Overhoring NOVA natuurkunde 3VWO hoofdstuk 1 t/m par. 1.3 Verlengers maken niet vraag 2. 40 minutenversie
1. Op Mars bevindt zich al een paar jaar de Pathfinder, een klein karretje. De massa van de Pathfinder is 4,7 kg. Op Mars is de zwaartekracht 2,6 keer zo klein als op aarde.
a. Hoe groot zou de zwaartekracht van de Pathfinder zijn op aarde? b. Hoe groot is de massa van de Pathfinder op Mars?
c. Bereken de zwaartekracht die op de Pathfinder werkt op Mars.
d. Helaas rijdt het karretje over een rand en valt. Hoe groot is het gewicht van het karretje tijdens de val?
2. Een boot wordt getrokken door 2 sleepboten die niet even sterk zijn. Boot A trekt met 80 kN en boot B met 50 kN. De richtingen zijn op het antwoordblad aangegeven.
a. Kies zelf een geschikte schaal (zet deze erbij) en teken op het antwoordblad duidelijk de pijl die de resultante van beide sleepkrachten aangeeft.
b. Bepaal met behulp van de schaal de grootte van de resultante.
3. Bepaal op het antwoordblad de resultante van de getekende krachten. Laat met hulplijnen zien hoe je het hebt gedaan.
4. Een eenvoudige babyweegschaal bestaat uit een veer met daaraan een soort mandje waar de baby in wordt gelegd. Een baby van 3250 gram geeft een uitrekking van 21,8 cm.
Bereken de veerconstante in 3 cijfers.
5. Twee veren worden in serie opgehangen: de ene heeft een veerconstante van 6 N/m en de onderste een veerconstante van 3 N/m. De massa van de veren zelf is heel klein en heeft geen invloed.
a. Hoe ver rekt de combinatie uit als je er 1,0 N aan hangt? Laat zien hoe je aan je antwoord komt.
b. Bereken de veerconstante van deze combinatie van twee veren.
6. Teken op het antwoordblad het massazwaartepunt van de wijnfles. De wijnfles is in evenwicht in een wijnhouder die alleen bestaat uit een plankje met een gat.
