• No results found

Memo aanpak onderzoek huismus en vleermuizen Plangebied: Tielsestraat 72, MaurikAlgemeen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Memo aanpak onderzoek huismus en vleermuizen Plangebied: Tielsestraat 72, MaurikAlgemeen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Memo aanpak onderzoek huismus en vleermuizen Plangebied: Tielsestraat 72, Maurik

Aan: D.J. Rieuwers

Betreft: Vergunningverlening Tielsestraat 72, Maurik i.r.t. Flora- en faunawet Van: F.A. van Meurs (Ecoresult)

Kopie: L. Boon (Ecoresult) Datum: 24 mei 2016

Versie: 01

Ons kenmerk: MER2016052301

Algemeen

Op 3 mei 2016 heeft u aan Ecoresult opdracht verleend om een aanvullend onderzoek vleermuizen en een aanvullend onderzoek huismus uit te voeren in het kader van de planontwikkeling ter plaatse van Tielsestraat 72, te Maurik.

Huismusonderzoek

Het huismusonderzoek wordt uitgevoerd conform de Soortenstandaard Huismus (Versie 2.0, RVO, december 2014). Op 3 en 13 mei 2016 heeft Ecoresult het huismusonderzoek uitgevoerd. In beeld is gebracht worden waar zich de locaties van voortplantingsplaatsen, vaste rust- of verblijfplaatsen en functioneel leefgebied (zoals foerageergebieden, slaapplaatsen) van de huismus bevinden. In totaal zijn 11 nesten vastgesteld in de te slopen woning en schuur. Het functioneel leefgebied betreft de hagen tussen de woning en de straat en de hagen tussen het perceel Tielsestraat 72 en de naastgelegen percelen.

De nieuwe woning en schuur worden gebouwd in gebied dat geen functie heeft voor huismus, namelijk

1

(2)

ter plaatse van grasland. Het (essentieel) functioneel leefgebied wordt door de planontwikkeling niet weggenomen en wezenlijk verstoord. De nesten zullen op termijn verdwijnen, maar pas nadat in de nieuwbouw nieuwe nestgelegenheden zijn aangebracht en nadat ontheffing van de Flora- en faunawet is verleend.

Vleermuisonderzoek

Het vleermuisonderzoek wordt uitgevoerd conform het Vleermuisprotocol 20131. Dit is het protocol op basis waarvan het Ministerie van Economische Zaken toetst of onderzoek voldoende is uitgevoerd.

Conform het Vleermuisprotocol worden vier bezoeken uitgevoerd: 2 in de periode 15 mei – 15 juli 2016, waarvan tenminste één tijdens ochtendschemering, en 2 bezoeken in de periode 15 augustus – 1 oktober, 1 bezoek tenminste 1 uur na avondschemering en 1 bezoek rond middernacht. Het vleermuisonderzoek is gestart in de tweede helft van mei 2016.

In de nieuwbouw komen ruimtes voor vleermuizen. Eventueel aanwezige verblijfplaatsen van vleermuizen in de te slopen bebouwing worden dus gemitigeerd in de nieuwbouw. De

nieuwbouwactiviteiten zullen niet verstorend werken op vleermuizen. Er is in de directe omgeving ruim voldoende leefgebied aanwezig (foerageergebied) en de verblijfplaatsen worden door de bouw niet verstoord. U heeft aangegeven dat tijdens de werkzaamheden in het actieve seizoen van de vleermuizen (april-medio oktober) geen bouwverlichting wordt gebruikt.

Vervolg

Sloop van de bestaande bebouwing zal plaatsvinden nadat in de nieuwbouw nieuwe verblijfplaatsen zijn aangebracht voor huismus en vleermuizen en nadat ontheffing van de Flora- en faunawet is verleend.

Gelet op de werkwijze van de opdrachtgever en de maatregelen die de opdrachtgever treft2 (zie Van Veen, blz. 32/33) zal de ontwikkeling geen schadelijke effecten hebben op de staat van instandhouding van huismus en vleermuizen, en verwacht Ecoresult dat de ontheffing verleend wordt.

1 http://www.netwerkgroenebureaus.nl/werken-aan-kwaliteit/vleermuisprotocol

2 Veen, K., van, 2015. Quickscan flora en fauna. In kader van de Flora- en faunawet. Plangebied: Tielsestraat 72, Maurik. Rapportkenmerk ER20151221v01. Ecoresult. Dordrecht

2

(3)

In de rapportage over de onderzoeken die nu worden uitgevoerd zullen aanbevelingen worden gegeven hoe om te gaan met de omgeving ten aanzien van huismus en vleermuizen (zoals verlichting,

functioneel groen huismus en vleermuizen).

U heeft aangegeven zich bewust te zijn van het feit dat u in ieder geval voor huismus een ontheffing van de Flora- en faunawet moet aanvragen. Ecoresult is van mening dat de het realiseren van nieuwbouw van de woning en de schuur geen schadelijke effecten op vleermuizen en huismus, mits dit buiten de kritische perioden voor huismus plaatsvindt (daadwerkelijke start van de bouwactiviteiten binnen 10 meter van de nesten vanaf 20 juni). De nieuwbouw van de beide gebouwen kan dus al plaatsvinden. Dit heeft gelijk als voordeel dat de nieuwe nestplaatsen en verblijfplaatsen kunnen functioneren voordat de bestaande bouw wordt gesloopt en dat de functionaliteit gegarandeerd blijft.

Met vriendelijke groet,

Anton (F.A.) van Meurs

Adviseur ecologie

Ecoresult

Van Ravesteyn-erf 156

3315 DK Dordrecht

vast 078 75 184 12

mobiel 06 53 633 028

antonvanmeurs@ecoresult.nl www.ecoresult.nl

3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor deze soorten is in de directe omgeving tevens voldoende alternatief foerageergebied aanwezig waardoor er ten aanzien van deze vogels eveneens geen negatief effect

Verblijfplaatsen van vleermuizen kunnen eenvoudig in huizen worden bewerkstelligd door spouwmuren toegankelijk te maken voor vleermuizen, middels het aanbrengen van open

Concluderend kunnen we stellen dat in het plangebied verschillende soorten vleermui- zen zijn waargenomen tijdens de veldbezoeken; Gewone en Ruige dwergvleermuizen, Rosse

 Mogelijk komen er vaste paar- en verblijfplaatsen van vleermuizen en jaarrond beschermde nesten van huismus en gierzwaluw voor in het plangebied en de opstallen die daar gesloopt

Er zijn geen significante vliegroutes waargenomen. Tijdens de onderzoeken is wel gebruik gemaakt van de bomen aan de spoorzijde. Dit was echter maar zeer beperkt. Enkele keren zijn

Sporen kunnen een indicatie zijn voor actueel / recentelijk gebruik, echter geven deze géén uitsluitsel van het gebruik van het pand. Soms laten vleermuizen geheel geen sporen na, ook

redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor een Natura 2000-gebied, een bijzonder nationaal natuurgebied of voor in het wild levende dieren

Uit het onderzoek kwam naar voren dat de aanwezigheid van een vaste verblijfplaats van vleermuizen, huismus en Gierzwaluw in de te slopen bebouwing niet kon worden uitgesloten?.