• No results found

Ruil 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ruil 2"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ruil 2

Paragraaf 2.4 tot en

met 2.6

(2)

Doel van geld – ruilhandel vergemakkelijken

Geen geld dan 2 problemen: 1) afstemming

waarde goederen en 2) vinden van een ruilpartner

Directe ruil (met goederen)  indirecte ruil (met geld)

Oorsprong van geld (voorbeelden): schelpen, zout

Functies van geld: ruilmiddel, oppotmiddel, rekeneenheid

Voorwaarden waar geld aan moet voldoen:

schaars, duurzaam, eenvoudig vervoerbaar en algemeen aanvaard

Geld

(3)

 Nominale waarde (waarde van het geld) en intrinsieke waarde (waarde materiaal)

 Standaardmunten (nominale waarde = intrinsieke waarde

 Wet van Gresham (bad money allways drives out good money): gesnoeide munten, zilveren gulden, dubbele standaard)

 Fiducair (vertrouwens) geld: bankbiljetten en munten

 Chartaal (stoffelijk) en giraal (bankrekening) geld en digitaal geld (chipknip)

 Internet bankieren

Nominale waarde (waarde van het geld) en intrinsieke waarde (waarde materiaal)

Standaardmunten (nominale waarde = intrinsieke waarde

Wet van Gresham (bad money allways drives out good money): gesnoeide munten, zilveren gulden, dubbele standaard)

Fiducair (vertrouwens) geld: bankbiljetten en munten

Chartaal (stoffelijk) en giraal (bankrekening) geld en digitaal geld (chipknip)

Internet bankieren

Soorten geld

(4)

Inflatie (2.4)

ECB over prijsstabiliteit - Snelkoppeling.lnk

(5)

Oorzaken van Inflatie (prijsstijging) (kosten of bestedingen)

Kosteninflatie

Stijging van de rente

Stijging loonkosten

Stijging grondstofprijzen

BTW- accijnsverhoging

Stijging importprijzen

Daling wisselkoers

 Bestedingsinflatie

 Als de vraag >

aanbod

 Als er meer geld is dan nodig voor de reële consumptie

Deflatie (prijssdaling) 

mensen stellen hun bestedingen uit

(6)

 Bankbiljetten en munten versus giraal geld (bankrekeningen van burgers en bedrijven)

 Giraal geld kan gebruikt worden met Internetbankieren, en pinnen

 Primaire liquiditeitenmassa =

maatschappelijke geldhoeveelheid (M1)

 Secundaire liquiditeiten (kortlopend spaargeld, vreemde valuta en kortlopende

termijndeposito’s

 Binnenlandse liquiditeitenmassa (M3)

 Aandelen en obligaties (verschillen op basis van): aard van de uitgifte, inkomsten en risico

Blijft geld wel rollen (2.6)

+

+

(7)

Niet

geldscheppers

* Gezinnen

* Bedrijven

* Gemeenten

* provincies

Particulier e banken (giraal geld)

Centrale bank

(Bankbiljett en)

Rijk

(munten) Geldscheppe

rs

Binnenlandse

liquiditeitenmassa (M3) Primaire

(M1)

liquiditeiten

Secundair e

liquiditeite Chartaal n

geldGiraal geld

Vreemde val.Spaargeld

Geldschepping en veranderingen in en van de binnenlandse liquiditeitenmassa

Aanwezig geld dient als dekking (dat is

geen functie van geld)

Geld is hier ruilmiddel en hoort daarom wel tot M1

(8)

Aandelen Obligaties

Eigendomsbewijs Schuldbewijs

Risicomijdend Rente uitkering Risico houdend

Dividend = winstuitkering

(9)

M x V = P x T

M = geldhoeveelheid (€ 200 miljard)

V = omloopsnelheid van geld (4) (hangt af van economische situatie en de mate van oppotten en ontpotten)

P = prijsniveau

T = aantal transacties (reëel nationaal product)

P x T = nominaal nationaal product (inkomen) = € 800 miljard)

Als M stijgt naar 220  stijgt (P x T) 4 x 220 = 880 Maar stijgt dan P of stijgt dan T of stijgen zij allebei

Bij een maximale bezetting van de productiecapaciteit kan T niet meer stijgen. Gevolg is dan dat P stijgt 

bestedingsinflatie

Verkeersvergelijking van Fisher getallenvoorbeeld

x 100% = x 100% = 25%

 

(10)

M 3 M 3

M 3

P P

T

en T

In geen enkele sector is de

productiecapaciteit bezet

In geen enkele sector is de

productiecapaciteit bezet

In sommige sectoren is de

productiecapaciteit al bezet, in andere niet In sommige sectoren is de

productiecapaciteit al bezet, in andere niet In alle sectoren is de productiecapaciteit bezet

In alle sectoren is de productiecapaciteit bezet

Onderbestedin g

Onderbestedin g

Overbesteding Overbesteding

M3 Rente

Rente

Dekkings- percentag e

Dekkings- percentag e

(11)

Prijs

Gevraagde hoeveelheid

Verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid

Prijs

Q1 Q2

Een stijging van M doet de vraag naar goederen toenemen

Bij elke prijs wordt er dan meer gevraagd

Grafische voorstelling van het monetaire beleid

Maar stijgt de productie dan ook altijd

(12)

Grafische voorstelling van het monetaire beleid

Prijs

Geproduceerde hoeveelheid

O A B

Groter dan B – alle sectoren hebben hun productiecapaciteit bereikt

Kan de productie altijd aan de vraag voldoen?

OA – alle sectoren hebben productiecapaciteit over.

AB – in steeds meer sectoren begint de productiecapaciteit bereikt te worden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De leergang is ontwikkeld voor (aankomende) managers in de pu- blieke sector die zich willen ontwikkelen op de financiële aspecten van hun integrale verantwoordelijkheid, en die

Nota van de minister van Financiën (2018) waarin staat dat de operatie als doel heeft om de maatschappelijke toegevoegde waarde van publiek geld te vergroten door meer inzicht in

In deze vergadering wordt eerst tel- kens afzonderlijk gelegenheid gegeven aan de leden van de Tweede Kamer die de in artikel 6, vierde lid, bedoelde

Daarmee kunnen ze iets makkelijker je studies betalen, maar ook dat bedrag volstaat niet voor alle studiekosten (zie folder: Studiebeurs).. Dat je ouders je moeten

Dat betekent dat klanten zich een duurdere auto kunnen aanschaffen zonder dat ze maandelijks meer moeten afbetalen, of dat ze net voor een auto met meer opties

• Bij de klassieke balletten werden de muziek en de dans tegelijkertijd en/of in wisselwerking met elkaar gecreëerd en/of de muziek werd speciaal voor het ballet

Betalingen, zoals rekeningen van nutsbedrijven, huur of telefoonrekeningen doen veel mensen direct via de __________ met

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te