• No results found

Zelfvertrouwen.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zelfvertrouwen."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ggd.groningen.nl

G r o n i n g e n

G r o n i n g e n

Sa m en w er ke n a a n ge zo n d h ei d

Verlegenheid mag

Verlegen kinderen krijgen vaak aandacht op momenten dat ze zich stilletjes terugtrekken.

Volwassenen vragen dan wat er aan de hand is. Wilt u graag dat uw kind meer met andere kinderen optrekt? Besteed dan geen aandacht aan de momenten dat het zich terugtrekt.

Laat uw goedkeuring juist merken als uw kind probeert contact te maken met ande re kinderen.

Faalangst

Ook kinderen die bang zijn om te falen hebben weinig zelfvertrouwen. Deze faalangst komt vooral voor in nieuwe, onbeken de situaties. U kunt uw kind helpen door het hierop voor te bereiden. Leg uit wat er gaat gebeuren. En probeer uw kind op zijn gemak te stellen.

Bespreek na afloop hoe het precies gegaan is. Benoem eerst de dingen die goed gingen.

Ga daarna in op wat er fout ging.

Probeer uw kind tips te geven waar het iets mee kan. Een voorbeeld is het kind dat de puzzel maar niet in elkaar krijgt. Het heeft weinig aan opmerkingen als “Dat stukje hoort daar.” Maar als u zegt: “Verzamel eerst de randjes en hoekjes”, heeft uw kind er de volgen - de keer profijt van. Moedig uw kind ook aan om zelf oplossingen te vinden. Geeft u uw kind informatie waar het iets mee kan? En weet het zelf oplossingen te bedenken? Dan krijgt de gedachte “Ik kan het toch niet” minder kans.

Vragen?

Ga dan naar het spreekuur van de GGD-verpleegkundige op de school van uw kind of in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Op school is bekend waar en wanneer dit spreekuur is.

U kunt ook bellen naar de telefonische advisering van GGD Groningen, telefoon: 050 367 49 91 (op werkdagen van 8.00 - 20.00 uur).

OPVOEDINGSINFORMATIE

ZELFVERTROUWEN

GGD Groningen, Informatie Centrum Gezondheid Postbus 584, 9700 AN Groningen

icg@hvd.groningen.nl

GGD.FO.6063 • juni 2010

(2)

G r o n i n g e n

Samenwerkenaangezondheid

Sommige kinderen zijn heel onzeker en hebben weinig zelfvertrouwen. Dit is niet alleen lastig voor henzelf. Het is ook lastig voor hun ou ders. Deze folder geeft tips om uw kind te helpen meer zelfvertrouwen te krijgen.

Waarom weinig zelfvertrouwen?

U zult eerst moeten weten of uw kind reden heeft om onze ker over zichzelf te zijn. Is het onhandig? Heeft het moeite op school? Wordt het gepest? Hoort of ziet het niet goed? Een kind dat bijvoorbeeld niet goed hoort, verstaat niet alles wat er gezegd wordt. En dat maakt het onzeker bij opdrachten en spelletjes. Een gesprek met de leerkracht of iemand anders die uw kind goed kent, kan duidelijkheid geven over de oorzaak.

Wat kunt u doen?

Onderneem regelmatig iets dat nieuw is voor uw kind. Bijvoor beeld: fietsen, bad minton of schaken. Laat uw kind daarbij merken dat u het leuk vindt om samen iets te doen. Moedig het aan en prijs het voor wat het kan. Maak zelf ook eens een foutje. Voor kinderen is het prettig om te zien dat ouders ook niet alles perfect doen.

Respect voor elkaar

De meeste kinderen willen graag bij een groep horen. Maar dat lukt niet altijd. Een kind kan er om allerlei redenen buiten vallen. Het gedraagt zich bijvoorbeeld stuntelig. Het ziet er anders uit of mag iets niet vanwege het geloof. Voorkomen moet worden dat kinderen buiten de groep vallen. Daarom is het belangrijk om aandacht te schenken aan omgaan met elkaar. Kinderen moeten leren dat niet iedereen er hetzelfde uitziet. Ook niet iedereen denkt hetzelfde of gedraagt zich op dezelfde manier. Kinderen moeten leren elkaar te respecteren. Dit stimuleert het zelfvertrouwen. Het maakt het functio neren binnen een groep gemakkelijker.

Uniek mens

Te hoge eisen en verwachtingen maken een kind onzeker. Ze kunnen bovendien zorgen voor lichame lijke klachten. Het is daarom belangrijk dat u uw kind accepteert als een uniek mens.

Een persoontje met eigen mogelijkheden en beperkingen. Eis geen onmoge lijke dingen van uw kind. En geef het zo veel verantwoorde lijkheid als het aankan. Niet te veel, maar ook niet te wei nig.

Complimenten

Geef uw kind regelmatig complimentjes. Doet het iets wat u prettig vindt? Laat dat dan merken. Elk kind vindt het fijn om te horen dat het iets goed doet. En het zelfvertrouwen wordt er door vergroot.

Hoe vaker kinderen het gevoel hebben dat ouders hen vertrouwen, hoe meer zelf vertrouw - en ze ontwik kelen.

Zeg niet te snel “Ach, dat kun je toch niet.” Maar stel uw kind in de gelegenheid om te laten zien dat het iets wel kan. Blijkt dan toch dat uw kind er nog niet aan toe is? Zeg dan niet:

“Dat dacht ik wel.” Zeg liever dat het jammer is, maar dat het de volgende keer vast beter zal gaan. Daarmee blijft uw kind het gevoel houden dat u vertrouwen in hem hebt. Ook al lukt het niet meteen.

Positief gedrag prijzen

Kinderen leren veel van het gedrag van andere kinderen. U kunt daar gebruik van maken.

Bijvoorbeeld door aardig en goed gedrag van andere kinderen te prijzen. Of het nu in werkelijk heid, op televisie of in een boek is. Uw kind leert dan hoe het zich ten opzichte van anderen kan gedra gen. Omgaan met andere kinderen leert het ook door lid te worden van een (sport)club.

Huisdier

Sommige kinderen maken moeilijk contact omdat ze verlegen zijn. Een huisdier kan voor deze kinderen veel betekenen. De verzorging van het dier geeft hun een gevoel van verantwoordelijkheid. Een huisdier vergemakkelijkt bovendien vaak het contact met ande - ren. Ga wel eerst na of uw kind niet aller gisch is voor huisdieren. Want als een dier weg moet, geeft dat veel verdriet.

ZELFVERTROUWEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het zal regelmatig gebeuren dat je kind iets probeert, maar dat het niet helemaal goed gaat. Leg de nadruk dan eerst op het feit dat hij/zij iets geprobeerd heeft

Op deze website vind je ook informatie over kinderen met diabetes ook meer info over een lage bloedgluco- se (hypo) en een hoge bloedglucose (hyper) type 1. Zodra bij jou diabetes

• zorg dat je altijd je insulinepen met kortwerkende insuline bij je hebt Als de pomp ineens niet meer werkt, moet je beslist kortwerkende insuline kunnen spuiten..

Van der Hart: ‘Als het scherm te dicht bij de boom wordt geplaatst, blijven de wortels door het gladde materiaal in cirkels groeien terwijl ze naar beneden zouden moeten groeien..

Het mag duidelijk zijn dat de Taalcanon bedoeld is voor iedereen die geïnteresseerd is in taalkunde, in de discussies die op dat terrein gevoerd worden en in de inzichten die

Wij sturen regelmatig foto’s door via mail zodat jullie betrokken zijn bij de activiteiten in de klas. Per thema sturen we een ouderbrief. Daarin vragen we om hulp bij één van

Ga eens samen iets doen, wandelen in de polder, het bos of over het strand en geef je kind daarbij de ruimte, stel niet meteen heel veel vragen?. Wacht rustig af of je kind

Maar als na verloop van tijd de lijnen wat duidelijker zijn voor iedereen, mag je toch hopen dat het minder wordt.” Hilde Mertens is directeur van de Stichting