• No results found

Uitwerking Modules PROFclass

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Uitwerking Modules PROFclass"

Copied!
51
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 1

Uitwerking Modules PROFclass

PROFclass© wordt ontwikkeld onder mede verantwoordelijkheid van en in afstemming met

Huisartsopleiding Nederland NHG, LHV en SBOH. Hierdoor wordt geborgd dat er een samenhangend pakket van domein-overschrijdende scholing ontwikkeld wordt.

(2)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 2 INHOUDSOPGAVE

Inleiding ... 5

De modules ... 5

Het waardebod-model ... 6

De transfer naar de praktijk ... 7

Onderwijsdagen en didactiek ... 7

Voorbereidings- en toepassingsopdrachten ... 9

MODULE 1 De praktijk centraal ... 10

Onderwijsdag 1: Fundament PROFclass ... 10

Doelstelling ... 10

Programma ... 10

1A: Kennismaking en introductie ... 11

1B: Missie/visie ... 12

1C: Praktijkpopulatie ... 13

1D: Praktijkorganisatie ... 14

1E: Medisch leiderschap in de eigen praktijk ... 15

MODULE 1 De praktijk centraal ... 17

Onderwijsdag 2: Financieel management ... 17

Doelstelling ... 17

Programma ... 17

2A: Inkomsten en uitgaven ... 18

2B: Jaarrekening, risicoanalyse en begroting ... 20

2C: Calculatie van de investeringen bij de introductie van een nieuw zorgproduct ... 21

2D: Juridische en fiscale aspecten bij de praktijkstart ... 22

MODULE 1 De praktijk centraal ... 23

Onderwijsdag 3: Besturen van de huisartsvoorziening ... 23

Doelstelling ... 23

Programma ... 23

3A: Ondernemingsplan en meerjarenbeleidsplan ... 24

3B: Werken met jaarplannen ... 25

3C: Personeelsbeleid ... 26

MODULE 1 De praktijk centraal ... 27

Onderwijsdag 4: Leiding geven aan een project ... 27

Doelstelling ... 27

(3)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 3

Programma ... 27

4A: Projectmanagement ... 28

4B: Serious Gaming 1 - Het opstarten van een praktijk ... 30

MODULE 2 Monodisciplinaire samenwerking: huisartsensamenwerkingsverband ... 31

Onderwijsdag 1: Het huisartsensamenwerkingsverband ... 31

Doelstelling ... 31

Programma ... 31

1A: Extrinsieke en intrinsieke motieven voor het aangaan van een huisartsensamenwerkingsverband ... 32

1B: Missie/visie op monodisciplinaire samenwerking ... 33

1C: Besturen: taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, portefeuilleverdeling ... 34

1D: Besturen/functioneren in samenwerkingsverband ... 35

MODULE 2 Monodisciplinaire samenwerking: huisartsensamenwerkingsverband ... 36

Onderwijsdag 2: Operationele aspecten HAS ... 36

Doelstelling ... 36

Programma ... 36

2A: Hoe organiseren we een samenwerkingsverband? Operationeel management van het has 37 2B: Serious Gaming 2 ... 38

MODULE 3 Multidisciplinaire samenwerkingsverbanden (geïntegreerde eerstelijnszorg) ... 39

Onderwijsdag 1: Samenwerken in de wijk ... 39

Doelstelling ... 39

Programma ... 39

1A: Populatiemanagement : subdoelgroepen in wijk ... 40

1B: Projectmanagement; het maken van een projectvoorstel ... 42

Onderwijsdag 2: Operationeel management; het werken met zorgpaden ... 43

Doelstelling ... 43

Programma ... 43

2A: Operationeel management; het werken met zorgpaden ... 44

2B: Serious Gaming 3 ... 45

Onderwijsdag 3: Financiën; het maken van een geïntegreerde business case ... 46

Doelstelling ... 46

Programma ... 46

3A: Financieel management; het maken van een integrale businesscase en financiering van geïntegreerde zorg ... 47

3B: Serious Gaming 4 ... 48

(4)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 4

Onderwijsdag 4: Medisch leiderschap (invloed uitoefenen), marketing & communicatie ... 49

Doelstelling ... 49

Programma ... 49

4A: Medisch leiderschap – invloed uitoefenen ... 50

4B: Marketing en communicatie ... 51

(5)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 5

Inleiding

De modules

In dit document worden de onderwijsdagen van de drie modules van de PROFclass uitgewerkt.

De PROFclass is opgebouwd uit de volgende drie modules:

1. De (eigen) praktijk centraal

2. Monodisciplinaire samenwerking: het huisartsensamenwerkingsverband (HAS) 3. Multidisciplinaire samenwerking

Elke module bestaat uit een verschillend aantal onderwijsdagen:

Module 1: De (eigen) praktijk centraal - Dag 1: Fundament PROFclass - Dag 2: Financieel management

- Dag 3: Besturen van de huisartsvoorziening - Dag 4: Leiding geven aan een project

Module 2: Monodisciplinaire samenwerking: het huisartsensamenwerkingsverband (HAS) ) - Dag 1: Het huisartsensamenwerkingsverband

- Dag 2: Operationele aspecten HAS Module 3: Multidisciplinaire samenwerking

- Dag 1: Samenwerken in de wijk - Dag 2: Onderhandelen en leiderschap - Dag 3: Financiën en zorginnovatie

- Dag 4: Besturen, marketing & communicatie

(6)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 6 Het waardebod-model

De opbouw van elke module gebeurt op basis van een bedrijfskundig model: het ‘waardebod’-model.

In de bovenstaande figuur is het waardebod-model weergegeven. Met behulp van dit model kan op een gestructureerde manier een visie en een bijpassende interne organisatie worden ontwikkeld.

De essentie van het model is dat een organisatie:

1. de zorgmarkt, patiënten en kernpartners (haar)scherp in beeld heeft;

2. weet wat de behoefte van haar patiënten en kernpartners is;

3. bewust, scherp en gemotiveerd kiest wat ze haar patiënten en kernpartners wil en kan bieden;

4. zich dusdanig organiseert dat ze waarmaakt wat ze de patiënten en kernpartners belooft.

In iedere module worden per programmaonderdeel de stappen uit het model doorlopen. De cursist vormt zich een scherp beeld van de omgeving en vertaalt dit beeld in een waardebod (wat beloof ik mijn patiënten en andere stakeholders?) en denkt ten slotte na hoe hij1 de praktijk/het HAS/het multidisciplinaire samenwerkingsverband moet organiseren om het waardebod te realiseren.

1 Overal waar ‘hij’ of ‘zijn’ staat kan ook ‘zij’ of ‘haar’ gelezen worden

(7)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 7 De transfer naar de praktijk

In de onderstaande figuur is weergegeven hoe de verschillende onderdelen zich tot elkaar verhouden en de transfer naar praktijk is georganiseerd; voorbereidingsopdrachten en toepassingsopdrachten in de praktijk, scholingsdagen van de PROFclass en de serious gaming.

Onderwijsdagen en didactiek

Het didactische uitgangspunt van PROFclass is circulair leren: eerst wordt ingestoken op het praktijkniveau, later wordt dit uitgebreid naar de wijk en regio. De eindtermen van de opleiding komen telkens terug in de verschillende modules, waarbij in elke opvolgende module een verdiepingsslag wordt gemaakt.

Het onderwijs van PROFclass bestaat uit centrale onderwijsdagen, zelfstudie en opdrachten.

Onderwijsdagen

Uitgangspunt van de centrale onderwijsdagen is dat het onderwijs een toegevoegde waarde heeft boven zelfstudie of het maken van opdrachten. Dat betekent dat op de onderwijsdagen

onderwerpen aan bod komen die niet thuis door de cursist zelf geleerd kunnen worden. De interactie binnen de onderwijsgroep en het groepsleren zijn daarbij essentieel.

Zelfstudie

Voor zelfstudie krijgen cursisten hulpmiddelen aangereikt, zoals e-learning en on-line-lessen met filmpjes. De tijd die de cursist nodig heeft voor zelfstudie is afhankelijk van de aanwezig voorkennis.

(8)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 8 Opdrachten

De cursisten krijgen opdrachten, die bedoeld zijn als een transfer tussen de onderwijsdagen en de dagelijkse praktijk: voorbereidingsopdrachten (voorafgaand aan de cursus) en

toepassingsopdrachten (tijdens en/of na afloop de onderwijsdag ). Waarbij deze laatste ook weer dienen als voorbereiding en discussiestof voor de volgende onderwijsdag.

De opdrachten gaan uit van en zijn gericht op concrete zaken in de eigen praktijk en zijn een potentieel gespreksonderwerp voor de gesprekken met de mentor (zie verder).

Werkvormen

Op de onderwijsdagen worden diverse didactische werkvormen gebruikt:

• Frontaal onderwijs: door middel van presentaties worden informatie en actuele kennis wordt aangereikt;

• Subgroepen: in groepjes worden specifieke opdrachten uitgewerkt of vaardigheden geoefend;

• Reflectie: door middel van het uitwisselen van ervaringen wordt de gelegenheid gecreëerd te reflecteren op diverse thema’s en van elkaar te leren;

• Serious Gaming: in een virtuele praktijk wordt op basis van de geformuleerde visie een strategie en beleid ingezet, de effecten van dit beleid geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. Alle thema’s van de modules komen daarbij terug.

Cursusleiding

De hoofddocent is tijdens de onderwijsdagen aanwezig om het onderwijs aan de groep cursisten in goede banen te leiden. Als hij zelf geen onderwijs geeft is de hoofddocent begeleider en

aanspreekpunt voor de docenten.

Voor vragen over de opdrachten en andere logistieke en inhoudelijke zaken kunnen de cursisten contact opnemen met de cursuscoördinator.

Mentoren

Cursisten worden uitgenodigd om zelf een collega-huisarts te zoeken die als mentor kan fungeren om de cursist tijdens de PROFclass ter zijde te staan.

Kenmerken

Belangrijkste kenmerken waarover de mentor dient te beschikken is het hebben van ervaring met het praktijkhouderschap. De mentor is een huisarts die het als een uitdaging ziet om zijn ervaring ten dienste te stellen van de cursist en om hem te begeleiden en/of te adviseren tijdens de cursus. De mentor kan een ervaren en door de wol geverfde huisarts zijn, maar het kan ook een huisarts zijn die zijn praktijkstart net achter de rug heeft. In de toekomst kunnen oud-cursisten ook als mentor gaan fungeren.

Taken

De cursist neemt zelf het initiatief om contact op te nemen met de mentor als hij een vraag heeft waarover hij graag wil sparren met de mentor, bijvoorbeeld:

• Ondersteuning bij de voorbereidende opdrachten

• Ondersteuning bij de toepassingsopdrachten

• Behoefte om door te praten over de aangereikte inzichten tijdens de cursus.

De mentor stelt vervolgens zijn kennis en ervaring beschikbaar om de cursist te helpen bij het zoeken naar een antwoord op zijn vragen. Vanzelfsprekend mag de mentor ook ongevraagd advies geven als hij zaken observeert die aandacht behoeven.

Tijdsinvestering

Naar verwachting vraagt het mentorschap de mentor maximaal 6 uur per maand. Eventueel kan de cursist voor verschillende aspecten van de cursus aparte mentoren te vinden. Bijvoorbeeld een

(9)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 9 financieel goed ingevoerde huisarts voor financiële aspecten van praktijkvoering en een huisarts met specifieke expertise op HRM voor personeelsbeleid.

Voorbereiding

Van de mentor wordt geen specifieke voorbereiding verwacht. Op de website van de PROFclass staat duidelijke informatie over de inhoud van de cursus, waarmee de mentor zich kan voorbereiden op zijn rol.

Tijdsinvestering in de cursus

Onderdeel Totaal

Onderwijsdagen (incl. serious game) 1x per maand 80 uur (10 dagen) Voorbereidings- en toepassingsopdrachten 2-3 uur per week 80 uur

Mentorgesprekken 0.5-1.5 uur per maand 10 uur

De tijdsinvestering, inclusief alle onderwijsdagen, betreft gemiddeld per week maximaal 4 uur.

Voorbereidings- en toepassingsopdrachten

Voor een overzicht van alle vereiste voorkennis en opdrachten zie bijlage 1.

(10)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 10

MODULE 1 De praktijk centraal

Onderwijsdag 1: Fundament PROFclass

Doelstelling

Op de eerste dag wordt de inhoudelijke basis gelegd van de PROFclass.

Aan het eind van de dag heeft de cursist:

• zijn persoonlijke leerdoelen geformuleerd en weet hij hoe deze met behulp van de verschillende facetten van de PROFclass gerealiseerd kunnen worden

• de eerste aanzet tot een praktijkvisie geformuleerd

• geleerd hoe hij zijn visie kan verbinden aan de praktijkpopulatie, zorgaanbod en praktijkorganisatie

• zicht gekregen op de eigen werkstijl en de diverse werkstijlen binnen het team en hij weet de verschillen in werkstijlen te gebruiken voor het beïnvloeden van het persoonlijk- en team functioneren.

Programma

09.00 – 09.30 uur Inloop

09.30 – 10.30 uur 1A: Kennismaking en introductie 10.30 – 10.45 uur Pauze

10.45 – 12.30 uur 1B: Missie/visie 12.30 – 13.30 uur Lunch

13.30 – 15.00 uur 1C: Waardebod-model en praktijkpopulatie 15.00 – 15.15 uur Pauze

15.15 – 16.45 uur 1D: Praktijkorganisatie 16.45 – 17.00 uur Pauze

17.00 – 19.00 uur 1E: Medisch leiderschap in de eigen praktijk

(11)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 11

1A: Kennismaking en introductie

Onderwijsdag 1: Fundament PROFclass Tijdstip: 9.30 – 10.30 uur (1 uur)

Inleiding

Deze wederzijdse kennismaking is bedoeld om, mede aan de hand van de voorbereidingsopdracht, elkaars achtergronden en motivatie voor deelname aan de cursus te leren kennen. Daarna volgt een overzicht van de opzet en inhoud van de cursus (curriculum, voorbereidings- en

toepassingsopdrachten). Ook wordt aandacht besteed aan de ‘huisregels’, onderlinge uitwisseling en feedback via de beveiligde website.

Doelstelling De cursist:

• heeft zijn persoonlijke leerdoelen geformuleerd

• weet hoe hij zijn persoonlijke leerdoelen met behulp van de verschillende facetten van de PROFclass kan realiseren

• weet op welke wijze hij van zijn medecursisten kan leren

• de cursusleiding heeft zicht op de motieven en leerdoelen van de cursisten.

Vereiste voorkennis

• N.v.t.

Voorbereidingsopdracht (60 minuten)

Het op basis van een aangeleverd format opstellen van:

• Persoonlijk profiel; wie ben ik?

• Praktijkprofiel: hoe ziet mijn praktijk eruit?

• Formuleren van leerdoelen en verwachtingen; wat kom ik halen?

Toepassingsopdracht

• Bijstellen eerder geformuleerde leerdoelen en verwachtingen (30 min)2 Docent(en)

• Ger Plat Leermiddelen

• Poster / presentatie

2 De tijdsinvestering die de cursist in de praktijk- of thuissituatie aan de opdracht moet besteden staat hier vermeld

(12)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 12

1B: Missie/visie

Onderwijsdag 1: Fundament PROFclass Tijdstip: 10.45 – 12.30 uur (145 uur) Inleiding

In aansluiting aan de kennismaking wordt aan de cursisten gevraagd om hun persoonlijke visie op de huidige en in de toekomst te leveren zorg van de huisartsvoorziening weer te geven en aan te geven waar deze visie op gebaseerd is. De verbinding tussen de persoonlijke visie en de praktijkvisie wordt gemaakt. Op basis van het theoretisch kader voor het formuleren van een visie, aangereikt in de bestudeerde literatuur, wordt de persoonlijke visie nader ingevuld en op praktijkniveau

geconcretiseerd.

Doelstelling De cursist:

• kent het theoretisch kader voor het formuleren van een inspirerende richtinggevende visie

• heeft inzicht in de verhouding tussen de persoonlijke visie en de praktijkvisie

• kent de relatie tussen visie, strategie en medisch leiderschap

• heeft de eerste aanzet tot een praktijkvisie geformuleerd.

Vereiste voorkennis

• NHG/LHV Toekomstvisie 2022 Voorbereidingsopdracht

• Bestuderen artikel ‘Vlammen met visie’ (H. van der Loo) (10 min) Toepassingsopdracht

• Opstellen van een visie en missie voor de eigen praktijk m.b.v. het aangereikte vierluik (60 min)

• Feedback op missie en visie van collega cursist (30 minuten) Docent(en)

• Ger Plat Leermiddelen

• Frontaal onderwijs in combinatie met toepassingsopdrachten

(13)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 13

1C: Praktijkpopulatie

Onderwijsdag 1: Fundament PROFclass Tijdstip: 13.30 – 15.00 uur (1,5 uur) Inleiding

Om goed zicht te hebben op de vragen en behoeften van de patiënten binnen de praktijkorganisatie en de afstemming van het zorgaanbod daarop, is het van belang zicht te hebben op de kenmerken van de praktijkpopulatie als geheel (leeftijdsopbouw, sociaal economische status, opleidingsniveau) en die van specifieke subgroepen (bijvoorbeeld ziekte- of risico gerelateerd). Deze kennis is de basis voor integrale zorg op maat met goede service en optimale kwaliteit.

Bij dit programmaonderdeel wordt het waardebod-model geïntroduceerd. Dit is een bedrijfskundig model voor het formuleren en het realiseren van een op de visie gebaseerd zorgaanbod en de daarvoor vereiste organisatieaspecten.

Doelstelling De cursist:

• heeft zicht op de kenmerken van de praktijkpopulatie, de specifieke doelgroepen binnen de populatie en op de partners in de eerstelijnszorg (sociale kaart)

• is in staat om deze kenmerken te vertalen in een passend zorgaanbod: zorginhoudelijk, kwaliteit en serviceniveau.

Vereiste voorkennis

• Gebruik statistiekmodule van het eigen HIS

• Raadplegen van VAAM www.vaam.nivel.nl/vaam

• Vektis praktijkspiegel Voorbereidingsopdracht

• Praktijkscan deel 1: praktijkpopulatie en omgeving m.b.v. aangeleverd format (30 min)

• Doornemen sociale kaart eigen praktijk (30 min) Toepassingsopdracht

• Zo nodig aanpassen/aanvullen van de sociale kaart o.b.v. het waardebod-model (15 min)

• Uitwerking hoofdstuk Praktijkpopulatie in het ondernemingsplan m.b.v. aangeleverd format (zie module 1 dag 3 Strategisch management).

Docent(en)

• Ger Plat

(14)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 14

1D: Praktijkorganisatie

Onderwijsdag 1: Fundament PROFclass Tijdstip: 15.15 – 16.45 uur (1,5 uur) Inleiding

Afgestudeerde huisartsen voelen zich vaak onvoldoende competent in het operationeel management: het analyseren en verbeteren van werkprocessen binnen het zorgproces, zoals

telefonische bereikbaarheid, wachttijden van patiënten en interne overlegstructuren en -processen.

In andere woorden; de huisarts heeft geen totaaloverzicht over de organisatorische aspecten van de praktijkvoering, de werkprocessen die nodig zijn om het zorgaanbod te realiseren. In dit

onderwijsprogramma wordt inzicht geboden in het verloop van organisatielijnen in de praktijk en leert de huisarts op basis van de NHG Praktijk Accreditering (NPA systematiek) basisprocessen in de praktijk te herkennen en te analyseren.

Doelstelling De cursist:

• heeft een totaal overzicht van de operationele aspecten van de praktijkorganisatie, zoals huisvesting, ICT, organisatieprocessen en het serviceniveau van de huisartsvoorziening

• is in staat om de verschillende werkprocessen op basis van de NPA systematiek te herkennen en te analyseren

Vereiste voorkennis

• Eindniveau onderwijs praktijkmanagement huisartsopleiding zoals beschreven in de kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA’s)

Voorbereidingsopdracht

• Praktijkscan deel 2: Praktijkorganisatie en werkprocessen m.b.v. aangeleverd format uitgaande van de NPA systematiek (30 min)

Toepassingsopdracht

• Uitwerking hoofdstuk Huisvesting, ICT en Service in het ondernemingsplan m.b.v. aangeleverd format (zie module 1 dag 3 Strategisch management)

Docent(en)

• Sebastiaan Dam, huisarts te Meppel

(15)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 15

1E: Medisch leiderschap in de eigen praktijk

Onderwijsdag 1: Fundament PROFclass Tijdstip: 17.00 – 19.00 uur (2 uur) Inleiding

De huisarts heeft een formele en informele coachende en aansturende rol ten opzichte van de praktijkmedewerkers. Een goede teamsfeer en weten hoe hier als professional invloed op uit te oefenen, ook in het geval van een eigen gewijzigde rol binnen de praktijk, is van belang voor een goede samenwerking binnen de praktijkorganisatie. Goed kunnen luisteren, oog hebben voor de verschillende perspectieven en rekening houden met de verschillende behoeftes en gevoelens van praktijkmedewerkers is hierbij essentieel.

Bij dit programmaonderdeel wordt gebruik gemaakt van het D-I-S-C model. Dit model beschrijft de gedragsstijlen en gedragsvoorkeuren van een persoon in een bepaalde omgeving. Het model gaat er van uit dat er twee belangrijke factoren zijn in het begrijpen van je eigen gedrag en dat van de andere. De eerste factor is introvert versus extravert. De tweede factor is mensgericht versus taakgericht. Zo ontstaat een stelsel van werkstijlen, die de cursist het volgende biedt:

• Een manier om zichzelf en anderen beter te leren begrijpen;

• Een middel om effectiever te communiceren;

• Leren je eigen kracht te ontdekken, deze beter te waarderen en te benutten en daardoor ook van elkaars kracht gebruik te kunnen maken.

De bovenstaande toepassingen zijn essentieel voor het ontwikkelen van medisch leiderschap.

Effectief leiderschap betekent dat je uitgaat van de behoeften van de ander en daar als leider met het doel voor ogen situationeel mee omgaat. Dan is het nodig dat je de ander leert kennen, kijkt wat op dat moment noodzakelijk is en ook kijkt óf je werkelijk aan leiderschap kunt leveren wat er op dat moment gevraagd wordt. Daarvoor is het D-I-S-C werkstijlen model een zeer waardevol hulpmiddel.

In dit onderwijsprogramma wordt ingegaan op het bevorderen en behouden van samenwerking in de praktijkorganisatie. Naast de meer theoretische en praktische kant van het aansturen van personeel komt in dit programmaonderdeel ook de eigen leiderschapsstijl en eigen positieverandering aan bod.

Doelstelling De cursist:

• is zich bewust van zijn eigen werkstijl

• kan de werkstijl van praktijkmedewerkers herkennen

• is in staat het gedrag van praktijkmedewerkers te herkennen, te voorspellen en te beïnvloeden.

• heeft zicht gekregen op de eigen werkstijl en de diverse werkstijlen binnen het team en weet de verschillen in werkstijlen te gebruiken voor het beïnvloeden van het persoonlijk- en team functioneren met als doel te komen tot een goed georganiseerd zorgproces, dat de basis is voor optimale zorg, servicegerichtheid en een effectieve praktijkvoering.

Vereiste voorkennis

• Medical Leadership Competency Framework Enhancing Engagement in Medical Leadership Third Edition, July 2010

Voorbereidingsopdracht

• Het maken van de DISC-test (20 Min)

• Bekijken filmpje Reframen

http://www.medischevervolgopleidingen.nl/de-kunst-van-het-reframen/ (5 min)

(16)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 16 Toepassingsopdracht

• Uitwerking hoofdstuk Personeel in het ondernemingsplan m.b.v. aangeleverd format (zie module 1 dag 3 Strategisch management)

Docent(en)

• Ger Plat Leermiddelen

• …

(17)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 17

MODULE 1 De praktijk centraal

Onderwijsdag 2: Financieel management

Doelstelling

Essentieel voor een goed functionerende huisartsenvoorziening is een gezonde financiële situatie.

Aan het eind van de dag heeft de cursist:

• zicht op de inkomsten en uitgaven van zijn praktijk

• voldoende kennis om een jaarrekening te interpreteren

• voldoende kennis om, op basis van het inzicht in de inkomende en uitgaande geldstromen, een financiële risicoanalyse en begroting op te stellen en te beoordelen of specifieke investeringen rendabel zijn

• voldoende kennis van contracteren, fiscale en juridische aspecten van praktijkvoering.

Programma

09.00 – 10.30 uur 2A: Inkomsten en uitgaven 10.30 – 10.45 uur Pauze

10.45 – 12.30 uur 2B: Jaarrekening, risicoanalyse en begroting 12.30 – 13.30 uur Lunch

13.30 – 15.00 uur 2C: Calculatie investeringen nieuw zorgproduct 15.00 – 15.15 uur Pauze

15.15 – 16.45 uur 2D: Financieel-operationele aspecten

16.45 – 17.00 uur Afsluiten van de dag: toelichten van de toepassingsopdrachten en evaluatie en terugblik op de meerdaagse

(18)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 18

2A: Inkomsten en uitgaven

Onderwijsdag 2: Financieel management Tijdstip: 9.00 – 10.30 (1,5 uur)

Inleiding

Een gedegen inzicht in de financiële stromen in de praktijkorganisatie is belangrijk voor een goede praktijkvoering. Het moet leiden tot een gezonde financiële situatie van de praktijk en van de privésituatie van de praktijkhouder. ‘Zuinig en zinnige zorg’ is hierbij het uitgangspunt; de

verantwoordelijkheid van de huisarts om een bijdrage te leveren aan het beheersen van de kosten van de gezondheidszorg.

Voor inzicht in de praktijkinkomsten is het belangrijk om de vergoedingensystematiek (het drie segmentensysteem) voor de huisartsenzorg goed te kennen. In segment 1 is het goed declareren van de verrichtingen belangrijk. Hiervoor is inzicht nodig in de eisen die verzekeraars stellen aan het declareren (o.a. de voorwaarde voor digitaal declareren via Vecozo). De inkomsten in segment 2 zijn afhankelijk van de gecontracteerde modules voor chronische zorg. De huisarts moet in staat zijn om de financiële consequenties van contractering van een module te overzien met de bijbehorende personele inzet en aanpassing in de praktijkorganisatie. Om inkomsten te genereren in segment 3 moet de huisarts in staat zijn om een businessplan te maken voor zorginnovaties. Daarnaast moet de praktijkhouder goed inzicht hebben in de praktijkuitgaven en in staat zijn om de uitgaven te sturen.

Inzicht in de financiële huishouding en hier uit voorvloeiend tijdig anticiperen, zorgt voor een gezonde financiële situatie van de huisartsvoorziening en daarmee voor een stabiel inkomen van de praktijkhouder.

In deze bijeenkomst krijgt de huisarts inzicht in de vergoedingensystematiek van de huisartsenzorg, het declaratieproces (inclusief herdeclaraties) en worden handvatten aangereikt voor een efficiënte en overzichtelijke boekhouding, gekoppeld aan de functie die het HIS heeft bij de financiële

administratie. Ook is er aandacht voor de financiële aspecten van overname van een praktijk, zoals het betalen van goodwill, en de daaruit volgende langlopende financiële verplichtingen.

Doelstelling De cursist:

• heeft inzicht in de bekostigingssystematiek van de huisartsenzorg

• kent de inkomende en uitgaande geldstromen van de huisartsvoorziening

• kan deze kennis inzetten ten behoeve van de stabiliteit en continuïteit van de eigen

• praktijkorganisatie

• is in staat de huisartsgeneeskundige zorg binnen de huisartsvoorziening op de

• juiste manier bij de juiste partij te declareren

• heeft inzicht in het boekhoudkundig proces en weet de inkomsten en uitgaven op de juiste manier in de financiële boekhouding te verwerken

Vereiste voorkennis

• Gebruik statistiekmodule van het HIS c.q. eigen boekhoudprogramma

• Declaratiewijzer LHV

• NZa tarieven 2015 (indien beschikbaar 2016) Voorbereidingsopdracht

• Filmpjes LHV – bekostiging eerstelijn (60 min)

https://www.lhv.nl/actueel/dossiers/bekostiging-2016 (5 min)

• Praktijkscan deel 3: Dashboard inkomsten en uitgaven van de praktijk m.b.v. aangeleverd format.

(90 min)

(19)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 19 Toepassingsopdracht

• Nagaan van de effecten van een financieringswijziging op de financiële praktijkvoering m.b.v. NZa tarieven (60 min)

Docent(en)

• Praktiserend huisarts (rolmodel) Leermiddelen

• Digitale leeromgeving (format praktijkscan)

(20)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 20

2B: Jaarrekening, risicoanalyse en begroting

Onderwijsdag 2: Financieel management Tijdstip: 10.45 – 12.30 uur (145 uur) Inleiding

In dit onderwijsprogramma staat de financiële jaarrekening centraal. Wat is een jaarrekening? Wat is de functie van een jaarrekening. Waaruit bestaat een jaarrekening? Er wordt ingegaan op

termen als: balans, verlies- en winstrekening, liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteit en het besteedbare inkomen.

Daarnaast besteden we in het programma aandacht aan het opstellen van een begroting. Een begroting geeft inzicht in de financiële consequenties van de plannen voor het komend jaar. Het is dus de financiële vertaling van het jaarplan.

Tot slot staan we stil bij de risicoanalyse waarin de cursist handvatten krijgt of een investering financieel haalbaar is, wat de terugverdientijd is en op welke wijze de investering op de jaarrekening drukt. Aan de hand van praktische voorbeelden, zoals het betalen van overdrachtskosten of goodwill, wordt duidelijk uit welke essentiële onderdelen een risicoanalyse bestaat.

Doelstelling De cursist:

• kan beoordelen of er sprake is van een gezonde financiële huishouding in de eigen praktijk

• kan een jaarrekening lezen en analyseren en vervolgens bepalen of en hoe de geldstromen bijgestuurd moeten worden

• is in staat een begroting voor het nieuwe jaar op te stellen, op basis van de jaarrekening en de eventuele wijzigingen in de financiering

• is een solide gesprekspartner bij gesprekken betreffende de praktijkfinanciering/boekhouding

• is in staat een risicoanalyse te maken voor een investering of wijziging in de praktijkorganisatie.

Vereiste voorkennis

• Kennis bekostiging eerstelijns gezondheidszorg Voorbereidingsopdracht

• VvAA e-Learning jaarrekening (60 min)

• Bestuderen filmpjes: http://www.medischevervolgopleidingen.nl/rubrieken/algemene- competenties-canbetter/medisch-leiderschap-in-de-vervolgopleiding/onderwerpen-medisch- leiderschap/financien/ video 1 t/m 4

• Op basis van gerichte opdrachten bestuderen en meenemen van de jaarrekening van de eigen praktijk (30 min)

Toepassingsopdracht

• Opstellen begroting eigen praktijk (90 min) Docent(en)

• Financieel expert VvAA: Peter Boot Leermiddelen

• E-Learning

(21)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 21

2C: Calculatie van de investeringen bij de introductie van een nieuw zorgproduct

Onderwijsdag 2: Financieel management Tijdstip: 13.30 – 15.00 uur (1,5 uur) Inleiding

Het introduceren van een nieuw zorgaanbod (bijvoorbeeld het contracteren van een nieuwe module chronische zorg) vraagt allerlei investeringen; uitbreiding van personeel, de huur van een extra kamer of de aanschaf van medische apparatuur. Een huisarts moet dan ook kunnen beoordelen of de investering rendabel kan zijn. Hoeveel tijd, verrichtingen of patiënten zijn nodig om de beoogde investering terug te verdienen? In deze module reiken we handvatten aan waarmee berekend kan worden of de beoogde investering rendabel is.

Behalve de financiële afweging is minstens zo belangrijk na te gaan hoe het nieuwe zorgaanbod zich verhoudt tot de praktijkvisie en praktijkpopulatie. En moeten er naast de investeringen nog andere aanpassingen doorgevoerd worden, bijvoorbeeld in de dagplanning of werkwijze? We maken bij dit onderdeel naast het logische verband met het onderdeel jaarrekening, risicoanalyse en begroting eerder deze dag, ook nadrukkelijk de koppeling met populatiemanagement en praktijkorganisatie van dag 1.

Doelstelling De cursist:

• is op basis van de eerder opgedane financiële kennis in staat om een business case op te stellen voor de introductie van een nieuw zorgproduct in de praktijk

• is in staat een weloverwogen afweging te maken voor het doen van investeringen op basis van financiële en inhoudelijke argumenten

Vereiste voorkennis

• Populatiemanagement en praktijkorganisatie dag 1

• Bekostiging eerstelijns gezondheidszorg

• Lezen van jaarrekening en opstellen van een begroting Voorbereidingsopdracht

• Geen

Toepassingsopdracht

• Geen Docent(en)

• Financieel expert VvAA ; Peter Boot Leermiddelen

• …

(22)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 22

2D: Juridische en fiscale aspecten bij de praktijkstart

Onderwijsdag 2: Financieel management Tijdstip: 15.15 – 16.45 uur (1,5 uur) Inleiding

Zowel bij de overname van de praktijk, associatie in een maatschap, als de start van de nieuwe praktijk wordt de huisarts geconfronteerd met diverse juridische, contractuele en fiscale elementen.

Tijdens het onderwijs worden de juridische aspecten van het aangaan van samenwerkingsrelaties belicht (o.a. wat is de meest passende rechtsvorm?). De cursisten leren aan welke randvoorwaarden voldaan moet worden om een juridische samenwerkingsvorm aan te gaan.

Ook wordt aandacht besteed aan de fiscale consequenties van de gekozen rechtsvorm voor het samenwerkingsverband.

Doelstelling De cursist:

• kent de belangrijkste juridische aspecten die voortvloeien uit het overnemen van een praktijk of het aangaan van een samenwerkingsverband

• kent de essentiële randvoorwaarden voor het aangaan van een juridische samenwerkingsvorm en het ondertekenen van een contract

• kent de fiscale consequenties van de gekozen rechtsvorm Vereiste voorkennis

• Basiskennis van praktijkstructuren en juridische vormen zoals gedefinieerd in de eindtermen en KBA’s van de huisartsopleiding

Voorbereidingsopdracht

• Op basis van gerichte opdrachten doornemen contract preferente zorgverzekeraar (30 min)

• Nagaan juridische vorm eigen praktijk (30 min) Toepassingsopdracht

• Geen Docent(en)

• Docent LHV Academy: Henk Perdok (Ceres accountancy) Leermiddelen

• …

(23)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 23

MODULE 1 De praktijk centraal

Onderwijsdag 3: Besturen van de huisartsvoorziening

Doelstelling

Op basis van de eerder in de PROFclass opgedane kennis met betrekking tot de missie en visie, praktijk- en omgevingsscan is de cursist in staat om:

• een ondernemingsplan en meerjarenbeleidsplan op te stellen

• op basis van dit meerjarenbeleidsplan een concreet jaarplan op te stellen met daarin opgenomen gerichte activiteiten voor het komende jaar

• in staat vorm te geven aan het personeelsbeleid van de praktijk en goed werkgeverschap invulling te geven

Programma

09.00 – 10.45 uur 3A: Ondernemingsplan en meerjarenbeleidsplan 10.45 – 11.00 uur Pauze

11.00 – 12.30 uur 3B: Werken met jaarplannen 12.30 – 13.30 uur Lunch

13.30 – 16.45 uur 3C: Personeelsbeleid

16.45 – 17.00 uur Afsluiten van de dag: toelichten van de toepassingsopdrachten en evaluatie en terugblik op de onderwijsdag

(24)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 24

3A: Ondernemingsplan en meerjarenbeleidsplan

Onderwijsdag 3: Besturen van de huisartsvoorziening Tijdstip: 09.00 – 10.45 uur (145 uur)

Inleiding

In dit onderwijsprogramma leren de cursisten, met behulp van het op dag 1 geïntroduceerde waardebod-model, een ondernemingsplan en/of meerjarenbeleidsplan op te stellen. Hierbij worden de opbrengsten uit de programmaonderdelen van dag 1 en 2 geïntegreerd in het ondernemingsplan.

In deze module krijgen de cursisten handvatten om de eerder geformuleerde praktijkvisie,

omgevingsanalyse, praktijkscans en opgestelde begroting te integreren in een strategie die de basis vormt van het ondernemingsplan en/of meerjarenbeleidsplan van de huisartsvoorziening.

Doelstelling De cursist:

• kent de functie en opbouw van een ondernemingsplan, meerjarenbeleidsplan en jaarplan

• is in staat om een ondernemingsplan, meerjarenbeleidsplan op te stellen, op basis van een grondige analyse van de (toekomstige) omgeving van de huisartsenpraktijk en de praktijkvisie Vereiste voorkennis

• Module 1, dag 1 en 2:

o Het doen van een omgevingsanalyse (incl. analyse van de praktijkpopulatie) o Het formuleren van een praktijkvisie

o Het opstellen van een begroting Voorbereidingsopdracht

• Geen

Toepassingsopdracht

• Opstellen ondernemingsplan eigen praktijk. De cursisten krijgen hiervoor een gedetailleerd format, gebaseerd op het waardebod-model (180 min)

Docent(en)

• Manon Bleumink, huisarts te Zwolle Leermiddelen

• …

(25)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 25

3B: Werken met jaarplannen

Onderwijsdag 3: Besturen van de huisartsvoorziening Tijdstip: 11.00 – 12.30 uur (1,5 uur)

Inleiding

In een jaarplan beschrijven we de plannen voor het komende jaar. In dit onderwijsprogramma leren de cursisten hoe ze met behulp van jaarplannen de lange termijn doelen uit het beleidsplan kunnen realiseren. De eerder geformuleerde strategie wordt uitgewerkt in concrete doelen. Hierin wordt beschreven hoe de in de visie geformuleerde lange termijn doelstellingen bereikt kunnen worden, door middel van met elkaar samenhangende activiteiten. De voordelen van een jaarplan zijn; een betere coördinatie, doelgericht werken en controleerbare resultaatnormen. Door te werken met een beleidsplan en jaarplannen kunnen veranderingen, die op de organisatie afkomen, worden voorzien en kan men zich er goed op voorbereiden.

Doelstelling De cursist:

• is in staat gemotiveerd een jaarplan op te stellen welke is afgeleid van het ondernemingsplan/meerjarenbeleidsplan

Vereiste voorkennis

• Module 1, dag 1 en 2:

o Het doen van een omgevingsanalyse (incl. analyse van de praktijkpopulatie) o Het formuleren van een praktijkvisie

o Het opstellen van een begroting Voorbereidingsopdracht

• Doornemen van de persoonlijke- en praktijk visie en deze vergelijken met LHV/NHG toekomstvisie Toepassingsopdracht

• Schrijven jaarplan o.b.v. ondernemingsplan m.b.v. het aangeleverd format. (120 min) Docent(en)

• Manon Bleumink, huisarts te Zwolle Leermiddelen

• …

(26)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 26

3C: Personeelsbeleid

Onderwijsdag 3: Besturen van de huisartsvoorziening Tijdstip: 13.30 – 16.45 uur (3,25 uur)

Inleiding

De kwaliteit van een huisartsenpraktijk wordt voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van het personeel. Personeelsbeleid is dan ook één van de belangrijkste beleidsgebieden van de

praktijkhouder. Personeelsbeleid is de manier waarop de organisatie haar medewerkers inzet, stimuleert en ontwikkelt om haar strategie en beleidsdoelstellingen te realiseren. In dit

onderwijsprogramma leert de cursist hoe het personeelsbeleid van de praktijk vorm gegeven kan worden met behulp van de indeling: instroom, doorstroom en uitstroom.

• Instroom:

o Werving en selectie van medewerkers

• Doorstroom:

o Verzuimbeleid

o Begeleiden en beoordelen van het functioneren o Personeelsdossier

o Verzekering, salariëring en arbeidsrechtelijke zaken

• Uitstroom:

o Ontslag.

Bij dit programmaonderdeel grijpen we ook terug op de tijdens dag 1 opgedane inzichten uit de werkstijlenmethode Disc (zie ook programmaonderdeel 1E).

Doelstelling De cursist:

• kent de belangrijkste aspecten van het personeelsbeleid

• Heeft handvatten voor de belangrijkste activiteiten uit het personeelsbeleid

• Weet welke bronnen te raadplegen bij complexe problematiek in het kader van personeelsbeleid Vereiste voorkennis

• Kennis praktijkmanagement (voeren van jaargesprek, praktijkvoering) zoals gedefinieerd in de eindtermen en KBA’s van de huisartsopleiding

Voorbereidingsopdracht

• Bestuderen filmpjes:

- Conflicthantering: http://www.medischevervolgopleidingen.nl/rubrieken/algemene- competenties-canbetter/medisch-leiderschap-in-de-vervolgopleiding/onderwerpen- medisch-leiderschap/omgaan-met-conflicten/ (7 min)

- Effectief Leiderschap: http://www.medischevervolgopleidingen.nl/rubrieken/algemene- competenties-canbetter/medisch-leiderschap-in-de-vervolgopleiding/onderwerpen- medisch-leiderschap/zeven-eigenschappen-van-effectief-leiderschap/ (3 minuten)

• Aan de hand van specifieke opdrachten doornemen van de CAO Huisartsenzorg, de Wet Poortwachter en personeelshandboek LHV (60 min)

• Aanleveren van vragen of actuele personeelsproblemen in de praktijk.

Toepassingsopdracht

Uitwerking van het hoofdstuk Personeel in het ondernemingsplan m.b.v. het aangeleverd format.

Docent(en)

• HRM-deskundige, LHV academie Petra van ter Horst

(27)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 27

MODULE 1 De praktijk centraal

Onderwijsdag 4: Leiding geven aan een project

Doelstelling

Voor het goed functioneren van een huisartsvoorziening is het belangrijk dat de diverse

werkprocessen efficiënt en doelmatig ingericht zijn. In feite is het optimaliseren van een werkproces het realiseren van een verandering, waarbij de huisarts de rol van projectleider vervult.

Aan het eind van de dag is de cursist:

 in staat om een werkproces te schrijven, analyseren en beoordelen

 in staat om het werkproces op een systematische wijze te verbeteren, met behulp van een aangereikte methodiek

 In staat om een verandering met zijn praktijkteam te realiseren.

Programma

09.00 – 12.30 uur 4A Projectmanagement 12.30 – 13.30 uur Lunch

13.30 – 16.45 uur 4B Serious gaming 1: Het opstarten van een praktijk

16.45 – 17.00 uur Afsluiten van de dag: toelichten van de toepassingsopdrachten en evaluatie en terugblik op de onderwijsdag

(28)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 28

4A: Projectmanagement

Onderwijsdag 4: Leidinggeven aan een project Tijdstip: 9.00 – 12.30 uur (3,5 uur)

Inleiding

In dit onderwijsprogramma wordt besproken hoe de huisarts leiding kan geven aan een

verbeterproject. Voor het goed functioneren van een huisartsvoorziening is het belangrijk dat de diverse werkprocessen efficiënt en doelmatig ingericht zijn. De cursisten leren een werkproces te beschrijven, te analyseren en te beoordelen. Daarnaast wordt de cursist een methodiek aangereikt waarbij het proces op systematische wijze verbeterd of opnieuw ontworpen kan worden. Hierbij sluiten we aan bij de methodiek van de NPA (NHG Praktijkaccreditering) welke op dag 1

geïntroduceerd is (zie ook 1D). Daarmee komen de belangrijkste principes van kwaliteitsbeleid dan ook nadrukkelijk aan bod.

In feite is het optimaliseren van een werkproces het realiseren van een verandering. Hierbij vervult de huisarts de rol van projectleider. Daarbij bewaakt hij dat er voldoende tijd voor het project wordt ingepland en dat het project volgens planning verloopt. Om een verbeterproject tot een succes te maken, is de huisarts in staat de medewerkers uit zijn praktijkteam te motiveren tot het leveren van een actieve bijdrage aan het realiseren van de verandering. Expliciet wordt bij deze module dan ook aandacht besteed aan de rol van projectleider en de veranderkundige aspecten van het realiseren van een verbetering met het praktijkteam.

Doelstelling De cursist:

• kan een werkproces beschrijven, analyseren en beoordelen

• is in staat om de voorwaarden voor verandering te onderzoeken en de haalbaarheid van de gewenste verandering na te gaan

• kan op systematische wijze een werkproces verbeteren of een werkproces herontwerpen

• heeft inzicht welke plek het verbeteren van werkproces inneemt in het kwaliteitssysteem van de NPA

• kent de belangrijkste principes van kwaliteitsbeleid

• heeft inzicht in de rol van projectleider

• is in staat om met zijn praktijkmedewerkers een verandering te initiëren en te realiseren Vereiste voorkennis

• Theorie en vaardigheden praktijkverbeterplannen en kwaliteitsbeleid zoals beschreven in de eindtermen en kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA’s) van de huisartsopleiding

• NPA Praktijkaccreditering Voorbereidingsopdracht

• Praktijkscan deel 4: In kaart brengen en beoordelen werkprocessen praktijk m.b.v. aangeleverd format (120 min)

• Op basis van het eerder in de PROFclass opgestelde jaarplan en/of NPA traject een gemotiveerde keuze maken voor een te veranderen werkproces (30 min)

Toepassingsopdracht

• Schrijven en uitvoeren verbeterproject voor het verbeteren of herontwerpen van een werkproces uit de eigen praktijk (bv. in kader NPA of alternatief accreditatietraject van de praktijk) (120 min)

(29)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 29 Docent(en)

• Rolmodel huisarts via NPA Leermiddelen

• …

(30)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 30

4B: Serious Gaming 1 - Het opstarten van een praktijk

Onderwijsdag 4: Leidinggeven aan een project Tijdstip: 13.30 – 16.45 uur (3,25 uur)

Inleiding

Dit cursusonderdeel is een interactieve leeromgeving waarin de cursisten in de vorm van een spel op virtuele wijze een eigen praktijk overnemen, opstarten en inrichten. De opzet is 4 ronden te spelen met 8 teams van 2 personen. De teams werken aan hun ondernemingsmodel en business case in een eigen ‘besloten’ ruimte. De feedback die zij krijgen op basis van het referentiemodel door de

spelleiding vindt plenair plaats en wordt plenair besproken. De leercyclus die hiermee wordt bereikt is dat de teams ook van elkaars inzichten en beslissingen leren.

Doelstelling

De cursisten zijn in staat om de theorie van de tot nu toe gevolgde onderwijsprogramma’s integraal in een virtuele omgeving toe te passen.

Vereiste voorkennis

• Dag 1 t/m 4 van module 1 (inclusief voorbereidings- en toepassingsopdrachten) Voorbereidingsopdracht

• Geen

Toepassingsopdracht

• Geen Docent(en)

• …

Leermiddelen

• Serious Gaming

(31)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 31

MODULE 2 Monodisciplinaire samenwerking: huisartsensamenwerkingsverband

Onderwijsdag 1: Het huisartsensamenwerkingsverband

Op basis van de toekomstvisie 2022 van het LHV en de NHG wordt van huisartsen verwacht dat zij vanuit lokale samenwerkingsverbanden van huisartsenpraktijken hun krachten bundelen. Op die manier is het mogelijk generalistische medische zorg dicht bij huis voor alle mensen te leveren en daarmee tegemoet te komen aan de continue groeiende en veranderende zorgvraag.

Module 2 bereidt de cursist voor op het functioneren in een huisartsensamenwerkingsverband (HAS), voorheen huisartsengroep (HAGRO) genoemd. In deze opleiding spreken wij hierbij over een monodisciplinaire samenwerking.

Doelstelling

Aan het eind van de dag heeft de cursist:

• goed inzicht in de externe factoren die de aanleiding zijn van het ontstaan van huisartsensamenwerkingsverbanden (HAS)

• goed inzicht in de persoonlijke belangen en motieven voor het aangaan van een HAS

• een persoonlijke visie op het functioneren van de eigen praktijk in een HAS

• kennis van de organisatorische aspecten van het besturen van een HAS

• competenties verdiept op het gebied van medisch leiderschap die cruciaal zijn voor het functioneren in een HAS.

Programma

09.00 – 10.45 uur 1A Extrinsieke en intrinsieke motieven voor het aangaan van een huisartsensamenwerkingsverband

10.45 – 11.00 uur Pauze

11.00 – 12.30 uur 1B Missie/visie HAS :gezamenlijke visie versus praktijk/persoonlijke visie.

12.30 – 13.30 uur Lunch

13.30 – 14.45 uur 1C Besturen: taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, portefeuilleverdeling

14.45 – 15.00 uur Pauze

15.00 – 16.45 uur 1D Besturen: functioneren in samenwerkingsverband

16.45 – 17.00 uur Afsluiten van de dag: toelichten van de toepassingsopdrachten en evaluatie en terugblik op de onderwijsdag

(32)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 32

1A: Extrinsieke en intrinsieke motieven voor het aangaan van een

huisartsensamenwerkingsverband

Onderwijsdag 1: Het huisartsensamenwerkingsverband Tijdstip: van 09.00 tot 10.45 uur (1,75 uur)

Inleiding

De Nederlandse gezondheidszorg verandert continu waarbij er ook sprake kan zijn van ingrijpende veranderingen. Om de huisartsenpraktijk op een toekomstbestendige manier te organiseren, is een goed inzicht in deze ontwikkelingen noodzakelijk. Hierbij is het specifiek van belang om een goed inzicht te hebben in de ontwikkelingen bij de belangrijkste kernpartners. We starten deze module dan ook met de uitbreiding van de analyse van de externe omgeving. In module 1 is ingezoomd op de kenmerken van de patiëntenpopulatie van de eigen praktijk. In deze module wordt onder andere stilgestaan bij de ontwikkelingen van de belangrijkste kernpartners welke de monodisciplinaire samenwerking stimuleren. Daarnaast onderzoeken cursisten hun interne motieven om een

monodisciplinaire samenwerking aan te gaan. Aan de hand van ketenzorg en de rol van de zorggroep wordt de centrale vraag belicht waar huisartsen elkaar kunnen versterken en nodig hebben.

Doelstelling De cursist:

• heeft inzicht in de ontwikkelingen bij de belangrijkste kernpartners; paramedici binnen de eerstelijn, tweede lijn/ziekenhuizen, zorgverzekeraars, gemeenten

• kent de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van de ketenzorg en de rol van de zorggroep (segment 2)

• heeft zicht op de gevolgen van deze ontwikkelingen voor de eigen huisartsenpraktijk en het HAS

• weet de eigen interne motieven voor het aangaan van een HAS.

Voorbereidingsopdracht

• Bestuderen van de belangrijkste ontwikkelingen rond de eerstelijns zorg (30 minuten):Toekomstvisie huisartsenzorg LHV/NHG

• Trends in zorg (Rabobank, trendwatcher)

• Hoofdstuk 1-3 van boek “Zo werkt de zorg in Nederland”

• Het maken van een SWOT analyse van het huisartsensamenwerkingsverband rond de eigen praktijk (60 min)

• Meenemen: beschrijving huidige organisatie ketenzorg (welke samenwerkingspartners, structuur, financiering, etc.) (15 minuten).

Toepassingsopdracht

• Aanvullen van het ondernemingsplan met behulp van het daarvoor aangereikte format

• Uitwerken van de omgevingsanalyse (Destep, stakeholdersanalyse) Docent(en)

• Directeur Argumentenfabriek?

(33)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 33

1B: Missie/visie op monodisciplinaire samenwerking

Onderwijsdag 1: Het huisartsensamenwerkingsverband Tijdstip: van 11.00 tot 12.30 uur (1,5 uur)

Inleiding

Ook in deze module wordt het waardebod-model als uitgangspunt gehanteerd. Na de verkenning van de externe omgevingen interne motieven worden de opgedane inzichten vertaald in een waardebod voor de monodisciplinaire samenwerking. De cursisten bepalen hun positie met betrekking tot het aangaan van een huisartsensamenwerkingsverband. Wat voor samenwerkingspartner wil de praktijk zijn voor haar belangrijkste kernpartners? Welk zorgaanbod belooft de praktijk haar patiënten? Voor welke dienstverlening is het zinvol om deze vanuit een HAS als shared service te organiseren? De cursisten formuleren een persoonlijke visie op de monodisciplinaire samenwerking voor het waarmaken van deze beloften. Een belangrijke aspect hierbij is het bepalen van de functie van het samenwerkingsverband, bijvoorbeeld; afspraken maken met zorgverzekeraar, facilitaire

ondersteuning (bijv. administratie, personeelszaken, huisvesting, ICT, etc.) en een consistent kwaliteitsbeleid. Aan de hand van praktijkvoorbeelden wordt geïllustreerd op welke wijze de gezamenlijke visie richting geeft aan de multidisciplinaire samenwerking.

Doelstelling De cursist:

• is in staat om de ontwikkelingen in de externe omgeving van de eigen praktijk te vertalen in een visie op monodisciplinaire samenwerking

• is in staat om de functie van het samenwerkingsverband te bepalen en te benoemen

• kan positie kiezen in het proces van het vormen van een HAS; verhouding tussen zijn persoonlijke visie versus gezamenlijke visie, committeren aan gezamenlijke visie, het maken van een keuze (wanneer doe ik wel/niet mee).

• weet op welke wijze een gezamenlijke visie richting geeft aan het HAS.

Voorbereidingsopdracht

• n.v.t.

Toepassingsopdracht

• Aanvullen van het ondernemingsplan:

• Uitwerken van de visie op monodisciplinaire samenwerking Docent(en)

• Ger Plat

(34)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 34

1C: Besturen: taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, portefeuilleverdeling

Onderwijsdag 1: Het huisartsensamenwerkingsverband Tijdstip: van 13.30 tot 14.45 (1,25 uur)

Inleiding

Als functies van een huisartsensamenwerkingsverband bepaald zijn, is de volgende stap het ontwerpen en organiseren van het samenwerkingsverband. In dit programma krijgen de cursisten kennis en vaardigheden aangereikt om hieraan hun bijdrage te leveren waarbij het accent ligt op het besturen van een organisatie. Eerst wordt ingegaan op de ‘harde kant’; structuren en processen (o.a.

hoe verdelen we de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden). Aansluitend wordt in programma 1D stilgestaan bij de ‘zachte aspecten’ van samenwerking.

Doelstelling De cursist:

• heeft inzicht hoe een HAS ontworpen en ingericht kan worden

• heeft inzicht in de besturing van een samenwerkingsverband (zowel van een HAS als ook het besturen van een huisartsenmaatschap)

• is in staat taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een samenwerkingsverband te definiëren

• weet op welke wijze besluitvorming georganiseerd kan worden.

Voorbereidingsopdracht

• Bekijken filmpjes ‘Succesvol samenwerken’:

o Succesvol samenwerken deel : https://www.youtube.com/watch?v=cTgcy6sekzY o Succesvol samenwerken deel 2: https://www.youtube.com/watch?v=vmVNetqzJ1w

• Bekijken filmpje ‘Omgaan met conflicten’:

http://www.medischevervolgopleidingen.nl/rubrieken/algemene-competenties- canbetter/medisch-leiderschap-in-de-vervolgopleiding/onderwerpen-medisch- leiderschap/omgaan-met-conflicten/

Toepassingsopdracht

• <nog uit te werken>

Docent(en)

• …

(35)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 35

1D: Besturen/functioneren in samenwerkingsverband

Onderwijsdag 1 Het huisartsensamenwerkingsverband Tijdstip: van 15.00 tot 16.45 uur (1,75 uur)

Inleiding

Nadat in het vorige onderwijsprogramma de ‘harde kant’ belicht is, wordt nu stilgestaan bij de

‘zachte’ aspecten. Welke eisen op het gebied van medisch leiderschap worden er aan een huisarts gesteld in een monodisciplinaire samenwerking? Thema’s die aan bod komen zijn: autonomie versus commitment, invloed uitoefenen/onderhandelen met collega’s en externen, omgaan met conflicten.

Naast de werkstijlen methodiek (Disc) uit programmaonderdeel 1E van module 1 wordt met behulp van theoretische modellen uit o.a. de organisatiepsychologie inzicht gegeven en geoefend welke persoonlijke kwaliteiten de cursist kan inzetten voor een succesvolle samenwerking.

Doelstelling De cursist:

• weet hoe hij invloed kan uitoefenen in een samenwerkingsrelatie

• kent de invloed van de eigen werkstijl en weet hoe rekening te houden met de werkstijl van de ander

• weet hoe (het verschil in) werkstijlen een onderhandelingssituatie beïnvloeden

• is zich bewust van het dilemma ‘autonomie versus commitment’ en is in staat hier positie in te kiezen

• heeft zicht op welke persoonlijke kwaliteiten ingezet kunnen worden voor een succesvolle samenwerking.

Voorbereidingsopdracht

• Bestuderen artikel ‘Succesvol samenwerken; een kompas en aanbevelingen voor betekenisvolle interactie’, Robin Bremekamp, Edwin Kaats, Wilfrid Opheij en Irma Vermeulen

• Opfrissen van het persoonlijke Disc-profiel

• Bekijken filmpjes vergaderen:

o Vergaderingen voorzitten - deel 1: Voorbereiding:

https://www.youtube.com/watch?v=qsBvYxO-P7Y

o Vergaderingen voorzitten - deel 2: Leiding geven aan de vergadering:

https://www.youtube.com/watch?v=Awf8FMVMMU8 o Vergaderingen voorzitten- deel 3: Lastige types:

https://www.youtube.com/watch?v=B8pZ3p6cq4o Toepassingsopdracht

• <nog uit te werken>

Docent(en)

• Ger Plat of een huisarts-rolmodel (bestuurlijk actieve huisarts in HAS)

(36)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 36

MODULE 2 Monodisciplinaire samenwerking: huisartsensamenwerkingsverband

Onderwijsdag 2: Operationele aspecten HAS

Om vanuit een HAS een gezamenlijk zorgaanbod te realiseren en bepaalde bedrijfsprocessen (shared services) gezamenlijk te organiseren, is het essentieel om goed zicht te hebben op de financiële, fiscale, juridische en operationele aspecten van een succesvolle samenwerking. Naast de invloed van deze aspecten op het functioneren van de HAS, worden de operationele gevolgen voor de eigen praktijkorganisatie, bijvoorbeeld op het gebied van ICT of personeelsbeleid, verkend.

Doelstelling

Aan het eind van de dag heeft de cursist:

• inzicht in de operationele aspecten van een HAS: financieel, fiscaal, juridisch en operationeel

• inzicht in de (operationele) gevolgen van participatie in een HAS voor de eigen praktijk

Programma

09.00 – 12.30 uur 2A: Operationeel management huisartsensamenwerkingsverband (inclusief financieel management)

12.30 – 13.30 uur Lunch

13.30 – 16.45 uur 2B: Serious Gaming 2

16.45 – 17.00 uur Afsluiten van de dag: toelichten van de toepassingsopdrachten en evaluatie en terugblik op de onderwijsdag

(37)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 37

2A: Hoe organiseren we een samenwerkingsverband? Operationeel management van het has

Onderwijsdag 2: Operationele aspecten van het HAS Tijdstip: van 09.00 tot 12.30 uur (3,5 uur)

Inleiding

‘Alleen gaat het sneller, samen komen we verder’

De ontwikkelingen rond de eerstelijns gezondheidszorg vereisen dat de praktijk van de cursist zal toetreden tot een monodisciplinair samenwerkingsverband.

Dergelijke samenwerkingsverbanden hebben veelal twee doelstellingen:

• het realiseren van een gezamenlijk zorgaanbod

• het gezamenlijk organiseren van bepaalde bedrijfsprocessen (shares services).

De praktijkhouder zal in het traject, waarin deze samenwerking wordt voorbereid, in staat moeten zijn om positie te kiezen. Hij zal een volwaardig gesprekspartner moeten zijn voor zijn collega’s.

Hiervoor heeft hij een goed beeld nodig van wat er komt kijken om bij het organiseren van

samenwerkingsverband; wat maakt dat het succesvol is? In dit programmaonderdeel verkennen we de operationele aspecten van een monodisciplinaire samenwerking aan de hand van een veel voorkomende activiteit in het gezamenlijke zorgaanbod; horizontaal doorverwijzen.

We krijgen hiermee zicht op financiële, fiscale, juridische en operationele aspecten van een

succesvolle samenwerking. Vervolgens verkennen we de gevolgen voor de eigen praktijkorganisatie (wat betekent de samenwerking voor de werkprocessen in de praktijk, bijvoorbeeld op het gebied van ICT).

Doelstelling De cursist:

• heeft zicht op de belangrijkste organisatorische voorwaarden voor een succesvol samenwerkingsverband

• heeft een overzicht van bedrijfsprocessen die gezamenlijk opgepakt kunnen worden (shared services) en heeft handvatten om deze vorm te geven

• kan de operationele consequenties van een gezamenlijk zorgaanbod planmatig organiseren

• is voorbereid gesprekspartner te zijn in het (voorbereidings)traject van een monodisciplinaire samenwerking

• kent de financiële, juridische, fiscale en operationele aspecten van een monodisciplinaire samenwerking.

Voorbereidingsopdracht

• Bestuderen literatuur (Boek ‘Eerste hulp bij Samenwerken, 40 modellen voor succesvol samenwerken’)

Toepassingsopdracht

• Uitwerking onderdeel ‘Monodisciplinaire samenwerking’ in het eigen ondernemingsplan Docent(en)

• Ninon Higham, huisarts te Zwolle, Projectleider ‘Horizontaal doorverwijzen’

(38)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 38

2B: Serious Gaming 2

Onderwijsdag 2: Operationele aspecten van het HAS Tijdstip: van 13.30 tot 16.45 uur (3,25 uur)

Inleiding

Doelstelling

De cursisten zijn in staat om de theorie van de tot nu toe gevolgde onderwijsprogramma’s integraal in een virtuele omgeving toe te passen.

Vereiste voorkennis

• Dag 1 t/m 4 van module 1 (inclusief voorbereidings- en toepassingsopdrachten) Voorbereidingsopdracht

• Geen

Toepassingsopdracht

• Geen Docent(en)

• …

Leermiddelen

• Serious Gaming

(39)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 39

MODULE 3 Multidisciplinaire samenwerkingsverbanden (geïntegreerde eerstelijnszorg)

Onderwijsdag 1: Samenwerken in de wijk

De recente ontwikkelingen in de gezondheidszorg, bijvoorbeeld de transitie van de zorg voor ouderen en jeugd naar de gemeente, geeft dat de zorg voor een grote en groeiende groep

kwetsbaren in de wijk steeds meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid is geworden van de eerste lijn en het sociale domein (gemeente en welzijn).

Door de schotten zowel binnen de gezondheidszorg ( 0e, 1e , 2e en 3e lijn) als tussen de andere domeinen (gemeente, welzijn) krijgen kwetsbare mensen in de huidige situatie veelal versnipperde zorg van veel verschillende instanties. Een mogelijk gevolg daarvan is dat het zorggebruik in de tweede lijn blijft toenemen. Op basis van het huidige strategische beleid van VWS is te verwachten dat de komende jaren veel zal gebeuren rond het thema ‘zorg in de buurt’. Van zowel zorg- als welzijnsorganisaties wordt gevraagd om door middel van multidisciplinaire samenwerking een bijdrage te leveren aan zinnige en zuinige zorg. Centrale vraag daarbij is hoe dit gaat gebeuren en wie daarin de regie neemt.

In deze module staan de ontwikkelingen op het gebied van geïntegreerde eerstelijnszorg en

multidisciplinaire samenwerking tussen cure, care en welzijn in de wijk centraal. Integrale zorg vraagt om een integrator, iemand die de regie neemt in de multidisciplinaire samenwerking. In deze module bereiden we de cursisten voor op deze wijkgerichte regisseursrol.

Op deze dag focussen we daarbij op de populatie in de wijk, identificeren we specifiek doelgroepen in de wijk en wordt geleerd op projectmatige wijze aan specifieke gezondheidsthema’s binnen deze subdoelgroepen te werken.

Doelstelling

Aan het eind van de dag heeft de cursist:

• kennis van de belangrijkste ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan ontwikkelingen op het gebied van geïntegreerde eerstelijnszorg (incl. Triple aim)

• kennis om subdoelgroepen te definiëren en te identificeren in de populatie van zijn wijk of praktijkgebied

• basiskennis op het gebied van projectmanagement

• kennis om een projectvoorstel op te stellen voor een wijkgericht, geïntegreerde eerstelijns zorgthema.

Programma

09.00 – 12.30 uur 1A. Populatiemanagement: subdoelgroepen in wijk 12.30 – 13.30 uur Lunch

13.30 – 16.45 uur 1B. Projectmanagement: het maken van een projectvoorstel

16.45 – 17.00 uur Afsluiten van de dag: toelichten van de toepassingsopdrachten en evaluatie en terugblik op de onderwijsdag

(40)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 40

1A: Populatiemanagement : subdoelgroepen in wijk

Onderwijsdag 1: Samenwerken in de wijk Tijdstip: van 09.00 tot 12.30 uur (3,5 uur) Inleiding

Ook bij deze module wordt het waardebod-model als leidraad genomen waarbij ook nu de eerste stap verdieping van de omgevingsanalyse is. We staan in dit programmaonderdeel stil bij de ontwikkelingen die van belang zijn bij geïntegreerde eerstelijnszorg, onder andere:

• Veranderingen in de stelselwetten van de gezondheidszorg

• Ontwikkelingen op gebied van de financiering van de zorg

• De transitie van zorg naar de gemeente

• Verplaatsing van zorg van de tweede naar de eerste lijn

• Aspecten en gevolgen van de participatiemaatschappij

Bij deze omgevingsanalyse wordt de methodiek van Triple Aim geïntroduceerd. Het kenmerk hiervan is het gelijktijdig realiseren van drie doelstellingen:

• Het verbeteren van de ervaren kwaliteit van de zorg

• Het verbeteren van de gezondheidszorg van een gedefinieerde populatie

• Het verlagen van de kosten per hoofd van de bevolking

Om deze doelstellingen te realiseren, is het belangrijk om een goed beeld te hebben van de populatie van het gebied en van specifieke doelgroepen daarbinnen. In het kader van populatiemanagement gaan we dan ook aan de slag met het definiëren en identificeren van de subdoelgroepen van de populatie van het gebied of wijk waarin de praktijk gevestigd is. Hierbij is het uitgangspunt het identificeren van risico’s in plaats van aandoeningen. Ook wordt breder perspectief op het begrip gezondheid als vertrekpunt genomen. De focus ligt, naast problematiek die met ziekte te maken heeft, vooral op welzijn, het bevorderen van gezondheid en het streven om mensen zo lang mogelijke zelfstandig te laten leven.

Doelstelling De cursist:

• kent de belangrijkste ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan de veranderingen in de gezondheidzorg (DESTEP)

• kent de nieuwe stelselwetten en de consequenties voor de eerstelijns gezondheidszorg

• kent de belangrijkste ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan ontwikkelingen op het gebied van geïntegreerde eerstelijnszorg

• kent de doelstellingen van de Triple Aim methodiek

• heeft zijn mening gevormd over het bredere perspectief op het begrip gezondheid, op basis van het voorbeeld Positieve Gezondheid

• is in staat subdoelgroepen te definiëren en te identificeren in de populatie van zijn wijk of gebied

• is in staat om subpopulatie-doelen te definiëren

• heeft een goed beeld van het lokale netwerk.

(41)

Module 1 tot en met 3 (versie 20160626) Pagina 41 Voorbereidingsopdracht

• Doornemen stukken Jan van Es over geïntegreerde eerstelijnszorg en Triple Aim (White papers)

• Meenemen: wijkscan ROS

• Wijzigingen in de stelselwetten zorg (Zo werkt de zorg in Nederland (hoofdstuk 4-5), VvAA i.s.m.

Argumentenfabriek)

• Nagaan gemeentelijk gezondheidsbeleid, rol gemeente jeugdzorg/WMO/participatiewet Toepassingsopdracht

Tijdens het onderwijs gaat de cursist aan de slag met het 7 stappenplan voor een Triple Aim-project van Jan van Es:

• Het identificeren en definiëren van subdoelgroepen in de populatie van de praktijk.

• Het prioriteren van een (subpopulatie)doelgroep.

• Het formuleren van een subpopulatie doel

• Het analyseren van het lokale netwerk

• Inventariseren van interventies (deze beperken zich dus niet tot huisartsenzorg-domein) De uitwerking van deze opdracht is de voorbereiding voor programmaonderdeel 1B; het maken van een projectvoorstel.

Docenten

• Mark Bruynzeels, Docent van Jan van Es Instituut?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Optimale behandeling is echter niet altijd mogelijk, waardoor er toch symptomen van androgeen- overschot (bijvoorbeeld hirsutisme, acne of een onregel- matige cyclus) kunnen

• Myelodysplastisch Syndroom en Acute Myeloïde Leukemie Wanneer patiënten met AA alleen met immunosuppressieve therapie zijn behandeld, wordt bij 19% na een follow-up van 10

• Behandeling en begeleiding Revalidatie-instellingen met ervaring in neuromusculaire aandoeningen en ataxie van Friedreich.* Deze centra hebben multidisciplinaire teams

- Valpreventie: niet alleen door de ataxie, maar ook door de andere symptomen vallen patiënten met ADCA vaak of kunnen zij bijvoorbeeld makkelijk hun enkels verzwikken..

In deze brochure worden drie bijnierziekten beschreven: de ziekte van Addison, het syndroom van Cushing en primair hyperaldosteronisme.. Na behandeling hebben deze ziekten

Dit kan echter wel gevolgen hebben voor familieleden, die hierdoor wellicht ook niet te weten komen dat zij het risico lopen mutatiedrager te zijn of die niet kunnen worden getest

Het Lynch syndroom is een zeldzame erfelijke aandoening, waarbij patiënten onder meer een sterk verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van een colorectaal carcinoom..

• Juveniele retinoschisis Patiënten en hun huisarts moeten zich bewust zijn van symptomen die kunnen wijzen op netvliesloslating: lichtflitsen en plotselinge gezichtsveld-