomorf met D
2
ook isomorf is met V
4
. En net zo goed zijn D
2 en V
4
isomorf. Je ziet dat \dezelfde"
groep in vers hillende gedaantes voor kan komen. Zoals we later zullen zien, hebben al
deze realisaties van dezelfde groep ook dezelfde eigens happen. Dit is een van de sterke
puntenvan groepentheorie: als jeeen bepaaldegroep goed begrijpten zijn eigens happen
kent, dan weet je meteen ook de eigens happen van alle groepen die isomorfzijn met die
bepaaldegroep. Hierziejedeta tiek vande wiskundige: vergeet alleirrelevantedetailsen
on entreerje op de zaken die van belang zijn;dit levert eenalgemeen toepasbaretheorie
op.
1
Nouvooruit,to heventjesdeformeledenitie: tweegroepenGenKhetenisomorf alsereenbije tieve
afbeelding :G!K bestaatdiedevermenigvuldigingsstru tuurbehoudt,d.w.z. (ab)=(a)(b)voor
allea;b2G;hierbijisabhetprodu tinGen(a)(b)hetprodu tinK. Inditvoorbeeldkunjenemen
G = H, K = D
2
en de afbeelding : H ! D
2
is vastgelegd door (E) = e, (R ) =r, (T) = t en
(R T)=rt(maarjezouderolvanHenD2 ookkunnenverwisselen).
2
Gana,datalsjejebasisvanR 3
zokiestdatq
1
opdez-asligt,uitdeeisAq
1
=q
1
8A2G(H
2
O)volgt
datdematri esvandeelementenA2G(H2O)<O(R 3
)tenopzi htevandezebasis vandevorm
0
0
001
1.4 Ammoniak
Het ammoniakmole uul NH
3
is weergegeven in g. 2. In de guur kun je meteen enkele
transformatiesin de symmetriegroep G(NH
3
) van ammoniak NH
3
herkennen: r is de ro-
tatie over een hoek 2=3 om de as l
r
door de oorsprong en het stikstof atoom. t is de
spiegelinginhetvlak
t
doorde oorsprong,hetstikstofatoomenhetwaterstofatoomH
1 .
Samenstellenvan deze transformatieslevert bovendien de elementen r 2
(deinverse van r,
ofwelrotatie deandere kant op),rt(despiegelinginhetvlakdoorH
2
,Nen deoorsprong)
enr 2
t (despiegeling inhetvlak doorH
3
,N en deoorsrpong). Jekunt nagaan datandere
ombinaties niks nieuws opleveren en datook het nemen van inverses niks nieuws oplev-
ert, dus fe;r;r 2
;t;rt;r 2
g is een ondergroep van G(NH
3
). Via eenzelfde redeneringals we
gebruiktenvoor hetgeval van water kun je inzien datdeze ondergroep isomorfis met D
3
enbovendiendat ditook allesis: G(NH
3
)=fe;r;r 2
;t;rt;r 2
g. Immers,hetstikstofatoom
moetop z'nplaats worden gehouden; hetprobleemredu eert dustot eenprobleeminhet
vlak doorde drie waterstof atomen. Deze zijn gerangs hikt in een gelijkzijdige driehoek,
waarvan de symmetriegroepperdenitieD
3 is.
De groep S
3
is de groep van alle bije tieve afbeeldingen van de verzameling f1;2;3g
naarzi hzelf (zie ook [3 ℄ voorbeeld 1.8). We zullennu laten zien datde groepen G(NH
3 )
enS
3
isomorfzijn. Hiertoeasso ierenwe elkelementvanG(NH
3
) meteenpermutatievan
de3waterstofatomenH
1
;H
2 enH
3
(zie ookg.2). Zohoortbijderotatier depermutatie
123
231
. Despiegelingtkomt overeen metdepermutatie 123
132
,deverwisselingvanH
2 en
H
3
. Deoverigeelementenkunjevindendoorsamenstellen,ofookdooreendire teinspe tie
vanguur2. Jekuntdannagaandatdevermenigvuldigingsregelsinbeidegroepenhetzelfde
zijn: zo is bijvoorbeeldrtinderdaadgeasso ieerd met de samenstelling
1 2 3
2 3 1
1 2 3
1 3 2
=
1 2 3
2 1 3
:
Dus elkelement van G(NH
3
) levert een bije tieve afbeelding van de verzameling f1;2;3g
naar zi hzelf. Omgekeerd levert elke permutatie van de waterstof atomen maximaal een
element van G(NH
3
)op,omdat hetstelselfq
1
;:::;q
4 g R
3
opspant.
3
Bovendienkomt elke
3
Een lineaireafbeelding A:R 3
!R 3
ligtvolledigvastalsjeaangeeft wat debeeldenAq
i
zijnvaneen
H
3
H
2
H
1 N
r 2
t
t
rt l
r
(a) (b)
Figuur2: Ammoniakmole uul,NH
3
. (a)Zijaanzi ht. (b)Symmetrien: de rotatie-asl
r van
derotatier overeenhoek2=3ende driespiegelingsvlakkenbehorendebijdespiegelingen
2
mogelijke permutatie van waterstof-atomen (3! = 6 in totaal) ook daadwerkelijk overeen
met eenelement uit G(NH
3
)zoals jeeenvoudig nagaat.
Samenvattend hebben we zojuist eenbije tieve afbeelding van de groep G(NH
3 ) naar
de groepS
3
gedenieerd,diebovendiennog eensde vermenigvuldigingsstru tuurbewaart.
Dus de groepen G(NH
3 ) en S
3
zijn isomorf. We hadden al gezien dat we G(NH
3 ) ook
isomorfismet D
3
. Dit betekent datookD
3 en S
3
isomorfegroepenzijn.
1.5 Methaan
Figuur 3 is eenplaatjevan methaan CH
4
. We nummerende vier waterstofatomen op de
volgende manier: atoom 1 op positie q
1
=(1;1;1), atoom 2 op positie q
2
= (1; 1; 1),
atoom 3 op positie q
3
=( 1;1; 1) en atoom 4 op positie q
4
=( 1; 1;1). Het koolstof
atoomzitindeoorsprongenkrijgtnummer5. Wezullenlatenziendatdesymmetriegroep
voormethaanCH
4
isomorfismet de symmetris he groep S
4 .
Merk allereerstop dat hetC atoom op zijnplek moetworden gelaten; dit gaat e hter
automatis h goed omdat het in de oorsprong ligt. Elk element van G(CH
4
) levert een
permutatieopvandevierwaterstofatomen. Immers,alsA2G(CH
4
)danbeeldtAelkeq
i
(voor i=1;2;3;4) af op eenq
j
(met j 2f1;2;3;4g); bij dezeA hoort dan de permutatie
A 2 S
4
gedenieerd door
A
(i) := j als Aq
i
= q
j
(dit is e ht een permutatie, want zijn
inverse isgegeven door
A
1). Opdezemanierhebbenweeenafbeelding:G(CH
4 )!S
4
gedenieerd.
Deze afbeeldingis inje tief 4
: bijeengegeven permutatievan de vierwaterstof atomen
hoortmaximaal een element vandesymmetriegroepG(CH
4
);immers,R 3
wordtopgespan-
nendoorhetstelselve toren fq
1
;:::;q
4 g.
We laten nuzien dat ooksurje tief is. We moeten dusvoorelkelement inS
4 een
afbeeldingmaken inG(CH
4
)diedewaterstofatomenpermuteertvolgensdepermutatie.
We doen dit opzo'n manier datmeteen duidelijkzal zijndat ookde vermenigvuldiging
stelselve torenfq
i gdatR
3
opspant.
4
Een afbeelding f : X ! Y heet inje tief als elke y 2 Y hooguit een origineel in X heeft, d.w.z.
8x12X8x22X :f(x1)=f(x2) =) x1=x2. f heetsurje tief alselkey2Y tenminsteeenorigineelin
X heeft, d.w.z.8y2Y9x2X :y=f(x). f heet bije tief ofinverteerbaar alsf inje tiefensurje tiefis,
dusalselkey2Y pre ieseenorigineelinX heeft.
H
1
H
2
H
3 H
4
C
H
1
H
2
H
3 H
4
H
1
H
2
H
3 H
4
H
1
H
2
H
3 H
4
(a) (b) ( ) (d)
Figuur 3: Methaan, CH
4
. (a) zijaanzi ht; (b) spiegelvlak van A
(12)
; ( ) spiegelvlak van
A ;(d)spiegelvlakvan A .
behoudt,d.w.z.dat(AB)=(A)(B)vooralleA;B 2G(CH
4
). We kunnendan onmid-
dellijk on luderendateenisomorsmeis 1
,endusdatde groepenG(CH
4 ) enS
4
isomorf
zijn(wat we noterenals G(CH
4 )
= S
4 ).
Eerst e hter een stellinkje over de symmetris he groep S
n
(zie [3 ℄ voorbeeld 1.8). We
gebruikende ykel notatieuit [3℄ voorbeeld2.11.
Stelling 1.1: De groep S
n
wordt voortgebra ht door de naburige verwisselingen:
1
=
(12);
2
= (23);:::;
n 1
= (n 1;n), dus elke permutatie in S
n
kan worden ges hreven
alsprodu tvannaburigeverwisselingen(enhun inverses, maardatzijnwederomnaburige
wisselingen).
Bewijs:
Voor1i<j<ngeldt: (i;j+1)=(j;j+1)(i;j)(j;j+1). Doorherhaaldtoepassenvan
dezeregelzienwedatweuitdenaburigeverwisselingenalleverwisselingenkunnenmaken.
Verder is elke k- ykel te s hrijven als een produ t van verwisselingen: (i
1
;i
2
;:::;i
k ) =
(i
1
;i
2 )(i
2
;i
3 ):::(i
k 1
;i
k
). 2
Eenvoorbeeldje: inS
4
geldt (134)=(13)(34)=(23)(12)(23)(34) . Destellingheeft als
onsequentie dat om de surje tiviteit van aan te tonen, we kunnenvolstaan door voor
elkvan de permutaties (12);(23) en (34) inS
4
een element in G(CH
4
) aan te wijzen dat
dewaterstofatomenpermuteertvolgensde gegeven permutatie. Welnu,neem tenopzi hte
van de basisuitg. 3:
A
(12) :=
0
1 0 0
0 0 1
0 1 0
1
A
; A
(23) :=
0
0 1 0
1 0 0
0 0 1 1
A
en A
(34) :=
0
1 0 0
0 0 1
0 1 0 1
A
:
Je ontroleert gemakkelijk dat de gegeven afbeeldingen in G(CH
4
) zitten, immers (12) is
de spiegeling in het vlak x
2 +x
3
= 0, (23) is de spiegeling in het vlak x
1 x
2
= 0 en
(34) is de spiegeling in het vlak x
2 x
3
= 0. Het origineel onder voor willekeurige
permutatie in S
4
vindt je nu door deze permutatie te s hrijven als produ t van naburige
verwisselingen;hetorigineelonderisdanhetprodu tvandebijbehorendematri es. Dus
bijv. A
(134) :=A
(23) A
(12) A
(23) A
(34)
2G(CH
4
); hetmoge duidelijk zijn datdan inderdaad
geldt (A
(134)
)=(134). Kortom: issurje tief en inje tief, dusbije tief. Deinverse van
isgegeven door 1
:S
4
!G(CH
4
): 7!A
waarbijA
zoalszojuistgedenieerd.
Totslothetbehoudvandevermenigvuldiging. Hetiseenvoudiginteziendatdeinverse
1
de vermenigvuldigingbehoudt: laat =
i
1
i
2 :::
in 2S
4
en =
j
1
j
2 :::
jm 2S
4
deontbindingeninprodu tenvan naburigeverwisselingenvantweewillekeurigeelementen
; 2S
4
zijn. Danis:
1
()=A
=A
i
1 :::
in
j
1 :::
jm
=A
i
1 :::A
in A
j
1 :::A
jm
=A
A
= 1
()
1
():
Maarhieruitkunje meteen on luderendatzelf ookde vermenigvuldigingbehoudt:
(AB)=
1
(A)
1
(B)
=
1
(A)(B)
=(A)(B)
voor alleA;B 2G(CH
4 ).
We kunnen dus on luderen dat G(CH
4 )
= S
4
. In het bijzonder heeft de symme-
bepalendoordire t(uitg. 3)allemogelijkerotaties, spiegelingen,et . aftelezen,zou de
kansgroot zijn dat je er eenaantal over het hoofd had gezien. Bovendien krijg je via dit
isomorsmeendenotatievan deelementenvanS
4
automatis heenduidelijkenotatievoor
de elementen van G(CH
4
) adeau.
2 Conjugatieklassen
ZijG eengroep, x 2G eenelement. De onjugatieklasse van x is de deelverzamelingvan
Ggedenieerddoor
[x℄:=fgxg 1
:g2Gg:
Alsy 2[x℄,zeggen we daty ge onjugeerd ismet x. Ditis eenequivalentierelatie:
re exiviteit: x=exe 1
2[x℄,dus xis ge onjugeerd metx (voorelke x2G);
symmetrie: alsx=gyg 1
,dan isg 1
xg =y,dusals x ge onjugeerd ismet y,dan is
y ookge onjugeerd met x (voorallex;y2G);
transitiviteit: als x = gyg 1
en y = hzh 1
(met x;y;z;g;h 2 G), dan is x =
ghzh 1
g 1
= (gh)z(gh) 1
; dus als x ge onjugeerd is met y, en y met z, dan is x
ookge onjugeerd met z.
Zoals zal blijken betekent het ge onjugeerd zijn van twee symmetrie operaties in de
ontext van puntgroepen dat ze van hetzelfde type zijn (rotatie, re e tie, et .) en dat de
een in de ander kan worden overgevoerd door middel van een symmetrie operatie in de
symmetriegroep.
2.1 Water (D
2 )
De symmetriegroep G van water, isomorf met D
2
, is abels. Dit betekent dat voor alle
g;h 2G:hgh 1
=g. Elke onjugatieklassebestaat dusuit een element: [e℄=feg; [r℄=
frg; [t℄=ftgen[rt℄=frtg. Detwee spiegelingentenrtzijnweliswaarbeidevanhetzelfde
type (\spiegeling"),maar ze zijn nietge onjugeerd omdat ze niet inelkaarover tevoeren
zijn d.m.v. een operatie uit de symmetriegroep (dat zou namelijk een rotatie over =2
moeten zijn,en die zit niet inG). Merk op datde twee spiegelvlakken voorhetmole uul
vers hillendebetekenishebben: deeen valtsamenmet hetvlakwaaarinhetmole uulligt,
deander staat daarloodre ht op.
2.2 Ammoniak (D
3 )
Desymmetriegroep Gvanammoniakis isomorfmet D
3
. Wevindenals onjugatieklassen:
[e℄ = feg; [r℄ = fr;r 2
g en [t℄ = ft;rt;r 2
tg. De elementen uit [t℄ zijn spiegelingen en de
elementen uit [r℄ zijn rotaties over 2=3 (zie ook g. 2). De spiegelvlakken zijn in elkaar
over te voeren door een rotatie in G, dus de spiegelingen zijn ge onjugeerd. De rotaties
zijn in elkaar over te voeren door spiegelingen uit G, dus ook de rotaties zijn allemaal
ge onjugeerd.
2.3 Methaan (S
4 )
Desymmetriegroep van methaan isisomorf met S
4
. De onjugatieklassen van S
4
zijn via
dit isomorsme tevertalen naar de onjugatieklassenvan G(CH
4
). Depermutaties in S
n
van een bepaald ykeltype, gekarakteriseerd door een partitie van n, vormen samen een
onjugatieklasse, zie stelling 2.14 [3 ℄ en stelling 4.5 [4℄ voor een bewijs. Voor n= 4 leidt
partitie representant aantal
4 (1234) 3!=6
3;1 (123)
4
3
2!=8
2;2 (12)(34)
4
2
=2!=3
2;1;1 (12)
4
2
=6
1;1;1;1 e 1
Wenummerendevierwaterstofatomenvanmethaanweerzoalsinhetvorigehoofdstuk,
zie g. 3. De partitie 2;1;1 karakteriseert de onjugatieklasse [(12)℄ = f(12), (23), (34),
(13),(24),(14)gvanS
4
;ditlevertdusde onjugatieklasse[A
(12)
℄=fA
(12)
;A
(23)
;:::;A
(14) g
van G(CH
4
). Dit zijn allemaal spiegelingen in vlakken door twee overstaande parallelle
ribbenvan dekubus; hetspiegelvlakbehorendebijA
12
isweergegeven ing. 4(a) en gaat
door C, H
3 en H
4
. Merk op: er zijn pre ies 6 paren overstaande parallelle ribben in de
kubus.
De onjugatieklasse in S
4
gekarakteriseerd door de partitie 3;1 is [(123)℄ = f(123),
(124), (134), (234), (132), (142), (143), (243)g. Dit levert meteen een onjugatieklasse
[A
(123)
℄ inG(CH
4
) op,waarvan de elementen dedraaiingenovereenhoek 2=3om eenas
dooreen van de waterstof atomen en het C atoom (zie g. 4(b)) zijn. Er zijninderdaad
4 van ditsoortassen en omdat er nuweleen vers hil istussen links-en re htsom draaien
levert ditpre ies 8draaiingenop.
De elementen uit de onjugatieklasse gekarakteriseerd door de partitie 2;2 (namelijk
f(12)(34);(13)(2 4);(1 4)( 23 )g) komen overeen met de draaiingen over (merk op dat bij
een draaiing over een hoek links- en re htsom draaien hetzelfde is) om assen door de
middens van twee tegenover elkaar liggende zijvlakken van de kubus (zie ook g. 4( )).
Merk op: erzijnpre ies 3 van dit soortassen.
Deelementenuitdeklassegekarakteriseerddoordepartitie4totslotzijndraaispiegelin-
gen over=2omeenasdoordemiddensvantwee tegenoverelkaarliggendezijvlakken van
de kubus(zie ookg. 4(d)). Erzijn 3 van zulkeassen en hetonders heidtussen links-en
re htsomdraaienlevert de 6elementenvan de onjugatieklasseop.
1
2
3 4
(a)
1
2
3 4
(b)
1
2
3 4
( )
1
2
3 4
(d)
Figuur4: Representantenvan onjugatieklassenvan desymmetriegroep van methaan. (a)
de spiegeling A
(12)
; (b) de rotatie A
(132)
; ( ) de rotatie A
(12)(34)
; (d) de draaispiegeling
A
(1423)
, bestaande uit de draaiing over de x-as over =2, gevolgd door spiegeling in het
3 Ethaan en het dire t produ t
3.1 \Staggered" ethaan
Van het mole uul ethaan, genoteerd C
2 H
6
, bestaande uit twee koolstof atomen en zes
waterstof atomen, bestaan twee vers hillende versies: het zogeheten \e lipsed ethane" en
het \staggered ethane". Wij bestuderen hier de staggered versie, die is ge
llustreerd in
guur5,waarbijdetwee koolstofatomenopdez-asliggenendezeswaterstofatomenzijn
gerangs hikt in twee gelijkzijdige driehoeken, parallel aan hetxy-vlak. Dee lipsed versie
wordt verkregen uit de staggered versie door de bovenste \helft" over 2=6 radialen te
draaienomdelengte-asvanhetmole uul,zodatdewaterstofatomenpaarsgewijstegenover
elkaarstaan.
WezijnweergeinteresseerdindesymmetriegroepG=fg2O
3
(R) ; \g(C
2 H
6 )=C
2 H
6 00
g
vanditmole uul. Denieerhiertoe: H :=fg2G; glaat de koolstof atomenop zijnplekg.
Dan is H een ondergroep van G, wat je gemakkelijk na gaat (zie denitie 1.9 van [3 ℄).
DenieerverderV :=G H =fg 2G; g62Hg, d.w.z. ditzijn de overige elementenvan
G(die dekoolstof atomendusverwisselen).
We vestigenonzeaanda htnueerstopde groepH. Aangeziende tweekoolstofatomen
ophun plekmoetenblijven,blijfteenprobleemin2 dimensiesover. HetisduidelijkdatH
maximaalD
3
kanzijn,desymmetriegroepvaneengelijkzijdigedriehoekintweedimensies.
Doorde gegeven onderlinge liggingvan de twee driehoeken (zie ook guur 5(b)) blijktH
inderdaad de hele D
3
te zijn,i.e. H = fe;r;r 2
;t;rt;r 2
tg. Waarbij r de rotatie over 2=3
omde z-as isen tde spiegeling inhetxz-vlak.
DeverzamelingV bevat eeninteressant element: de ruimte-inversie s:R 3
!R 3
:x7!
x. Merk op dat s 2
= e, oftewel s = s 1
. Merk bovendien op dat s in het entrum
van O(R 3
) zit (d.w.z. s ommuteert met elke A 2 O(R 3
)), en dus ook in het entrum
van G. Bekijk nu de afbeelding linksvermenigvuldiging met s: L
s
: G ! G : g 7! sg.
Merk op dat we door beperking tot H en V twee afbeeldingenkrijgen: L
s
H
: H ! V
en L
s
V
: V ! H die elkaars inverse zijn. Op deze manier krijgen we dus een bije tie
tussenH en V, wat betekent datwe Gnu helemaalkennen: G=H[V =H[L
s (H)=
fe;r;r 2
;t;rt;r 2
t;s;sr;sr 2
;st;srt;sr 2
tg.
We onderzoeken nu de stru tuur van de groep G in wat meer detail. We zullen laten
(a) (b)
Figuur 5: \Staggered" ethaan,C H . (a)Zijaanzi ht;(b)bovenaanzi ht.
zien datG
= C
2
D
3
, hetdire t produ tvan C
2 en D
3
(zie opmerking 3.18 [3℄). Hiertoe
denieren we de afbeelding " : G ! f1; 1g door "(g) = 1 als g 2 H en "(g) = 1 als
g 2V. Controleer even dat " eenhomomorsme is (waarbijde groepsoperatie in f1; 1g
de gewone vermenigvuldigingis). Denieer N :=fe;sg. Hetvolgendegeldt:
1. G=NH:=fnh:n2N;h2Hg.
2. N\H=feg.
3. N / G, hetgeen volgt uit Stelling 3.2 [3℄ en de observaties dat N < G en N =
fsg[feg=[s℄[[e℄.
4. H/G, hetgeen volgt uitStelling 3.11[3 ℄ en hetfeitdat H=Ker".
We kunnen nu dusopmerking 3.18 [3 ℄ toepassen en on luderendat G=N H. Omdat
N
= C
2 en H
= D
3
isdusG
= C
2
D
3 .
Een soortgelijk tru je is algemener toepasbaar, voor alle mole ulen die symmetris h
zijn onderruimte-inversie. Inplaats vande afbeelding "gebruiken we nude determinant-
afbeeldingdet .
Stelling 3.1: Zij G de symmetriegroep van een mole uul M, zodanig dat s, de ruimte-
inversie,inG zit. DenieerK:=fg2G; det(g)=1g,dan geldt: G
= C
2
K.
Bewijs:
Merk op dat voor alle g 2 G : det(sg) = det(g) (hier gebruiken we dat de ruimte 3-
dimensionaal is). Linksvermenigvuldigingmet s levert nu, net als hierboven, een bije tie
tussen K := fg 2 G; det(g) = 1g en W := G K = fg 2 G; det(g) = 1g. Denieer
N :=fe;sg, dan N
= C
2
. Merk nuop:
1. G=NK;
2. N\K =feg;
3. K=Ker detdusK/G(St. 3.11en Vb.3.12 [3 ℄);
4. N/G want N isbevat inhet entrumvan G.
Destellingvolgtnuonmiddellijkuitdedenitievanhetdire tprodu t(zieopmerking3.18
[3 ℄). 2
Terug naar het voorbeeld ethaan. We hebben a htereenvolgens gevonden dat G =
NH =NKwaarbijN =fe;sg,H=fe;r;r 2
;t;r;rt;r 2
tgenK =fe;r;r 2
;st;rst;r 2
stg.
DegroepenH (isomorfmetD
3
) enK zijnisomorfviahetisomorsmegegeven doorr 7!r
en t7!st.
Desymmetriegroepvanethaanis bovendienisomorfmetD
6 . D
6
isde symmetriegroep
vaneenregelmatige6-hoekinhetvlak. Noteerderotatie over2=6 met endespiegeling
in de x-as met . Figuur 5(b) geeft aan wat hetisomorsme tussen D
6
en G is: 7! sr 2
3.2 Twee dire te produ ten?
Merknogevenop: wehebbennutweedenitiesvoorhetdire tprodu t,dievanopmerking
3.18 [3 ℄ en die van opgave 1.3 [3 ℄, noteer deze respe tievelijk met en
1:3
. We moeten
dusnog even laten zien datN K
= N
1:3
K. Vooralleg 2N K geldt dater unieke
elementenzijn n2N enk 2K zodanig datg=nk (zie opmerking 3.15 [3 ℄). Denieernu
eenafbeelding : NK !N
1:3
Kdoor: (nk):=(n;k). Hetisduidelijkdat bije tief
is. Wemoetendusnogbewijzendat eenhomomorsmeis. Vooralleg
1
;g
2
2NK zijn
er unieke n
1
;n
2
2 N en k
1
;k
2
2 K zodanig datg
1
= n
1 k
1 en g
2
=n
2 k
2
. Dan volgt met
behulpvan dedenitievan hetprodu tinopgave 1.3 [3 ℄
(n
1 k
1 ) (n
2 k
2 )=(n
1
;k
1 )(n
2
;k
2 )=(n
1 n
2
;k
1 k
2
)= (n
1 n
2 k
1 k
2 );
Dus nog te bewijzen n
2 k
1
= k
1 n
2
. Merk hiertoe op: n
2 k
1
= k
1 k
1
1 n
2 k
1 en k
1
1 n
2 k
1 2 N
omdat N /N K. Dus n
2 k
1
= k
1
n met n = k 1
1 n
2 k
1
2 N. Op eenzelfde manier, met
behulpvanK/NK,vindenwen
2 k
1
=kn
2
metk =n
2 k
1 n
1
2
2K. Omdatdes hrijfwijze
van n
2 k
1
alsprodu tvaneersteenelementuitK gevolgd dooreenelement uitN uniekis,
volgtuit k
1
n=kn
2
datk=k
1
enn=n
2
,ofteweln
2 k
1
=k
1 n
2 .
4 Redu tie in irreps
In dit hoofdstuk zullen we een eenvoudig voorbeeld geven van hoe een redu ibele rep-
resentatie opsplitst in irredu ibele omponenten. Het voorbeeld is afkomstig uit [8 ℄. Het
voorbeeldisnietzozeerinteressantvanwegezijndire tetoepasbaarheid,maarwegevenhet
omdat een goed begripvan representatietheorie onmisbaaris voortoepassingen van groe-
pentheorie inde fysi a. Het begrijpen van dit voorbeeld is een noodzakelijke voorwaarde
vooreenbegripvan de volgendehoofdstukken.
Bes houw de symmetriegroep van ammoniak; dezeis isomorfmet D
3
zoals we hebben
gezien. Webekijkennude3-dimensionalerepresentatie:D
3
!GL
3
(C) van D
3
gedeni-
eerddoor:
(r):=
0
0 0 1
1 0 0
0 1 0 1
A
; (t):=
0
1 0 0
0 0 1
0 1 0 1
A
:
De overige matri es liggen vast vanwege de homomorsmeeigens hap van , bijvoorbeeld
rt2D
3
wordt gerepresenteerd door:
(rt)=(r)(t)= 0
0 0 1
1 0 0
0 1 0 1
A 0
1 0 0
0 0 1
0 1 0 1
A
= 0
0 1 0
1 0 0
0 0 1 1
A
:
Hoeweetjenudatdezedenitie(van)geentegenstrijdigheidbevat? Bijvoorbeeld,zou
(r)(t)welgelijk zijnaan(t)(r)(r) (zoalszou moeten opgrond van de homomorsme
eigens hapvan)? Welnu,jezouditnatuurlijkexpli ietkunnengaan ontrolerenvooralle
relevanteprodu tenvan (g)-tjesmetg2D
3
,maar datisveel werk. Jekunt hetalsvolgt
snellerinzien: herinnerje (ofleeshet nainhoofdstuk2) hetisomorsmetussenD
3 en S
3 .
De rotatie r kwam hierbij overeen met de permutatie (123) van de drie waterstofatomen
en de spiegeling t kwam overeen met de verwisseling (23). Bovenstaande representatie is
nietsandersdan deafbeeldingdieaan eenpermutatiezijnpermutatiematrix toevoegt; dat
diteen homomorsmeishebben we inVoorbeeld3.10 [3 ℄ algezien.
We vragen ons nu af: is de representatie redu ibel? Dat wil zeggen: kunnen we
een basis van C 3
vinden zo dat t.o.v. die nieuwe basis, alle matri es (g) in blokvorm
zijn? Omdat deze representatie 3-dimensionaalis, zijn er eigenlijk maar twee niet- auwe
blokvormen mogelijk: een 11 blok met een 22 blok (wat niet verder kan worden
opgesplitst intwee 11 blokken), of drie11 blokken. In representatietheorie taal: de
3-dimensionalerepresentatie zou miss hienopgesplitstkunnenwordenineen ombinatie
van een 1-dimensionaleen een 2-dimensionaleirrep, of in drie1-dimensionale irreps. Het
zou ooknog kunnendat zelfirredu ibelis,endan kunnenwe hem dusniet inblokvorm
krijgen (nouja,een33 blok,maar datis auw).
Als redu ibel is,daniserdusiniedergevaleen11-blok. Wegaandusopzoeknaar
een1-dimensionaleinvariantedeelruimtevanC 3
. Dieissnelgevonden: deeendimensionale
lineaire deelruimte W = [[w℄℄ = fw; 2 Cg van C 3
opgespannen door de ve tor w =
(1;1;1) is invariant.
5
We kunnen nu onmiddellijk on luderen dat redu ibelis. Om de
redu tie expli ietuitte voeren,moet ere hter nog meergebeuren.
5
Inderdaad,voorelkeg2D3 verwisselt(g)de3 oordinatenvaneenve torinC 3
opdeeenofandere
manier. Alsde oordinatenidentiekzijn,heeftdatgeenee t. Dustoepassenvan(g) opeen ve toruit
W,de deelruimtevanve torenmet3identieke oordinaten, levertweerdezelfdeve torop; i.h.b.ligtdie
Om een andere invariante deelruimtete vinden,merken we op dat elke (g) in O
3 (R)
zit,en dusinU
3
(C). Hieruitvolgt, dathetorthogonaal omplement
W
?
:=fv 2C 3
:hv;wi=0 8w2Wg=[[(1; 1;0);(0;1; 1)℄℄
ook eeninvariantedeelruimteis,zoalsde volgendestelling aantoont.
Stelling4.1: Zij:G!U(C N
)eenunitairerepresentatievaneengroepG. AlsW C N
eeninvariante deelruimteis,dan isookW
?
:=fv2C N
:hv;wi=0 voorallew2Wgeen
invariante deelruimtevande representatie.
Bewijs:
We moetenlaten zien: als v2W
?
,dan ligtook(g)v 2W
?
,en welvooralleg2G. Dus
stelv2W
?
. Dan ishv;wi=0voorallew2W. Omdat(g) unitairis,is
h(g)v;(g)wi=hv;wi=0 voorallew2W en alleg2G.
Omdat de afbeelding
jW
(g) : W ! W inverteerbaar is, kunnen we \voor alle w 2 W"
vervangen door\voor alle(g)w2W"(want W =(g)W). S hrijven we bovendienw 0
in
plaats van (g)w, dan krijgen we: h(g)v;w 0
i = 0 vooralle w 0
2 W en alle g 2 G. Maar
datbetekent pre ies dat(g)v 2W
?
vooralleg2G, wat wewildenbewijzen. 2
Hetzou kunnendatde 2-dimensionaleinvariantedeelruimteW
?
ookweertes hrijven
isalsdire tesomvantwee1-dimensionaleinvariantedeelruimtes;ofditzoisofniet,zienwe
dadelijk. Eerstzullenwederepresentaties hrijvenalsdire tesom=
jW
jW
?;ofwel,
geformuleerdinmatrix terminologie: we brengende matri es (g) op blokvorm. Hiervoor
transformerenwenaarde nieuwebasis: (1;1;1);(1; 1;0);(0;1; 1). Voor(r) krijgenwe:
0
1 1 1
1 1 0
0 1 1
1
A 0
0 0 1
1 0 0
0 1 0 1
A 0
1 1 1
1 1 0
0 1 1
1
A 1
= 0
1 0 0
0 1 1
0 1 0
1
A
envoor(t):
0
1 1 1
1 1 0
0 1 1
1
A 0
1 0 0
0 0 1
0 1 0 1
A 0
1 1 1
1 1 0
0 1 1
1
A 1
= 0
1 0 0
0 1 1
0 0 1
1
A
:
Enziedaar,wehebbeninblokvorm(uiteraardzijnookdeanderematri esnabasistrans-
formatie in blokvorm, immers dit zijn produ ten van blokvorm matri es). S hematis h
weergegeven:
0
1
A
= 0
jW
jW
? 1
A
hetgeen de vertaling is inmatrix terminologie van \=
jW
jW
?". We zien bovendien
aan de matri es hierboven dat de representatie
jW :D
3
! GL(W) equivalent is met de
triviale representatie.
6
Derepresentatie
jW
? ziet erniet e ht bekenduit.
6
We hadden ookeen andere basis kunnenkiezen, bijv. de volgendeorthonormale basis
vanC 3
:
f
1
= 1
p
3
(1;1;1); f
2
= 1
p
6
( 2;1;1); f
3
= 1
p
2
(0; 1;1):
Merk op dat f
1
W opspant, terwijl W
?
wordt opgespannen door f
2 en f
3
. Als we (r)
s hrijventenopzi hte van dezebasiskrijgen we:
0
B
1
p
3 1
p
3 1
p
3
2
p
6 1
p
6 1
p
6
0
1
p
2 1
p
2 1
C
A 0
0 0 1
1 0 0
0 1 0 1
A 0
B
1
p
3 2
p
6 0
1
p
3 1
p
6 1
p
2
1
p
3 1
p
6 1
p
2 1
C
A
= 0
B
1 0 0
0 1
2 1
2 p
3
0 1
2 p
3 1
2 1
C
A
en voor(t)krijgen we:
0
B
1
p
3 1
p
3 1
p
3
2
p
6 1
p
6 1
p
6
0
1
p
2 1
p
2 1
C
A 0
1 0 0
0 0 1
0 1 0 1
A 0
B
1
p
3 2
p
6 0
1
p
3 1
p
6 1
p
2
1
p
3 1
p
6 1
p
2 1
C
A
= 0
1 0 0
0 1 0
0 0 1
1
A
Nu herkennen we de twee-dimensionale representatie
jW
?: hijis equivalent met de stan-
daard representatie van D
3
! Deze representatie is irredu ibel, dus we kunnenniet verder
gaan en het22-blok opsplitsenintwee 11blokken.
Samenvattend: we hebben de driedimensionale\permutatie" representatie op C 3
=
W W
?
expli iet geredu eerd tot een dire te som =
W
W
?, waarbij
W
: G !
GL(W) een eendimensionale irrep is (namelijk de triviale) en
W
?
: G ! GL(W
?
) een
tweedimensionaleirrepis (namelijkequivalentmet de standaardrepresentatievan D
3 ).
5 Representatietheorie in de fysi a
5.1 Typis he situatie
Latenwealvastinhetkortmotiverenwaaromweeigenlijkge
nteresseerdzijninirredu ibele
representaties endebijbehorendeirredu ibelekarakters. Inhetvolgendehoofdstukkomen
we hiernog eens uitvoerig opterug wanneerwemole ulaire trillingenbespreken.
Eentypis he situatiein de fysi ais datwe eenve torruimteW gegeven hebben en op
dieve torruimteeenzelfgeadjungeerde(lineaire)operatorH : W !W. Verderhebbenwe
eengroep G(de\symmetriegroepvan hetsysteem") eneenrepresentatie:G!GL(W)
die ommuteert met H:
(g)H =H(g) vooralleg2G. (1)
In deze situatie kunnenwe met behulp van groepentheorie allerlei eigens happen van
het spe trum 7
van de operator H a eiden, zonder dat we de operator H pre ies hoeven
te kennen. We buiten aldus de symmetrieen van de operator H uit om iets over zijn
eigenwaarden te wetente komen. Terillustratievolgen nutwee voorbeelden.
5.2 Voorbeelden: Quantum me hani a
W isdeve torruimtevan\ket's"ji,dusdeve torruimtevanmogelijketoestandenvanhet
quantumsysteem (denk bijv. aan de ve torruimte van alle mogelijke golun ties van een
deeltje). H isdeHamiltoniaanvanhetsysteemenGisde(abstra te)symmetriegroepvan
deHamiltoniaan. Deelementengvandeabstra te symmetriegroep Gzijngerepresenteerd
alsoperatoren (g) op W die ommuterenmet H.
Hetbovenstaandekomjeinallerleivariatiestegen; wezullennueenspe iekvoorbeeld
naderbes houwen: het(niet-relativistis he)vrije deeltje. Neem
W =L 2
(R 3
)\="
n
:R 3
!C
Z
R 3
j (x)j 2
dx <1 o
;
deruimtevanallemogelijke(kwadratis hintegreerbare)golun tiesdiedetoestandvaneen
deeltje(in3 dimensies)bes hrijven. Dit iseenve torruimte: je kuntgolun tiesoptellen:
(
1 +
2
)(x ):=
1 (x)+
2
(x ) 8x2R 3
voor
1
;
2
2W,en ook s alairvermenigvuldigen:
( )(x):= (x ) 8x2R 3
voor 2W;2C. H isde Hamiltoniaan,inditgevaldusH = r 2
. Desymmetriegroep
vanHisdegroepEvanEu lidis hebewegingen,datwilzeggendegroepvantransformaties
van R 3
!R 3
voortgebra ht doorde rotaties, spiegelingenen translaties. Debijbehorende
representatie van dezegroepis:
:E !U(L 2
(R 3
)): 7! Æg 1
:
7
Inheteindig-dimensionalegevalishetspe trum vaneenlineaireafbeeldingpre iesdeverzamelingvan
Het irkeltje\Æ"isdewiskundigenotatievoorhetsamenstellen vanfun ties.
8
Hetgroepse-
lement g wordt dus gerepresenteerd als de afbeeldingdie een golun tie afbeeldtop de
golun tie Æg 1
;geevalueerd inhetpuntx2R 3
isde waarde van denieuwe golun tie:
(g)
(x ):=( Æg 1
)(x )= g 1
(x)
:
Jevraagt je miss hienaf: waarom dieinverse van g? Welnu,als je dieweg zou laten,dan
jegeenhomomorsmehebben. Deinverseisnoodzakelijkomdegoedevolgordetekrijgen:
(gh) = Æ(gh) 1
= Æ(h 1
g 1
)= Æ(h 1
Æg 1
)=
=( Æh 1
)Æg 1
=(g)( Æh 1
)=(g) (h)
= (g)(h)
enditgeldtnatuurlijkvooralle 2L 2
(R 3
). Verderis(g)duidelijklineairvoorelkeg2E,
dus is inderdaadeen representatie. Verder is unitair,dat wil zeggen hijbehoudt het
omplexeinprodu top W:
h(g) ;(g)i= Z
R 3
(g 1
x) (g 1
x)dx= Z
R 3
(y )(y )dy=h ;i
vooralleg2E en ;2L 2
(R 3
);wehebbenhierdesubstitutiey=g 1
xuitgevoerd(merk
op dat de bijbehorendeJa obiaan de waarde 1 heeft). Tot slot: je kunt nagaandat (g)
en de HamiltoniaanH inderdaad ommuteren, d.w.z.[(g);H℄=0,vooralleg2E.
Ditvoorbeeldlatenweverdervoorwathetis;toepassingvangroepentheorieishierwat
ingewikkelder doordat de ve torruimte W oneindig-dimensionaal is. We hebben het met
name genoemd omje eenidee te geven van waar en op welke wijze je groepentheoriezoal
tegenkomt indefysi a. Indequantumme hani a barsthettrouwensvandetoepassingen;
enkele voorbeelden(waarwe verderniet op ingaan)zijn:
Spin: heeftte maken met rotatiesymmetrie.
Bosonen/ fermionen: heeft te maken metpermutatiesymmetrie.
De Dira vergelijking voor het vrije deeltje: deze is af te leiden m.b.v. de Lorentz
groep, degroepvan spe iaal-relativistis hetransformatiestusseninertiaalstelsels.
De energieniveaus van het waterstofatoom zijn te berekenen door louter gebruik te
maken van de symmetrieen van hetsysteem (dit wordt behandeldinhet ollege Lie
Theorie).
Ook de energieniveaus van de quantum-me hanis he harmonis he os illator zijn te
berekenenmetbehulpvan derelevante symmetriegroep.
Dezgn. sele tieregelszijn ook uitingenvan symmetrie.
8
Twee fun tiesf:X !Y eng:Y !Z kunjesamenstellentoteennieuwefun tiegÆf:X!Z;het
ideeisdatjeeerstf laatwerkenendaarnag,dus(gÆf)(x):=g f(x)
voorx2X. Laatjenietverwarren
doordenotatie: jemoetsamenstellingvanfun tiesvanre htsnaarlinkslezen! Samenstellenisasso iatief:
5.3 Voorbeeld: golven en trillingen
Eenandervoorbeelddatpastinhetalgemene kaderiseenketenvangekoppeldeharmonis-
he os illatoren. Dit voorbeeld is als het goed is reeds behandeld bij het ollege Golven
en trillingen, waar het vinden van de oplossingen van de bewegingsvergelijkingen in feite
neerkwamop hetgokkenvande juisteAnsatz. Hierzullenwes hetsenhoejedoorgebruik
temaken vanrepresentatietheoriedeoplossingendaadwerkelijkkunta eiden|zondergok-
werk.
In on reto, bes houw eeneendimensionaalmassa-veersysteem bestaande uit N punt-
massa's,waarbijelke puntmassaisverbondenmet zijnbeideburen. Wenoterende uitwij-
kingen als x = (x
1
;:::;x
N ) 2 R
N
=: W. We kiezen periodieke randvoorwaarden en
we nemen alle massa's en veer onstanten identiek; we krijgen dan de volgende beweg-
ingsvergelijkingen:
m d
2
x
j
dt 2
= (x
j+1 x
j
)+ (x
j 1 x
j
) j =1;:::;N
waarbij x
0 := x
N en x
N+1 := x
1
; m is de massa van een willekeurige puntmassa en is
de veer onstante van een veertje tussen twee naburige puntmassa's. Zij H 2 GL(R N
) de
operator metals matrixt.o.v.de standaardbasisvan R N
:
H = 0
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
2 1 0 0 ::: 0 1
1 2 1 0 ::: 0 0
0 1 2 1 ::: 0 0
0 0 1 2 ::: .
.
. .
.
.
.
.
. .
.
. .
.
. .
.
. .
.
. .
.
. .
.
.
0 0 0 0 ::: 2 1
1 0 0 0 ::: 1 2
1
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
A :
We kunnende bewegingsvergelijkingen dan alsvolgts hrijven:
d 2
dt 2
x=
m Hx:
Merk op dat H zelf-geadjungeerd is. Wat is de symmetriegroep van het systeem? Een
symmetriedieoverduidelijkaanwezigis,isde\translatie"-symmetrie: alsjedepuntmassa's
y lis h verwisselt via x
j 7! x
j+1
(met x
N 7! x
1
) verandert er niets wezenlijks aan het
systeem. We nemen dus alssymmetriegroep G=C
N
=fe;r;:::;r N 1
g. De representatie
:C
N
!GL(W)van desymmetriegroepop deve torruimtevanuitwijkingenisals volgt
gedenieerd:
(r j
)(x
1
;:::;x
N
):=(x
1+j
;:::;x
N+j
) (2)
waarbij de indi es modulo N gerekend worden. Je gaat eenvoudig na dat en H om-
muteren,zodatweinderdaadinhetalgemenekaderzittendataanhetbeginvandithoofd-
stuk is bes hreven. We zullen spoedig zien wat groepentheorie in deze situatie te bieden
5.4 Eigenruimten van H zijn invariante deelruimten
We gaan hier weer uit van de algemene situatie bes hreven in paragraaf 5.1. Het doel
dat we nastreven is het doen van uitspraken over het spe trum van de operator H; in
het eindig dimensionale geval is het spe trum van een operator pre ies de verzameling
van eigenwaarden van die operator. We zullenzien datkaraktertheorie onsvertelt hoeveel
vers hillendeeigenwaardenerinhetspe trumvoorkomenenwatdeontaardingsgraden zijn,
d.w.z.wat dedimensiesvan de eigenruimtenzijn.
Noteer de eigenruimte van H bij eigenwaarde k
j
met W
kj
. Merk nog even op: W =
L
j W
k
j
(wantHiszelf-geadjungeerd). Het ru ialepuntishetvolgendegevolgvanvergelij-
king(1) .
Stelling 5.1: Voorallej isW
k
j
eeninvarianteruimteonderde representatie.
Bewijs:
Neem j vast. Voorallew2W
k
j geldt:
H (g)w
= H(g)
w= (g)H
w=(g)(Hw)=(g)(k
j w)=k
j
(g)w
vooralle g 2 G. Oftewel: vooralle g 2G is ook (g)w eeneigenve tor van H bij eigen-
waarde k
j
. Dus: alsw2W
k
j
,dan ook(g)w2W
k
j
vooralleg2G. 2
Dit betekent datde dire te somsplitsingW =W
k
1
W
k
2
:::W
k
r
(r ishetaantal
vers hillendeeigenwaarden), leidttot desplitsing:
=
k1
k2
:::
kr
; (3)
waarbij
k
i :=
W
k
i
de beperkingvan tot W
k
i is.
We veronderstellen nu dat H op V natuurlijke ontaarding heeft voor G, d.w.z. dat
de
k
i
's allemaal irrepszijn. Als we geennatuurlijke ontaarding hebben, spreken we van
toevallige ontaarding. Zit je in deze situatie dan is in de regel voor G niet de volledige
symmetriegroepgekozen,d.w.z.hetsysteembezit(verborgen)symmetriedienognietwordt
gebruikt.
Nemen we nu het spoor van vergelijking (3) , dan leidt dit tot een opsplitsing van
X:=Tr()ineensom van irredu ibelekaraktersX
k
i
:=Tr(
k
i ):
X =X
k1 +X
k2
+:::+X
kr :
Dit is waarom we voor groepen tabellen maken van de irredu ibele karakters
i
. Door
inprodu ten te nemen met deze getabelleerde karakters kunnen we te weten komen hoe
vaakwelkeirrepvoorkomtindeontbindingvan. Doorhetoptellenvanallevoorkomende
karakters gewogen met hun multipli iteiten weten we hoeveel vers hillende eigenwaarden
H heeft. Het karakter geevalueerd te e geeft de dimensie van de irrep. Als we dusweten
welke karakters voorkomen, kennen we ook de ontaardingsgraden (we weten e hter niet
5.5 Nogmaals golven en trillingen
We keren nog even terug naar de keten van harmonis he os illatoren. De representatie
:C
N
!GL(R N
) gedenieerdin(2)heeft hetvolgendespoor:
X(r j
)=Tr((r j
))= (
N alsj =0
0 als j=1;:::;N 1
Dekaraktertabelvan C
N
is gegeven door(zie ook[3℄,Voorbeeld 4.15):
C
N
e r r
2
... r j
... r N 1
0
1 1 1 ... 1 ... 1
1
1
2
... j
... N 1
2
1
2
4
... 2j
... 2(N 1)
.
.
. .
.
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
k
1
k
2k
... jk
... k(N 1)
.
.
. .
.
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
N 1
1 N 1
2(N 1)
... j(N 1)
... (N 1)
2
waarbij :=e 2i=N
. Het inprodu thX;
k
i= 1 voor allek; alle irrepskomen dus pre ies
een maal voor inde representatie. Als er natuurlijke ontaarding zou zijn,dan zou elke
eigenruimte van H pre ies overeenkomen met een irrep. In het bijzonder zou elke eigen-
ruimtedaneendimensionaalzijnenzouHpre iesN vers hillendeeigenwaardenhebben;de
opsplitsingvanW ineigenruimtenvanHzoudanpre iesovereenkomen metdeopsplitsing
van W ininvariantedeelruimtesonder .
Dit ise hter niet hetgeval. Immers, zijx een ve tor uit de invariantedeelruimtevan
W behorendbijde irrepmet karakter
k
,d.w.z.steldat:
(r j
)x=e 2ijk=N
x:
Dangeldt:
Hx=2x (r)x (r 1
)x=(2 e 2ik=N
e
2ik=N
)x=2
2 2 os 2
k
N
x:
We zien datvoork 1;k 6=N=2 deeendimensionaleinvariantedeelruimtenmet karakter
k en
N k
allebei bevat zijn in dezelfde eigenruimte van de operator H, namelijk die
behorendebijeigenwaarde4 4 os 2
k
N
. Dusdieeigenwaardenzijnopz'nminsttweevoudig
ontaard. We hebben blijkbaargeennatuurlijkeontaarding,maar toevallige ontaarding.
Maar het is wel heel toevallig dat er zoveel eigenruimten opsplitsen in meer dan een
invariante deelruimte: het lijkt erop dat we een symmetrie vergeten zijn en dat C
N niet
de hele symmetriegroep is. Inderdaad: enig denkwerk leidt tot hetinzi ht datwe de hele
ketenookkunnen\omkeren"zonderdaterietswezenlijksverandert. Noemenwehetnieuwe
element van desymmetriegroep t,dan kunnenwe ookonzerepresentatie uitbreiden:
(t)(x
1
;x
2
;:::;x
N )=(x
N
;x
N 1
;:::;x
1 ):
Ga na dat de nieuwe symmetriegroep pre ies D
N
is (dediedergroep van orde 2N), i.h.b.
dat rt = tr N 1
, en dat deze inderdaad een representatie vormt, en dat de nieuwe
Het blijkt dat wanneer je met deze grotere symmetriegroep D
N
aan de slag gaat, de
toevallige ontaarding verdwijnt en in plaatsdaarvan de operator H natuurlijk ontaard is.
We zullendithiernietexpli ietuitwerkenvooralgemeneN,omdat derepresentatietheorie
voorD
N
(voorwillekeurigeN)netietsverdergaatdanwatopdit ollegewordtbehandeld.
9
Wel zullen we het spe iale geval N = 5 bes houwen, want de karaktertabel van D
5 is
bekend(zie [3 ℄,hoofdstuk6):
D
5
e r r
2
t
1
1 1 1 1
2
1 1 1 1
3
2 (+ 1
) (
2
+ 2
) 0
4
2 (
2
+ 2
) (
4
+ 4
) 0
met =e 2i=5
. VoorX :=Tr krijgenwe nu:
D
5
e r r 2
t
X 5 0 0 1
Je gaat eenvoudig na dat hX;
1
i = 1, hX;
2
i = 0, hX;
3
i = 1 en hX;
4
i = 1, dus
X=
1 +
3 +
4
. Kortom, splitstop inirredu ibelerepresentaties: =
1
3
4 ,
waarbij
1
=
jW1 ,
3
=
jW3 en
4
=
jW4
beperkingen zijn van tot invariante
deelruimtenW
1 , W
3 en W
4
van W = W
1
W
3
W
4
= R 5
. De vraag is nu, of H op de
invariantedeelruimtesW
1 ,W
3 enW
4
vers hillendeeigenwaardesheeft;isdithetgeval,dan
isH natuurlijkontaard (met betrekking tot desymmetriegroep D
5 ).
Welnu,stel x2W
1
(hoe ziet xerdan uit?). Dan:
Hx=(2I
1
(r)
1 (r
1
))x=(2 1 1)x=0;
immers
1
isequivalentmetdetrivialerepresentatievanD
5 .
3
isequivalentmetde(twee-
dimensionale)standaardrepresentatievanD
5
,dus,tenopzi htevaneengoedgekozenbasis
vanW
3 :
3
(r)+
3 (r
1
)=
os 2
5
sin 2
5
sin 2
5 os
2
5
+
os 2
5
sin 2
5
sin 2
5
os 2
5
=
2 os 2
5
0
0 2 os 2
5
:
Dus,als x2W
3 :
Hx=(2I
3
(r)
3 (r
1
))x=
2 2 os 2
5
x
Tenslotte, de representatie
4
ziet er,wederomt.o.v.de juistebasis, als volgtuit:
4 (r)=
os 4
5
sin 4
5
sin 4
5
os 4
5
en ietssoortgelijksvoor
4 (r
1
),dusals x2W
4 :
Hx=(2I
4
(r)
4 (r
1
))x=
2 2 os 4
5
x:
9
Voordegenteresseerde lezer: derepresentatiesvanD
N
zijnteverkrijgenuitdievanC
N
doormiddel
Deze drie eigenwaardes zijn onderlingvers hillend; dus H is natuurlijk ontaard (met be-
trekkingtotde symmetriegroep D
3 ).
Het bovenstaande verhaal kan gegeneraliseerd worden tot algemene N, waarbijje nog
twee gevallen moet onders heiden, nl. N even en N oneven. Om de irreps van D
N te
vinden, is het het handigst om representaties van C
N
te indu eren. Dit is niet moeilijk
en vrijre ht-toe-re ht-aan, maar we zullen het hierniet doen omdat dit ollege algenoeg
stofbehelst. Totslotzijopgemerktdatdoormiddelvanzgn.proje tie-operatoren (ziebijv.
[8 ℄)hetbovendienmogelijkisomde zgn.\eigenmodes"van deketen teberekenen,datwil
zeggenexpli ietaf teleidenhoe de eigenve torenvanH eruitzien.
6 Karaktertabellen
We gaan nu de karaktertabel bepalenvoor de vier voorbeelden die we steeds bekijken in
dit appli atie ollege: water (V
4
= D
2
), ammoniak (D
3
= S
3
), methaan (S
4
) en ethaan
(C
2
D
3 ).
6.1 Water
In opgave 4.2 [3 ℄ hebben we alle irredu ibele representaties gevonden van D
2
= V
4 . Dit
leidtonmiddellijktot:
V
4
e a b
D
2
e r t rt
1
1 1 1 1
2
1 1 1 1
3
1 1 1 1
4
1 1 1 1
6.2 Ammoniak
De karaktertabel van D
3
= S
3
is ook snel gevonden. Een irredu ibele representatie is
uiteraardde triviale representatie
1 :D
3
!GL
1
(C) :g7!(1). Eenandere reedsbekende
representatieisde standaardrepresentatie
3 :D
3
!GL
2
(C) van D
3
,vastgelegd door:
3 (r):=
os 2
3
sin 2
3
sin 2
3
os 2
3
;
3 (t):=
1 0
0 1
:
Destandaardrepresentatieis irredu ibel, immersvoor
3
:=Tr
3 geldt:
h
3
;
3 i=
1
6 12
2
+2
2 os 2
3
2
+30 2
!
=1:
Als we de determinant nemen, dan levert dit eeneendimensionale(dus irredu ibele) rep-
resentatie op, namelijk
2 : D
3
! GL
1
(C) : g 7! det
3
(g). Inderdaad, de afbeelding
det: GL
N
(C) ! C
is zelf een homomorsme, en samenstellen van twee homomorsmes
levert weer een homomorsme op. Deze representatie is duidelijk niet equivalent met de
triviale representatie (want
2
(t) = ( 1)). Met behulp van Gevolg 5.11 volgt dire t dat
we alle (onderling inequivalente) irrepsvan D
3
te pakken hebben. De karaktertabel volgt
eenvoudig doorhetspoorte nemen.
D
3
e r t
S
3
e (123) (12)
1
1 1 1
2
1 1 1
2 1 0
6.3 Methaan
Wezullenhiergeena eidinggeven vandekaraktertabelvanS
4
. Inplaatsdaarvanponeren
we hiergewoon dekaraktertabelvanS
4 .
S
4
e (12) (12)(34) (123) (1234)
1
1 1 1 1 1
2
1 1 1 1 1
3
2 0 2 1 0
4
3 1 1 0 1
5
3 1 1 0 1
Uiteraardis
1
het karakter van detrivialerepresentatie.
Het karakter
4
is afkomstig van de standaardrepresentatie van S
4
, opgevat als de
symmetriegroep van methaan. Merk op dat het karakter van de standaardrepresentatie
van eenrotatie D
w;
indriedimensiesaltijd2 os+1is,waarbijderotatie hoekis;dit
isdus onafhankelijkvan de rotatie-as w. Hieruit volgt:
4
(12)(34)
=2 os ()+1= 1
en
4 123
=2 os (2=3)+1=0 (zie ookhoofdstuk2). Het element (1234) is eenrotatie
over =2 gevolgd doorruimte inversies(zie hoofdstuk2)). Dit betekent dat
4
(1234)
=
2 os (=2) 1= 1. Verderis
4 (12)
het spoorvan eenmatrix van eenspiegeling in
een vlak en dus gelijk aan 1 (kies een basis met twee basisve toren in het spiegelvlak en
een er loodre ht op). Er moet vervolgens nog ge ontroleerd worden dat het zo verkregen
karakter lengte1 heeft. Wel: (
4
;
4 )=(3
2
+61 2
+3( 1) 2
+6( 1) 2
)=24=1.
Hetkarakter
2
isde tekenrepresentatievan S
4
,d.w.z.de representatie
S
4
!GL
1
(C) : 7!
(
(1) als even is
( 1) als oneven is.
Jekunt
2
e hter ook opvatten als hetkarakter van de representatie dieje krijgt door de
determinant-afbeeldingen de standaardrepresentatiesamentestellen.
Hetkarakter
5
ishetkarakterdatafkomtvanhettensorprodu tvandeirrepshorende
bij de karakters
2 en
4
. Je ontroleert gemakkelijk dat dit tensor produ t een irrep
oplevert: (
5
;
5 )=(
2
4
;
2
4 )=(3
2
+6( 1) 2
+3( 1) 2
+61 2
)=24=1.
Het derde karakter
3
tenslotte kun je a eidenuit de eisendat P
5
i=1 n
2
i
=24 waarbij
n
i
=
i
(e) (Gevolg 5.11 [3 ℄), dat(
3
;
i
) =0voori=1;2;4;5 en dat (
3
;
3
)=1. Als je
goed kijkt, kun je de twee-dimensionale representatie van D
3
, een ondergroep van S
4 , in
terugvinden.
6.4 Ethaan
De karaktertabel van C
2
D
3
volgt met behulp van opgave 5.4 [3 ℄ onmiddellijk uit de
karaktertabellenvan C
2 en D
3
. We vinden:
C
2
D
3
e r t s sr st
1+
1 1 1 1 1 1
2+
1 1 1 1 1 1
3+
2 1 0 2 1 0
1
1 1 1 1 1 1
2
1 1 1 1 1 1
2 1 0 2 1 0