BEDIENUNGSANWEISUNG
mit Montageanweisungen
Instructions for use and installation instructions Instructions d’utilisation et avis de montage Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding Istruzioni di uso e di montaggio
Instrucciones de uso y de montaje Instruções de uso e de montagem
Ðtv³wuÒ xvÒvÒ ÊËw Ò´ÎËxÑÐÌгvÒvÒ
EKE 605.2F / 905.2F
1
Garantie
Voor het aangeschafte apparaat gelden de garantiebepalingen welke door de vertegenwoordiging van de moederorganisafie in het land van aankoop zijn uit- gegeven. Eventuele bijzonderheden hiervoor zal de leverancier, waarbij het ap- paraat is gekocht, desgevraagd verschaffen. Om aanspraak te kunnen maken op eventuele garantie is het overleggen van de rekening in ieder geval vereisf.
Ter informatie
Lees zorgvuldig de informatie in deze handleiding. Hier vindt u belangrijke richtlijnen voor de veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van het toestel.
Het toestel mag uitsluitend gebruikt worden voor de bereiding van levensmid- delen in het huishouden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig.
Waarheen met
de verpakking?
De transportverpakking bestaat uit de volgende stoffen: Golfkarton, karton, piepschuim (zonder CFK), polyethyleenfolie.
Geef dit materiaal niet met de vuilnisophaling mee, maar informeer waar in uw gemeente het dichtstbijgelegen recyclagecentrum is.
met een eventueel oud toestel?
Oude toestel bevatten heel veel bruikbare grondstoffen. Breng uw oud toestel daarom niet naar de vuilnisbelt, maar informeer in uw gemeente naar recycla- gemogelijkheden.
Inhoud
Een overzicht van uw toestel . . . 31 Veiligheidsrichtlijnen . . . 32
voor aansluiting en werking voor het kookvlak
Vóór het eerste gebruik . . . 32 Gebruik van de kookzones . . . 32
Kookveld inschakelen De kookstanden De opkookautomaat
De warmte-indicatoren van de kookzones Kookzones met meerdere kringen Gebruik van een braadslede (EKE 905.2F) Enkele tips voor de juiste pannen De sneluitschakeling
De kinderveiligheid (sensorvergrendeling) De gebruikstijdbegrenzing (vakantieschakeling) Andere functies
Hulp bij storingen . . . 35 Reiniging en onderhoud . . . 36 Montagevoorschriften . . . 36
Opmerking
Opmerkingen m.b.t. de inbouw
Montage van het vitrokeramisch kookveld Elektrische aansluiting
Een overzicht van uw toestel
EKE 905.2F
1 Kookzone met drie kringen 2 Sensortoetsen voor kookstanden 3 Uit-senso r
4 Sensor-standby-schakelaar
5 Kinderveiligheid (sensorvergrendeling) 6 Braadpanzone
Abbildung: EKE 605.2F
Veiligheidsrichtlijnen
voor aansluiting en werking
■ Aansluiting aan het net, onderhoud en hertelling van de toestellen mogen uitsluitend door een geautoriseerd vakman en volgens de geldende veilig- heidsmaatregelen uitgevoerd worden. Ondeskundig uitgevoerde werkzaam- heden vormen een risico voor uw veiligheid.
■ De oppervlakken van verwarmings- en kookzones worden bij het gebruik heet. Daarom steeds opletten: kleine kinderen altijd uit de buurt houden.
voor het kookvlak
■ Oververhitte vetstof en olie kunnen spontaan ontbranden. Daarom o.a. bij het frituren steeds in de buurt blijven. Brandend vet en olie nooit met water blussen! Het deksel op de pan leggen, de kookzone uitschakelen en de pan van de hete kookzone schuiven.
■ Bij scheurtjes, barsten in het vitrokeramisch kookvlak of wanneer het ge- broken is het toestel onmiddellijk uitschakelen. Onmiddellijk de zekering uit- schakelen en de klantenservice contacteren.
■ Wanneer het kookveld door een defect in de sensorregeling niet meer kan worden uitgeschakeld, onmiddellijk de zekering uitschakelen en de klanten- service contacteren.
■ Opgelet bij het werken met losse toestellen. De aansluitkabels mogen niet met de warme kookzones in contact komen.
■ Het vitrokeramisch kookvlak mag niet als aanrecht gebruikt worden.
■ Geen brandbare of ontvlambare voorwerpen op het kookvlak leggen die een gevaar kunnen vormen wanneer het kookvlak per ongeluk wordt ingescha- keld.
■ Leg geen brandbare of ontvlambare voorwerpen op de kookplaat, die bij on- bedoeld inschakelen gevaar kunnen opleveren.
■ De kookzones niet in gebruik nemen zonder of met een lege pan. Het toestel nooit gebruiken om de kamer te verwarmen! Dat is een niet toegelaten ge- bruik van het toestel.
■ Geen aluminiumfolie of plastic op de kookzones leggen. Alles wat kan smel- ten uit de buurt van de warme kookzone houden, bijv. plastic, folie en vooral suiker en gerechten die veel suiker bevatten. Suiker onmiddellijk met de speciale reinigingsschraper van het kookvlak verwijderen om beschadigin- gen te vermijden.
■ Herhaaldelijk vastbranden van verontreinigingen en overkoken vermijden.
■ Kalkafzetting beschadigt de kookzone.
■ Wanneer in de woning huisdieren zijn die aan het kookvlak kunnen, moet de kinderveiligheid worden geactiveerd.
Vóór het eerste gebruik
Losse onderdelen en verpakking verwijderen. Vooraleer u de eerste keer ge- rechten bereidt, het vitrokeramisch kookvlak met een vochtige doek en een scheutje afwasmiddel schoonmaken.
Het kookveld is bestand tegen temperatuurschokken (tegen koude en warmte) en ook zeer resistent.
■ Vermijd dat harde voorwerpen op het kookveld vallen. Door puntvormige slagbelastingen kan het kookveld breken.
■ Volg de richtlijnen voor schoonmaak en onderhoud. Hou vooral de sen- sortoetsen schoon; verontreinigingen kunnen immers door het toestel even- tueel als vingercontact herkend worden. Nooit voorwerpen (pannen, vaatdoeken, enz.) op de sensortoetsen leggen! Wanneer pannen tot over de sensortoetsen overkoken, is het aanbevolen de nooduitschakeling te gebrui- ken.
■ Bij het inschakelen van de kookzones kan het voorkomen dat u heel even het zoemen van de verwarming hoort. Dat heeft een technische oorzaak en heeft geen invloed op de kwaliteit en de werking.
■ Hete potten en pannen mogen de begrenzingslijn van de sensortoetsen niet overschrijden. In dat geval wordt het toestel automatisch uitgeschakeld.
Gebruik van de kookzones
Hou steeds rekening met de veiligheidsrichtlijnen!
Na de eerste aansluiting en na een stroomuitval verschijnt even „CAL” in de LED-displays. Vervolgens worden bewegende cirkelsegmenten aangetoond.
Dat betekent dat de sensoren een ingebouwde controle uitvoeren en tegelijk de gevoeligheid van de toetsen opnieuw wordt ingesteld.
Deze aanwijzing bevestigt u door de Uit-sensor aan te raken. Indien geen voor- werpen op de sensoren liggen, worden deze symbolen onmiddellijk uitgescha- keld. Anders de voorwerpen verwijderen, ev. de verlichting uitschakelen en de kookplaat nog eens van het net nemen (zekering.)
Belangrijk:
Bij het automatisch instellen van de sensorgevoeligheid mogen geen voorwer- pen op de sensoren liggen. Extreme lichtinstraling op de toetsen zoals direct zonlicht of krachtige halogeenverlichting moet worden vermeden.
Kookveld inschakelen
Ca. 2 seconden op de sensor- standby-schakelaar drukken. De LED-aanwijzng boven de sensor gaat branden en het toestel is klaar voor gebruik (standby-modus).
De kookstanden
Er zijn 9 kookstanden..
De gewenste kookstand kan met de plus- of min-sensor gekozen worden.
De stand wordt in de aanwijzing aangetoond.
De „0” stand is na het uitschakelen ca. 2 seconden zichtbaar.
Wanneer u op de plus-sensor drukt, start de kookzone op stand 5, zonder extra aankook- warmte.
Wanneer u op de min-sensor drukt, start de kookzone op stand 9.
Daarbij wordt automatisch de op- kookautomaat ingeschakeld.
Kookzone weer uitschakelen:
De opkookautomaat
Alle kookzones zijn voorzien van een opkookautomaat. Het aan de kook bren- gen gebeurt op volle kracht. De opkookduur is afhankelijk van de ingestelde kookstand. Na afloop van de opkookduur schakelt de kookzone automatisch over naar de gewenste stand.
Wanneer de gewenste kookstand met de min-sensor gekozen wordt, wordt de opkookautomaat automa- tisch ingeschakeld.
Zolang de opkookautomaat geacti- veerd is, knippert in de aanwijzing afwisselend een „A” en de gewen- ste kookstand.
Wanneer de gewenste kookstand met de plus-sensor gekozen wordt, moet u na stand 9 nog eens op de plus-sensor drukken.
Dan stelt u de gewenste kookstand in.
In de aanwijzing knipperen afwis- selend het symbool „A” en de in- gestelde kookstand.
De warmte-indicatoren van de kookzones
Zolang de kookzone nog warm is, verschijnt na het uitschakelen van de kookzone een „H” in het dis- play.
Kookstand Geschikt om
1-3 op te warmen,
te ontdooien
4-5 te stomen,
te koken
6-8 te braden,
te frituren
9 grote hoeveelheden warm te maken
of
en
2 X
Kookzones met meerdere kringen
Standaard wordt de kleinste diameter van de kookzone verwarmd.
Voor grote pannen of braadsleden kunt u ook de buitenste kring van de kook- zone inschakelen.
Zone met dubbele kring en braadpanzone
Op het kookzonesymbool naast de plus-/
min-sensoren drukken. De inschakeling van de tweede kring wordt aangetoond door een punt onderaan rechts in de aan- wijzing van de kookstand.
Wanneer u opnieuw op het kookzonesym- bool drukt, wordt de buitenste kring of de braadpanzone weer uitgeschakeld.
Kookzones met drie kringen
Het kookzonesymbool naast de plus-/min- sensoren aanraken. De activering van de middelste kookzone wordt door een knip- perende punt rechts onder in de weergave van de kookstand aangetoond.
Het kookzonesymbool opnieuw aanraken.
De activering van de buitenste kookzone wordt door een punt rechts onder in de weergave van de kookstand aangetoond.
Als u het kookzonesymbool opnieuw aan- raakt, worden beide buitenste kookzones tezamen uitgeschakeld.
Gebruik van een braadslede (EKE 905.2F)
Om een braadslede te verwarmen kunnen de beide, dicht naast elkaar liggen- de kleine kookzones worden gebruikt.
De temperatuurregeling gebeurt d.m.v. de kookstandregeling voor beide kook- zones.
Enkele tips voor de juiste pannen
Gebruik uitsluitend pannen met een vlakke en gladde bodem.
Bij gewelfde panbodems duurt het aan de kook brengen aanzienlijk langer en wordt veel meer energie verbruikt. Ruwe panbodems maken bij het verschui- ven krassen op het vitrokeramisch kookvlak. Let bij vaatwerk van vuurvast glas of porcelein steeds op de richtlijnen van de fabrikant.
Kies een pandiameter die op de kookzone past.
Plaats indien mogelijk steeds een deksel op de pan.
U spaart veel energie wanneer u in een gesloten pan kookt. Vloeistoffen en gerechten koken alleen over als de temperatuur te hoog is. De temperatuur van de kookzones kunt u nauwkeurig instellen. Met een beetje oefening is het gemakkelijk de juiste kookstand te kiezen zodat ook met het deksel op de pan niets meer overkookt.
De sneluitschakeling
Met de Uit-sensor kunnen alle ko- okzones snel worden uitgescha- keld.
De kinderveiligheid (sensorvergrendeling)
Met de sensorvergrendeling kan het toestel tegen onbevoegd gebruik geblok- keerd worden. Hiervoor moet het kookveld ingeschakeld zijn.
De kinderveiligheid activeren:
Op de vergrendellingssensor druk- ken (2 seconden).
Dan kunt u echter alleen nog de kookstand verhogen of verlagen.
De vergrendeling wordt door 3 knipperende controlelampjes aangetoond.
Opgelet: Door het uitschakelen van het kookveld wordt de vergrendeling niet opgeheven!
De kinderveiligheid desactiveren:
Gelijktijdig, na max. 3 Sek.
De gebruikstijdbegrenzing (vakantieschakeling)
Het toestel is voorzien van een automatische gebruikstijdbegrenzing. Die ver- hindert dat het toestel ongewild langere tijd in gebruik is.
De tijd van de bedrijfsduurbegrenzing is afhankelijk van de ingestelde kook- stand, d.w.z.:
hoe hoger de ingestelde kookstand, des te sneller wordt het toestel uitgescha- keld.
De bedrijfsduurbegrenzing functioneert voor elke kookzone afzonderlijk.
Andere functies
■ Wanneer twee of meer sensoren tegelijk geactiveerd worden – bijv. doordat per ongeluk een pan op de sensoren staat – wordt niet geschakeld. Na 10 seconden wordt een waarschuwingssignaal gegeven, na 20 seconden wordt de volledige elektronica uitgeschakeld.
Uitzonderingen:
– Opheffen van de Kinderveiligheid – Uitschakelen van kookzones
■ Wanneer een sensor na het bereiken van de hoogste stand opnieuw geac- tiveerd wordt, klinkt na 10 seconden een signaal. Na 20 seconden wordt de volledige elektronica uitgeschakeld.
■ Na een stroomuitval, wordt het toestel niet automatisch weer in gebruik ge- nomen.
Een vóór de stroomuitval geactiveerde kinderveiligheid is niet meer actief.
■ Bij oververhitting van de elektronica wordt de kookplaat automatisch uitge- schakeld. Alle 4 LED-verklikkers knipperen en er klinkt een cyclisch signaal.
Hulp bij storingen
oestel vóór reparaties steeds van het net nemen!
Controleer eerst of het niet om een bedieningsfout gaat. Een aantal storingen kunt u zelf verhelpen.
Belangrijke opmerking:
Herstellingen mogen uitsluitend door een erkend vakman uitgevoerd worden!
Herstellingen tijdens de garantieperiode zijn niet gratis wanneer het defect aan een bedieningsfout te wijten is of wanneer u de richtlijnen bij storingen niet nageleefd hebt. Vermeld bij contact met de klantenservice en bij het bestellen van reservedelen de gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de onderkant van het kookveld. Het is bovendien op de titelpagina van de meegeleverde gebruiksaanwijzing geplakt.
Kookstand Uitschakelen na
9 8 7 6
2 uur
5 3 uur
4 4 uur
3
2 5 uur
1 10 uur
Storing Oorzaak Oplossing
Omcirkelde symbool- strepen in alle 4 LED-displays.
geen storing; nor- male mededeling na stroomonderbrekin- gen.
Als er geen voorwerpen op de sensoren lagen, door aanraken van de „uit”-sensor verlaten.
Horizontaal, van boven naar onder lopende strepen in de displays.
Elektronisch onder- deel defect.
Zekering uitschakelen, klantenservice contacteren.
Kookveld kan niet worden uitgescha- keld.
Elektronisch onder- deel defect.
Zekering uitschakelen, klantenservice contacteren.
LED-verklikker voor de kookstand resp.
restwarmteverklik- ker brandt niet of slechts gedeeltelijk.
LED-verklikker defect.
Klantenservice contacteren.
Gevaar van verbranding omdat geen waarschuwing voor de temperatuur gegarandeerd is.
Het kookvlak warmt niet op.
Huishoudzekering defect.
Zekering controleren of vervan- gen.
Kinderveiligheid niet ontgrendeld.
Kinderveiligheid ontgrendelen.
Kookzone defect. Klantenservice contacteren.
Binnenste kring van een zone met dubbele kring defect.
De functionerende buitenste kring in geen geval blijven gebruiken. Onmiddellijk de klan- tenservice contacteren.
Enkele / alle senso- ren reageren niet meer op aanraking.
Plotslinge verande- ring van de warmte- instraling.
Entfernen der Wärmequelle.
Korte onderbreking van het kookvlak van de voedingsbron (via de zekering).
Reiniging en onderhoud
[
De vitrokeramische kookplaat mag in geen geval met een stoomreini- gingsapparaat of dergelijke worden schoongemaakt!■ Geen schurende reinigingsmiddelen gebruiken!
Meestal is het voldoende het kook- veld na elk gebruik met een vochtige doek en een scheutje afwasmiddel te reinigen. Daarna droogwrijven.
■ Aangebakken en overgekookte etensresten weekt u best eerst in met een natte doek. Dan met de glasschraper verwijderen. Suiker en gesmolten plastic onmiddellijk verwij- deren zolang het kookveld nog warm is.
■ Maak het vitrokeramisch kookveld na elk gebruik schoon. Hou vooral de sensortoetsen steeds schoon. Verontreinigingen kunnen door het toestel im- mers als vingercontact herkend worden. Verontreinigingen onmiddellijk ver- wijderen. Nooit voorwerpen (pannen, vaatdoeken, enz.) op de sensortoetsen leggen! Wanneer pannen tot over de sensortoetsen overkoken, raden we aan de noodschakelaar te gebruiken.
■ Behandel het vitrokeramisch kookveld één keer in de week met een speciaal onderhoudsprodukt. Het onderhoudsprodukt vormt een beschermingslaag.
Bovendien wordt ook de dagelijkse reiniging vergemakkelijkt. Lees steeds de richtlijnen van de producent op de verpakking van reinigings- en onder- houdsprodukten. Ook hardnekkige vlekken kunt u met een onderhoudspro- dukt behandelen. Daarna altijd met voldoende water spoelen en met een doek droogwrijven.
Montagevoorschriften
Opmerking
KÜPPERSBUSCH-inbouwkookvelden kunnen en mogen uitsluitend met KÜP- PERSBUSCH-inbouwovens met apparatenkoeling gecombineerd worden. Bij het gebruik van andere merken vervalt elke verantwoordelijkheid van KÜP- PERSBUSCH. De toegekende keurmerken worden ongeldig wanneer dit voorschrift niet nageleefd wordt!
Opmerkingen m.b.t. de inbouw
■ De dikte van het aanrechtblad moet 40 mm bedragen. Het moet in elk geval volledig horizontaal liggen en zuiver uitgezaagd worden!
■ De afstanden van de opening voor de kookplaat voor, achter en opzij aan de muur zijn in de maattekening aangegeven en moeten strikt nageleefd worden. Wanneer de minimumafstanden gerespecteerd worden kunnen op het aanrechtblad achter de kookzones muurlijsten van massief hout gebruikt worden. De zijdelingse afstand tot hoge kasten moet om technische rede- nen minstens 300 mm bedragen.
■ Onder het uitgezaagde gedeelte van het aanrechtblad mogen geen dwars- lijsten liggen. Ze moeten minstens tot het uitgezaagde gedeelte in het aan- rechtblad afgezaagd worden.
■ Bij de inbouwmeubels moet de laag kunststof resp. het fineer met een hittebestendi- ge lijm (100 °C) aange- bracht zijn.
■ Boven het kookveld aange- brachte dampkappen en wandkasten moeten een mi- nimumafstand van 650 mm tot het kookveld hebben.
We raden aan het snijvlak van de uitgezaagde gedeelten voor inbouwgootste- nen en kookplaten met een waterbestendige beschermende verf te verzegelen.
Na elke eventuele demontage moet de inbouwdichting vernieuwd worden.
Bij aanrechtbladen waarop keramische tegels liggen is een extra afdichting met duurzaam elastisch afdichtingsmateriaal noodzakelijk. Dit afdichtingsma- teriaal vindt u als wisselstuk Nr. 53 55 69 bij KÜPPERSBUSCH.
– De oppervlakken volgens de aanwijzingen op de cartouches schoonmaken. Af- dichtingsmateriaal als een worst aanbrengen en de kookplaat erop drukken.
– Uitpuilend afdichtingsmateriaal afsnijden en het afdichtingvlak onmiddellijk met water schoonmaken.
Montage van het vitrokeramisch kookveld
■ Het kookveld steeds aan de zijkant en niet aan de voorkant opheffen.
■ Wees voorzichtig bij de montage van het vitrokeramisch kookveld!
Geen hoekige en puntige gereedschappen (schroevedraaier enz.) op de gla- zen plaat leggen of erop laten vallen!
■ Het vitrokeramisch kookveld moet absoluut vlak en gelijk liggen. Spanningen kunnen oorzaak zijn dat de glazen plaat breekt.
– Eerst het aanrechtblad nauwkeurig uitzagen.
– Montagestrip volgens de afbeeldingen monteren.
– Meegeleverde pakking van de kookplaat opplakken en controleren of ze cor- rect zit en volledig afsluit.
Bij oneffen aanrechtbladen (tegels enz.) de meegeleverde pakking niet ge- bruiken. In plaats daarvan temperatuurbestendige afdichtingsmassa aan- brengen.
– De kookplaat in de uitsparing van het aanrechtblad leggen en justeren.
– Kookplaat langs onder aan de montagestrip vastschroeven.
Minimumafstand tot naburige wanden
Uitfreesmaat
Buitenafmetingen kookplaat
Elektrische aansluiting
■ De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een erkend installa- teur uitgevoerd worden!
■ De wettelijke voorschriften en de aansluitvoorschriften van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij moeten strikt worden nageleefd.
■ Bij het aansluiten van het apparaat moet een installatie worden voorzien waarmee het apparaat met een contactopeningswijdte van tenminste 3 mm met alle polen van het net kan worden genomen. Geschikte scheidingsin- stallaties zijn lijnbeveiligingsschakelaars, zekeringen en veiligheidsschakela- ars.
■ Bij aansluiting en reparatie moet het toestel met één van deze zekeringen spanningsvrij gemaakt worden.
■ Na het inbouwen moet het elektrisch gedeelte van de kookplaat volledig te- gen aanraking beschermd zijn.
■ De aardingsleider moet zo lang zijn dat deze bij het falen van de trekontla- sting pas na de onder stroom staande aders van de aansluitkabel met trek- kracht belast wordt.
■ De resterende kabellengte moet buiten de inbouwzone onder het toestel ge- legd worden.
De elektronische kookplaat is bij levering van een temperatuurbestendige lei- ding met aansluitkast voor een fornuisaansluitkabel voorzien.
De aansluitkast wordt op de keukenmuur achter het inbouwmeubel gemon- teerd. Wanneer zich onder de kookplaat geen inbouwoven bevindt, kan de aansluitkast ook op het meubel onder de kookplaat worden gemonteerd.
■ Bij de montage van de aansluitkast moet, zoals in de tekening is aangege- ven, een minimumafstand van 300 mm t.o.v. de bodem worden gerespec- teerd.
■ De aansluitkast mag niet met hete onderdelen van het apparaat in contact komen.
■ De aansluitkast mag niet als spanningsverdeler voor andere apparaten wor- den gebruikt.
■ De aansluiting aan het net wordt volgens het aansluitschema op de aans- luitkast uitgevoerd. De aansluiting mag alleen in de aansluitingskast gebeu- ren.
■ De aansluitingskast mag niet verwijderd worden.
■ De aangebouwde aansluitleiding moet in geval van beschadiging door de KÜPPERSBUSCH-klantenservice worden vervangen.
■ De groen-gele aardgeleider moet langer zijn dan de andere geleiders.
Aansluitschema
[
Bij de montage van de aansluitkast moet, zoals in de tekening is aangegeven, een minimumafstand van 300 mm t.o.v. de bodem worden gerespecteerd.
Elektrische aansluiting Vaste aansluiting d.m.v. een aansluitdoos voor een fornuis.
Aansluitschema voor de verschillende nettypes is aan de onderkant van het toestel afgebeeld
Aansluitwaarden Vaste aansluiting 400 V 3 N ~ 50 Hz (AC 230 V in Verenigd Koninkrijk)
Spanning van het verwarmingselement: 230 V Volledig aangesloten vermogen
EKE 605.2F 6,7 kW EKE 905.2F 9,2 kW
400 V 3 N ~ zekeringsstroom 16 A 400 V 2 N ~ zekeringsstroom 20 A 230 V 1 N ~ zekeringsstroom 25 A 230 V 3 ~ zekeringsstroom 16 A Aansluitkabel H 05 RR-F of H 07 RN-F gebruiken.
Kabellengte naar behoefte.
Bodem
Eenfase-aansluiting 230 V fase tegen nul
Driefasenaansluiting 400 V net met 230 V tegen nul
Draaistroomnet 230 V met 230 V fase tegen fase
Kabel naar kookplaat
Toevoer van fomuisaansluitdoos
De kleuren van de aders kunnen verschillen. Bepalend is het aans- luitschema en het klemmennummer.
