RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
Kindcentrum De Klimboom
Plaats : De Rips
LRKP nummer : 758106932
Onderzoeksnummer : 290023
Datum onderzoek : 17 oktober 2016 Datum vaststelling : 13 december 2016
1 INLEIDING . . . 5
2 BEVINDINGEN . . . 7
3 CONCLUSIE. . . 11
4 REACTIE VAN DE HOUDER . . . 13
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 15
INHOUDSOPGAVE
Op 17 oktober 2016 heeft de inspectie Kindcentrum De Klimboom
onderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). Kindcentrum De Klimboom is opgenomen in een steekproef waarbij we gegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:
• De voorwaarden voor vve
• De ouders
• De kwaliteit van de educatie
◦ Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden
◦ Het pedagogisch klimaat
◦ Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding
• De kwaliteitszorg
• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
• De resultaten van vve
Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij:
• Documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd;
• Een groepsobservatie is uitgevoerd. Dit bezoek vond plaats in de gecombineerde peutergroep Peuterwerk en kinderopvang;
• Gesprekken met de locatieleiding, ouders, pedagogisch medewerkers en een vertegenwoordiging van de houder zijn gevoerd.
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en
INLEIDING 1
Onderzoeksopzet
Toezichtkader
vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 wordt de houder van de kinderopvanglocatie uitgenodigd om kort te reflecteren op de bevindingen van de inspectie en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Opbouw rapport
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat alle onderzochte aspecten overwegend van voldoende kwaliteit zijn. Toch zijn binnen al deze aspecten ook verbeterpunten aan te wijzen. Binnen het aspect Doorgaande lijn zijn enkele voorbeelden voor anderen gezien.
Voor wat betreft de condities waaronder voorschoolse educatie wordt
aangeboden, is ten slotte vastgesteld dat de doelgroepkinderen minder dan vier dagdelen of 10 uur per week vve ontvangen. De inspectie van het Onderwijs heeft de GGD hierover geïnformeerd.
Algemeen beeld
Het onderzoek is geconcentreerd op ‘Peuterwerk De Klimboom’: een
combinatiegroep peuterspeelzaal en dagopvang. De peuters van De Klimboom krijgen een gezamenlijk activiteitenaanbod. De bezochte groep bestaat
momenteel uit acht peuters. Hiervan hebben twee peuters een vve-indicatie. In totaal bezoeken drie vve-geïndiceerde peuters Peuterwerk De Klimboom. De doelgroeppeuters bezoeken de voorschool momenteel drie dagdelen per week en halen hiermee niet de tien uur per week. Zij krijgen dus minder vve-tijd dan aangegeven in de OKE-Wet.
Peuterwerk maakt deel uit van Fides. Sinds december 2015 werkt Fides formeel samen met stichting Zicht PO en werken zij aan een gezamenlijk vastgesteld koersplan. In lijn met dit koersplan werken de voorschool en de basisschool nauw en enthousiast samen aan de ontwikkelingen binnen Kindcentrum De Klimboom.
In 2012 is de voorschool door de inspectie van het onderwijs bezocht in het kader van de bestandsopname in de gemeente Gemert-Bakel. De GGD heeft de vve-groep voor het laatst in februari 2016 bezocht. In de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie en het pedagogisch klimaat zijn toen geen
tekortkomingen vastgesteld.
Toelichting
Condities
De GGD heeft in februari 2016 de basisvoorwaarden voor vve getoetst en geconcludeerd dat voldaan wordt aan de wettelijke voorwaarden. Dit is echter niet het geval voor wat betreft de vve-tijd. Volgens de OKE-wet volgen de doelgroeppeuters vanaf 2,5 jaar minimaal vier dagdelen of tien uur per week
BEVINDINGEN
2
vve. Voor doelgroeppeuters van Kindcentrum De Klimboom betekent dit dat zij (bij drie dagdelen) de voorschool minimaal drie ochtenden zouden moeten bezoeken van drie en een half uur, of (wanneer zij op middagen naar de voorschool gaan), een vierde dagdeel aangeboden zouden moeten krijgen om aan deze 10 uur te komen.
Ouders
De samenwerking van voorschool De Klimboom met ouders heeft zich ten opzichte van het onderzoek in 2012 verder ontwikkeld. Ouders worden nu, voorafgaand aan de periode dat hun kind op de voorschool zit, beter geïnformeerd over de doelstelling en de werkwijze van de voorschool.
Ook worden ouders vaker en beter geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. De gegevens uit het (nieuwe) observatie-instrument zijn hierbij de leidraad. De ouders met wie de inspectie tijdens de onderzoeksdag gesproken heeft, zijn hier zeer tevreden over. Ook voelen zij zich uitgenodigd om tussen deze ‘formele contactmomenten’ door, tijdens de inloop of na afloop, iets te vragen of te bespreken.
‘Educatief Partnerschap’ is een belangrijk ontwikkelthema voor Kindcentrum De Klimboom. Binnen dit kader zijn al mooie initiatieven genomen om ook de ouders van de voorschool te laten participeren in ouderactiviteiten op de
basisschool, zoals de schoolbibliotheek en thema-avonden over taal en lezen. Er liggen kansen voor het Kindcentrum om de verschillende ouderactiviteiten die nu plaatsvinden in de voorschool te onderbouwen in een gericht ouderbeleid voor de voorschool: Hoe wil De Klimboom dat ouders van (doelgroep)peuters thuis de ontwikkeling van hun kinderen actief stimuleren en welke doelen en
verwachtingen heeft zij daarbij? Dit vraagt allereerst meer inzicht in de ouderpopulatie van de peuters zodat helder wordt welke aanpak wenselijk en passend is. Vervolgens kan beter nagegaan worden of het beleid en de activiteiten die hieruit voortkomen, het beoogde effect hebben.
Kwaliteit van de uitvoering van vve
De pedagogisch medewerkers hebben veel aandacht voor de kinderen en gaan op een prettige en respectvolle manier met hen om. Ook de ouders met wie gesproken is, zijn hier positief over.
Bij de planning en uitvoering van het aanbod, zijn de pedagogisch medewerkers een denkomslag aan het maken van ‘het denken in activiteiten’ naar ‘het denken in doelen’. Zij willen hierin graag nieuwe stappen zetten en investeren hier ook veel tijd in. Zo ontwierpen zij zelf een ‘format’ voor de dagagenda, zodat de
grote- en kleine groepsactiviteiten en de activiteiten voor individuele leerlingen overzichtelijk ingepland kunnen worden.
Dit dagschema biedt veel kansen om verder uit te werken tot een praktisch hulpmiddel bij het plannen van doelen, aanbod en begeleiding, afgestemd op de verschillende ontwikkelingsniveaus in groep. En vervolgens bij het reflecteren op de vraag of een activiteit heeft bijgedragen aan het behalen van het beoogde doel. Zowel in de planning als in het educatief handelen van de pedagogisch medewerkers, moet deze afstemming op de verschillende ontwikkelingsniveaus nog beter uit de verf gaan komen. Op dit moment wordt namelijk zowel in de planning van het aanbod als in de praktische uitvoering, nog niet goed zichtbaar welke doelen centraal staan voor alle kinderen en welke aanvullende doelen er zijn voor kinderen die al verder zijn of juist minder ver op bepaalde gebieden.
Dit vraagt allereerst een jaarplanning waarin behalve voor de thema’s uit het vve-programma, ook voor de eigen thema’s (globale) themadoelen zijn
vastgesteld. Vervolgens is een doorvertaling nodig van deze thema’s naar meer doelgerichte thema-planningen. En ten slotte een verdere specificering van de doelen en activiteiten in de week- en dagplanning naar (groepjes) kinderen.
Deze inhoudelijke verdieping kan bereikt worden wanneer de pedagogisch medewerkers vaardiger worden in het werken met de ontwikkelingslijnen van het volginstrument. Dit proces is in gang gezet maar moet zich nog verder doorzetten.
In het educatief handelen zouden de pedagogisch medewerkers meer dan nu gebeurt, de peuters gelegenheid moeten geven actief de taal te gebruiken.
Enerzijds door het samen spelen en praten meer te stimuleren, anderzijds door bewuster strategieën te gebruiken om de peuters uit te lokken tot praten en tot het verwerven van nieuwe woorden. Verder ligt er een kans om de (vaste) speelleeromgeving ondersteunender in te richten zodat de ontluikende en beginnende geletterdheid en gecijferdheid meer gestimuleerd wordt.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
Sinds januari van dit jaar wordt het beschikbare kindvolginstrument weer actief gebruikt om de ontwikkeling van de kinderen te volgen. De pedagogisch medewerkers zijn zich hierin volop aan het bekwamen. Op dit moment zijn niet voor alle peuters ontwikkelingsgegevens beschikbaar op alle vier de vve- domeinen (taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, motoriek.) Wel zit er
‘in de hoofden’ van de pedagogisch medewerkers de nodige informatie over de ontwikkeling van de peuters, en weten zij de kinderen te identificeren die extra zorg nodig hebben. Zij plannen ook activiteiten in om deze kinderen specifiek te begeleiden. De evaluatie van het effect van deze extra zorg en begeleiding,
moet groeien. Hierbij helpt het om de beoogde doelen voor deze kinderen, scherper te gaan formuleren.
Kwaliteitszorg
De kwaliteit van de voorschoolse educatie wordt meegenomen in de kwaliteitscyclus van het kindcentrum en is uitgewerkt in het beleidsplan 2015-2019. Er liggen kansen om de evaluatie van de kwaliteit van vve verder toe te spitsen op de specifieke ‘vve-kenmerken’.
Binnen de kwaliteitszorg moet meer aandacht uitgaan naar het vasthouden van de bereikte kwaliteit. Met het oog op kwaliteitsontwikkeling en borging vinden weliswaar groepsbezoeken plaats, maar de frequentie hiervan is (mede als gevolg van personele wisselingen) laag. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat enkele personele wisselingen ertoe hebben geleid dat het gebruik van het kindvolginstrument naar de achtergrond verdween.
Doorgaande lijn
De clustermanager en de directeur van de basisschool zijn gezamenlijk
verantwoordelijk voor de kwaliteit en de uitvoering van vve. De wijze waarop zij samenwerken om de doorgaande lijn tussen de voor- en de vroegschool zo soepel mogelijk te laten verlopen, is ver gevorderd en een voorbeeld voor anderen. De drempels tussen de voor- en de vroegschool zijn vrijwel verdwenen. De gezamenlijk gedragen pedagogische visie, het gezamenlijke beleidsplan, gezamenlijke studiebijeenkomsten en de informele contacten over en weer, dragen hieraan bij. Dit is ook de ervaring van de ouders met wie gesproken is. Dat de overgang van de voorschool naar de vroegschool zo soepel verloopt, hangt ook samen met de manier waarop de warme overdracht
georganiseerd is. Voor alle kinderen vindt een overdrachtsgesprek plaats tussen ouders, pedagogisch medewerkers en leerkracht. Ouders waarderen het zeer dat zij merken dat de leerkrachten in de vroegschool al vanaf het begin een goed beeld hebben van hun kind. Het is de bedoeling van het Kindcentrum dat ook de zorgstructuren binnen de voor- en de vroegschool meer op elkaar afgestemd gaan worden.
Opbrengsten
Op gemeentelijk niveau zijn er geen resultaatafspraken gemaakt voor de voorschoolse educatie. Het is daarom niet mogelijk om daarover een oordeel te geven.
De voorschool maakt de resultaten van de voorschoolse educatie ook niet zelf zichtbaar.
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op Kindcentrum De Klimboom overwegend op orde is. Daarnaast zijn nog enkele verbeterpunten geconstateerd.
CONCLUSIE
3
Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van de educatie op Kindcentrum De Klimboom. Daarnaast heeft de inspectie
Kindcentrum De Klimboom gevraagd te reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.
Hieronder geeft de houder haar reactie:
Wij vinden het erg prettig dat de inspectie geconstateerd heeft dat de samenwerking binnen ons kindcentrum op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie een voorbeeld voor anderen is.
Er wordt veel tijd geïnvesteerd in goede doorgaande lijnen en optimale afstemming van het werken met alle kinderen, zowel van peuterwerk, kinderopvang als van basisschool.
Dit zullen we zeker ook meenemen bij de verdere uitwerking van de
onderwerpen die doorontwikkeld worden. Het doelgericht werken, het evalueren van de resultaten en goede borging van de kwaliteit zijn daarbinnen belangrijke aandachtspunten.
Met het nog beter betrekken van ouders bij de ontwikkeling van hun kind zijn we druk bezig en dat zal op basis van de resultaten van dit onderzoek verder vormgegeven worden.
De vve-tijden voor doelgroep peuters zijn besproken en worden aangepast.
Wij danken de inspectie voor deze opbouwende rapportage. Bij een volgend bezoek van de inspectie gaan wij ervan uit dat de verbeterpunten zichtbaar zijn.
REACTIE VAN DE HOUDER
4
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende.
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
BIJLAGE 1 OORDELEN
Condities 1 2 3 4
•
•
• Voldoende vve-tijd
• Kwaliteit pedagogisch medewerkers
•
•
•
• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")
A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool
A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)
A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
•
•
• C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
met de kinderen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
•
•
•
• Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
•
•
• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding
en zorg
D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
•
•
• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-
verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
•
•
•
•
•
• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar
afgestemd
F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd
F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd