• No results found

16-12-2004    Mark Rietveld, Willemijn Roorda Scholierenonderzoek Communities That Care, Stadsbrede meting Zwolle – Scholierenonderzoek Communities That Care, Stadsbrede meting Zwolle

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "16-12-2004    Mark Rietveld, Willemijn Roorda Scholierenonderzoek Communities That Care, Stadsbrede meting Zwolle – Scholierenonderzoek Communities That Care, Stadsbrede meting Zwolle"

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[ DSP

-

groep]

Onderzoek - Advies - Management

Scholierenonderzoek Communities That Care

Stadsbrede meting Zwolle

Amsterdam, 16 december 2004

Willemijn Roorda Mark Rietveld

DSP -groep BV Van Diemenstraat 374

1013 CR Amsterdam T: +31 (0)206257537

F: +31 (0)2062 747 59

E: dsp@dsp-groep.nl W: www.dsp-groep.nl

KvK: 33176 766 A'dam

(2)

Inhoudsopgave

Voorwoord 1 Inleiding

1.1 R isico- en bes chennende factoren model 1.2 L eeswijz er

2 Onderzoeksverantwoording 2.1 O nderz oeksopzet

2.2 Steekproef / Respons 2.3 P resentatie van de resultaten

3 Achtergrondkenmerken

4 Probleemgedrag 4.1 I nleiding

4.2 Geweld en jeugddelinquentie

4 .3 P roblematisch roken, alcohol- en drugsgebruik 4 .4 Schooluitval

4 .5 T ienerzwangerschappen

4.6 Conclusies

5 Risico- en beschennende factoren 5 .1 I n leiding

5.2 R isicofacto ren

5.3 Beschennende factoren 5 .4 Conclusies

6 Conclusies

Bijlagen

Bij lage 1 Tabellen ruwe scores Zwolle

Bij lage 2 Toelichting risico- en beschennende facto ren Bijlage 3 P lattegrond Zwolle

Pagina 2 Scholierenonderzoek Communities That Care

3 4 5 7 8 8 8 9 1 1 17 1 7 1 7 1 8 21 22 22 23 23 23 26 29 31

34 38 42

DSP -groep

(3)

Noot 1

Pagina 3

Voorwoord

Het scholierenonderzoek maakt deel uit van de preventiestrategie Communities That Care© (CtC) 1. De licentie voor CtC in Nederland ligt bij het Nederlands Insti­

tuut voor Zorg en Welzijn.

Channing Bete Company, Inc. South Deerfield, Massachusetts, USA, is eigenaar van de naam Communities That Care© , die door het NIZW onder licentie wordt gebruikt.

Scholierenonderzoek Communilies That Care DSP -groep

(4)

1 Inleiding

In de Verenigde Staten is - in antwoord op probleemgedrag en maatschappelijke uitval onder jongeren - de aanpak 'Communities that Care' (CtC) ontwikkeld door het bureau Developmental Research and Programs, Inc. (DRP) te Seattle. De CtC­

aanpak is bedoeld voor kinderen en jongeren tot achttien jaar met een vergrote kans op het ontwikkelen van probleemgedrag of maatschappelijke uitval. De CtC­

aanpak richt zich daarbij niet alleen op de jongeren zelf, maar tevens op andere personen/instellingen die direct betrokken zijn bij de opvoeding, het onderwijs en het welzijn van jongeren, of die op deze terreinen verantwoordelijk zijn voor het beleid.

Het doel op de lange termijn is een veilige, constructieve leefomgeving te schep­

pen2•

De 'Communities that Care' aanpak wordt op meer dan vijfhonderd plaatsen in de VS op succesvolle wijze toegepast. In Nederland is de afgelopen jaren CtC op ex­

perimentele basis uitgetest in enkele wijken. Op dit moment wordt CtC in een be­

perkt aantal steden en wijken gebruikt. Hiertoe is de aanpak eerst vertaald en aan­

gepast aan de Nederlandse situatie3.

Wat Communities That Care precies inhoudt wordt in dit rapport buiten beschou­

wing gelaten. Dit wordt namelijk in diverse andere stukken op adequate wijze onder woorden gebracht. Wel is het van belang om één element van CtC toe te lichten, omdat deze wat zegt over de wijze waarop dit rapport gelezen moet worden. Het betreft het feit dat de CtC-aanpak gebaseerd is op een theoretisch en empirisch onderbouwd model van risico- en beschermende factoren, die probleemgedrag en maatschappelijke uitval bij jongeren kunnen voorspellen, Dit model vormt de basis voor zowel de aanpak in de wijken, als de evaluatie van 'Communities th at Care'.

Het risico- en beschermende factoren model wordt toegelicht in paragraaf

1.2.

De gemeente Zwolle heeft op dit moment de CtC-aanpak geïmplementeerd in de wijken Schelle en Ittersum, DSP-groep is samen met de dienst O&S van de ge­

meente Zwolle gevraagd de CtC-jongerenenquête in alle wijken van Zwolle af te nemen. In dit rapport worden de resultaten van deze enquête besproken. Hiervoor zijn de Zwolse wijken geclusterd op de manier die ook wordt gebruikt in de GG&GD enquête in deze gemeente:

Binnenstad/ Assendorp/ Veerallee (Cluster

1)

Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroek/ Wipstrik (Cluster

2)

Westen holte/ Spoolde (Cluster

3)

Stadshagen (Cluster

4)

Aalanden (Cluster

5)

Berkum/ Buitengebied (Cluster

6)

Schelle/lttersum (Cluster

7)

Noot 2 Een beschrijving van de onderliggende ideeën van CtC is o.a. te vinden in 'Serious, Violent & Chronicle Juvenile Offenders', Howel J.C. e.a., Sage Publications, Thousand Oaks/London/New Delhi, 1995; 'Child Delinquents, Development, /ntervention and Service Needs', Loeber, R. en D.P. Farrington (ed), Sage Publications, Thousand Oaks/London/New Delhi, 2001; 'Communities That Care, Opgroeien in een veilige en leefbare wijk', NIZW, Utrecht, 2003.

Noot 3 Zie: 'Communities Thai Care: Toelichting op vertaling en aanpassing van 1) CtC risico- en beschermende factorenmodel 2) onderzoeksinstrumenten effectmeting Ctc. DSP, augustus 2000.

Pagina 4 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(5)

De gegevens van de wijken Schelle/lttersum (Cluster 7) zijn reeds in 2003 verkre­

gen in het kader van de evaluatie van het CtC- pilotproject in de gemeente Zwolle4.

De gegevens van de overige wijken werden voor dit onderzoek in het najaar van 2004 apart verzameld. Dit rapport betreft een analyse van alle zojuist genoemde clusters. Per cluster wordt een profiel opgesteld en op grond van dit profiel kunnen door de gemeente effectieve en veelbelovende programma's worden gekozen, die in de komende periode worden uitgevoerd. Over een aantal jaar kan het scholieren­

onderzoek worden herhaald. De herhalingsmeting is bedoeld om te kijken of de scores op risicofactoren en beschermende factoren wijzigen en of de aanpak moet worden bijgesteld.

1.1 Risico- en beschermende factorenmodel

Een van de belangrijkste uitgangspunten van 'Communities That Care' is dat de preventie van gedragsproblemen en maatschappelijke uitval kan plaats vinden via de reductie van risicofactoren en/of de stimulering van beschermende factoren. Het leggen van verbanden tussen risico- en beschermende factoren en maatschappelijk ongewenst gedrag is daarvoor van direct belang. In de VS zijn daarom de resultaten van meer dan dertig jaar wetenschappelijk onderzoek binnen verschillende discipli­

nes geïnventariseerd en geanalyseerd. Op grond hiervan is een model ontwikkeld, waarin negentien risicofactoren en tien beschermende factoren in verband worden gebracht met de volgende maatschappelijk ongewenste gedragingen: geweld, jeugddelinquentie, problematisch alcohol- en drugsgebruik, school uitval en tiener­

zwangerschappen.

Door het onderzoeksbureau DSP-groep is in 1999 nagegaan in hoeverre dit Ameri­

kaanse model van toepassing is op de Nederlandse situatie. Op grond van litera­

tuurstudie en overleg met deskundigen werd het CtC-risico- en beschermende fac­

toren model ook in de Nederlandse situatie van toepassing geacht. Het model is aanvankelijk slechts op één aspect gewijzigd: De 'verkrijgbaarheid van vuurwapens' is gewijzigd in de 'verkrijgbaarheid van wapens'.

Op basis van het oorspronkelijke model zijn in de VS, ten behoeve van de effecte­

valuatie, twee onderzoeksinstrumenten ontwikkeld en getest op betrouwbaarheid en validiteit. Eén van deze instrumenten is de jongerenenquête, waarover in dit rapport wordt gerapporteerd. Dit instrument is zodanig gewijzigd, dat het ook van toepas­

sing wordt geacht op de Nederlandse situatie.

Tijdens de toepassing van het model binnen de Nederlandse situatie en de benut­

ting van de resultaten van de scholierenenquêtes in de CtC-pilots, kwamen er niet­

temin enkele kritiekpunten ten aanzien van het model naar voren:

De beschermende factoren waren in het model nogal mager uitgewerkt.

Van de probleemgedragingen bleven geweld, jeugddelinquentie, schooluitval en tienerzwangerschappen onderbelicht in vergelijking met alcohol- en drugsge­

bruik.

Noot 4 Weergegeven in: Scholierenonderzoek Communities that Care -Effectmeting Zwolle. Mark Rietveld, Mireille Geldorp. Sander Flight. DSP-groep 2003.

Pagina 5 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP- groep

(6)

Hierna is het beschermende factoren model nader uitgewerkt. Op basis van deze nadere uitwerking van het model is door DSP-groep een voorstel gedaan voor aan­

passing van het scholierenonderzoek5. Belangrijkste wijzigingen hiervan zijn dat de vragenlijst is uitgebreid met een aantal vragen over beschermende factoren en met een beperkt aantal extra vragen over probleemgedragingen. Daarnaast is besloten om de resultaten in de rapportages voortaan af te zetten tegen een 'nullijn'.

Hieronder volgt een weergave van de gemeten probleemgedragingen, de de risico­

factoren en beschermende factoren.

Gemeten probleemgedragingen

problematisch alcohol- en drugsgebruik;

jeugddelinquentie en geweld;

schooluitval;

tienerzwangerschappen.

Gemeten risicofactoren Gezin:

geschiedenis van probleemgedrag in het gezin;

problemen met gezinsmanagement;

conflicten in het gezin;

ouders die probleemgedrag bevorderen door hun houding.

School:

vroeg en aanhoudend antisociaal gedrag;

leerachterstanden beginnend op de basisschool;

gebrek aan binding bij school.

Kinderen en jongeren:

vervreemding en opstandigheid;

omgang met vrienden die probleemgedrag vertonen;

houding die probleemgedrag bevordert;

vroeg begin van het probleemgedrag;

constitutionele factoren.

Buurt/wijk:

verkrijgbaarheid van drugs;

verkrijgbaarheid van wapens;

maatschappelijke normen die probleemgedrag bevorderen;

geweld in de media;

hoge mate van doorstroming in de wijk;

weinig binding met en gebrek aan organisatie in de wijk;

lage inkomens en slechte behuizing.

Noot 5 'Aanpassing scholierenenquête', Mireille Geldorp en Bram van Dijk, DSP-groep, januari 2003.

Pagina 6 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(7)

Gemeten beschermende factoren

Gezin:

mogelijkheden voor positieve betrokkenheid;

beloningen voor positieve betrokkenheid;

gezonde opvattingen en duidelijke normen;

sociale binding.

School:

mogelijkheden voor positieve betrokkenheid;

beloningen voor positieve betrokkenheid;

gezonde opvattingen en duidelijke normen.

Kinderen en jongeren:

religie;

sociale vaardigheden;

gezonde opvattingen en duidelijke normen;

cognitieve vaardigheden;

vermogen om hulp te vragen;

flexibel en veerkrachtig karakter.

Buurt/wijk:

mogelijkheden voor conventionele betrokkenheid;

beloningen voor conventionele betrokkenheid;

gezonde opvattingen en duidelijke normen.

In Bijlage 2 is een uitgebreide omschrijving van deze factoren opgenomen.

1.2 Leeswijzer

In dit rapport worden de resultaten van de afname van de CtC-jongerenenquête in de gehele gemeente Zwolle gepresenteerd. Hierbij wordt de volgende indeling ge­

hanteerd.

Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2, waarin de onderzoeksverantwoording is opge­

nomen. Bij de onderzoeksverantwoording wordt ingegaan op de onderzoeksopzet, de onderzoeksmethode en de verkregen respons.

In hoofdstuk 3 en 4 worden de resultaten van de jongerenenquête voor alle clusters beschreven en afgezet tegen het stedelijk gemiddelde. Daarbinnen worden in hoofdstuk 3 de achtergrondkenmerken beschreven en komen in hoofdstuk 4 maat­

schappelijk ongewenste gedragingen aan bod: gegevens omtrent alcohol- en drugsgebruik, geweld, jeugddelinquentie, schooluitval en tienerzwangerschappen.

In hoofdstuk 5 worden de samengestelde risicofactoren en beschermende factoren op wijkniveau beschreven en afgezet tegen het stedelijk gemiddelde. In hoofdstuk 6 worden tenslotte conclusies getrokken.

Pagina 7 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(8)

2 Onderzoeksverantwoording

2.1 Onderzoeksopzet

De jongerenenquête is via internet afgenomen onder een steekproef van Zwolse jongeren in de leeftijd

12

tot

18

jaar.

2.2 Steekproef I Respons

Tabel

2. 1

In Zwolle wonen in totaal

7.713

jongeren van

12

tot

18

jaar. Deze jongeren zijn per brief of per e-mail benaderd om mee te doen aan het onderzoek. In totaal namen

2.004

jongeren deel aan het scholierenonderzoek door na ontvangst van de brief of e-mail de vragenlijst op het internet in te vullen6. Daarvan bleken er twaalf

18

jaar of

ouder te zijn. Bovendien bleken

3

jongeren geen postcode of wijk ingevuld te heb­

ben. Deze jongeren zijn voor de presentatie van de resultaten binnen de wijken buiten beschouwing gelaten, resulterend in een netto steekproef van

1.989

respon­

denten. De verdeling van de steekproef over de stadsdelen is te vinden in onder­

staande tabel7.

Verdeling van de res�ondenten over de stadsdelen

wijk aantal percentage

Binnenstad! Assendorp/ 205 10

Veerallee

Diezerpoort/ Kamperpoortl 293 15

HoItenbroek/ Wipstrik

Westenholte/ SpooIde 146 7

Stadshagen 147 7

Aalanden 262 13

Berkuml Buitengebied 178 9

Schelle/ Ittersum 758 38

totaal 1.989 100

Na analyse bleek dat de aantallen jongeren per cluster in onze steekproef niet overeenkwamen met de werkelijke verdeling over de clusters in de gemeente. Om deze reden zijn de aantallen respondenten in alle clusters door middel van weging in lijn gebracht met de werkelijke verdeling binnen Zwolle.

Voor de steekproef is hiernaast gekeken of het nodig is om de respons per cluster zodanig te wegen dat deze qua sekse en leeftijd overeenkomt met de jongerenpo­

pulatie in het betreffende gebied. Hieronder volgt voor elk van de clusters een ver­

gelijking vóór weging van de steekproef met de populatie per cluster op de kenmer­

ken leeftijd en sekse.

Noot 6 Een klein aantal jongeren heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de enquête schriftelijk in te vullen.

Noot 7 Het oorspronkelijke cluster Westenholte/ Spooldel Stadshagen is op verzoek van de gemeente Zwolle opgesplitst in twee clusters. Hoewel de aantallen respondenten lager zijn dan in de andere wijken, zijn de onderzoekers van mening dat toch een representatief beeld kan worden geschetst van deze clusters.

Pagina 8 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(9)

Tabel 2. 2a

Tabel 2. 2b

Verdeling naar leeftijd voor weging !in %}

l eeftijd

wijk (steekproef) 12 13 14 15 16 17 totaal

Stadsgemiddelde 18 18 17 15 16 17 100

Binnenstad' Assendorpl 16 16 19 18 17 14 100

Veerallee

DiezerpoorV KamperpoorV 18 18 15 18 17 14 100

HoItenbroekl Wipstrik

Westenholte/ Spoelde 15 13 16 18 18 20 100

Stadshagen 20 20 22 11 13 14 100

Aalanden 16 17 18 13 19 18 100

Berkum' Buitengebied 17 17 15 13 17 20 100

Schelle! Ittersum 19 20 17 14 13 17 100

stad (populatie) 17 17 15 16 16 18 100

Verdeling naar sekse voor weging !in %}

geslacht

wijk (steekproef) jongen meisje totaal

Stadsgemiddelde 43 57 100

Binnenstad! Assendorp! 40 60 100

Veerallee

DiezerpoorV KamperpoorV 46 54 100

Holtenbroek! Wipstrik

Westenholte! Spoolde 34 66 100

Stadshagen 43 57 100

Aalanden 41 59 100

Berkum' Buitengebied 47 53 100

Schelle!lttersum 43 57 100

stad (populatie) 42 58 100

Tabel 2. 2a geeft de steekproefverdeling naar leeftijd in de clusters en van Zwolle totaal gegeven. Na statistische analyse blijkt dat de leeftijdsverdeling alleen voor Cluster 7 (Schelle/lttersum) significant afwijkt van de werkelijke leeftijdsverdeling binnen het cluster. In tabel 2. 2b wordt de steekproefverdeling naar sekse in alle clusters en de stad weergegeven. Deze verdeling bleek alleen voor Cluster 6 (Ber­

kum/ Buitengebied) niet significant te verschillen van de werkelijke bevolkingsverde­

ling naar sekse.

De gevonden afwijkingen in leeftijd en sekse zijn vervolgens gecorrigeerd door we­

gingen in deze clusters, zodat de uitkomsten van het onderzoek toepasbaar wordt op de huidige bevolking van Zwolle.

2.3 Presentatie van de re s ultaten

In dit rapport worden de resultaten op de volgende manieren gepresenteerd:

Hoofdstuk 3 en 4: achtergrondgegevens en probleemgedragingen

In deze hoofdstukken worden de scores met betrekking tot de achtergrond­

gegevens en de probleemgedragingen weergegeven in percentages.

Pagina 9 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(10)

Voor interpretatie van de resultaten binnen een bepaald cluster kan elk van de ge­

presenteerde percentages in de grafiek direct worden vergeleken met het stedelijke percentages.

Hoofdstuk 5: risicofactoren en beschermende factoren

De scores op de verschillende risico- en beschermende factoren variëren van

0

tot

100.

Hoe hoger de score, hoe sterker de factor in een bepaalde wijk aanwezig is.

Gaat het om een risicofactor dan moet een hoge score negatief worden geïnterpre­

teerd. Gaat het daarentegen om een beschermende factor dan is een hoge score gunstig.

De interpretatie van deze zogenaamde 'ruwe scores' is echter vaak problematisch.

In de eerste plaats komt dit omdat men minder makkelijk kan vergelijken met de scores van andere gebieden. Deze ruwe scores krijgen daarbij pas betekenis als zij worden vergeleken met de scores van andere gebieden op deze factoren. Om deze reden is ervoor gekozen om in dit rapport de scores op de risico- en beschermende factoren te presenteren in zogeheten z-scores.

Een z-score, is een gestandaardiseerde statistische meeteenheid die het mogelijk maakt om de resultaten van verschillende risico- en beschermende factoren te ver­

gelijken, zelfs wanneer de oorspronkelijke 'schalen' (lees: factoren) onderling afwij­

kende eigenschappen hebben (zoals een afwijkende minimum of maximum schaalwaarde of een afwijkend aantal schaalpunten).

Dit houdt in dat de gemiddelde score op een bepaalde factor- of dat nu ligt op

65

of

op

23

-wordt omgerekend naar de waarde o. Deze 'nullijn' ligt op het stedelijk ge­

middelde. De scores van de afzonderlijke clusters worden vervolgens op dezelfde manier berekend en vergeleken met deze nullijn. Het berekenen van Z-scores houdt ook in dat de gerapporteerde afwijkingen in vrijwel alle gevallen een waarde hebben tussen de

-2,0

en de +

2,0.

Deze wijze van rapporteren is conform de wensen van de landelijke projectgroep CtC en is overeenkomstig met de wijze waarop in de VS naar de gegevens uit jongerenonderzoeken CtC wordt gekeken. In de VS worden z­

scores met afwijkingen van tenminste +

0,25

of -

0,25

als 'opmerkelijk' of 'beteke­

nisvol' beschouwd.

De resultaten over de risico- en beschermende factoren worden per domein gepre­

senteerd. Dit zijn respectievelijk gezin, school, kinderen en jongeren en wijk.

Zoals hierboven al vermeld wordt de nullijn in de grafieken in hoofdstuk

5

gevormd

door het stedelijk gemiddelde van alle stadsdelen tezamen.

Noot 8 Door afrondingsverschillen kan het voorkomen dat percentages in 1 grafiek niet precies tot 100%

optellen.

Pagina 10 Scholierenonderzoek Communities That Care DSp· groep

(11)

3 Achtergrondkenmerken

T abel 3.1

I n dit hoofdstuk worden de achtergrondkenmerken van de onderzoekspopulaties in alle clusters beschreven en vergeleken met Zwolle als geheel. I n de onderstaande tabellen en graf ieken worden respectievelijk de resultaten voor leef tijd, geslacht, schoolty pe, etniciteit, gezinssituatie taalachtergrond, opleidingsniveau en werksitua- tie ouders gepresenteerd op basi s van de gewogen gegevens9.

L eef ti

j

d in %

leeftijd

wijk 12 13 14 15 16 17 totaal

StadsgemiddeIde 1 8 1 7 1 6 16 1 7 1 6 1 00

Binnenstati' Assendorp' 1 6 1 7 1 9 18 1 7 1 4 1 00 Veerallee

DiezeIpoortI I<arperpoortI 18 18 1 6 1 7 1 7 1 4 1 00

HoItertJroekl VVipstrik

V\lestenholtel Spoelde 1 5 1 3 1 5 19 1 8 20 1 00

Stadshagen 21 21 22 10 1 3 1 3 1 00

Aalanden 1 6 1 7 1 8 1 3 1 9 1 8 1 00

8er1<unV Buitengebied 1 7 1 7 1 5 1 3 1 7 20 100

ScheIlellttersum 1 9 1 7 1 4 1 7 1 7 1 6 1 00

I n tabel 3.1 valt op dat in het cluster Stadshagen relatief veel jongeren tot 15 jaar wonen en in het cluster Westenholtel Spoolde veel jongeren van 15 jaar en ouder.

Graf iek 3.1 Geslacht (in %)

Berk.ml BuItengebied

Nlonden

Weatenholtel Spoolde

Oiezerpoortl ""mpo'pooo1/

Holtenbroekl W.petrik

StadigemtddekJe

1 1 I 1 1 1 I

1 I I I I I I

10

1 1 1

1 I I

I I I

I I I

1 \ I

I I I

I I I

20 30 40

,1',.".,.

1

,'.'" .:::.:-.

-'''; ; ;�'!i;.,

':f.-!h>i ','i.:' .J,.

"l!It'l 'Tof

J': ,- . ',,,;1,,:,;'.:-

...

I

�' .

50 I!O 70 I!O 90 100

Noot 9 De percentages m.b.l. sekse en leeftijd in dit hoofdstuk wijken om deze reden af van hoofdstuk 2, waar ongewogen gegevens zijn gepresenteerd.

Pagina 11 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(12)

De verdeling van jongens en meisjes in de verschillende clusters wijkt niet sterk af ten opzichte van het gemiddelde in de stad.

Grafiek 3.2 Schooltype (in %)

35 �---,

�1---�---4 25r --- -, __ rr���---

20 t--- 15 +---4+--- 10

5 o

brugklas limbo mbo havo anders

.Stadagemidd_

CWestenholteJ Spoolde

• Ber1<uml Buitengebied

Binnenstadl Assendorp/ Veerallee

Stadshagen

o Diezerpoor1l Kamperpoortl Holtenbroekl Wipstrik .Aelanden

Schellellttersum

In de meeste clusters wijkt de verdeling over de schooltypes nauwelijks af van Zwol- le totaal. Wel zijn er enkele kleine verschillen ten opzichte van het stadsgemiddelde:

zo verschilt de categorie 'anders' in het cluster Schelle/ lttersum ten opzichte van het stadsgemiddelde1O.

Tabel 3.2 Etniciteit (in %�

etnicit8it

wijk Nadertands Surinaams Antilliaaans Turb Marokkaans Indonesisch overig totaal

Stadsgemiddelde 86 1 1 2 0 2 8

Binnenstad! AssendorpI 85 2 0 2 0 2 9

Veerallee

[)ezerpoortI Kamperpoortl 72 3 6 2 2 14

HoltenbroekI Wpstrik

VVestenholt&' SpooIde 94 1 0 0 2 3

Stadshagen 79 3 5 0 2 10

Aalanden 86 1 0 0 2 9

Berium' Buitengebied 96 0 0 0 0 1 3

ScheIIe/ Itterslrn 91 0 0 0 2 5

Noot 10 Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat in de afname van de jongerenenquête in 2003 in

Schelle/lttersum niet apart naar MB�rs is gevraagd. De gegevens van deze scholieren zijn waarschijn­

lijk in de categorie 'anders' terechtgekomen.

Pagina 12 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP-groep

100 100

1 00

1 00 1 00 1 00 1 00 1 00

(13)

Ongeveer 86% van de onderzoeksgroep heeft een - qua etniciteit - Nederlandse achtergrond. In Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroek/ Wipstrik is dit percentage lager en in Westen holte/ Spoolde, Berkum/ Buitengebied en Schelle/ Ittersum wor­

den hogere percentages gevonden. Verder valt op dat relatief veel Turkse jongeren woonachtig zijn in de clusters Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroek/ Wipstrik en

Stadshagen .

In het onderzoek is tevens gevraagd naar de gezinssituatie van de jongeren. In de onderstaande grafiek worden de resultaten gepresenteerd. Hierbij wordt, analoog aan de wijze waarop het CBS deze gegevens presenteert, onderscheid gemaakt tussen gezinnen waarbij zowel de natuurlijke moeder als de natuurlijke vader deel uitmaken van het gezin, gezinnen waarbij één natuurlijke ouder afwezig is en gezin­

nen waarbij beide natuurlijke ouders geen deel uitmaken van het gezin.

Grafiek 3. 3 Gezinssituatie (in %)

Wnt_ofto! SpooIde

Oiezerpoortf Kemperpoort/

_oekiWopotrik BiMenstadi Auendorpl VeerllAee

1 1 1 1 1 l 1

I I I I I I

I

10

I I I

j I I

I I I

I I 1

I I I

I I I

I I I

20

I I I I

:ie

l I 1 I

Ité. ,

I I I I

ft

I I I I

.. "

I I I

.�.-'},.

I

"fl

I I I

. '.

I

,

I I I I I

t1

110 100

In Zwolle als geheel maakt 83% van de scholieren deel uit van een twee-ouder gezin. In de clusters Binnenstad! Assendorp/ Veerallee en Diezerpoortl Kamper­

poortI Holtenbroek/ Wipstrik is het aantal twee-oudergezinnen lager. Alleen in laatstgenoemd cluster komen stiefouder-gezinnen voor.

Ten opzichte van het stadsgemiddelde zijn er meer éénoudergezinnen in de clus­

ters Aalanden, Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroek/ Wipstrik en Binnenstad/

Assendorp/ Veerallee. In Westen holte/ Spoolde komen de minste éénoudergezin­

nen voor.

In het onderzoek is ook gevraagd naar de taal die de jongeren thuis en met hun beste vrienden spreken, Deze gegevens zijn op de volgende wijze geabstraheerd naar de indicator taalachtergrond: wanneer zowel thuis als met vrienden Neder­

lands wordt gesproken, wordt de taalachtergrond van de jongere als Nederlands gekenmerkt. Wanneer in beide situaties buitenlands wordt gesproken wordt de taal­

achtergrond van de jongere als buitenlands gekenmerkt.

Pagina 13 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP - groep

(14)

Wanneer met ouders Nederlands wordt gesproken en met vrienden buitenlands, wordt de taalachtergrond als Nederlands gekenmerkt. Immers, dit impliceert dat vanaf een jonge leeftijd regelmatig Nederlands is gesproken. Volgens dezelfde re­

denering zijn jongeren die met hun ouders buitenlands spreken en met vrienden Nederlands, juist weer ingedeeld bij een buitenlandse taalachtergrond. Aangeno­

men kan dan namelijk worden dat de jongere pas op latere leeftijd met Nederlands is begonnen.

In de onderstaande grafiek worden de resultaten voor taalachtergrond gepresen­

teerd.

Grafiek 3.4 Taalachtergrond (in %)

Schele! ttter.um

OiezerpoorCl KamperpOOf1l Hottenbroekl Wtpatrik

Binn_tadI ANendorpi v ...

Stadogemlddelde

� i �

I i

I I

I I

I I

1 I

I I

1 I

I I

la

I I

I I

I \

I J

I \

I I

I I

30

I I I I

I I I I

..

\ I I \

1 1 I 1

I I I I

I 1 I I

I I I I

4

70 IQ 90 100

I n het cluster Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroekl Wipstrik heeft 14% van de ondervraagden een buitenlandse taalachtergrond. Dit is aanzienlijk hoger dan het stedelijk gemiddelde (4%). In de andere clusters wordt qua buitenlandse taaIachter­

grond beneden het stedelijk gemiddelde gescoord.

In de volgende grafiek wordt het opleidingsniveau van de ouders van de responden­

ten gegeven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een hoog en een laag ni­

veau. Een ouder wordt ingedeeld op hoog niveau als hij/zij voor het laatst op één van de volgende schooltypes heeft gezeten: middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of universiteit. Een ouder wordt ingedeeld op een laag oplei­

dingsniveau als hij/zij voor het laatst op één van de volgende schooltypes heeft gezeten: lagere school, lager beroepsonderwijs of middelbare school.

Pagina 14 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(15)

Grafiek 3.5 Opleidingsniveau ouders (in %)

10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

[ibeide ouder. laag .(6611)

van

beide ouder. hoog • onbekend I

Het opleidingsniveau van de ouders van de jongeren in de clusters komt groten­

deels overeen met dat van de ouders van de jongeren in heel Zwolle. In Westen hol­

tel Spoolde komen iets meer gezinnen voor met een laag opleidingsniveau van beide ouders. De situatie waarin (één) van beide ouders een hoog opleidingsniveau heeft komt het vaakst voor in Schelle/ Ittersum.

In de volgende grafiek wordt de arbeidssituatie van de ouders van de jongeren weergegeven. Als een ouder drie dagen of meer per week werkt wordt deze in de grafiek meegenomen als werkend.

Grafiek 3.6 Arbeidssituatie ouders (in %)

sm��m "II"IIII"II"IIII"II"IIII"IIII� � � � � �JI�

�u��� "II"IIII"II"IIII"II"IIII"I:::�::��::;:::�

�'�"II"IIII"II"IIII"II"IIII"I1� :::J�::::� I1 �

�dM� "II"IIII"II"IIII"II"IIII�::�::J!�::::�II�

W"'_oIIe' SpooIde

"1I"1I1I.1I,,1I •• II,,IIII,,II. r:: =�� =�::I �

Oiezerpoortl HoIIenbfoeki WIpolrik

Kamperpoortl .II"IIII"II.IIII"II"II lil I: ::= = �C= :;: • • " EJ

Binn_tadI AuendorplV

... .. II .. IIII.II • ••• II .. IIII.II. ;::= � ==� EJ

����

.. II .. IIII .. II .. IIII .. II .. IIII .. II � �::� :::: � aI �

10 20 30 40 so 60 70 80 90 100

I_beide ouders wertl:en .�6n

van

de ouderawerkt _geen

van

beide CIUdefw werken Conbekend I

Pagina 15 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP - groep

(16)

De arbeidssituatie van de ouders in de clusters wijkt af van de arbeidssituatie van de ouders in Zwolle als geheel. Zo komt in Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroekl Wipstrik relatief vaak de situatie voor waarin beide ouders niet werken.

In Westen holte/ Spoolde en Schelle/ Ittersum komen de meeste gezinnen voor waarin beide ouders werken. In Berkum/ Buitengebied, Stadshagen en Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroekl Wipstrik ligt het percentage 'beide ouders werken' on­

der het stedelijk gemiddelde.

Samenvattend kan worden gesteld dat het cluster Diezerpoortl Kamperpoortl Hol­

tenbroekl Wipstrik op de onderzochte achtergrondkenmerken het meest afwijkt van Zwolle als geheel. Deze verschillen komen voornamelijk naar voren in de volgende achtergrondkenmerken:

Etniciteit: In Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroekl Wipstrik wonen meer al­

lochtonen dan in de overige clusters.

Gezinssituatie: Samen met het cluster Binnenstad! Assendorp/ Veerallee komen in Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroekl Wipstrik de meeste éénoudergezin­

nen voor.

Taalachtergrond: Het percentage respondenten met een buitenlandse taaIach­

tergrond is het hoogst in Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroekl Wipstrik.

Arbeidssituatie ouders: De situatie dat beide ouders niet werken komt het vaakst voor in Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroekl Wipstrik.

Pagina 16 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP - groep

(17)

4 Probleemgedrag

4.1 Inleiding

In deze en volgende paragrafen worden de volgende probleemgedragingen onder jongeren in de geselecteerde clusters vergeleken met Zwolle totaal: geweld en jeugddelinquentie, problematisch alcohol en drugsgebruik, schooluilval en tiener­

zwangerschappen.

4.2 Geweld en jeugddelinquentie

Voor verschillende probleemgedragingen is nagegaan in hoeverre jongeren zich hieraan schuldig maken dan wel in hoeverre dit hen is overkomen. Deze paragraaf richt zich allereerst op geweld en jeugddelinquentie.

Grafiek 4 . 1 Geweld

18r---�---_,

16

14+--- 12

10+--- 8+---

6·�---

..

2

0 0 0 0 o 0 0 o

neeml soms lot regetmalill een wapen mee

heelt deelgenomen aan een

vechtpartij _ iemand in elkaar geslagen heelt Iemand bedreigd voor geld .Stadsgemiddelde Binnenstad! Assendorpl Veeran ....

[]Weslenholtel Spoolde Stad_hagen

[] Diezerpoort/ Kamperpoortl Hollenbroekl Wipltrik

Aalanden .���/�nengebi�

____________ _D��IInwm____________________________________

Het regelmatig meenemen van een wapen komt het minst voor in Binnenstad/ As­

sendorp/ Veerallee en Westenholte/ Spoolde. In de overige clusters wordt wat dit punt betreft gemiddeld gescoord. Deelname aan een vechtpartij komt iets vaker dan gemiddeld voor in Binnenstad! Assendorp/ Veerallee en Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroek/ Wipstrik. In Berkum/ Buitengebied bevinden zich de minste vechters­

bazen. In Diezerpoortl Kamperpoortl Holtenbroek/ Wipstrik geven jongeren iets vaker aan dan gemiddeld dat zij iemand in elkaar hebben geslagen. Ook het cluster Aalanden scoort wat dit punt betreft iets boven het gemiddelde.

Pagina 17 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(18)

Grafiek 4.2 Jeugddelinquentie

14 r---,

12

10

8

8

4

2

o

12 12

---

ie1. op straal vernield iets u� een winkel geslolen iel. op school geslolen geslolen spullen verl<ochl met de politie in aanraking gekomen

Stadsgemiddelde CWeslenholtel Spoolde

Berkuml Bunengebied

Binnenstadl Assendorp/ Veerallee .Stadshagen

ScheIleilttersum

C Diezerpoor1l Kam perpoort/ Hoitenbroekl Wipslrik

• Aalanden

Uit grafiek 4 .2 blijkt dat het percentage van straatvernielingen in de clusters Diezer­

poort! Kamperpoort! Holtenbroek/ Wipstrik en Aalanden lager is dan het percentage van Zwolle totaal.

Winkeldiefstal lijkt weinig voor te komen in Stadshagen, Aalanden en Berkuml Bui­

tengebied.

Verder is van alle ondervraagden rond de 1 0% wel eens met de politie in aanraking gekomen. Opvallend is dat dit percentage beduidend lager is in Stadshagen.

4.3 Problematisch roken, alcohol- en d rugsgebruik

In de onderstaande grafieken wordt weergegeven of de jongeren in de afgelopen maand hebben gerookt en/of alcohol en drugs hebben gebruikt en in welke mate of met welke regelmaat.

Pagina 18 Scholierenonderzoek Communities ThaI Care DSP -groep

(19)

Grafiek 4. 3 Jongeren die de afgelopen maand gerookt hebben, alcohol of drugs gebruikt hebben (in procenten)

70

60

50

40

30

20

10

0

roken hasj, marihuana

• Binnenstad! Assendo<pl Veerallee

Stadshagen aSchelle/ltlersum

XTC

1 1

harddrugs andere drugs

o Dlezerpoortl Kamperpoortl Hoitenbroekl Wipstrik .Aalanden

Meer dan de helft van de onderzochte jongeren heeft in de maand voorafgaande aan het onderzoek alcohol gedronken. Deze percentages zijn iets hoger in Westen­

hoitel Spoolde en Berkuml Buitengebied.

Van alle ondervraagde jongeren heeft bijna één vijfde de afgelopen maand gerookt.

Stadshagen scoort wat dit punt betreft het hoogst en Aalanden het laagst.

Verder heeft ongeveer zeven procent de afgelopen maand hasj of marihuana ge­

bruikt, één procent nam XTC, één procent nam harddrugs en eveneens één procent gebruikte andere drugs.

In grafiek 4. 4 wordt het percentage veelvuldig rokers en veelvuldig gebruikers van alcohol en drugs gepresenteerd.

Pagina 19 Scholierenonderzoek Communities thaI Care DSP - groep

(20)

Grafiek 4.4 Veelvuldig roken, alcohol- en drugsgebruik (in % resp. gemiddeld aantal glazen)

18 r---, 16

16r---�----

14 1---1

12+---�--__4

10+---

8

4

2

o roken: 10 sigaretten of meer alcohol: 10 keer per maand of vaker alcohol: gemiddeld aantal glazen per softdrugs: 1 keer per week of vaker maand

• Stadagerniddelde CWestenhollei Spoolde

• Berkum/ BuKengebied

Binnenatadl Asaendolp/ Veer.llee

• Stadshagen .Schelle/lttersum

C Dieze<pOOrtl Kamperpoorll Holtenbroekl Wipslrik .Aalanden

Het roken van 1 0 sigaretten per dag of meer gebeurt het vaakst in Berkuml Bui­

tengebied. Tevens wordt hier het vaakst 1 0 of meer glazen alcohol gedronken en ligt het gemiddeld aantal gedronken glazen alcohol hier het hoogst. Opgemerkt dient te worden dat ook in Westenholtel Spoolde het gemiddeld aantal gedronken glazen alcohol hoog ligt. Wat het gebruik van softdrugs betreft zegt een zeer klein aantal van de respondenten dit één keer per week of vaker te doen.

Pagina 20 Scholierenonderzoek Communities thai Care DSP -groep

(21)

4.4 Schooluitval

Grafiek 4.5 Schooluitval

1 4 ,---,

12 12

·

1---·r.�-------- 4

10

6

6

o

alg. 4 wkn 3 dagen ol meer ziel< alg. 4 wkn meer dan 1 keer gespijbeld alg. jaar meer dan 10 keer klas uitgestuurd

• Stadsgerniddelde CWestenhoite/ Spoolde

• Ber1<uml Buitengebied

• Binnenstad! Assendorpl Veerallee C DiezerpoorV KamperpoorV HoHenbroekl Wipstrik 11 Schellel lttenwm

Pagina 21

In Schelle/ lttersum komt de meeste schooluitval voor en in Stadshagen het minst.

In Aalanden en Berkuml Buitengebied worden jongeren het vaakst de klas uitge­

stuurd.

Scholierenonderzoek Communilies ThaI Care DSP -groep

(22)

4.5 Tienerzwangerschappen

Graf iek 4 .6 Tiene rzwan ge rschappen

35 r---,

30

25

20

15

10

5

o

32

onveilig vn]en ooit seksueel misbruikt

o 0

zwanger geweest

• Stadsgemiddelde DWestenhollei Spoolde

Ber1<uml Bunengebied

• Binnenstad! Assendorpl Veerallee

• Stadshagen 13 SChelle/ln ... um

o DlezerpoortJ Kamperpoor1l Holtenbroekl Wipstrik .Aalanden

In het jonge renonde rzoek zijn oo k vra gen toe gevoegd die ve rband houden met tienerzwange rschappen. Mee r dan een kwa rt van de jongeren geeft aan onve ilig vrijen 'n iet uit te sluiten' of d it 'we l een s te he bben gedaan'. In het cluste r Binnen­

stad! Assendo rp! Vee ral lee vindt het meeste seksueel misbruik plaats. Van de meisjes is één procent we l eens zwanger geweest.

4.6 Conclusies

Wat betref t gewe ld sco ren a l le cluste rs in de buurt van het stede lijk gem idde lde.

We l komt het in e lkaar slaan van iemand an de rs in Dieze rpoortl Kam pe rpoortl Holtenbroe kl Wipstrik opva llend vaa k voo r.

Het ve rn ie len van iets op straat komt vaak voo r in Binnen stad! Assendo rp! Vee r­

a llee , Stadshagen en Be rkum! Buitenge bie d .

Het gebruik van siga retten de afge lo pen maand is het hoogst in Stadshagen en in Westen ho lte/ Spoe lde wo rdt het meest a lco hol geconsumee rd de afgelopen maand.

In Be rkum/ Buiten ge bied komt het het vaa kst voo r dat re spondenten 1 0 of mee r siga retten pe r dag roken. Oo k zeggen de mee ste respondenten in d it cluste r 10 kee r pe r maand of va ke r a lco ho l te gebruiken en is het gem iddeld aanta l gecon ­ sumee rde glazen a lco ho l het hoo gst.

Schoo luitva l vo rmt voo ra l een probleem in Sche lle/ Itte rsum.

Onve ilig vrijen en se ksuee l m isbruik komen het vaakst voo r in het cluste r Bin­

nen stad/ Assendo rp/ Vee ra llee.

Pagina 22 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(23)

5 Risico- en beschermende factoren

5.1 Inleiding

In de paragrafen 5.2 en 5.3 wo rden de sco res op de verschillende risico- en be­

schermende facto ren weergegeven voo r de clusters in Zwo lle. Zoals in hoof dstu k 2 is aangegeven geldt hier dat hoe hoger de sco re is, hoe sterker de facto r in de des­

betreffende wijk aanwezig is. Gaat het om een risicofacto r dan moet een hoge posi­

tieve sco re als een hoger risico wo rden geïnterpreteerd. Gaat het daarentegen om een beschermende facto r dan is een hoge positieve score gunstig . De afwijkin g ten o pzichte van het stedelijke gem iddelde wo rdt in dit hoofdstuk gepresenteerd als z­

sco res 11. Het stedelij k gemiddelde vormt in de onderstaande grafieken dus de n ul­

lijn.

5.2 Risicofactoren

G raf iek 5.1 Gezin: risicofacto ren (Z- sco re t.o.v gem iddelde Zwo lle)

0.4 r---�

O,3+---�

0,2 0,1 0,0 -0,1

-0,2 t---

-0,3 r---

-0,4

----�

---

--

-------

--

-- --

-- ---

-- ----

-- ----

---

ti c:

'l

��

.� a

_ 0 lil

��

i�

i

c: •

�& :ij .�

c....

ti

� !ij

Q.� .�

&

.�

Binnenaladl Assendorpl Veerallee .Stadshagen

'N Cl co

�.s

::I ..

c; i1 o �

'" c: o

.E c: .!!Ji: 2

i'" ",,,,

II ..,I!

�i

., .� 'i

g

"R'" co "'�

i

2'5 1:"

��

e 'iJ '>

Q. 8.�

ODiezerpoort/ Kamperpoortl Hollenbroekl Wip.trik OWe.tenhollel Spoolde .Aalanden Ber1<uml Buitengebied

11

.�

i

�l

! ,;

1:-

.- � Ol 8.

IJ Schelle/....cltt""'ef_SU"'m'--_____________________________________________________ __ -'

De sco res o p de risicofacto ren binnen het domein gezin wijken n iet sterk af van het stedelijke gem iddelde. De sco res voo r de wijken vallen namelijk wel grotendeeisge­

deeltelijk boven of onder de nu llijn , maar de afw ijkin gen zijn n auwelijks noemen s­

waardig. Alleen voo r positieve ho uding ouders ten aanzien van alco ho l en drugsge­

bruik wo rdt in het cluster Binnen stadl Assendo rpl Veerallee tegen de gren s van .25 gescoord. Aan gezien het hier om een risicofacto r gaat, moet deze sco re negatief geïnterpreteerd wo rden .

Noot 11 Voor de volledigheid zijn de ruwe scores van zowel de risico- als de beschermende fadoren weergegeven in Bijlage 1.

Pagina 23 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(24)

Grafiek 5 .2 Schoo l: risicofactoren (Z- score t.o .v. gemiddelde Zwolle)

0.3 r---,

0.2 1---

0.0

-0,1

-0.2 i---

-O.3�---�

ä·!! ä

i

ä c g-

.5 j '6 c c

'g g' l U g

'l! '" � '8

15 c S 0 c & E :;; �

f� �

= f

= i i - I

.. .. i!

fi

& � 0

i G

Dj 1 :ê 8.

• Binnenstadl Assendorpl V_allee o Diezerpoorti Kamperpoortl Holtenbroekl Wipstrik 0 Westenholtel Spoorde

• Stadshagen • Ber1<uml Buitengebied

a Sche/lel /ttersum

Binnen het domein schoo l wo rden geen noemenswaardige verschillen gevo nden tussen de clusters en Z wo lle totaal. Wel valt op dat bij gebrek aan binding: spijbel­

gedrag alle clusters relatief gunstig (want negatief op deze risicofacto r) sco ren, be­

halve Schelle/ Ittersum . Verder is opvallend dat het cluster Diezerpoortl Kam per­

poo rt! Holtenbroekl Wipstrik o p vrijwel alle risicofacto ren binnen het domein schoo l negatief --en dus gunstig- scoort.

Pagina 24 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(25)

Grafiek 5.3a Kinderen en jongeren: risicofactoren (Z-score t.o.v. gemiddelde Zwolle)

0,3

r---, 0,2+---==---�

0,1

0,0

�,1 +_---

C Diezerpoor1l Kamperpoor1l HoHenbroekl Wipstrik C Westenhottel Spoolde

Ber1<uml Bunengebied Schellei llten;um

Grafiek 5.3b Kinderen en jongeren: risicofactoren (Z-score t.o.v. gemiddelde Zwolle)

0.3 r---,

0,2+---�=_---

0,1

0,0

�,l i----

�,2+_---1

�.3 ·L---�

f

-

---

i

-

f

-----------

: !

-

!

---

J

-

i

--

---�

� � · � r

';;;

i ,B "i

t� ft §} 8 r �

Binnenstad! Assendorpl Veerallee .Stadshagen

C Diezerpoortl Kamperpoor1l HoltenbroekI Wipstrik CWestenhoitel Spoolde

Ber1<uml Buitengebied

Schelle/ iltersum

Pagina 25

Wederom worden er binnen het domein kinderen en jongeren geen noemenswaar­

dige verschillen gevonden tussen de clusters. Wel is er in Westenholte/ Spoolde een enigszins verhoogde houding ten aanzien van drugsgebruik.

Scholierenonderzoek Communities That Care DSP - groep

(26)

Grafiek 5 . 4 Wijk: risicofactoren (Z-score t.O.V. gemiddelde Zwo lle)

0,5 ,..---,

0,4

0,3 �---

0,2 0,1 0,0 -0,1

-0,2 .,-- -...J--

-0,3 ·1---

-O,4�---

-O,5�--���---�---�---�---�---�

t

c: " ..

� G)

c � .. c:

E .. c:

a c: o>< c: CO

. " > .-

.. go 8. '6 8, !

t � j �

.�

I

� �

�� i

• c:

i � g t � 8 t�

� i a ..

-I

ai e' 0 "

JI

Binnensladl Assendorpl V_allee .Stadshagen

C Diezerpoortl Kamperpoorti Ho"enbroekl Wipstrik CWestenho"e/ Spoo/de

Aalanden Ber1<uml BuHengebied

a Schelle! /nersum

Wat betref t het domein wijk wo rden meer noemen swaardige verschillen gevonden.

Zo wo rdt op het a spect 'wein ig bin d ing met de wijk' in Westen holte/ Spoo lde en Berkum/ Bu iten gebied een sterke negatieve sco re weergegeven , De bin d in g met de wijk is in deze clu sters du s goed te noemen ,

Op het aspect gebrek aan 'organ isatie in de wijk' wo rdt doo r de clusters Binnenstad/

Assendo rp/ Veera lle en D iezerpoo rtl Kamperpoo rtl Ho lten bro ek/ Wipstrik sign if icant hoo g gescoord , De o rganisatie in deze wijken is dus relatief slecht te noemen . In Berkum/ Bu itengebied is deze goed.

Op de risicofacto r 'doo rstrom in g in de wijk' scoort Stadshagen hoog, W esten ho lte/

Spoo lde scoort hier laag. Tot slot de 'verkrijgbaarheid van wapen s en d ru gs': deze zijn relatief makkelijk verkrijgbaa r in D iezerpoo rtl Kam perpoo rtl Holten broek/ W ip­

strik en moeilijk verkrijgbaa r in Berkum/ Bu iten gebied .

5.3 Beschennende factoren

In deze paragraaf wo rden de sco res van de clu sters op de beschermen de facto ren vergeleken met het stedelijke gem iddelde van Zwo lle.

Hoe hoger de sco re, hoe sterker de facto r in de wijken aanwezig is. Het gaat hier om een beschermende facto r en dan is een hoge positieve sco re gun stig en een negatieve sco re ongunstig.

Pagina 26 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP -groep

(27)

Grafiek 5.5 Gezin: beschermende factoren (Z-score tov gemiddelde Zwolle)

0.3r---�

0,2+---1 0,1+---1 0,0

-0,1

.O,2+---�

-O,3

�---��---��---��---�i�c---J

'g § :E §

� �go ê

D

c � �

i � i E g

:ll

I� � 'f &. �

co

.t>

iI�

ë 1: .0

g � ��

co co

& i

.Binnenstadl As_rpi Veerallee .Stadshagen

COiezerpoorti Kamperpoortl Holtenbroekl Wipstrik C Westenholtel Spoelde .Aalanden • Ber1<uml Buitengebied

ClSchelle/ ltlersum

Binnen het domein gezin worden geen significante verschillen tussen de clusters in Zwolle en Zwolle totaal gevonden, Wel valt op dat Binnenstad/ Assendorp/ Veeral­

lee op alle aspecten binnen dit domein licht negatief scoort,

Grafiek 5.6 School: beschermende factoren (Z-score t.o.v. gemiddelde Zwolle)

O,3·r---�

0,2+--- 0,1 -1---,

0,0

-0,1 ,---

-0,2 ,---�

·O,3�---------------�-------------

:; i i

Pagina 27

§! :E § " g' e

i � .! & � ïj �

j .!l i C .. >0. C>

� � j!

·E &. o s

i Q.j � �

E

ii

C Diezerpoortl Kamperpoort/ Hottenbroekl Wipatrik 0 WestenhoKe/ Spoolde

• Aalanden • Ber1<uml Bu�engebied

Scholierenonderzoek Communities ThaI Care DSP - groep

(28)

Oo k binnen het domein schoo l zijn de verschi llen niet significant. Wederom wo rdt in Binnenstadl Assen do rpl Veerallee op alle aspecten binnen dit domein n egatief ge­

scoo rd. Dit geldt oo k voo r het cluster Schelle/ lttersum.

Grafiek 5.7 Kinderen en jongeren : beschermende facto ren (Z- score tov gemiddelde Zwo lle)

0.3 ,---,

O,2�---

0.1 0.0 -0.1 .

-O.2 ��---4

·0,3 '---: .. ---... c:---c:-c:-------c:---------j!---'

.. ..

! !",

� 8

c � �

! i

i� I!

.. c;

�� tI

ä �

i l! � g � n

J s � 8' > ", I!

j &� i i

Binnenstadl Assendorpl V_allee o Diezerpoort/ Kamperpoortl Hoitenbroekl Wipstrik OWestenhoite/ SpooJde

.Stadshagen Ber1<uml Buijengebied

a SchelJe/ lttersum

Voo r de zes beschermen de facto ren binnen het domein kinderen en jongeren wo r­

den geen opmerkelijke negatieve signif icante sco res gevonden. Wel scoo rt Berkuml Buitengebied significant hoog als het gaat om religie en zijn wederom alle sco res in Binnen stadl Assendo rpl Veerallee negatief.

Pagina 28 Scholierenonderzoek Communities Thai Care DSP -groep

(29)

Grafiek 5.8 Wijk: beschermen de facto ren (Z- sco re t.o.v. gemiddelde Zwo lle)

O,� .---=�---, 0,3 �----

0,2 t---I;.;.;.:.t---

0.1 -1---

0,0

·0.1

·0,2

·0,3 -o,�

-0,5

-0,6 L---,5---:-5 ---:c=-=-c ---I

� �

� ,Uo

� i �

;

c

'i � i 0. ':

1 i � � § �

E & i

Binnenltad! AlJendorpl Veer.ttee . stadJhagen

DOiezerpoortJ Kamperpoortl HohenbroekJ Wipstrik OW.ltenholtel Spoolde .Aalanden Ber1<uml Bu�engebied .Sche'Je/ltterlum

De mogelijkheden voo r conventionele betro kken heid binnen het domein wijk zijn slecht te noemen in Stadshagen en Binnen stadl Assendo rp/ Veerallee en relatief goed in Aalan den en Berkum/ Bu iten gebied. Ook beloningen voo r con ventionele betro kken heid zijn in Berkum/ Buitengebied goed te noemen en dit cluster scoo rt ook positief wat betreft gezonde o pvattingen en du idelijke no rmen.

5.4 Conclusies

De vo lgende verschillen werden gevon den ten aanzien van de risico -en bescher­

men de facto ren tu ssen de clusters in Zwo lle en Zwo lle als geheel:

Risicofactoren

In Binnenstad/ Assendo rp/ Veerallee is sprake van een positieve houdin g van de ouders ten aanzien van alco ho l en drugs.

Binnen het domein schoo l wo rden geen sign ificante verschillen gevonden . W el scoo rt Diezerpoo rt! Kam perpoo rt! Holten broekl W ipstrik o p alle aspecten binnen schoo l negatief, wat gun stig is.

De bindin g met de wijk is goed in Westen ho lte/ Spoo lde en Berkuml Bu iten ge­

bied.

De o rgan isatie in de wijk is slecht te noemen in Binnenstad/ Assendo rp/ Veeral­

lee en D iezerpoort! Kam perpoo rt! Ho lten broekl W ipstrik.

In Stadshagen is sprake van hoge doo rstrom in g in de wijk. In Westen ho lte/

Spoo lde is dit ju ist n iet het geval.

Wapens en drugs zijn relatief makkelijk verkrijgbaar in D iezerpoo rt! Kam per­

poo rt! Ho lten broekl W ipstrik en moeilijk verkrijgbaar in Berkum/ Bu itengebied.

Pagina 29 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP - groep

(30)

Beschermende factoren

O pvalle nd is dat e r gee n significante ve rschille n gevonde n we rde n o p de dome i­

ne n gezin, schoo l en kindere n en jo nge re n . Binne nstadl Asse ndo rpl Vee rallee scoo rde we l op al deze dome inen negat ief (evenals Sche lle/ ltte rsum op het do­

mein kindere n en jeugd), maar deze ve rschille n waren niet significant.

De moge lijkhede n voo r co nve nt ione le bet ro kke nheid in het dome in wijk zijn e n slecht i n Stadshage n e n Binne nstadl Asse ndo rpl Vee rallee e n re lat ief goed in Aalande n en Berkuml Bu ite ngebie d . In d it laatste cluste r zijn ook de be lo ninge n voo r co nve nt io ne le bet ro kke nheid e n gezo nde opvatt inge n e n duide lijke no rme n goed.

Pagina 30 Scholierenonderzoek Communities ThaI Care DSP -groep

(31)

6 Conclusies

In deze conclusie zullen eerst per cluster de meest o pvallen de bevindingen wo rden beschreven. Vervo lgen s zullen suggesties wo rden gedaan voo r een specif ieke aan pak binnen de clusters waar zich pro blemen voo rdoen.

Cluster 1 : Binnenstadl Assendorpl Veerallee

In Binnenstadl Assendorpl Veerallee is sprake van een positieve ho uding ten aan­

zien van drugsgebruik. O pvallend is dat dit cluster wat de beschermen de facto ren betreft op de domeinen gezin , schoo l, kinderen en jongeren en wijk n egatief scoo rt.

Deze verschillen zijn echter, met uitzon derin g van het laatste domein n iet sign if i­

cant. Verder komen onveilig vrijen en seksueel m isbruik het vaakst voo r in dit clus­

ter. De o rgan isatie in de wijk is relatief slecht, net als de mogelijkheden tot conventi­

onele betro kken heid. De aan pak die wo rdt aan bevo len in Binnenstad! Assendo rpl Veerallee is gericht op zowel het tegengaan van de positieve ho uding ten aanzien van drugsgebruik, het voo rkomen van onveilig vrijen en seksueel m isbruik en het verbeteren van de o rgan isatie in de wijk en het vergroten van de mogelijkheden tot con vention ele betro kken heid.

Cluster 2: Diezerpoortl Wipstrikl Kamperpoortl Holtenbroek

Het cluster D iezerpoo rtl Kam perpoortl Holtenbroekl Wipstrik wijkt op de on derzo ch­

te achtergron dkenmerken het m eest af van Z wolle als geheel. Het in elkaar slaan van iemand anders komt in dit cluster opvallend vaak voor en wapen s en drugs zijn

hier relatief makkelijk verkrijgbaar. Oo k is de o rgan isatie in de wijk relatief slecht te noemen , maar zijn de risicofacto ren in het domein schoo l relatief laag. Aangezien de pro blemen in deze wijk gerelateerd zijn aan agressiviteit, wo rdt een aanpak aan­

bevo len die gericht is o p het tegen gaan van agressie. Verder verdien t het aan beve­

ling iets te doen aan de relatief makkelijke verkrijgbaarheid van wapen s en drugs en kan de o rgan isatie in de wijk wo rden verbeterd.

Cluster 3: Westenholtel Spoolde

In het cluster Westen ho ltel Spoe lde lijken wein ig problemen te zijn in vergelijkin g met Zwo lle als geheel. Er is sprake van een goede binding m et de wijk en er is dan oo k wein ig doo rstrom in g. O pmerkelijk zijn de lage sco res op jeugddelinquentie en schoo luitval.

Cluster 4: Stadshagen

Stadshagen kent wein ig problemen. Wel heeft dit cluster te kam pen met een hoge doo rstrom in g in de wijk en zijn er te wein ig mogelijkheden voo r conventionele be­

tro kken heid in het domein wijk.

Pagina 31 Scholierenonderzoek Communities That Care DSP - groep

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel de scores binnen het gezinsdomein wel allemaal boven of onder de nullijn vallen, blijven de afwijkingen onder de grens van 0.25 en zijn ze dus niet noemenswaardig. Wel

antisociaal gedrag' (grote tolerantie t.a.v antisociaal gedrag), 'omgang met vrienden antisociaal gedrag vertonen', 'omgang met vrienden die alcohol en drugs gebruiken'

De wijk Schenkel valt qua achtergrondkenmerken nauwelijks op. Er zijn wel iets meer jongeren met een Nederlandse etniciteit en iets meer twee-ouder gezinnen dan gemiddeld en

Eén van de belangrijkste uitgangspunten van 'Communities That Care' is dat pre- ventie van gedragsproblemen en maatschappelijke uitval kan plaats vinden via de reductie

• Leeuwarden scoort voor wat betreft de probleemgedragingen net iets anders dan de CtC-baseline. Er worden wat lagere scores gehaald in vergelijking met de CTC baseline op geweld

• Hoogvliet scoort voor wat betreft probleemgedragingen wisselend in vergelijking met de CtC-baseline. • Gewelddadig gedrag komt wat vaker voor in cluster Hoogvliet 1. Vooral

• Cluster 'Binnenstad': bestaande uit de wijk Binnenstad. • Cluster 'CtCwijken': bestaande uit de wijken Noordflank, Reeland en Staart. De- ze wijken zijn door de gemeente

derling afwijkende eigenschappen hebben (zoals een afwijkende minimum of maximum schaalwaarde of een afwijkend aantal schaalpunten). De resultaten over de risico- en