Buurt- en dorpsenquête 2019
Monitor Sociale Kracht
Oosterhout
Buurt- en dorpsenquête 2019: Monitor Sociale Kracht Oosterhout
Oosterhout (januari 2020) – De sociale kracht in de gemeente Oosterhout haalt een score van 71 punten, zo blijkt uit de tweede Monitor Sociale Kracht; een na- genoeg gelijke score als bij de vorige peiling in 2017 (73 punten). De sociale kracht van mensen wordt bepaald door zeven hoofdindicatoren die betrekking hebbenop enerzijdsdewoonomgevingenanderzijdsopdepersoonlijkesituatieendeelname aan de maatschappij. Op basis van de scores op deze hoofdindicatoren is een totaal- score voor de sociale kracht berekend. De indicatoren zijn samengestelde waarden die liggen tussen de 10 (zeer zwak) en de 100 (zeer sterk).
De sociale kracht is het sterkst bij inwoners tot 65 jaar en bij gezinnen met kinderen, terwijl deze minder sterk is bij alleenwonenden en 65-plussers. En hoger opgeleiden zijn sociaal krachtiger dan lager opgeleiden. Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De sociale kracht is het sterkst in de kerkdorpen en in de stadswijken Leijsenakkers, Vrachelen, West en(eendeel van)Dommelbergen.Mindersociaal krachtigzijneenaantalwoonbuurten in de wijken Oosterheide, Slotjes en Dommel- bergen.
Een belangrijk onderdeel van de sociale kracht is de zelfredzaamheid van inwoners, oftewel het vermogen van mensen om zich te redden bij veranderingen in de samen- leving of in de persoonlijke situatie en de gevolgen van bijvoorbeeld een ziekte of beperking. Het grootste deel van de Oosterhouters is prima in staat om voor zichzelf tezorgen: de zelfredzaamheid haalt een score van 82 punten.
De hoofdindicator participatie zegt iets over de mate waarin inwoners deelnemen aandemaatschappij.Hiervoorisgebruikgemaaktvandeparticipatieladder.Hetgros van deOosterhouters neemtopeenof andere manierdeel aandemaatschappij, terwijl 22 procent niet participeert. De mate van participatie is het hoogst bij jongeren, gezinnen met kinderen en mensen met een hogere opleiding.
Of mensen al dan niet eenzaam zijn, is een belangrijk aspect van de sociale kracht.
Uit de hoge score van 70 punten blijkt dat het merendeel van de Oosterhouters niet
eenzaam is en tevreden over het eigen sociaal netwerk. Het aandeel dat een leegte ervaart, mensen mist of zich in de steek gelaten voelt is 10 procent of lager. De eenzaamheid groeit met het ouder worden, als mensen uit de directe omgeving weg- vallen en het aantal sociale contacten daalt.
Dehoofdindicatorfinanciëlezelfredzaamheidzegtietsoverdefinanciëledraagkracht en -last van mensen, oftewel de vraag of men kan rondkomen met het huishoud- inkomen. De meeste Oosterhouters kunnen goed rondkomen: hunfinanciële zelfred- zaamheid haalt een score van 69 punten. Zo’n 8 procent van de inwoners geeft aan veel moeite te hebben om rond te komen. De financiële zelfredzaamheid is lager bij mensen met een lagere opleiding, werkzoekenden en langdurig zieken.
De collectieve zelfredzaamheid zegt iets over de sociale samenhang tussen de bewoners in een woonbuurt en de bereidheid om zich voor de buurt en de bewoners in die buurt in te zetten. De collectieve redzaamheid in Oosterhout haalt een score van 62 punten. Het hoogst is deze bij meerpersoonshuishoudens, inwoners van 35 tot 65 jaar en bij hoger opgeleiden.
De hoofdindicator leefbaarheidsbeleving zegt iets over de kwaliteit van de woon- omgeving en of bewoners de buurt prettig vinden om in te wonen. De leefbaarheid in Oosterhout haalt een score van 63 punten. De lage waardering voor de staat van de openbare ruimte drukt deze score.
De hoofdindicator veiligheidsbeleving zegt iets over hoe de veiligheid in de woon- buurt wordt ervaren (subjectieve veiligheid). Deze haalt in Oosterhout een score van 79 punten. De (beperkte) mate van sociale overlast scoort hierbij wat gunstiger dan het veiligheidsgevoel in de woonbuurt, hoewel die ook niet slecht scoort.
DeMonitorSocialeKrachtmaaktonderdeeluitvandeOosterhoutseBuurt-endorps- enquête die in juni 2019 is uitgezet onder 9.800 inwoners van 18 jaar en ouder. Bijna 31 procent heeft meegedaan aan dit onderzoek.
Een uitgave van de gemeente Oosterhout
rapporteur: team Gegevensmanagement, Onderzoek & Statistiek gereed: 30–01–2020 (definitief)
oplage: digitale pdf-versie
vindplaats: www.oosterhout.nl/metamenu/over-de-gemeente/feiten-en-cijfers/onderzoek/buurtenquete
1 Inleiding
De Oosterhoutse Buurt- en dorpsenquête is een vorm van burgeronderzoek waar- bij, via een uitgebreide vragenlijst, meerdere thema’s tegelijkertijd aan een represen- tatief deel van de inwoners worden voorgelegd. Dit onderzoek geeft inzicht inde mate van tevredenheid van de inwoners (burgers) over diverse aspecten van het woon- en leefklimaat in de gemeente Oosterhout, en in de wijken, dorpen en buurten in het bijzonder. De Buurtenquête wordt om de twee jaar uitgevoerd.
Tenbehoevevandezegrootschaligeenquêteisuithetbevolkingsbestandeensteek- proef getrokken van 9.800 inwoners van 18 jaar en ouder. Deze personen zijn wille- keurig geselecteerd (a-select), maar daarbij is wel rekening gehouden met een evenwichtige verdeling over de Oosterhoutse buurten en kerkdorpen. Het onder- zoek is in juni 2019 uitgezet. In totaal hebben 3.012 inwoners aan dit onderzoek meegedaan, een respons van bijna 31 procent.
Aangezien er ook uitspraken worden gedaan per buurt, is het belangrijk dat de resultaten ook per woongebied representatief zijn. De minimale respons van 25 á 30 procent is in alle woonbuurten gehaald. Om de betrouwbaarheid verder te vergro- ten zijn de onderzoeksresultaten bovendien nog gewogen naar leeftijd en woon- buurt. Hiermee is gegarandeerd dat de onderzoeksresultaten representatief zijn voor de bevolking van 18 jaar en ouder in alle wijken, buurten en kerkdorpen in de gemeente Oosterhout.
In 2017 is de Monitor Sociale Kracht Oosterhout als nieuw onderdeel opgenomen in de Buurtenquête. De sociale kracht van het collectief van mensen (bijvoorbeeld in een groep of woonbuurt) wordt bepaald via zeven componenten – hoofd- indicatoren – die betrekking hebben op enerzijds de woonomgeving en anderzijds op de persoonlijke situatie en maatschappelijke participatie. Elke hoofdindicator is weer opgebouwd uit één of meer deelindicatoren. De indicatoren geven een samengesteld en gewogen beeld vanuit de beleving van de bewoners.
De rapportage van deze monitor bestaat uit vier hoofddelen, te weten: Wat is de monitor sociale kracht (onderzoeksmethodiek), Sociale kracht (totaalscore), Sociale kracht (hoofdindicatoren) en Sociaal krachtige wijken. Op de achterzijde van deze rapportage staat een overzichtskaart met de wijk- en buurtindeling die voor dit onder- zoek is gebruikt.
Deze SK-monitor is, samen met de Monitor Leefbaarheid & Veiligheid (L&V), een belangrijke dataleverancier voor de “Atlas van Oosterhout”. Met name de wijk- en buurtprofielen in de Atlas worden onder andere ook gevoed met gegevens uit de monitor sociale kracht.
Inhoudsopgave
1 Inleiding 3
2 Wat is de Monitor Sociale Kracht 4
3 Sociale kracht (totaalscore) 6
4 Sociale Kracht (hoofdindicatoren) 8
5 Sociaal krachtige wijken 32
6 Overzichtskaart wijk- en buurtindeling Oosterhout 46
2 Wat is de Monitor Sociale Kracht
2.1 De Monitor Sociale Kracht
De verhouding tussen overheid en burgers verandert sterk. Steeds meer wordt een beroep gedaan op de eigen kracht en inzet van burgers. Zo ook in de zorg, dat niet louter meer leunt op overheidsvoorzieningen, maar vereist dat mensen eerst kijken naar wat ze zelf nog kunnen en wat ze voor elkaar kunnen doen. Inwoners worden nadrukkelijk aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid en kracht en op die van hun sociale netwerk en (directe) omgeving.
Aangemeentendetaakomeensocialestructuurneertezettenvoorinwonersdieer zelf of met hun netwerk niet uitkomen en toch (aanvullende) hulp nodig hebben. De ondersteuning moet bovendien zo dichtbij mogelijk worden georganiseerd, het liefst in de eigen wijk of dorpskern. Het zijn vaak de kwetsbare groepen – zoals jeugdigen, chronisch zieken, ouderen en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt – waar deze hulp voor nodig is.
Er zijn veel databronnen beschikbaar om te kunnen meten of een gemeente ophet goedespoor zit.Het gaatdaarbijvooralomregistratiesvaninwonersdiehoren tot een specifieke aandachtsgroep. Naast objectieve cijfers (registraties) is het belang- rijk om vanuit het perspectief van de bewoners te kijken naar de mogelijkhedenen kanseninwijkenenbijburgerszelf. DaaromstaatindeMonitorSociale Kracht de beleving van de burgers centraal: wat vinden de inwoners, wat kunnen zezelf(of methulpvananderen)doenenbelangrijkook:watwillen zedoen?Enook: welke woonkernen, wijken of buurten zijn krachtig van zichzelf en in welke gebieden komt het niet van de grond en waar komt dat door?
Over de kwaliteit van woonkernen, wijken en buurten, in termen van leefbaarheid en veiligheid, is al veel bekend (zoals via de Monitor Leefbaarheid & Veiligheid), maar deze informatie biedt onvoldoende inzicht in waar de kracht van bewoners zit en hoe deze(beter)benut,ingezetengestimuleerdkanworden. De Monitor Sociale Kracht (SK) geeft deze concrete kennis en inzichten. En waar andere monitoren alleen de veerkracht van mensen meten óf juist alleen gericht zijn op de leefbaarheid van wijken en buurten, redeneert de SK-monitor vanuit beide invalshoeken. Immers, zo- wel persoonlijke factoren als omgevingsfactoren bepalen de sociale kracht van het collectief in een wijk of buurt.
2.2 Zeven pijlers van sociale kracht
Het theoretisch model onder de Monitor Sociale Kracht gaat er vanuit dat de sociale kracht wordt bepaald door zeven componenten die betrekking hebben op enerzijds dewoonomgeving(belevingvandeleefbaarheidenveiligheidineenwoonkern,wijk
of buurt en de collectieve redzaamheid of sociale samenhang) en anderzijds op de eigenpersoonlijke situatieendedeelnameaandemaatschappij(participatie,zelf- redzaamheid, financiële zelfredzaamheid en de mate van eenzaamheid).
Sociale Kracht
Collectieve redzaamheid
Leefbaarheid (beleving)
Mate van eenzaamheid
Financiële zelf- redzaamheid Participatie
Zelf- redzaamheid
Veiligheid (beleving)
Woonomgeving
Persoon
Een aantal beproefde en gevalideerde sets met enquêtevragen vormen de basis voor het berekenen van de scores voor deze zeven pijlers, die samen de totaalscore voor sociale kracht bepalen. Door de uitkomsten om te rekenen naar scores worden ijkpunten vastgelegd en zijn benchmarks mogelijk tussen wijken en buurten.
Persoon
Tot de persoonlijke kenmerken worden de volgende vier hoofdindicatoren gerekend:
zelfredzaamheid,participatie,matevaneenzaamheidenfinanciëlezelfredzaamheid.
De zelfredzaamheid is het vermogen van mensen om zichzelf te redden bij veranderingen in de samenleving of in de persoonlijke situatie en de gevolgen van bijvoorbeeld een (chronische) ziekte of beperking.1 Zelfredzaamheid valt uit- een in het zich kunnen redden in het dagelijks leven (bijv. bij algemene dagelijkse bezigheden zoals aankleden, opvoeding, bewegen en sociale contacten), het zelforganiserend vermogen (zelf hulp inschakelen, zelfregie) en de weerbaarheid (aanpassingsvermogen en veerkracht; herstellen van tegenspoed).
Participatie heeft betrekking op de mate waarin iemand deelneemt aan de samenleving en aan het maatschappelijk leven. In kaart wordt gebracht hoe het sociale leveneruitzietenwatdemaatschappelijkebetrokkenheideninzetisvan burgers. Bij participatie gaat het om wel of geen werk, re-integratie en opleiding, doen van mantelzorg of vrijwilligerswerk en de betrokkenheid bij het verenigings- leven en deelname aan activiteiten.
De mate van eenzaamheid wordt bepaald door een aantal uitspraken over het gevoel van eenzaamheid en het eigen sociale netwerk. Hiervoor wordt gebruik gemaaktvaneenbeproefdeengevalideerdevragenlijst:deeenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld.
De financiële zelfredzaamheid zegt iets over de financiële draagkracht en de financiële lasten van mensen. Dit is een belangrijke indicator voor de mogelijk- heden van een individu of van buurtbewoners tezamen. De sociaaleconomische status (zoals opleidingsniveau, werk en inkomen) is hierbij van belang, maar uit- eindelijk wordt de financiële zelfredzaamheid bepaald door de vraag of men kan rondkomen met het huishoudinkomen.
Woonomgeving
Tot de kenmerken van de woonomgeving worden de volgende drie hoofdindicatoren gerekend: collectieve zelfredzaamheid, leefbaarheid en veiligheid.
Collectieve redzaamheid betreft de sociale samenhang in de buurt en de bereidheid om zich daarvoor in te zetten.2 Collectieve redzaamheid is van belang voor het aanpakken en tegengaan van buurtverval. Het vormt een aanknopings- puntvoordeontwikkelingvanwoonbuurten.Bijcollectievezelfredzaamheidwordt een onderscheid gemaakt in sociale samenhang en informele sociale controle, oftewel de bereidheid tot ingrijpen en de feitelijke inzet voor de buurt.
Leefbaarheid heeft betrekking op de kwaliteit van woonbuurten in termen van fijn leven in de wijk en een prettige buurt om in te wonen. Aspecten van leefbaar- heidzijn:deaanwezigheidvanvoorzieningen,debelevingvan de woonomgeving en de mate van onderhoud(ofverloedering)vandeopenbareruimte. Het gaat hierbij om een beperkter aantal indicatoren dan wordt gehanteerd in de Monitor Leefbaarheid & Veiligheid (L&V).
Veiligheid is ook een indicator die iets zegt over de kwaliteit van de woon- omgeving. In relatie tot sociale kracht gaat het hier vooral om de veiligheids- beleving. De score wordt bepaald door de veiligheidsbeleving van de inwoners en de mate waarin zij in hun woonbuurt sociale overlast ervaren. Ook hierbij gaat het om een beperktere definitie dan in de L&V-monitor.
2.3 Onderzoeksopzet en uitvoering
De Monitor Sociale Kracht is in 2014-2015 ontwikkeld door het Bredase onderzoeks- bureau Dimensus Beleidsonderzoek voor gemeenten in de regio Utrecht. In Ooster- hout is, in samenspraak met Dimensus, besloten om de vragenlijst voor de SK- monitor voor de eerste keer op te nemen in de buurtenquête 2017.
DeOosterhoutsebuurtenquêteiseenonderzoekwaarbij,viaeenuitgebreidevragen- lijst (die digitaal of schriftelijk kan worden ingevuld), meerdere thema’s tegelijkertijd aandeinwonerswordenvoorgelegd.OokdeWoonmonitorOosterhoutendeMonitor Leefbaarheid & Veiligheid Oosterhout maken hier deel van uit.
Voor dit grootschalige onderzoek is uit de bevolking een steekproef getrokken van 9.800 inwoners van 18 jaar en ouder. Deze personen zijn willekeurig geselecteerd, maar daarbij is wel rekening gehouden met een evenwichtige verdeling over de Oosterhoutse wijken, buurten en dorpen. De enquête is in juni 2019 uitgezet en in totaal hebben 3.012 personen aan dit onderzoek meegedaan: een respons van bijna 31 procent. De minimale benodigde respons van 25 á 30 procent is in alle buurten gehaald. Om de betrouwbaarheid verder te vergroten zijn de onderzoeksresultaten gewogen naar leeftijd en woonbuurt.
1 Mast, Weijenberg en Minkman (2014). Zo Zelfredzaam. Een overzicht van instrumenten voor het meten van zelfredzaamheid. Utrecht: Vilans.
2 Kleinhans en Bolt (2010). Vertrouwen houden in de buurt. Verval, opleving en collectieve zelf- redzaamheid in stadsbuurten. Den Haag: Nicis Institute.
3 Sociale Kracht (totaalscore)
De sociale kracht van het collectief van mensen (bijvoorbeeld in een groep of woon- buurt) wordt bepaald door zeven componenten – hoofdindicatoren – die betrekking hebben op enerzijds de woonomgeving en anderzijds op de persoonlijke situatie en deelname aan de maatschappij.
De indicatoren zijn samengestelde waarden die liggen tussen de 10 (zeer zwak) en de 100 (zeer sterk). Het zijn relatieve waarden die vooral dienen om vergelijkingen te kunnen maken in de tijd of tussen deelgebieden (wijken en woonbuurten). Op basis van de scores op deze zeven hoofdindicatoren (hoofdstuk 4) is een totaal- score voor de sociale kracht berekend.
Bij inwoners tot 65 jaar is de sociale kracht het sterkst, terwijl deze bij de 65-plussers wat minder sterk is. Kijken we naar de huishoudenssamenstelling, dan blijkt de socialekrachthetsterksttezijnbijgezinnenmetkinderenenmindersterkbijalleen- wonenden en mensen in een woongroep of tehuis. En hoger opgeleiden zijn sociaal krachtiger dan lager opgeleiden.
Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De sociale kracht is het sterkst in de kerkdorpen en in de stadswijken Leijsenakkers, Vrachelen, West en (een deel van) Dommelbergen. Minder sociaal krachtig zijn ze in een aantal woonbuurten in de wijken Oosterheide, Slotjes en Dommelbergen.
SK 2019 | Indicator Sociale Kracht (totaalscore)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 74
2015
73 2017
71
2019 51
SK 2019 | Sociale Kracht (totaalscore)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
64 70 77
laag opgeleid
middel- baar
hoog opgeleid
73 74 74 71
66
tot 34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-64 jr. 65+
SK 2019 | Sociale Kracht (totaalscore)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
66 71 75
67 64 61
alleen- wonend
huish.
zonder kinderen
gezin met kind(eren)
een- ouder-
gezin
samen- gesteld huish.*
woon- groep, tehuis
72 65
geen migratie- achtergrond
migratie- achtergrond
Noot: * meer dan 2 volwassenen met kind(eren)
SK 2019 | Indicator Sociale Kracht (totaalscore)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Toelichting: De indicator Sociale Kracht is de totaalscore van de scores op zeven hoofdindicatoren die enerzijds betrekking hebben op de woonomgeving (beleving van leefbaarheid en veiligheid, collectieve redzaamheid) en anderzijds op de persoonlijke situatie en maatschappelijke deelname (mate van eenzaamheid, financiële zelfredzaamheid, participatie en individuele zelfredzaamheid). De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (zeer zwak) en maximaal 100 punten (zeer sterk). Hoe hoger de score, hoe sterker de sociale kracht in de wijk of woonbuurt.
buurtscores 2017 buurtscores 2019
(hoger is beter) (hoger is beter)
Den Hout 81
70
Oosteind 75
Dorst 77 Bosgebied bij
Oosterhout 75
75
69 71 68 68
73
71 70
70 73
74
68 67 75 75 74 77 77
72
65
68 75 76 68
Zwakste:
Schrijversbuurt
61
75 79
Indicator Sociale Kracht (totaalscore):
80 of hoger (sterkst) 75 – 79
70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54
49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners Den Hout
78
74
Oosteind 76
Dorst 79 Bosgebied bij
Oosterhout 72
76
70 71 73 68
75
70 72
71 76
80
68 68 73 73 77 76 77
75
67
67 76
67 72
58
77 78
Zwakste:
Schrijversbuurt
4 Sociale Kracht (hoofdindicatoren)
De sociale kracht van mensen wordt bepaald door zeven componenten – hoofd- indicatoren – die betrekking hebben op enerzijds de woonomgeving en anderzijds op de persoonlijke situatie en deelname aan de maatschappij. Elke hoofdindicator is samengesteld aan de hand van één of meer deelindicatoren en die zijn berekend
met behulp van een set enquêtevragen. Een indicator heeft een berekende waarde die ligt tussen de 10 (zeer zwak) en 100 (zeer sterk).
De onderstaande grafiek geeft de totaalscore voor de sociale kracht in de gemeente Oosterhout, plus de scores op de zeven hoofdindicatoren.
SK 2019 | Sociale Kracht (hoofdindicatoren)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 71
2019
82
Zelfredzaamheid
73
Participatie
70
Eenzaamheid
69
Financiële zelfredzaamheid
62
Collectieve redzaamheid
63
Leefbaarheids- beleving
79
Veiligheids- beleving Sociale Kracht
(totaalscore)
persoon woonomgeving
Uit de onderstaande grafiek blijkt dat de sociale kracht in Oosterhout vooral wordt gedragen door de zelfredzaamheid, veiligheid en participatie. De leefbaarheid en de collectieve redzaamheid scoren wat zwakker.
In de volgende paragrafen (pagina 10 e.v.) wordt nader ingezoomd op deze hoofd- indicatoren, zodat per component kan worden bekeken welke onderliggende deel- aspecten van invloed zijn op de scores en hoe die er uitzien per deelgebied (wijken en buurten). In hoofdstuk 5 (pagina 30 e.v.) wordt de sociale kracht per wijk nader bekeken.
SK 2019 | Sociale Kracht (hoofdindicatoren)
Toelichting: Deze grafiek laat in een oogopslag de scores voor alle zeven hoofdindicatoren zien. Elke indicator is op een eigen as weergegeven. Op deze manier ontstaat er een ‘vlek’, waarbij geldt: hoe groter de vlek, hoe sterker de sociale kracht. In het ideaalplaatje, als op alle indicatoren 100 punten wordt gehaald, bedekt de vlek de gehele grafiek.
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
82
73
70
62 69 63 79
10 20 30 40 50 60 70 80 90
Zelfredzaamheid
Participatie
Eenzaamheid
Financiële redzaamheid Collectieve
redzaamheid Leefbaarheid
Veiligheid
Oosterhout (totaal gemeente)
SK 2019 | Sociale Kracht (hoofdindicatoren)
(hoe groter de oranje ‘vlek’, hoe sterker de sociale kracht)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
10 30 50 70 90 Zelfredzaam
Participatie
Eenzaam- heid
Financieel redzaam Collectief
redzaam Leefbaar-
heid Veiligheid
stad
10 30 50 70 90 Zelfredzaam
Participatie
Eenzaam- heid
Financieel redzaam Collectief
redzaam Leefbaar-
heid Veiligheid
kerkdorpen
4.1 Zelfredzaamheid
Eenbelangrijkonderdeelvansocialekrachtisdezelfredzaamheidvandeinwoners, oftewel het vermogen van mensen om zich te redden bij veranderingen in de samen- leving of in de persoonlijke situatie en de gevolgen van bijvoorbeeld een ziekte of beperking.
De mate van zelfredzaamheid van de inwoner wordt bepaald door een drietal deel- indicatoren: het zelfzorgend vermogen (kan men zich redden in het dagelijks leven), het zelforganiserend vermogen (kan men gemakkelijk ondersteuning organiseren) en de weerbaarheid (is men bestand tegen veranderingen).
Het gros van de Oosterhouters is prima in staat om voor zichzelf te zorgen: hun zelf- redzaamheid haalt een score van 82 punten. Dit komt vooral doordat het zelfzorgend vermogen vrij hoog is (94 punten).
De zelfredzaamheid is het hoogst bij inwoners van 35 tot 65 jaar, maar wat lager bij de 65-plussers en de 35-minners. Kijken we naar de huishoudenssamenstelling, dan blijkt dat de zelfredzaamheid het hoogst is bij meerpersoonshuishoudens. En hoger opgeleiden zijn zelfredzamer dan lager opgeleiden.
Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De zelfredzaamheid is het hoogst in de kerkdorpen en de stadswijken Leijsenakkers, Vrachelen, West en bijna geheel Dommelbergen. Iets minder hoog is deze in een aantal woonbuurten in de wijken Oosterheide en Slotjes.
SK 2019 | Zelfredzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 82
Zelfredzaamheid
93
Zelfzorgend vermogen
73
Zelforganiserend vermogen
79
Weerbaarheid
SK 2019 | Zelfredzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
75 81 85
laag opgeleid
middel- baar
hoog opgeleid
83 84 83 80 79
tot 34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-64 jr. 65+
SK 2019 | Zelfredzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
78 81 84
80 77
67
alleen- wonend
huish.
zonder kinderen
gezin met kind(eren)
een- ouder-
gezin
samen- gesteld huish.*
woon- groep, tehuis
82 78
geen migratie- achtergrond
migratie- achtergrond Noot: * meer dan 2 volwassenen met kind(eren)
SK 2019 | Zelfredzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Hoofdindicator
Zelfredzaamheid:
80 of hoger (sterkst) 75 – 79
70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54
49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners
Toelichting: De hoofdindicator Zelfredzaamheid is samengesteld op basis van de scores op een drietal deelindicatoren: het zelfzorgend vermogen (kan iemand zich redden in het dagelijks leven), het zelforganiserend vermogen (kan men gemakkelijk ondersteuning organiseren) en de weerbaarheid (is men bestand tegen veranderingen). De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (zeer zwak) en maximaal 100 punten (zeer sterk). Hoe hoger de score, hoe sterker de zelfredzaamheid.
buurtscores 2017 buurtscores 2019
(hoger is beter) (hoger is beter)
Den Hout 87
81
Oosteind 85
Bosgebied bij Oosterhout
87
80
78 78 83 83 84
82 82
82 81 80
79 84
80 83
86
74 83 79 79 86
81
84 87
Zwakste:
Bloemenbuurt Zwakste: 80
Schrijversbuurt
Dorst 86
83
77 Den Hout
81
82
Oosteind 84
Bosgebied bij Oosterhout
77
82
78 84 82 81 84
80 84
85 86 81
83 85
79 84
84
80 82 78 77 82
83
85 87
78
Dorst 83
87
73
SK 2019 | Zelfredzaamheid (deelindicatoren)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Toelichting: De hoofdindicator Zelfredzaamheid is samengesteld op basis van de scores op een drietal deelindicatoren: het zelfzorgend vermogen oftewel kan iemand zich redden in het dagelijks leven (9 stellingen), het zelforganiserend vermogen oftewel kan men gemakkelijk ondersteuning organiseren (5 stellingen) en de weerbaarheid oftewel is men bestand tegen veranderingen (4 stellingen). De score op de indicatoren kan liggen tussen minimaal 10 punten (zeer zwak) en maximaal 100 punten (zeer sterk). Hoe hoger de score, hoe sterker het zelfzorgend vermogen, zelforganiserend vermogen en de weerbaarheid.
a) Zelfzorgend vermogen b) Zelforganiserend vermogen
(hoger is beter) (hoger is beter)
Den Hout 78
75
Oosteind 77
Bosgebied bij Oosterhout
75
70
68 69 75 74 75
73 72
74 73 71
71 77
72 76
78
67 72 78 75 80
73
76 82
Zwakste:
Bloemenbuurt Zwakste: 73
Schrijversbuurt
Dorst 79
74
Deelindicatoren 69 Zelfredzaamheid:
80 of hoger (sterkst) 75 – 79
70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54
49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners Den Hout
98
93
Oosteind 96
Bosgebied bij Oosterhout
99
92
89 88 94 95 95
92 95
93 90 92 89 94
92 96
97
86 94 98 90 96
93
95 96
92
Dorst 97
94
86
SK 2019 | Zelfredzaamheid (deelindicatoren)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Toelichting: De hoofdindicator Zelfredzaamheid is samengesteld op basis van de scores op een drietal deelindicatoren: het zelfzorgend vermogen oftewel kan iemand zich redden in het dagelijks leven (9 stellingen), het zelforganiserend vermogen oftewel kan men gemakkelijk ondersteuning organiseren (5 stellingen) en de weerbaarheid oftewel is men bestand tegen veranderingen (4 stellingen). De score op de indicatoren kan liggen tussen minimaal 10 punten (zeer zwak) en maximaal 100 punten (zeer sterk). Hoe hoger de score, hoe sterker het zelfzorgend vermogen, zelforganiserend vermogen en de weerbaarheid.
c) Weerbaarheid (hoger is beter)
Zwakste:
Bloemenbuurt
Deelindicatoren Zelfredzaamheid:
80 of hoger (sterkst) 75 – 79
70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54
49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners Den Hout
83
77
Oosteind 83
Bosgebied bij Oosterhout
86
80
77 77 81 80 81
81 79
78 80 78
78 82
77 79
82
70 81 83 72 84
79
80 83
75
Dorst 85
80
75
4.2 Participatie
De hoofdindicator participatiezegt iets over de mate waarininwoners deelnemen aan de maatschappij. In overeenstemming met de participatieladder is trapsgewijs geïnventariseerd of inwoners een betaalde baan hebben, studeren, vrijwilligerswerk doen, actief zijn bij een vereniging of op een andere manier sociaal actief zijn. De score is tot stand gekomen door de inwoners in te delen in de hoogste trede op de participatieladder die zij bezetten (in de onderstaande grafiek: van links naar rechts is van hoog naar laag).
Het gros van de inwoners neemt op een of andere manier deel aan de maatschappij en 5 procent participeert niet. Omgerekend komt de mate van participatie – op de schaal van 10 (laag) tot 100 (hoog) – uit op een score van 73 punten.
De mate van participatie is het hoogst bij jongeren, gezinnen met kinderen en bij mensen met een hogere opleiding. De participatie neemt af met het ouder worden, doordat minder ouderen een betaalde baan hebben.
Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De mate van participatie is het hoogst indekerkdorpenenindestadswijkenLeijsenakkers,StrijenenVrachelen.Hetlaagst is de participatie in het Centrum en Oosterheide. Dit komt doordat in deze wijken veel ouderen wonen.
SK 2019 | Participatie (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 53
73
84
laag opgeleid
middel- baar
hoog opgeleid
89 86 85
72
40
tot 34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-64 jr. 65+
SK 2019 | Participatie (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 73
Participatie
64
Zelfstandig werkzaam
3
Voltijd opleiding (18-plussers)
9
Vrijwilligerswerk / actief bij vereniging
2
Sociaal actief of reintegratie
22
Geen participatie SK 2019 | Participatie (hoofdindicator)
64 66
86
79 80
61
alleen- wonend
huish.
zonder kinderen
gezin met kind(eren)
een- ouder-
gezin
samen- gesteld huish.*
woon- groep, tehuis
73 67
geen migratie- achtergrond
migratie- achtergrond
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
% % % % %
participatieladder
Noot: * meer dan 2 volwassenen met kind(eren)
SK 2019 | Participatie (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Hoofdindicator
Participatie:
80 of hoger (sterkst) 75 – 79
70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54
49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners
Toelichting: De hoofdindicator Participatie is samengesteld aan de hand van de participatieladder, waarmee is geïnventariseerd of inwoners een betaalde baan hebben, studeren, vrijwilligerswerk doen, actief zijn bij een vereniging of op een andere manier sociaal actief zijn. De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (lage participatie) en maximaal 100 punten (hoge participatie). Hoe hoger de score, hoe beter.
buurtscores 2017 buurtscores 2019
(hoger is beter) (hoger is beter)
Den Hout 90
75
Oosteind 83
Bosgebied bij Oosterhout
83
71
76 62 74 80 76
71 74
73 68 64
71 74
72 77
78
69 74 69 76
77
78
Laagste:
Slotjes-Oost
72 Laagste:
Paterserf
Dorst 77
73
65 65 90
Den Hout 82
77
Oosteind 74
Bosgebied bij Oosterhout
68
67
75 61 62 74 79
74 74
79 77 69
79 73
71 75
76
68 82 63 77
83
76
73
Dorst 79
71
62 56 92
4.3 Mate van eenzaamheid
Of mensen al dan niet eenzaam zijn, is een belangrijk aspect van de sociale kracht.
Zijn er genoeg mensen waarop men in geval van narigheid kan terugvallen en die menvolledigkanvertrouwen,hoeisdeverbondenheidmetandereneninwelkemate voelt men zich eenzaam? Met behulp van een beproefde vragenlijst (eenzaamheids- schaalvanDeJong-Gierveld)isdematevaneenzaamheidbepaald.Deuiteindelijke score op deze indicator loopt van 10 naar 100. Met andere woorden: hoe hoger de waarde, des te minder sprake is van eenzaamheid.
Uit de hoge score van 70 punten blijkt dat het merendeel van de inwoners niet een- zaam is en tevreden over het eigen sociaal netwerk. Het aandeel dat leegte ervaart, mensen mist of zich in de steek gelaten voelt, is 10 procent of minder.
De mate van eenzaamheid is het laagst bij de meerpersoonshuishoudens, mensen met een hogere opleiding en bij de 35-65 jarigen. De eenzaamheid groeit met het ouder worden, als mensen uit de directe omgeving wegvallen en het aantal sociale contacten daalt.
Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De mate van eenzaamheid is het laagst indekerkdorpenenindestadswijkenLeijsenakkers, WestenVrachelen. De eenzaamheid is het hoogst in Oosterheide.
SK 2019 | Mate van eenzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
64 68
76
laag opgeleid
middel- baar
hoog opgeleid
64
72 73 72 69
tot 34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-64 jr. 65+
SK 2019 | Mate van eenzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 70
Eenzaamheid
68
Genoeg mensen om op terug te kunnen vallen
68
Veel mensen die ik kan vertrouwen
60
Nauw verbonden met voldoende mensen
9
Ervaart leegte om zich heen
10
Mis mensen om zich heen
5
Voelt zich vaak in de steek gelaten SK 2019 | Mate van eenzaamheid (hoofdindicator)
61
72 74
67
49
35
alleen- wonend
huish.
zonder kinderen
gezin met kind(eren)
een- ouder-
gezin
samen- gesteld huish.*
woon- groep, tehuis
71
53
geen migratie- achtergrond
migratie- achtergrond
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
% % % % % %
SK 2019 | Mate van eenzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Hoofdindicator
Mate van eenzaamheid:
80 of hoger (laagst) 75 – 79
70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54
49 of lager (hoogst) geen of weinig inwoners
Toelichting: De hoofdindicator Mate van eenzaamheid meet in hoeverre mensen zich eenzaam voelen en of ze tevreden zijn over hun eigen sociaal netwerk of dat ze een leegte ervaren, mensen missen of zich in de steek gelaten voelen.
De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (heel erg eenzaam) en maximaal 100 punten (niet of nauwelijks eenzaam). Hoe hoger de score, hoe beter.
buurtscores 2017 buurtscores 2019
(hoger is beter) (hoger is beter)
Den Hout 87
70
Oosteind 74
Bosgebied bij Oosterhout
90
66
66 66 77 80 70
70 64
74 73 67
64 66
66 69
75
57 76 75 79
70
78
66
Dorst 83
78
57 66 82
Den Hout 83
74
Oosteind 87
Bosgebied bij Oosterhout
76
74
69 74 76 80 83
71 69
87 80 72
77 70
73 77
81
69 76 70 79
74
77
Slechtste:
Schrijversbuurt 67
Dorst 86
82
49 68 81
Slechtste:
Schrijversbuurt
4.4 Financiële zelfredzaamheid
De hoofdindicator financiële zelfredzaamheid zegt iets over de financiële draag- kracht en –last van mensen. De sociaaleconomische status (zoals opleidingsniveau, werkeninkomen)ishierbijweliswaarvanbelang,maaruiteindelijkwordtdefinanciële zelfredzaamheid bepaald door de vraag of men wel of niet kan rondkomen met het inkomen van het huishouden.
Om tot een score te komen voor de financiële zelfredzaamheid is uitgegaan van de mate waarin inwoners kunnen rondkomen met het totale netto-inkomen van het huis- houden.
De meeste Oosterhouters kunnen goed rondkomen: hun financiële zelfredzaamheid haalt een score van 69 punten. Bijna 8 procent van de inwoners geeft aan hier veel moeite mee te hebben.
De score voor de financiële zelfredzaamheid blijkt nauwelijks te verschillen als we kijken naar de leeftijd; belangrijker is of men werk heeft, het opleidingsniveau, de hoogte van het inkomen en de huishoudenssamenstelling.
Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. In de meeste wijken en buurten is de financiële zelfredzaamheid goed (scoort 70 punten of hoger). Alleen in een aantal woonbuurten in Oosterheide, Slotjes en Dommelbergen is deze lager.
SK 2019 | Financiële zelfredzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 69
Financiële zelfredzaamheid
8
(zeer) moeilijk kunnen rondkomen
SK 2019 | Financiële zelfredzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 59
71
80
laag opgeleid
middel- baar
hoog opgeleid
46 49 53
70 74
laag inkomen
langdurig ziek
werk- zoekend
met pensioen
werkend
SK 2019 | Financiële zelfredzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 62
73 71
52 56 62
alleen- wonend
huish.
zonder kinderen
gezin met kind(eren)
een- ouder-
gezin
samen- gesteld huish.*
woon- groep, tehuis
70
60
geen migratie- achtergrond
migratie- achtergrond
%
Noot: * meer dan 2 volwassenen met kind(eren)
SK 2019 | Financiële zelfredzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Hoofdindicator
Financiële zelfredzaamheid:
80 of hoger (hoogst) 75 – 79
70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54
49 of lager (laagst) geen of weinig inwoners
Toelichting: De hoofdindicator Financiële zelfredzaamheid meet of mensen kunnen rondkomen met het totale netto-inkomen van het huishouden. De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (kan heel erg moeilijk rondkomen) en maximaal 100 punten (kan heel erg gemakkelijk rondkomen). Hoe hoger de score, hoe beter.
buurtscores 2017 buurtscores 2019
(hoger is beter) (hoger is beter)
Den Hout 78
68
Oosteind 77
Bosgebied bij Oosterhout
74
71
67 63 74 73 72
69 67
72 74 63
69 69
64 74
73
60 72 80 77
76
78
Laagste:
Schrijversbuurt 70
Dorst 72
72
51 62 76
Den Hout 74
71
Oosteind 71
Bosgebied bij Oosterhout
73
70
65 66 72 70 77
66 69
79 77 60
69 66
68 74
76
65 71 82 77
75
76
Laagste:
Schrijversbuurt 64
81
52 65 72
Dorst 75
SK 2019 | Collectieve redzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 62
Collectieve redzaamheid
66
Sociale samenhang
59
Eigen toezicht
62
Buurttoezicht
51
Feitelijke inzet 4.5 Collectieve redzaamheid
De hoofdindicator Collectieve redzaamheid zegt iets over de sociale samenhang tussen de bewoners in een woonbuurt en de bereidheid om zich voor de buurt en voor anderen in de buurt in te zetten. Inzicht in de collectieve redzaamheid biedt aanknopingspuntenvoorhetaanpakkenentegengaanvanbuurtvervalendaarmee voor de ontwikkeling van woonbuurten.
Decollectieveredzaamheidwordtbepaalddoorvierdeelindicatoren:deomgangvan mensen (sociale samenhang), het eigen toezicht en toezicht door anderen op dingen diegebeurenindebuurtendeactieveinzetvoordebuurt. Descoreopdezeindicator loopt van 10 (laag) naar 100 (hoog): hoe hoger de waarde, hoe hoger de collectieve redzaamheid van de buurt.
De collectieve redzaamheid haalt uiteindelijk een score van 62 punten. Dit komt vooral doordat de sociale samenhang relatief hoog is (66 punten).
De collectieve redzaamheid is het hoogst bij inwoners van 35 tot 65 jaar en bij hoger opgeleiden. Ook blijkt de collectieve redzaamheid hoger te zijn bij tweepersoons- huishoudens en huishoudens met kinderen. Dit komt omdat zij zich vaker actief inzetten voor hun woonbuurt.
Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De collectieve redzaamheid is het laagst in delen van de wijken Slotjes en Oosterheide. Dit komt omdat in deze buurten minder mensen zich actief inzetten voor hun buurt.
SK 2019 | Collectieve redzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
58 63 65
laag opgeleid
middel- baar
hoog opgeleid
59 64 63 63 61
tot 34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-64 jr. 65+
SK 2019 | Collectieve redzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek
58 62 65 62
53 60
alleen- wonend
huish.
zonder kinderen
gezin met kind(eren)
een- ouder-
gezin
samen- gesteld huish.*
woon- groep, tehuis
62 61
geen migratie- achtergrond
migratie- achtergrond
Noot: * meer dan 2 volwassenen met kind(eren)
SK 2019 | Collectieve redzaamheid (hoofdindicator)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Hoofdindicator
Collectieve redzaamheid:
80 of hoger (hoogst) 75 – 79
70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54
49 of lager (laagst) geen of weinig inwoners
Toelichting: De hoofdindicator Collectieve redzaamheid is samengesteld op basis van de scores op een drietal deelindicatoren: de omgang van mensen (sociale samenhang), het toezicht op dingen die gebeuren in de buurt en of men zich actief inzet voor hun buurt en anderen. De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (laagst) en maximaal 100 punten (hoogst). Hoe hoger de score, hoe beter.
buurtscores 2017 buurtscores 2019
(hoger is beter) (hoger is beter)
Den Hout 73
63
Oosteind 68
Bosgebied bij Oosterhout
69
59
55 59 63 65 65
65 54
63 61 59
58 59
61 66
63
58 65 68 69
60
69
59
Dorst 71
69
54 58 67
Den Hout 75
73
Oosteind 67
Bosgebied bij Oosterhout
66
69
63 62 71 70 67
69 72
69 68 66
69 70
73 73
69
65 75 69 68
70
Laagste:
Schrijversbuurt 64
Dorst 71
73
62 70 68
Laagste:
Schrijversbuurt
SK 2019 | Collectieve redzaamheid (deelindicatoren)
© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Toelichting: De hoofdindicator Collectieve redzaamheid is samengesteld op basis van de scores op een drietal deelindicatoren: de sociale samenhang oftewel de wijze waarop mensen in de buurt met elkaar omgaan (6 stellingen), het toezicht op dingen die gebeuren in de buurt en of men ingrijpt stellingen) en of men zich actief inzet voor de buurt en anderen (2 stellingen). De score op de indicatoren kan liggen tussen minimaal 10 punten (zeer zwak) en maximaal 100 punten (zeer sterk). Hoe hoger de score, hoe sterker de sociale samenhang, het toezicht op de buurt en de feitelijke inzet voor de buurt.
a) Sociale samenhang b) Eigen toezicht
(hoger is beter) (hoger is beter)
Den Hout 70
59
Oosteind 62
Bosgebied bij Oosterhout
57
52
57 55 60 58 59
62 54
57 63 60
58 59
56 62
57
57 60 58 53 67
58
65 63
Zwakste:
Centrum
60
Dorst 66
67
Deelindicatoren 55
Collectieve zelfredzaamheid:
80 of hoger (sterkst) 75 – 79
70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54
49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners Den Hout
82
67
Oosteind 77
Bosgebied bij Oosterhout
83
62
55 59 69 71 70
69 58
71 61 61 66 62
63 70
73
62 73
66 76 70
62
76 70
61
Dorst 80
72
56
Zwakste:
Slotjes-Midden