• No results found

Tweede Kamer der Staten-Generaal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2

Vergaderjaar 2021–2022

33 846 Vaststelling van een geactualiseerd stelsel van openbare bibliotheekvoorzieningen (Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen)

Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 22 november 2021

Met mijn brief van 1 oktober 2021 heb ik u de monitor Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen 2019–2020 toegezonden1. In die brief heb ik o.a. de stand van zaken bij het onderwerp Leenrechtvergoeding bij de Bibliotheek op school en schoolbibliotheken beschreven. Achtergrond is het feit dat rechthebbenden niet altijd een vergoeding ontvangen voor de uitlening van hun boeken via de Bibliotheek op school. Graag

informeer ik u in vervolg hierop over de ontwikkelingen na 1 oktober.

Op 13 oktober 2021 heb ik met alle betrokken partijen (o.a. organisaties van auteurs, illustratoren, uitgevers, bibliotheken en scholen) in een bestuurlijk overleg gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd en zijn opties voor een oplossing verkend. Op basis daarvan is een model voor een structurele oplossing op hoofdlijnen ontwikkeld. Deze hoofdlijnen hebben inmiddels de instemming van alle betrokken partijen. De belangrijkste elementen van dit model zijn:

• Leerlingen kunnen boeken uit de Bibliotheek op school/school- bibliotheek mee naar huis nemen. Dat stimuleert het lezen;

• Voor alle uitleningen uit schoolbibliotheken, ongeacht de vorm, ontvangen de rechthebbenden een uitleenvergoeding;

• De uitleenvergoeding wordt afgedragen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zonder tussenkomst van de schoolbibliotheken die de uitleningen verrichten;

• De nieuwe structuur leidt niet tot administratieve verplichtingen voor scholen en bibliotheken. Dat kan worden gerealiseerd door een forfaitaire opzet, waarbij periodiek op basis van onderzoek het aantal uitleningen via scholen wordt geraamd en onderbouwd.

1Kamerstuk 33 846, nr. 67.

kst-33846-68 ISSN 0921 - 7371

’s-Gravenhage 2021 Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 33 846, nr. 68 1

(2)

Deze hoofdlijnen worden met partijen uitgewerkt tot een concreet en uitvoerbaar model. Tegelijkertijd vindt met betrokken partijen overleg plaats over een financiële compensatie voor niet afgedragen leenrecht- vergoedingen in de periode sinds de introductie van de Bibliotheek op school.

Er ligt een mooie basis voor vervolg. De financiële implicaties worden in kaart gebracht. Het is aan mijn opvolger om dat te wegen en om dit vorm te geven in een regeling.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 33 846, nr. 68 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarin is uitstel van planbare reguliere zorg aan de orde, zullen aanvullende maatregelen in de ziekenhuizen en de zorgketen genomen moeten worden – onder meer om continuïteit in

Sinds de verdragswijziging door het derde Protocol van 23 juli 2010 staat toetreding tot het Verdrag ook open voor regionale organisaties waarvan de leden uitsluitend

De in dit artikel vastgelegde bepalingenstemmen in grote lijnen overeen met de betreffende bepalingen in artikel VII van het op 19 juni 1951 te Londen tot stand gekomen Verdrag

1 Grote zorgen en onrust zijn ontstaan in de culturele en creatieve sector doordat het tweede steunpakket geen oplossing biedt voor met name in de markt opererende bedrijven

In het artikel wordt bepaald dat het Verdrag ziet op alle belastingen die door de afzonderlijke partijen worden geheven, waarbij tevens wordt bepaald dat belastingen die na de

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State van

Verder worden aan de door de respectieve partijen aangewezen luchtvaartmaatschappijen rechtstreeks rechten toegekend of plichten opgelegd met name in de bepalingen met betrekking

Het Verdrag bepaalt daarnaast in artikel VII, leden drie en vier, dat de schade die eventueel door het personeel van de zendstaat (in casu Nederland) aan derden wordt berokkend,