• No results found

Monitor Sociale Kracht 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Monitor Sociale Kracht 2019"

Copied!
46
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Buurt- en dorpsenquête 2019

Monitor Sociale Kracht

Oosterhout

(2)

Buurt- en dorpsenquête 2019: Monitor Sociale Kracht Oosterhout

Oosterhout (januari 2020) – De sociale kracht in de gemeente Oosterhout haalt een score van 71 punten, zo blijkt uit de tweede Monitor Sociale Kracht; een na- genoeg gelijke score als bij de vorige peiling in 2017 (73 punten). De sociale kracht van mensen wordt bepaald door zeven hoofdindicatoren die betrekking hebbenop enerzijdsdewoonomgevingenanderzijdsopdepersoonlijkesituatieendeelname aan de maatschappij. Op basis van de scores op deze hoofdindicatoren is een totaal- score voor de sociale kracht berekend. De indicatoren zijn samengestelde waarden die liggen tussen de 10 (zeer zwak) en de 100 (zeer sterk).

De sociale kracht is het sterkst bij inwoners tot 65 jaar en bij gezinnen met kinderen, terwijl deze minder sterk is bij alleenwonenden en 65-plussers. En hoger opgeleiden zijn sociaal krachtiger dan lager opgeleiden. Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De sociale kracht is het sterkst in de kerkdorpen en in de stadswijken Leijsenakkers, Vrachelen, West en(eendeel van)Dommelbergen.Mindersociaal krachtigzijneenaantalwoonbuurten in de wijken Oosterheide, Slotjes en Dommel- bergen.

Een belangrijk onderdeel van de sociale kracht is de zelfredzaamheid van inwoners, oftewel het vermogen van mensen om zich te redden bij veranderingen in de samen- leving of in de persoonlijke situatie en de gevolgen van bijvoorbeeld een ziekte of beperking. Het grootste deel van de Oosterhouters is prima in staat om voor zichzelf tezorgen: de zelfredzaamheid haalt een score van 82 punten.

De hoofdindicator participatie zegt iets over de mate waarin inwoners deelnemen aandemaatschappij.Hiervoorisgebruikgemaaktvandeparticipatieladder.Hetgros van deOosterhouters neemtopeenof andere manierdeel aandemaatschappij, terwijl 22 procent niet participeert. De mate van participatie is het hoogst bij jongeren, gezinnen met kinderen en mensen met een hogere opleiding.

Of mensen al dan niet eenzaam zijn, is een belangrijk aspect van de sociale kracht.

Uit de hoge score van 70 punten blijkt dat het merendeel van de Oosterhouters niet

eenzaam is en tevreden over het eigen sociaal netwerk. Het aandeel dat een leegte ervaart, mensen mist of zich in de steek gelaten voelt is 10 procent of lager. De eenzaamheid groeit met het ouder worden, als mensen uit de directe omgeving weg- vallen en het aantal sociale contacten daalt.

Dehoofdindicatorfinanciëlezelfredzaamheidzegtietsoverdefinanciëledraagkracht en -last van mensen, oftewel de vraag of men kan rondkomen met het huishoud- inkomen. De meeste Oosterhouters kunnen goed rondkomen: hunfinanciële zelfred- zaamheid haalt een score van 69 punten. Zo’n 8 procent van de inwoners geeft aan veel moeite te hebben om rond te komen. De financiële zelfredzaamheid is lager bij mensen met een lagere opleiding, werkzoekenden en langdurig zieken.

De collectieve zelfredzaamheid zegt iets over de sociale samenhang tussen de bewoners in een woonbuurt en de bereidheid om zich voor de buurt en de bewoners in die buurt in te zetten. De collectieve redzaamheid in Oosterhout haalt een score van 62 punten. Het hoogst is deze bij meerpersoonshuishoudens, inwoners van 35 tot 65 jaar en bij hoger opgeleiden.

De hoofdindicator leefbaarheidsbeleving zegt iets over de kwaliteit van de woon- omgeving en of bewoners de buurt prettig vinden om in te wonen. De leefbaarheid in Oosterhout haalt een score van 63 punten. De lage waardering voor de staat van de openbare ruimte drukt deze score.

De hoofdindicator veiligheidsbeleving zegt iets over hoe de veiligheid in de woon- buurt wordt ervaren (subjectieve veiligheid). Deze haalt in Oosterhout een score van 79 punten. De (beperkte) mate van sociale overlast scoort hierbij wat gunstiger dan het veiligheidsgevoel in de woonbuurt, hoewel die ook niet slecht scoort.

DeMonitorSocialeKrachtmaaktonderdeeluitvandeOosterhoutseBuurt-endorps- enquête die in juni 2019 is uitgezet onder 9.800 inwoners van 18 jaar en ouder. Bijna 31 procent heeft meegedaan aan dit onderzoek.

Een uitgave van de gemeente Oosterhout

rapporteur: team Gegevensmanagement, Onderzoek & Statistiek gereed: 30–01–2020 (definitief)

oplage: digitale pdf-versie

vindplaats: www.oosterhout.nl/metamenu/over-de-gemeente/feiten-en-cijfers/onderzoek/buurtenquete

(3)

1 Inleiding

De Oosterhoutse Buurt- en dorpsenquête is een vorm van burgeronderzoek waar- bij, via een uitgebreide vragenlijst, meerdere thema’s tegelijkertijd aan een represen- tatief deel van de inwoners worden voorgelegd. Dit onderzoek geeft inzicht inde mate van tevredenheid van de inwoners (burgers) over diverse aspecten van het woon- en leefklimaat in de gemeente Oosterhout, en in de wijken, dorpen en buurten in het bijzonder. De Buurtenquête wordt om de twee jaar uitgevoerd.

Tenbehoevevandezegrootschaligeenquêteisuithetbevolkingsbestandeensteek- proef getrokken van 9.800 inwoners van 18 jaar en ouder. Deze personen zijn wille- keurig geselecteerd (a-select), maar daarbij is wel rekening gehouden met een evenwichtige verdeling over de Oosterhoutse buurten en kerkdorpen. Het onder- zoek is in juni 2019 uitgezet. In totaal hebben 3.012 inwoners aan dit onderzoek meegedaan, een respons van bijna 31 procent.

Aangezien er ook uitspraken worden gedaan per buurt, is het belangrijk dat de resultaten ook per woongebied representatief zijn. De minimale respons van 25 á 30 procent is in alle woonbuurten gehaald. Om de betrouwbaarheid verder te vergro- ten zijn de onderzoeksresultaten bovendien nog gewogen naar leeftijd en woon- buurt. Hiermee is gegarandeerd dat de onderzoeksresultaten representatief zijn voor de bevolking van 18 jaar en ouder in alle wijken, buurten en kerkdorpen in de gemeente Oosterhout.

In 2017 is de Monitor Sociale Kracht Oosterhout als nieuw onderdeel opgenomen in de Buurtenquête. De sociale kracht van het collectief van mensen (bijvoorbeeld in een groep of woonbuurt) wordt bepaald via zeven componenten – hoofd- indicatoren – die betrekking hebben op enerzijds de woonomgeving en anderzijds op de persoonlijke situatie en maatschappelijke participatie. Elke hoofdindicator is weer opgebouwd uit één of meer deelindicatoren. De indicatoren geven een samengesteld en gewogen beeld vanuit de beleving van de bewoners.

De rapportage van deze monitor bestaat uit vier hoofddelen, te weten: Wat is de monitor sociale kracht (onderzoeksmethodiek), Sociale kracht (totaalscore), Sociale kracht (hoofdindicatoren) en Sociaal krachtige wijken. Op de achterzijde van deze rapportage staat een overzichtskaart met de wijk- en buurtindeling die voor dit onder- zoek is gebruikt.

Deze SK-monitor is, samen met de Monitor Leefbaarheid & Veiligheid (L&V), een belangrijke dataleverancier voor de “Atlas van Oosterhout”. Met name de wijk- en buurtprofielen in de Atlas worden onder andere ook gevoed met gegevens uit de monitor sociale kracht.

Inhoudsopgave

1 Inleiding 3

2 Wat is de Monitor Sociale Kracht 4

3 Sociale kracht (totaalscore) 6

4 Sociale Kracht (hoofdindicatoren) 8

5 Sociaal krachtige wijken 32

6 Overzichtskaart wijk- en buurtindeling Oosterhout 46

(4)

2 Wat is de Monitor Sociale Kracht

2.1 De Monitor Sociale Kracht

De verhouding tussen overheid en burgers verandert sterk. Steeds meer wordt een beroep gedaan op de eigen kracht en inzet van burgers. Zo ook in de zorg, dat niet louter meer leunt op overheidsvoorzieningen, maar vereist dat mensen eerst kijken naar wat ze zelf nog kunnen en wat ze voor elkaar kunnen doen. Inwoners worden nadrukkelijk aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid en kracht en op die van hun sociale netwerk en (directe) omgeving.

Aangemeentendetaakomeensocialestructuurneertezettenvoorinwonersdieer zelf of met hun netwerk niet uitkomen en toch (aanvullende) hulp nodig hebben. De ondersteuning moet bovendien zo dichtbij mogelijk worden georganiseerd, het liefst in de eigen wijk of dorpskern. Het zijn vaak de kwetsbare groepen – zoals jeugdigen, chronisch zieken, ouderen en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt – waar deze hulp voor nodig is.

Er zijn veel databronnen beschikbaar om te kunnen meten of een gemeente ophet goedespoor zit.Het gaatdaarbijvooralomregistratiesvaninwonersdiehoren tot een specifieke aandachtsgroep. Naast objectieve cijfers (registraties) is het belang- rijk om vanuit het perspectief van de bewoners te kijken naar de mogelijkhedenen kanseninwijkenenbijburgerszelf. DaaromstaatindeMonitorSociale Kracht de beleving van de burgers centraal: wat vinden de inwoners, wat kunnen zezelf(of methulpvananderen)doenenbelangrijkook:watwillen zedoen?Enook: welke woonkernen, wijken of buurten zijn krachtig van zichzelf en in welke gebieden komt het niet van de grond en waar komt dat door?

Over de kwaliteit van woonkernen, wijken en buurten, in termen van leefbaarheid en veiligheid, is al veel bekend (zoals via de Monitor Leefbaarheid & Veiligheid), maar deze informatie biedt onvoldoende inzicht in waar de kracht van bewoners zit en hoe deze(beter)benut,ingezetengestimuleerdkanworden. De Monitor Sociale Kracht (SK) geeft deze concrete kennis en inzichten. En waar andere monitoren alleen de veerkracht van mensen meten óf juist alleen gericht zijn op de leefbaarheid van wijken en buurten, redeneert de SK-monitor vanuit beide invalshoeken. Immers, zo- wel persoonlijke factoren als omgevingsfactoren bepalen de sociale kracht van het collectief in een wijk of buurt.

2.2 Zeven pijlers van sociale kracht

Het theoretisch model onder de Monitor Sociale Kracht gaat er vanuit dat de sociale kracht wordt bepaald door zeven componenten die betrekking hebben op enerzijds dewoonomgeving(belevingvandeleefbaarheidenveiligheidineenwoonkern,wijk

of buurt en de collectieve redzaamheid of sociale samenhang) en anderzijds op de eigenpersoonlijke situatieendedeelnameaandemaatschappij(participatie,zelf- redzaamheid, financiële zelfredzaamheid en de mate van eenzaamheid).

Sociale Kracht

Collectieve redzaamheid

Leefbaarheid (beleving)

Mate van eenzaamheid

Financiële zelf- redzaamheid Participatie

Zelf- redzaamheid

Veiligheid (beleving)

Woonomgeving

Persoon

(5)

Een aantal beproefde en gevalideerde sets met enquêtevragen vormen de basis voor het berekenen van de scores voor deze zeven pijlers, die samen de totaalscore voor sociale kracht bepalen. Door de uitkomsten om te rekenen naar scores worden ijkpunten vastgelegd en zijn benchmarks mogelijk tussen wijken en buurten.

Persoon

Tot de persoonlijke kenmerken worden de volgende vier hoofdindicatoren gerekend:

zelfredzaamheid,participatie,matevaneenzaamheidenfinanciëlezelfredzaamheid.

 De zelfredzaamheid is het vermogen van mensen om zichzelf te redden bij veranderingen in de samenleving of in de persoonlijke situatie en de gevolgen van bijvoorbeeld een (chronische) ziekte of beperking.1 Zelfredzaamheid valt uit- een in het zich kunnen redden in het dagelijks leven (bijv. bij algemene dagelijkse bezigheden zoals aankleden, opvoeding, bewegen en sociale contacten), het zelforganiserend vermogen (zelf hulp inschakelen, zelfregie) en de weerbaarheid (aanpassingsvermogen en veerkracht; herstellen van tegenspoed).

 Participatie heeft betrekking op de mate waarin iemand deelneemt aan de samenleving en aan het maatschappelijk leven. In kaart wordt gebracht hoe het sociale leveneruitzietenwatdemaatschappelijkebetrokkenheideninzetisvan burgers. Bij participatie gaat het om wel of geen werk, re-integratie en opleiding, doen van mantelzorg of vrijwilligerswerk en de betrokkenheid bij het verenigings- leven en deelname aan activiteiten.

 De mate van eenzaamheid wordt bepaald door een aantal uitspraken over het gevoel van eenzaamheid en het eigen sociale netwerk. Hiervoor wordt gebruik gemaaktvaneenbeproefdeengevalideerdevragenlijst:deeenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld.

 De financiële zelfredzaamheid zegt iets over de financiële draagkracht en de financiële lasten van mensen. Dit is een belangrijke indicator voor de mogelijk- heden van een individu of van buurtbewoners tezamen. De sociaaleconomische status (zoals opleidingsniveau, werk en inkomen) is hierbij van belang, maar uit- eindelijk wordt de financiële zelfredzaamheid bepaald door de vraag of men kan rondkomen met het huishoudinkomen.

Woonomgeving

Tot de kenmerken van de woonomgeving worden de volgende drie hoofdindicatoren gerekend: collectieve zelfredzaamheid, leefbaarheid en veiligheid.

 Collectieve redzaamheid betreft de sociale samenhang in de buurt en de bereidheid om zich daarvoor in te zetten.2 Collectieve redzaamheid is van belang voor het aanpakken en tegengaan van buurtverval. Het vormt een aanknopings- puntvoordeontwikkelingvanwoonbuurten.Bijcollectievezelfredzaamheidwordt een onderscheid gemaakt in sociale samenhang en informele sociale controle, oftewel de bereidheid tot ingrijpen en de feitelijke inzet voor de buurt.

 Leefbaarheid heeft betrekking op de kwaliteit van woonbuurten in termen van fijn leven in de wijk en een prettige buurt om in te wonen. Aspecten van leefbaar- heidzijn:deaanwezigheidvanvoorzieningen,debelevingvan de woonomgeving en de mate van onderhoud(ofverloedering)vandeopenbareruimte. Het gaat hierbij om een beperkter aantal indicatoren dan wordt gehanteerd in de Monitor Leefbaarheid & Veiligheid (L&V).

 Veiligheid is ook een indicator die iets zegt over de kwaliteit van de woon- omgeving. In relatie tot sociale kracht gaat het hier vooral om de veiligheids- beleving. De score wordt bepaald door de veiligheidsbeleving van de inwoners en de mate waarin zij in hun woonbuurt sociale overlast ervaren. Ook hierbij gaat het om een beperktere definitie dan in de L&V-monitor.

2.3 Onderzoeksopzet en uitvoering

De Monitor Sociale Kracht is in 2014-2015 ontwikkeld door het Bredase onderzoeks- bureau Dimensus Beleidsonderzoek voor gemeenten in de regio Utrecht. In Ooster- hout is, in samenspraak met Dimensus, besloten om de vragenlijst voor de SK- monitor voor de eerste keer op te nemen in de buurtenquête 2017.

DeOosterhoutsebuurtenquêteiseenonderzoekwaarbij,viaeenuitgebreidevragen- lijst (die digitaal of schriftelijk kan worden ingevuld), meerdere thema’s tegelijkertijd aandeinwonerswordenvoorgelegd.OokdeWoonmonitorOosterhoutendeMonitor Leefbaarheid & Veiligheid Oosterhout maken hier deel van uit.

Voor dit grootschalige onderzoek is uit de bevolking een steekproef getrokken van 9.800 inwoners van 18 jaar en ouder. Deze personen zijn willekeurig geselecteerd, maar daarbij is wel rekening gehouden met een evenwichtige verdeling over de Oosterhoutse wijken, buurten en dorpen. De enquête is in juni 2019 uitgezet en in totaal hebben 3.012 personen aan dit onderzoek meegedaan: een respons van bijna 31 procent. De minimale benodigde respons van 25 á 30 procent is in alle buurten gehaald. Om de betrouwbaarheid verder te vergroten zijn de onderzoeksresultaten gewogen naar leeftijd en woonbuurt.

1 Mast, Weijenberg en Minkman (2014). Zo Zelfredzaam. Een overzicht van instrumenten voor het meten van zelfredzaamheid. Utrecht: Vilans.

2 Kleinhans en Bolt (2010). Vertrouwen houden in de buurt. Verval, opleving en collectieve zelf- redzaamheid in stadsbuurten. Den Haag: Nicis Institute.

(6)

3 Sociale Kracht (totaalscore)

De sociale kracht van het collectief van mensen (bijvoorbeeld in een groep of woon- buurt) wordt bepaald door zeven componenten – hoofdindicatoren – die betrekking hebben op enerzijds de woonomgeving en anderzijds op de persoonlijke situatie en deelname aan de maatschappij.

De indicatoren zijn samengestelde waarden die liggen tussen de 10 (zeer zwak) en de 100 (zeer sterk). Het zijn relatieve waarden die vooral dienen om vergelijkingen te kunnen maken in de tijd of tussen deelgebieden (wijken en woonbuurten). Op basis van de scores op deze zeven hoofdindicatoren (hoofdstuk 4) is een totaal- score voor de sociale kracht berekend.

Bij inwoners tot 65 jaar is de sociale kracht het sterkst, terwijl deze bij de 65-plussers wat minder sterk is. Kijken we naar de huishoudenssamenstelling, dan blijkt de socialekrachthetsterksttezijnbijgezinnenmetkinderenenmindersterkbijalleen- wonenden en mensen in een woongroep of tehuis. En hoger opgeleiden zijn sociaal krachtiger dan lager opgeleiden.

Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De sociale kracht is het sterkst in de kerkdorpen en in de stadswijken Leijsenakkers, Vrachelen, West en (een deel van) Dommelbergen. Minder sociaal krachtig zijn ze in een aantal woonbuurten in de wijken Oosterheide, Slotjes en Dommelbergen.

SK 2019 | Indicator Sociale Kracht (totaalscore)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 74

2015

73 2017

71

2019 51

SK 2019 | Sociale Kracht (totaalscore)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

64 70 77

laag opgeleid

middel- baar

hoog opgeleid

73 74 74 71

66

tot 34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-64 jr. 65+

SK 2019 | Sociale Kracht (totaalscore)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

66 71 75

67 64 61

alleen- wonend

huish.

zonder kinderen

gezin met kind(eren)

een- ouder-

gezin

samen- gesteld huish.*

woon- groep, tehuis

72 65

geen migratie- achtergrond

migratie- achtergrond

Noot: * meer dan 2 volwassenen met kind(eren)

(7)

SK 2019 | Indicator Sociale Kracht (totaalscore)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Toelichting: De indicator Sociale Kracht is de totaalscore van de scores op zeven hoofdindicatoren die enerzijds betrekking hebben op de woonomgeving (beleving van leefbaarheid en veiligheid, collectieve redzaamheid) en anderzijds op de persoonlijke situatie en maatschappelijke deelname (mate van eenzaamheid, financiële zelfredzaamheid, participatie en individuele zelfredzaamheid). De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (zeer zwak) en maximaal 100 punten (zeer sterk). Hoe hoger de score, hoe sterker de sociale kracht in de wijk of woonbuurt.

buurtscores 2017 buurtscores 2019

(hoger is beter) (hoger is beter)

Den Hout 81

70

Oosteind 75

Dorst 77 Bosgebied bij

Oosterhout 75

75

69 71 68 68

73

71 70

70 73

74

68 67 75 75 74 77 77

72

65

68 75 76 68

Zwakste:

Schrijversbuurt

61

75 79

Indicator Sociale Kracht (totaalscore):

80 of hoger (sterkst) 75 – 79

70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54

49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners Den Hout

78

74

Oosteind 76

Dorst 79 Bosgebied bij

Oosterhout 72

76

70 71 73 68

75

70 72

71 76

80

68 68 73 73 77 76 77

75

67

67 76

67 72

58

77 78

Zwakste:

Schrijversbuurt

(8)

4 Sociale Kracht (hoofdindicatoren)

De sociale kracht van mensen wordt bepaald door zeven componenten – hoofd- indicatoren – die betrekking hebben op enerzijds de woonomgeving en anderzijds op de persoonlijke situatie en deelname aan de maatschappij. Elke hoofdindicator is samengesteld aan de hand van één of meer deelindicatoren en die zijn berekend

met behulp van een set enquêtevragen. Een indicator heeft een berekende waarde die ligt tussen de 10 (zeer zwak) en 100 (zeer sterk).

De onderstaande grafiek geeft de totaalscore voor de sociale kracht in de gemeente Oosterhout, plus de scores op de zeven hoofdindicatoren.

SK 2019 | Sociale Kracht (hoofdindicatoren)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 71

2019

82

Zelfredzaamheid

73

Participatie

70

Eenzaamheid

69

Financiële zelfredzaamheid

62

Collectieve redzaamheid

63

Leefbaarheids- beleving

79

Veiligheids- beleving Sociale Kracht

(totaalscore)

persoon woonomgeving

(9)

Uit de onderstaande grafiek blijkt dat de sociale kracht in Oosterhout vooral wordt gedragen door de zelfredzaamheid, veiligheid en participatie. De leefbaarheid en de collectieve redzaamheid scoren wat zwakker.

In de volgende paragrafen (pagina 10 e.v.) wordt nader ingezoomd op deze hoofd- indicatoren, zodat per component kan worden bekeken welke onderliggende deel- aspecten van invloed zijn op de scores en hoe die er uitzien per deelgebied (wijken en buurten). In hoofdstuk 5 (pagina 30 e.v.) wordt de sociale kracht per wijk nader bekeken.

SK 2019 | Sociale Kracht (hoofdindicatoren)

Toelichting: Deze grafiek laat in een oogopslag de scores voor alle zeven hoofdindicatoren zien. Elke indicator is op een eigen as weergegeven. Op deze manier ontstaat er een ‘vlek’, waarbij geldt: hoe groter de vlek, hoe sterker de sociale kracht. In het ideaalplaatje, als op alle indicatoren 100 punten wordt gehaald, bedekt de vlek de gehele grafiek.

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

82

73

70

62 69 63 79

10 20 30 40 50 60 70 80 90

Zelfredzaamheid

Participatie

Eenzaamheid

Financiële redzaamheid Collectieve

redzaamheid Leefbaarheid

Veiligheid

Oosterhout (totaal gemeente)

SK 2019 | Sociale Kracht (hoofdindicatoren)

(hoe groter de oranje ‘vlek’, hoe sterker de sociale kracht)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

10 30 50 70 90 Zelfredzaam

Participatie

Eenzaam- heid

Financieel redzaam Collectief

redzaam Leefbaar-

heid Veiligheid

stad

10 30 50 70 90 Zelfredzaam

Participatie

Eenzaam- heid

Financieel redzaam Collectief

redzaam Leefbaar-

heid Veiligheid

kerkdorpen

(10)

4.1 Zelfredzaamheid

Eenbelangrijkonderdeelvansocialekrachtisdezelfredzaamheidvandeinwoners, oftewel het vermogen van mensen om zich te redden bij veranderingen in de samen- leving of in de persoonlijke situatie en de gevolgen van bijvoorbeeld een ziekte of beperking.

De mate van zelfredzaamheid van de inwoner wordt bepaald door een drietal deel- indicatoren: het zelfzorgend vermogen (kan men zich redden in het dagelijks leven), het zelforganiserend vermogen (kan men gemakkelijk ondersteuning organiseren) en de weerbaarheid (is men bestand tegen veranderingen).

Het gros van de Oosterhouters is prima in staat om voor zichzelf te zorgen: hun zelf- redzaamheid haalt een score van 82 punten. Dit komt vooral doordat het zelfzorgend vermogen vrij hoog is (94 punten).

De zelfredzaamheid is het hoogst bij inwoners van 35 tot 65 jaar, maar wat lager bij de 65-plussers en de 35-minners. Kijken we naar de huishoudenssamenstelling, dan blijkt dat de zelfredzaamheid het hoogst is bij meerpersoonshuishoudens. En hoger opgeleiden zijn zelfredzamer dan lager opgeleiden.

Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De zelfredzaamheid is het hoogst in de kerkdorpen en de stadswijken Leijsenakkers, Vrachelen, West en bijna geheel Dommelbergen. Iets minder hoog is deze in een aantal woonbuurten in de wijken Oosterheide en Slotjes.

SK 2019 | Zelfredzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 82

Zelfredzaamheid

93

Zelfzorgend vermogen

73

Zelforganiserend vermogen

79

Weerbaarheid

SK 2019 | Zelfredzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

75 81 85

laag opgeleid

middel- baar

hoog opgeleid

83 84 83 80 79

tot 34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-64 jr. 65+

SK 2019 | Zelfredzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

78 81 84

80 77

67

alleen- wonend

huish.

zonder kinderen

gezin met kind(eren)

een- ouder-

gezin

samen- gesteld huish.*

woon- groep, tehuis

82 78

geen migratie- achtergrond

migratie- achtergrond Noot: * meer dan 2 volwassenen met kind(eren)

(11)

SK 2019 | Zelfredzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Hoofdindicator

Zelfredzaamheid:

80 of hoger (sterkst) 75 – 79

70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54

49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners

Toelichting: De hoofdindicator Zelfredzaamheid is samengesteld op basis van de scores op een drietal deelindicatoren: het zelfzorgend vermogen (kan iemand zich redden in het dagelijks leven), het zelforganiserend vermogen (kan men gemakkelijk ondersteuning organiseren) en de weerbaarheid (is men bestand tegen veranderingen). De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (zeer zwak) en maximaal 100 punten (zeer sterk). Hoe hoger de score, hoe sterker de zelfredzaamheid.

buurtscores 2017 buurtscores 2019

(hoger is beter) (hoger is beter)

Den Hout 87

81

Oosteind 85

Bosgebied bij Oosterhout

87

80

78 78 83 83 84

82 82

82 81 80

79 84

80 83

86

74 83 79 79 86

81

84 87

Zwakste:

Bloemenbuurt Zwakste: 80

Schrijversbuurt

Dorst 86

83

77 Den Hout

81

82

Oosteind 84

Bosgebied bij Oosterhout

77

82

78 84 82 81 84

80 84

85 86 81

83 85

79 84

84

80 82 78 77 82

83

85 87

78

Dorst 83

87

73

(12)

SK 2019 | Zelfredzaamheid (deelindicatoren)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Toelichting: De hoofdindicator Zelfredzaamheid is samengesteld op basis van de scores op een drietal deelindicatoren: het zelfzorgend vermogen oftewel kan iemand zich redden in het dagelijks leven (9 stellingen), het zelforganiserend vermogen oftewel kan men gemakkelijk ondersteuning organiseren (5 stellingen) en de weerbaarheid oftewel is men bestand tegen veranderingen (4 stellingen). De score op de indicatoren kan liggen tussen minimaal 10 punten (zeer zwak) en maximaal 100 punten (zeer sterk). Hoe hoger de score, hoe sterker het zelfzorgend vermogen, zelforganiserend vermogen en de weerbaarheid.

a) Zelfzorgend vermogen b) Zelforganiserend vermogen

(hoger is beter) (hoger is beter)

Den Hout 78

75

Oosteind 77

Bosgebied bij Oosterhout

75

70

68 69 75 74 75

73 72

74 73 71

71 77

72 76

78

67 72 78 75 80

73

76 82

Zwakste:

Bloemenbuurt Zwakste: 73

Schrijversbuurt

Dorst 79

74

Deelindicatoren 69 Zelfredzaamheid:

80 of hoger (sterkst) 75 – 79

70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54

49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners Den Hout

98

93

Oosteind 96

Bosgebied bij Oosterhout

99

92

89 88 94 95 95

92 95

93 90 92 89 94

92 96

97

86 94 98 90 96

93

95 96

92

Dorst 97

94

86

(13)

SK 2019 | Zelfredzaamheid (deelindicatoren)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Toelichting: De hoofdindicator Zelfredzaamheid is samengesteld op basis van de scores op een drietal deelindicatoren: het zelfzorgend vermogen oftewel kan iemand zich redden in het dagelijks leven (9 stellingen), het zelforganiserend vermogen oftewel kan men gemakkelijk ondersteuning organiseren (5 stellingen) en de weerbaarheid oftewel is men bestand tegen veranderingen (4 stellingen). De score op de indicatoren kan liggen tussen minimaal 10 punten (zeer zwak) en maximaal 100 punten (zeer sterk). Hoe hoger de score, hoe sterker het zelfzorgend vermogen, zelforganiserend vermogen en de weerbaarheid.

c) Weerbaarheid (hoger is beter)

Zwakste:

Bloemenbuurt

Deelindicatoren Zelfredzaamheid:

80 of hoger (sterkst) 75 – 79

70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54

49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners Den Hout

83

77

Oosteind 83

Bosgebied bij Oosterhout

86

80

77 77 81 80 81

81 79

78 80 78

78 82

77 79

82

70 81 83 72 84

79

80 83

75

Dorst 85

80

75

(14)

4.2 Participatie

De hoofdindicator participatiezegt iets over de mate waarininwoners deelnemen aan de maatschappij. In overeenstemming met de participatieladder is trapsgewijs geïnventariseerd of inwoners een betaalde baan hebben, studeren, vrijwilligerswerk doen, actief zijn bij een vereniging of op een andere manier sociaal actief zijn. De score is tot stand gekomen door de inwoners in te delen in de hoogste trede op de participatieladder die zij bezetten (in de onderstaande grafiek: van links naar rechts is van hoog naar laag).

Het gros van de inwoners neemt op een of andere manier deel aan de maatschappij en 5 procent participeert niet. Omgerekend komt de mate van participatie – op de schaal van 10 (laag) tot 100 (hoog) – uit op een score van 73 punten.

De mate van participatie is het hoogst bij jongeren, gezinnen met kinderen en bij mensen met een hogere opleiding. De participatie neemt af met het ouder worden, doordat minder ouderen een betaalde baan hebben.

Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De mate van participatie is het hoogst indekerkdorpenenindestadswijkenLeijsenakkers,StrijenenVrachelen.Hetlaagst is de participatie in het Centrum en Oosterheide. Dit komt doordat in deze wijken veel ouderen wonen.

SK 2019 | Participatie (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 53

73

84

laag opgeleid

middel- baar

hoog opgeleid

89 86 85

72

40

tot 34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-64 jr. 65+

SK 2019 | Participatie (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 73

Participatie

64

Zelfstandig werkzaam

3

Voltijd opleiding (18-plussers)

9

Vrijwilligerswerk / actief bij vereniging

2

Sociaal actief of reintegratie

22

Geen participatie SK 2019 | Participatie (hoofdindicator)

64 66

86

79 80

61

alleen- wonend

huish.

zonder kinderen

gezin met kind(eren)

een- ouder-

gezin

samen- gesteld huish.*

woon- groep, tehuis

73 67

geen migratie- achtergrond

migratie- achtergrond

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

% % % % %

participatieladder

Noot: * meer dan 2 volwassenen met kind(eren)

(15)

SK 2019 | Participatie (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Hoofdindicator

Participatie:

80 of hoger (sterkst) 75 – 79

70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54

49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners

Toelichting: De hoofdindicator Participatie is samengesteld aan de hand van de participatieladder, waarmee is geïnventariseerd of inwoners een betaalde baan hebben, studeren, vrijwilligerswerk doen, actief zijn bij een vereniging of op een andere manier sociaal actief zijn. De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (lage participatie) en maximaal 100 punten (hoge participatie). Hoe hoger de score, hoe beter.

buurtscores 2017 buurtscores 2019

(hoger is beter) (hoger is beter)

Den Hout 90

75

Oosteind 83

Bosgebied bij Oosterhout

83

71

76 62 74 80 76

71 74

73 68 64

71 74

72 77

78

69 74 69 76

77

78

Laagste:

Slotjes-Oost

72 Laagste:

Paterserf

Dorst 77

73

65 65 90

Den Hout 82

77

Oosteind 74

Bosgebied bij Oosterhout

68

67

75 61 62 74 79

74 74

79 77 69

79 73

71 75

76

68 82 63 77

83

76

73

Dorst 79

71

62 56 92

(16)

4.3 Mate van eenzaamheid

Of mensen al dan niet eenzaam zijn, is een belangrijk aspect van de sociale kracht.

Zijn er genoeg mensen waarop men in geval van narigheid kan terugvallen en die menvolledigkanvertrouwen,hoeisdeverbondenheidmetandereneninwelkemate voelt men zich eenzaam? Met behulp van een beproefde vragenlijst (eenzaamheids- schaalvanDeJong-Gierveld)isdematevaneenzaamheidbepaald.Deuiteindelijke score op deze indicator loopt van 10 naar 100. Met andere woorden: hoe hoger de waarde, des te minder sprake is van eenzaamheid.

Uit de hoge score van 70 punten blijkt dat het merendeel van de inwoners niet een- zaam is en tevreden over het eigen sociaal netwerk. Het aandeel dat leegte ervaart, mensen mist of zich in de steek gelaten voelt, is 10 procent of minder.

De mate van eenzaamheid is het laagst bij de meerpersoonshuishoudens, mensen met een hogere opleiding en bij de 35-65 jarigen. De eenzaamheid groeit met het ouder worden, als mensen uit de directe omgeving wegvallen en het aantal sociale contacten daalt.

Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De mate van eenzaamheid is het laagst indekerkdorpenenindestadswijkenLeijsenakkers, WestenVrachelen. De eenzaamheid is het hoogst in Oosterheide.

SK 2019 | Mate van eenzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

64 68

76

laag opgeleid

middel- baar

hoog opgeleid

64

72 73 72 69

tot 34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-64 jr. 65+

SK 2019 | Mate van eenzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 70

Eenzaamheid

68

Genoeg mensen om op terug te kunnen vallen

68

Veel mensen die ik kan vertrouwen

60

Nauw verbonden met voldoende mensen

9

Ervaart leegte om zich heen

10

Mis mensen om zich heen

5

Voelt zich vaak in de steek gelaten SK 2019 | Mate van eenzaamheid (hoofdindicator)

61

72 74

67

49

35

alleen- wonend

huish.

zonder kinderen

gezin met kind(eren)

een- ouder-

gezin

samen- gesteld huish.*

woon- groep, tehuis

71

53

geen migratie- achtergrond

migratie- achtergrond

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

% % % % % %

(17)

SK 2019 | Mate van eenzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Hoofdindicator

Mate van eenzaamheid:

80 of hoger (laagst) 75 – 79

70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54

49 of lager (hoogst) geen of weinig inwoners

Toelichting: De hoofdindicator Mate van eenzaamheid meet in hoeverre mensen zich eenzaam voelen en of ze tevreden zijn over hun eigen sociaal netwerk of dat ze een leegte ervaren, mensen missen of zich in de steek gelaten voelen.

De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (heel erg eenzaam) en maximaal 100 punten (niet of nauwelijks eenzaam). Hoe hoger de score, hoe beter.

buurtscores 2017 buurtscores 2019

(hoger is beter) (hoger is beter)

Den Hout 87

70

Oosteind 74

Bosgebied bij Oosterhout

90

66

66 66 77 80 70

70 64

74 73 67

64 66

66 69

75

57 76 75 79

70

78

66

Dorst 83

78

57 66 82

Den Hout 83

74

Oosteind 87

Bosgebied bij Oosterhout

76

74

69 74 76 80 83

71 69

87 80 72

77 70

73 77

81

69 76 70 79

74

77

Slechtste:

Schrijversbuurt 67

Dorst 86

82

49 68 81

Slechtste:

Schrijversbuurt

(18)

4.4 Financiële zelfredzaamheid

De hoofdindicator financiële zelfredzaamheid zegt iets over de financiële draag- kracht en –last van mensen. De sociaaleconomische status (zoals opleidingsniveau, werkeninkomen)ishierbijweliswaarvanbelang,maaruiteindelijkwordtdefinanciële zelfredzaamheid bepaald door de vraag of men wel of niet kan rondkomen met het inkomen van het huishouden.

Om tot een score te komen voor de financiële zelfredzaamheid is uitgegaan van de mate waarin inwoners kunnen rondkomen met het totale netto-inkomen van het huis- houden.

De meeste Oosterhouters kunnen goed rondkomen: hun financiële zelfredzaamheid haalt een score van 69 punten. Bijna 8 procent van de inwoners geeft aan hier veel moeite mee te hebben.

De score voor de financiële zelfredzaamheid blijkt nauwelijks te verschillen als we kijken naar de leeftijd; belangrijker is of men werk heeft, het opleidingsniveau, de hoogte van het inkomen en de huishoudenssamenstelling.

Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. In de meeste wijken en buurten is de financiële zelfredzaamheid goed (scoort 70 punten of hoger). Alleen in een aantal woonbuurten in Oosterheide, Slotjes en Dommelbergen is deze lager.

SK 2019 | Financiële zelfredzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 69

Financiële zelfredzaamheid

8

(zeer) moeilijk kunnen rondkomen

SK 2019 | Financiële zelfredzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 59

71

80

laag opgeleid

middel- baar

hoog opgeleid

46 49 53

70 74

laag inkomen

langdurig ziek

werk- zoekend

met pensioen

werkend

SK 2019 | Financiële zelfredzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 62

73 71

52 56 62

alleen- wonend

huish.

zonder kinderen

gezin met kind(eren)

een- ouder-

gezin

samen- gesteld huish.*

woon- groep, tehuis

70

60

geen migratie- achtergrond

migratie- achtergrond

%

Noot: * meer dan 2 volwassenen met kind(eren)

(19)

SK 2019 | Financiële zelfredzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Hoofdindicator

Financiële zelfredzaamheid:

80 of hoger (hoogst) 75 – 79

70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54

49 of lager (laagst) geen of weinig inwoners

Toelichting: De hoofdindicator Financiële zelfredzaamheid meet of mensen kunnen rondkomen met het totale netto-inkomen van het huishouden. De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (kan heel erg moeilijk rondkomen) en maximaal 100 punten (kan heel erg gemakkelijk rondkomen). Hoe hoger de score, hoe beter.

buurtscores 2017 buurtscores 2019

(hoger is beter) (hoger is beter)

Den Hout 78

68

Oosteind 77

Bosgebied bij Oosterhout

74

71

67 63 74 73 72

69 67

72 74 63

69 69

64 74

73

60 72 80 77

76

78

Laagste:

Schrijversbuurt 70

Dorst 72

72

51 62 76

Den Hout 74

71

Oosteind 71

Bosgebied bij Oosterhout

73

70

65 66 72 70 77

66 69

79 77 60

69 66

68 74

76

65 71 82 77

75

76

Laagste:

Schrijversbuurt 64

81

52 65 72

Dorst 75

(20)

SK 2019 | Collectieve redzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek 62

Collectieve redzaamheid

66

Sociale samenhang

59

Eigen toezicht

62

Buurttoezicht

51

Feitelijke inzet 4.5 Collectieve redzaamheid

De hoofdindicator Collectieve redzaamheid zegt iets over de sociale samenhang tussen de bewoners in een woonbuurt en de bereidheid om zich voor de buurt en voor anderen in de buurt in te zetten. Inzicht in de collectieve redzaamheid biedt aanknopingspuntenvoorhetaanpakkenentegengaanvanbuurtvervalendaarmee voor de ontwikkeling van woonbuurten.

Decollectieveredzaamheidwordtbepaalddoorvierdeelindicatoren:deomgangvan mensen (sociale samenhang), het eigen toezicht en toezicht door anderen op dingen diegebeurenindebuurtendeactieveinzetvoordebuurt. Descoreopdezeindicator loopt van 10 (laag) naar 100 (hoog): hoe hoger de waarde, hoe hoger de collectieve redzaamheid van de buurt.

De collectieve redzaamheid haalt uiteindelijk een score van 62 punten. Dit komt vooral doordat de sociale samenhang relatief hoog is (66 punten).

De collectieve redzaamheid is het hoogst bij inwoners van 35 tot 65 jaar en bij hoger opgeleiden. Ook blijkt de collectieve redzaamheid hoger te zijn bij tweepersoons- huishoudens en huishoudens met kinderen. Dit komt omdat zij zich vaker actief inzetten voor hun woonbuurt.

Ook op wijk- en buurtniveau zijn er verschillen. De collectieve redzaamheid is het laagst in delen van de wijken Slotjes en Oosterheide. Dit komt omdat in deze buurten minder mensen zich actief inzetten voor hun buurt.

SK 2019 | Collectieve redzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

58 63 65

laag opgeleid

middel- baar

hoog opgeleid

59 64 63 63 61

tot 34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-64 jr. 65+

SK 2019 | Collectieve redzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek

58 62 65 62

53 60

alleen- wonend

huish.

zonder kinderen

gezin met kind(eren)

een- ouder-

gezin

samen- gesteld huish.*

woon- groep, tehuis

62 61

geen migratie- achtergrond

migratie- achtergrond

Noot: * meer dan 2 volwassenen met kind(eren)

(21)

SK 2019 | Collectieve redzaamheid (hoofdindicator)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Hoofdindicator

Collectieve redzaamheid:

80 of hoger (hoogst) 75 – 79

70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54

49 of lager (laagst) geen of weinig inwoners

Toelichting: De hoofdindicator Collectieve redzaamheid is samengesteld op basis van de scores op een drietal deelindicatoren: de omgang van mensen (sociale samenhang), het toezicht op dingen die gebeuren in de buurt en of men zich actief inzet voor hun buurt en anderen. De score op de indicator kan liggen tussen minimaal 10 punten (laagst) en maximaal 100 punten (hoogst). Hoe hoger de score, hoe beter.

buurtscores 2017 buurtscores 2019

(hoger is beter) (hoger is beter)

Den Hout 73

63

Oosteind 68

Bosgebied bij Oosterhout

69

59

55 59 63 65 65

65 54

63 61 59

58 59

61 66

63

58 65 68 69

60

69

59

Dorst 71

69

54 58 67

Den Hout 75

73

Oosteind 67

Bosgebied bij Oosterhout

66

69

63 62 71 70 67

69 72

69 68 66

69 70

73 73

69

65 75 69 68

70

Laagste:

Schrijversbuurt 64

Dorst 71

73

62 70 68

Laagste:

Schrijversbuurt

(22)

SK 2019 | Collectieve redzaamheid (deelindicatoren)

© gemeente Oosterhout, Onderzoek & Statistiek Toelichting: De hoofdindicator Collectieve redzaamheid is samengesteld op basis van de scores op een drietal deelindicatoren: de sociale samenhang oftewel de wijze waarop mensen in de buurt met elkaar omgaan (6 stellingen), het toezicht op dingen die gebeuren in de buurt en of men ingrijpt stellingen) en of men zich actief inzet voor de buurt en anderen (2 stellingen). De score op de indicatoren kan liggen tussen minimaal 10 punten (zeer zwak) en maximaal 100 punten (zeer sterk). Hoe hoger de score, hoe sterker de sociale samenhang, het toezicht op de buurt en de feitelijke inzet voor de buurt.

a) Sociale samenhang b) Eigen toezicht

(hoger is beter) (hoger is beter)

Den Hout 70

59

Oosteind 62

Bosgebied bij Oosterhout

57

52

57 55 60 58 59

62 54

57 63 60

58 59

56 62

57

57 60 58 53 67

58

65 63

Zwakste:

Centrum

60

Dorst 66

67

Deelindicatoren 55

Collectieve zelfredzaamheid:

80 of hoger (sterkst) 75 – 79

70 – 74 65 – 69 60 – 64 55 – 59 50 – 54

49 of lager (zwakst) geen of weinig inwoners Den Hout

82

67

Oosteind 77

Bosgebied bij Oosterhout

83

62

55 59 69 71 70

69 58

71 61 61 66 62

63 70

73

62 73

66 76 70

62

76 70

61

Dorst 80

72

56

Zwakste:

Slotjes-Midden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De manier waarop het protocol is opgebouwd, het feit dat het bestaan van het protocol niet bekend wordt gemaakt naar de burgers en het feit dat medewerkers aangeven dat

In dit artikel is gekeken naar de samenstelling van sociale netwerken bij EK-c’s en welke type netwerk kansen biedt voor het realiseren van sociaal kapitaal. Uit de analyse

Bij de mensen die het afgelopen jaar gestopt zijn met mantelzorg, is het overlijden van de persoon die men verzorgde in ruim de helft van de gevallen de belangrijkste reden voor

Veel jongeren willen nog best iets doen, maar willen zich niet voor een langere tijd binden aan een organisatie?. vrijwilligersorganisaties in alle soorten

HIVA – Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving, KULeuven... 60,

De beschutte en sociale werkplaatsen stellen de populatie doelgroepmedewerkers met de laagste scholingsgraad te werk, al zijn de data van de be- schutte werkplaatsen bij

In dit hoofdstuk vindt u vanuit vier verschillende perspectieven de redenen om de minor De sociale kracht van interactieve media en de opbrengsten daarvan te ondersteunen: vanuit

Wat is het effect van groene ruimten op het ontstaan van sociale contacten tussen bewoners van vroeg-naoorlogse wijken en laat-naoorlogse wijken en op welke manier wordt er