• No results found

Passende Financiële Verhoudingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Passende Financiële Verhoudingen"

Copied!
60
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Passende Financiële Verhoudingen

REGIOBIJEENKOMST

15 maart 2019 Maastricht

(2)

Introductie

Wat is de bedoeling van vandaag

Wat verwachten jullie

Wat willen jullie zeker weten

Wanneer is bijeenkomst geslaagd

Welke associatie roept het gemeentefonds bij jullie op ?

(3)

Gemeentefonds nader bekeken

(4)

Heroverweging financiële verhoudingen

• Brede scope (4 sporen)

1. Gemeentefonds 2. Provinciefonds 3. Uitkeringsstelsel

4. Kennis- en informatie

4

(5)

Spoor 4: Kennis en informatie

Halen en brengen van kennis en informatie

• Voorjaar 2019: Regiobijeenkomsten voor ambtenaren

• Najaar 2019: Bijeenkomsten voor bestuurders

• Begin 2020: Informatie over nieuwe verdeling Nauwe samenwerking BZK / VNG

5

(6)

2019

2020

2021

Publicatie in meicirculaire 2020

Invoering

Centrumfunctie, OEM, Vrijheidsgraden in taken,

Belastingcapaciteit

Overig gemeentefonds excl SD (Oges)

Aanpassing verdeelmodel o.b.v.

regressieanalyse op gemeentelijke uitgaven

Evaluatie verdeelmodellen Sociaal Domein

Publicatie in meicirculaire 2020

Invoering

Kwalitatief onderzoek, Methodiek verdeelonderzoek

Aanpassing verdeelmodel o.b.v.

regressieanalyse op gemeentelijke uitgaven

Perceel I Perceel II

(Aanpassing woonplaatsbeginsel Jeugd)

Toerekening overhead

Volumeverdeling

Eigen inkomsten

Gebruik maatstaven

Mutatie reserves

(7)

Waar gaat het over binnen het SD?

• Evaluatie verdeelmodellen sociaal domein

Waar gaat het over?

Hoe ziet het traject er uit?

Waarom een herziening?

Wie zijn betrokken?

• Onderzoeksmethode

• Het verdeelonderzoek

(8)

Discussie over het macrobudget

“Onderzoek jeugd” in drie delen:

I. Analyse van de volumeontwikkeling, die zichtbaar is in de beleidsinformatie Jeugd;

II. Nadere analyse van de aanvragen in het Fonds Tekortgemeenten;

III. Benchmarkanalyse van de uitvoering van de Jeugdwet, in de context van het sociaal domein.

• Lobby richting voorjaarsnota

(9)
(10)

Waarom evaluatie van de verdeelmodellen?

In 2015:

• Precies dezelfde systematiek als bij de algemene uitkering

• Cijfers gebaseerd op 2012 en 2013

• Cijfers gebaseerd op situaties die nu niet meer bestaan

• Veel aannames, veel discrepanties

Conclusie: verdeling IUSD was niet goed

(11)

AEF, april 2018; “Zoeken naar Balans”

• De verdeelmodellen bevatten geen

expliciete beleidsmatige veronderstellingen

• De verdeelmodellen zijn niet toegerust voor aanstaande beleidswijzigingen

• Niet-uitlegbare verdeelmaatstaven (medicijngebruik, Wajong, gemiddeld inkomen)

(12)

Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen (BOFv) Stuurgroep

oud gemeentefonds excl. Sociaal Domein

Perceel I: oGeS Perceel II: EVSD

Begeleidingscommissie Participatie/ Inkomen Begeleidingscommissie

Educatie/ Cultuur/OOV/

Bestuur en AO Begeleidingscommissie

Fysiek/ Eigen middelen

Begeleidingscommissie Jeugd/ wmo

Stuurgroep

Evaluatie Verdeelmodellen Sociaal Domein

BZK: Organisatie verdeelonderzoeken

(13)

Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (BOFv) VNG-commissies

(incl. kopgroep) VNG- Expertgroep Klankbordgroep

“heroverweging financiële verhoudingen”

Klankbordgroep

“herziening sociaal domein”

VNG: bestuurlijke begeleiding

VNG: ambtelijke begeleiding

VNG-bestuur VNG-programma

(14)

Evaluatie verdeelmodellen sociaal domein

Wanneer? Wat?

Voorjaar 2018 Kwalitatief onderzoek naar discrepanties (AEF) September – november 2018 Onderzoek naar onderzoeksmethoden (SEO) Januari 2019 Vaststellen onderzoeksmethode

t/m maart 2019 Voorbereiden kwantitatief onderzoek (offerteaanvraag, aanbesteden, beoordelen offertes en bezwaarperiode) Eind maart 2019 Start kwantitatief onderzoek

Voorjaar 2019 Bestuurlijke keuzes (over specifieke aandachtspunten) Januari 2020 Afronding kwantitatief onderzoek

Januari – maart 2020 Advisering door VNG en ROB

Begin mei 2020 Besluitvorming aanpassing verdeling in BOFv (incl. ingroeipad) Mei 2020 Bekendmaking nieuwe verdeling in meicirculaire

Januari 2021 Invoering nieuwe verdeelmodellen sociaal domein

(15)

Selectie onderzoeksmethoden

SEO komt tot 5 onderscheidende technieken:

1.Historische verdeling 2.Tarief per klantprofiel

3.Verschillenanalyse (huidige methode)

4.Regressie op basis van gemeentelijke uitgaven 5.Regressie op basis van individueel gebruik

(16)

Uitgangspunten huidige verdeling GF

Verdeling is kosten georiënteerd

(17)

Hoe bepaal je gelijke voorzieningenniveaus?

Verschillenanalyse als oplossing voor kip ei probleem

(18)
(19)

Verdeelformule cluster Educatie:

(20)

Regressieanalyse op gemeentelijke uitgaven

Bron: SEO

(21)

Hoe dan?

VNG-advies:

• Starten met regressieanalyse op gemeentelijke uitgaven

• Géén uitspraak over andere methodiek in de toekomst Aandachtspunten:

• Korte tijdspad

• Mogelijk aparte oplossing voor “uitschieters”

(22)

ROB: Botsende uitgangspunten

• Grote beleidsvrijheid (theorie) vs. acceptatie van verschillen (werkelijk)

• Doel van de transformatie vs. het honoreren van moeilijk beïnvloedbare kosten

• Intergemeentelijke solidariteit vs. verantwoordelijkheid van het Rijk

• Afhankelijkheid van ketenpartners honoreren?

• Omgang met woonplaatsbeginsel jeugd?

• Rekening houden met regionale verschillen?

(23)

Specifieke aandachtspunten EVSD

1. Clusterindeling

2. Beschermd wonen en maatschappelijke opvang 3. Invoering woonplaatsbeginsel jeugd

4. DU vrouwenopvang 5. Omgang met wijkteams 6. Transformatie

(24)

Aandachtspunt: indeling sociaal domein

Indeling escalatie ladder IV3 Taakvelden Saldo lasten - baten per taakveld in mln.

Geëscaleerde zorg 6.82 Geëscaleerde zorg 18- 532,37 6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 2.055,03 Maatwerkvoorzieningen 6.6 Maatwerkvoorzieningen 578,80 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 2.836,09 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 2.602,33 Inkomensvoorzieningen 6.3 Inkomensregelingen 1.813,44 6.4 Begeleide participatie 2.289,47 6.5 Arbeidsparticippatie, toeleiding werk 812,81 Algemene voorzieningen 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 1.886,65

6.2 Wijkteams 888,76

7.1 Volksgezondheid 674,15

(25)

Verdere aandachtspunten en eisen

• Wijze van toepassing regressieanalyse

• Uitlegbaarheid

• Harmonisatie maatstaven

• Bruto en netto lasten

• Wettelijke eisen aan de verdeling

• Gevoeligheidsanalyse en validatie

• Terugvaloptie

(26)

Beoordelingskader

In ieder geval:

• Voldoet het aan de Financiële Verhoudingswet?

• Ondersteunt het de transformatie?

• Oplossing voor de knelpunten AEF?

• Uitlegbaarheid?

• Vereenvoudiging?

• Juiste maatstaven?

Is dit voldoende?

(27)

Pauze

(28)

Oud gemeentefonds excl. Sociaal Domein

Aanleiding

Verdeelmaatstaven

Aandachtspunten OGES:

Eenvoudiger en globaler

Inkomstenverevening

Centrumfunctie maatstaven

Beleidsvrijheid

Samenhang twee trajecten

(29)
(30)
(31)

Beek

Beekdaelen

Brunssum

Eijsden-Margraten

Gulpen-Wittem

Heerlen

Kerkrade

Landgraaf

Maastricht

Meerssen

Simpelveld

Stein

Vaals

Valkenburg

Voerendaal

Wie kent de regio het best ?

(32)

• AU/inw IUSD/inw

Heerlen 1062 1312

Kerkrade 971 993

Maastricht 941 785

Brunssum 895 865

Vaals 873 521

Landgraaf 836 762

Valkenburg 791 497

Gulpen-Wittem 781 445

Simpelveld 725 651

Stein 723 495

Beekdaelen 720 550

Beek 704 448

Meerssen 700 422

Voerendaal 687 445

Eijsden-Margraten 647 359

(33)

• Focus Oud gemeentefonds ex Sociaal Domein

• Doel: eenvoudiger en globalere verdeling die aansluit bij gemeentelijke taken

4 Aandachtspunten:

Eenvoudiger en globaler

Beleidsvrijheid

Inkomstenverevening

Centrumfunctie

(34)

Uitgavenverevening en beleidsvrijheid.

Minder clusters, minder maatstaven Wellicht andere clusterindeling

(35)

Voorbeeld: maatstaven: WMO 2007

(36)

Bij “huishoudens met laag inkomen” is de rekenprocedure aldus:

• Met neemt het aantal huishoudens met laag inkomen

• Daarvan trekt men af 10% van het aantal woonruimten

• Dat getal deelt men door alle woonruimten, dat levert een percentage op.

• Dan neemt men het aantal particuliere huishoudens in de 3 leeftijdsklassen

• Tot slot vermenigvuldigt men elk van die 3 aantallen door het hiervoor bepaalde %.

Uitlegbaarheid maatstaven, :

(37)

Bij “huishoudens met lager dan gemiddeld gestandaardiseerd inkomen” is de rekenprocedure aldus:

Men neemt het landelijk gemiddelde inkomen

Dat deelt men door het gemeentelijk gestandaardiseerd inkomen en vermenigvuldigt dit met 100%. Dat geeft een percentage dat

schommelt rond 100%. Heeft de gemeente in kwestie een laag

gestandaardiseerd inkomen, dan is het percentage hoger dan 100%;

en omgekeerd.

Van dat percentage trekt men een drempel af van 55%; dat is in het voordeel van ‘arme gemeenten’; na aftrek van die 55% is hun

(resterende) percentage relatief (nog) hoger dan van ‘rijke gemeenten’.

Dan neemt men het aantal particuliere huishoudens in de 3 leeftijdsklassen

Tot slot vermenigvuldigt men elk van die 3 aantallen door het hiervoor bepaalde %.

(38)

Belangrijkste verdeelmaatstaven

Bijstandsontvangers Huishoudens

Huishoudens laag inkomen Inwoners

Jongeren

Leerlingen Voortgezet onderwijs Lokaal klantenpotentieel

Minderheden

Omgevingsadressendichtheid Oppervlakte bebouwd kernen Ouderen

Regionaal klantenpotentieel Woonruimten

Woonruimten x bodemfactor

(39)

Quiz:

Noem de 10 verdeelmaatstaven die het grootste bedrag verdelen ?

(40)

Maatstaven percentage cumulatief

1.Inwoners 21,0

2.Omgevingsadressendichtheid 9,0 30,0

3.Jongeren 7,35 37,35

4.Bijstandsontvangers 7,25 44,60

5.Huishoudens 5,83 50,43

6.Huishoudens laag inkomen 5,83 56,26

7.Lokaal klantenpotentieel 5,36 61,62

8.Minderheden 3,73 65,35

9.Woonruimten 3,65 69,00

10.Woonruimten x bodemfactor 3,56 72,56

11. Regionaal klantenpotentieel 3,06 75,62

12. Oppervlakte bebouwd kernen 2,22 77,84

x bodemfactor kern

13. Leerlingen Voortgezet onderwijs 2,17 80,01

14. Ouderen 2,05 82,06

(41)

INKOMSTENVEREVENING

(42)

Vrij besteedbare middelen van gemeenten

• Algemene uitkering

• OZB capaciteit

• Overige eigen middelen (OEM):

Overige belastingen Winst grondexploitatie Rente

Rendement aandelenbezit (oa BNG) Erfpacht

(43)

Jeugd OOV

Werk en inkomen Bestuur en alg.

onderst.

Educatie Maatschappelijke

ondersteuning Cultuur en ontspanning Infrastructuur en gebiedsontwikkeling

€ 0,0

€ 2,0

€ 4,0

€ 6,0

€ 8,0

€ 10,0

€ 12,0

€ 14,0

€ 16,0

€ 18,0

€ 20,0

Bedrag (mld)

(44)

Jeugd OOV

Werk en inkomen Bestuur en alg.

onderst.

Educatie

Maartschappelijke ondersteuning

Cultuur en ontspanning Infrastructuur en gebiedsontwikkeling

€ 0,0

€ 2,0

€ 4,0

€ 6,0

€ 8,0

€ 10,0

€ 12,0

€ 14,0

€ 16,0

€ 18,0

€ 20,0

Algemene uitkering

Bedrag (mld)

(45)

Jeugd OOV

Werk en inkomen Bestuur en alg.

onderst.

Educatie

Maartschappelijke ondersteuning

Cultuur en ontspanning Infrastructuur en gebiedsontwikkeling

€ 0,0

€ 2,0

€ 4,0

€ 6,0

€ 8,0

€ 10,0

€ 12,0

€ 14,0

€ 16,0

€ 18,0

€ 20,0

Algemene uitkering

Ozb capaciteit Oem

Bedrag (mld)

(46)

• Algemene uitkering van gemeente is:

• Totaal uitgavenijkpunten – ijkpunt OZB – “ijkpunt” oem.

• In 2016: €18,7 mld - €2,2 mld - €0,9 mld = € 15,6 miljard

(47)

ijkpunt ozb:

80% van de WOZ waarde woningen en 70% WOZ waarde niet-woningen tegen gemiddeld rekentarief.

“ijkpunt” oem:

in 1997: -5,4% van de uitgavenijkpunten

Daarna nooit meer naar gekeken en ook geen rekening meer mee gehouden.

Heel scheve verdeling over gemeenten

(48)

Centrumfunctie

(49)

Centrumfunctie

Vergoeding voor de kosten die personen maken die niet in de gemeente woonachtig zijn

Natuurkundig theoretisch principe:

aantrekkingskracht op basis van inwoners en afstanden

2 Indicatoren:

Lokaal klantenpotentieel (20 km) Regionaal klantenpotentieel (60 km)

(50)

De drie gemeenten met het hoogste regionaal

klantenpotentieel per inwoner zijn Groningen, Eindhoven en Rotterdam. Ook hun lokaal klantenpotentieel per inwoner is hoog, ofschoon er enkele gemeenten zijn die op dat punt hoger scoren dan zij.

In de kaart zijn voor deze drie gemeenten de cirkels getekend waaruit ze hun klantenpotentieel betrekken.

Voor het lokaal klantenpotentieel zijn dat cirkels met een straal van 20 km:

Voor het regionaal klantenpotentieel zijn het cirkels met een straal van 60 km:

Naam

inwoners 2018

KP Lok /inw

KP Reg /inw Rotterdam 638.712 1,13 2,23 Eindhoven 229.126 1,17 2,29 Groningen 202.810 1,14 2,44

(51)

Leiden en Delft hebben lokale klantenpotentiëlen die wat groter dan zijn 1 per inwoner, wat ze vooral ontlenen aan hun directe buren, waarvan er in de tabel enkele zijn opgenomen.

Leiden en Delft hebben heel verschillende regionale klantenpotentiëlen. Volgens deze maatstaf heeft Leiden wel, Delft geen centrumfunctie. Uitgaande van de kenmerken van het bestaande gravitatiemodel heeft dat twee oorzaken:

1. De kleine buren van Leiden liggen dichter bij Leiden (en voor een groter deel) dan de Delfts buren bij Delft liggen.

2. Delft ligt ingeklemd tussen de veel grotere

gemeenten Den Haag en Rotterdam en raakt veel potentiële klanten aan hen kwijt. Leiden heeft ook wel ‘last’ van die twee, maar – door de grotere afstanden – veel minder.

Naam

inwoners 2018

KP Lok'18 /inw

KP Reg'18 /inw

Leiden 124.306 1,19 1,29

Leiderdorp 27.197 0,84 0,24

Oegstgeest 23.887 0,82 0,21

Delft 102.253 1,05 0,86

Pijnacker-Ntdp 53.634 0,65 0,11

Rijswijk 52.208 0,72 0,21

(52)
(53)

Inwoners lokaal regionaal lokaal/inw regionaal/inw

Delft 102253 107430 88250 1,05 0,82

Leiden 124306 147710 160260 1,18 1,29

Haarlemmermeer 147282 134420 76200 0,91 0,52

(54)

De gemeenten Heerlen en Maastricht hebben in Limburg de hoogste regionale klantenpotentiëlen per inwoner Anders dan Venlo en Sittard-Geleen hebben ze geen ‘last’

van Eindhoven.

Ook hun lokale klantenpotentiëlen per inwoner zijn hoog (alleen Roermond iets hoger.)

In de kaart zijn voor beide gemeenten de cirkels getekend waaruit ze hun klantenpotentieel betrekken.

Voor het lokaal klantenpotentieel zijn dat cirkels met een straal van 20 km:

Voor het regionaal klantenpotentieel zijn het cirkels met een straal van 60 km:

inwoners 2018

KP lok/inw

KP reg/inw

Heerlen 86.762 1,20 1,73

Maastricht 122.723 1,12 1,58

Sittard-Geleen 92.956 1,12 1,46

(55)

Heerlen en Maastricht hebben lokale klantenpotentiëlen groter dan zijn 1 per inwoner, wat ze vooral ontlenen aan hun directe buren, waarvan er in de tabel enkele zijn opgenomen.

De cirkels hiernaast beschrijven de reikwijdte van het lokaal klantenpotentieel. Die zijn ‘over de grens leeg’. Bij het regionaal klantenpotentieel is dat nog veel het geval.

Toch hebben Heerlen en Maastricht hogere regionale klantenpotentiëlen (en meestal ook lokale) dan even grote gemeenten in de randstad. De nabijheid van de grote vier heeft dus meer invloed dan een eventueel grenseffect.

Een al oude kwestie: worden grensgemeenten niet benadeeld door het

‘lege’ buitenland? Dat kan een rol spelen, maar hoe? Over de grens liggen niet alleen kleinere plaatsen, maar – binnen hemelsbrede straal van 60 km – ook Aken en Luik.

inwoners 2018

KP lok/inw

KP reg/inw

Heerlen 86.762 1,20 1,73

Simpelveld 10.561 0,76 0,15

Nuth 15.201 0,73 0,12

gemeenten als Heerlen onder 'rook van grote vier'

Amstelveen 89.870 1,00 0,63

Hilversum 89.521 1,09 1,01

Maastricht 122.723 1,12 1,58

Meerssen 19.039 0,80 0,25

Eijsden-Margraten 25.566 0,69 0,11 gemeenten als Maastricht onder 'rook van grote vier'

Zoetermeer 124.695 1,08 1,08

Leiden 124.306 1,19 1,29

(56)

• Huidige maatstaf niet gebaseerd op

- Daadwerkelijke beschikbaarheid en gebruik van voorzieningen

- Echte reisbereidheid Wat nu:

Bestaande indicator verbreden met arbeidsplaatsen en historiciteit van de binnenstad.

(57)

• Wat staat er de komende maanden te gebeuren ??

(58)

2018

2019

2020

2021

Publicatie in meicirculaire 2020

Invoering

Centrumfunctie, OEM, Vrijheidsgraden in taken,

Belastingcapaciteit, Uitkeringsstelsel

Oud gemeentefonds exclusief SD (OgeS)

Aanpassing verdeelmodel o.b.v.

regressieanalyse op gemeentelijke uitgaven

Evaluatie verdeelmodellen Sociaal Domein (EvSD)

Publicatie in meicirculaire 2020

Invoering

Kwalitatief onderzoek, Methodiek verdeelonderzoek

Aanpassing verdeelmodel o.b.v.

regressieanalyse op gemeentelijke uitgaven

Perceel I Perceel II

Aanpassing woonplaatsbeginsel Jeugd

Toerekening overhead

Volume verdeling

Eigen inkomsten

Gebruik maatstaven

Mutaties reserves

(59)

Spoor 3: Uitkeringsstelsel

(60)

Informatie

• VNG:

• https://vng.nl/herziening-financiele-verhouding

• BZK:

• https://www.financiengemeenten.nl/

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Raad is van oordeel dat hier ook artikel 2 Fvw aan de orde is, in die Datum zin dat het Rijk moet aangeven hoe de kosten van deze maatschappelijke opgave 15 november 2011

De wet stelt duidelijke grenzen: samenwerking tussen concurre- rende ondernemingen is verboden (formeel juridisch: ‘overeenkomsten tussen ondernemingen die de mededinging

Alle artikelen samen leveren de bouwstenen voor burgerinitiatieven om zich verder te ontwikkelen, en effectief en productief samen te werken met de gemeente en andere lokale

werkgevers die behoren tot de sector wegvervoer en logistiek voor rekening van derden en die behoren tot de RSZ-categorie 083 voor een periode van minstens: 42 arbeids-

3.1 Vanuit het EU Actieplan Geluidsanering onderzoeken hoe verkeersmaatregelen kunnen bijdragen aan het verminderen van de geluidhinder op aangegeven wegen.

Bij specifieke uitkeringen waarbij de minister heeft gekozen voor een verruiming van de decentrale beleidsvrijheid en voor een meerjarige verantwoording, constateren wij regelmatig

De Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie wijst desondanks iedere aansprakelijkheid af voor eventuele onjuistheden of andere tekortkomingen in de

Gassites is een verzamelnaam voor plaatsen waar vroeger gasfabrieken, gashouders en bedrijven die als nevenactiviteit gasproductie hadden, gelegen waren.. Bijna 200 jaar