• No results found

Ruimtelijke Planning Stedenbouw Milieu Mobiliteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ruimtelijke Planning Stedenbouw Milieu Mobiliteit"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ruimtelijke Planning Stedenbouw Milieu Mobiliteit

Vaartlaan 28 bus 1, 9800 Deinze BTW : BE886.841.405

tel: 09/241.53.70 web: www.adoplan.be

fax: 09/241.53.79 e-mail: office@adoplan.be

Aanvullende nota bij de aanvraag ontheffing plan - MERplicht voor de aanvraag tot planologisch attest ‘Quintyn gebr. bvba’ te Zulte

Deze nota omvat een bijkomende verduidelijking en aanvulling naar aanleiding van de adviesverlening bij de screening van de milieu - effecten van de aanvraag tot planologisch attest

‘Quintyn gebr. bvba’ te Zulte.

Hierbij wordt verder ingegaan op het advies verleend door:

1) Provincie Oost-Vlaanderen;

2) Agentschap Ondernemen;

3) Departement mobiliteit en openbare werken.

Provincie Oost-Vlaanderen

De Provincie heeft de volgende bedenkingen m.b.t. de beschrijving van de mogelijke effecten op de ontwikkelingsopties op het leefmilieu:

- Pag. 16: er wordt ingegaan op de breedte van de aan te leggen groenbuffer, maar er wordt niets gesteld over de aard van de beplanting, de dichtheid en de hoogte ervan en het al dan niet groenblijvend karakter. Vermits het om een visuele buffer gaan zijn deze aspecten van belang;

- Pg. 17 en pg. 41: de tabel inzake de verwachte toename van de mobiliteit is niet geheel duidelijk. Er wordt in de tekst gesteld dat door de uitbreiding een toename van de mobiliteit wordt verwacht, maar dat deze beperkt blijft. De activiteit wordt niet als mobiliteitsgenererend aanzien. In de tabel staat evenwel aangegeven ‘bijkomend op koter termijn’. Het is onduidelijk of deze aantallen bovenop de bestaande aantallen komen dan wel of het de bedoeling was om hier het eindresultaat op het vak van mobiliteit –na uitbreiding- aan te geven;

- Het project behoort tot het afstroomgebied van de Leie en is niet gelegen in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied. Hoewel de provincie geen advies verlenende instantie is voor dit project in het kader van de watertoets raadt de dienst Integraal waterbeleid aan om bij de realisatie van verharde oppervlaktes van meer dan 1.000m², bovenop de geldende verordening meer gebiedsgerichte maatregelen te nemen om het effect van deze grote verhardingen te milderen en zo de (versnelde) afvoer naar de waterlopen te vermijden of te beperken. Deze maatregelen houden rekening met de terreinkenmerken (bodemtextuur en grondwaterstand), de overstromingsgevoeligheid van het stroomgebied en de omvang van de verharding. Ze worden opgesomd in het provinciaal beleidskader.

Antwoord

- De groenbuffer dient te bestaan uit een doorlopende combinatie van hoogstammen en struiken. De heesters, struiken en bomen moeten streekeigen zijn.

Het plan zal moten voldoen aan de stedenbouwkundige verordening tot integratie van bedrijfsgebouwen in het landschap van de gemeente Zulte.

- De tabel geeft het eindresultaat mee, dus het totaal aantal voertuigbewegingen na realisatie van het project. Na realisatie van het project zullen er dus in totaal 44

(2)

Ruimtelijke Planning Stedenbouw Milieu Mobiliteit

Vaartlaan 28 bus 1, 9800 Deinze BTW : BE886.841.405

tel: 09/241.53.70 web: www.adoplan.be

fax: 09/241.53.79 e-mail: office@adoplan.be

personenwagenbewegingen, 12 lichte vracht bewegingen en 4 zware vrachtbewegingen plaats vinden.

- Onderhavig project voorziet in een bijkomende verharde en bebouwde oppervlakte van ca.

550 m². In totaal zal er op de site meer dan 1.000 m² bebouwd en verhard zijn (zoals nu reeds het geval). De uitbreiding van het bedrijfsgebouw vindt plaats op een reeds bestaande verharde (en bebouwde) ruimte. De herinrichting van de parking wordt voorzien op een grotendeels verharde grond (steenslag en asfalt verharding). Er wordt geen noemenswaardige verminderde infiltratie van water in de bodem verwacht waardoor het water niet versneld zal afstromen naar de riolering. Bij onderhavig plan zal rekening gehouden worden met het provinciaal beleidskader inzake de watertoets.

Agentschap Ondernemen

Het Agentschap Ondernemen heeft de volgende bedenkingen m.b.t. de beschrijving van de mogelijke effecten op de ontwikkelingsopties op het leefmilieu:

- Conform het DABM bevat een verzoek tot raadpleging ook een alternatievenoverweging die in het document niet voorzien is, enkel een nulalternatief wordt weergegeven;

- Het plan geeft niet weer waar watervoorzieningen (opvang en infiltratie van hemelwater) zullen worden voorzien, waar ook ruimte moet voor zijn op langere termijn bv. bij vervanging en aanpassing huidige verharde en bebouwde oppervlaktes. Ons inziens lijkt o.w.v. deze eventuele nood op langere termijn maar ook bv. mogelijke uitbreiding/flexibiliteit op langere termijn het wenselijk om westelijk iets meer bij het plangebied te betrekken – wat evenwel in theorie ook kan bij opmaak van het RUP, maar er dan meer terughoudendheid kan zijn omdat het niet was opgenomen in het planologisch attest;

- De centrale conclusie is per discipline dat er geen significante milieueffecten zijn, in die zin wordt ook beter niet gesproken over ‘milderende’ maatregelen maar beter over maatregelen/suggesties die het plan milieuvriendelijker kunnen maken. Toepassen van regelgeving is geen maatregel (cf groen in overeenstemming met stedenbouwkundige verordening). Ons insziens is geen enkele maatregel inzake landschap en erfgoed een suggestie om het plan milieuvriendelijker te maken: ofwel is het toepassen van regelgeving, is het plan zo opgevat of is het een beoordeling van een effect. Gezien er geenszins sprake is van enige kwetsbaarheid inzake water zien wij niet in waarom beperkte? (waarom enkel bij beperkte…) reliëfwijzigingen moeten worden gecompenseerd om het waterbergend (er is geen enkele sprake van overstromingsmogelijkheden) vermogen niet in het gedrang te brengen.

- Wat betreft bodemverontreiniging wordt verwezen naar een opgemaakt OBO, echter ontbreekt vooral een conclusie: is er bodemverontreiniging aangetroffen? Moet worden gesaneerd? Indien verontreiniging is aangetroffen, met welke oorzaak, zal/hoe zal dit in de toekomst worden vermeden?

- In 5.1.2. wordt bij water gesteld dat het terrein in hoofdzaak feitelijk en juridisch een gebied is ifv bedrijvigheid cf. de bestemmingsplannen. Echter de bestemming is in hoofdzaak woon- en agrarisch gebied. Het juridisch bestaan van de bedrijvigheid volgt in hoofdzaak uit de verkavelings- en stedenbouwkundige vergunningen.

- Qua mobiliteit wordt enkel verwezen naar motorvoertuigverkeer: niet naar mogelijkheden of beperkingen te voet, per fiets, per openbaar vervoer (ligt midden in de kern, ligt op ongeveer 220 m van een bushalte, langs een bovenlokaal functioneel fietspad). Agentschap Ondernemen vraagt zich af of 1 in- en 1 uitrit, met een interne verbinding tussen noordelijk en zuidelijk deel mobiliteitstechnisch niet beter zou scoren.

(3)

Ruimtelijke Planning Stedenbouw Milieu Mobiliteit

Vaartlaan 28 bus 1, 9800 Deinze BTW : BE886.841.405

tel: 09/241.53.70 web: www.adoplan.be

fax: 09/241.53.79 e-mail: office@adoplan.be

Antwoord

- Het betreft een historisch gegroeid bedrijf waardoor een alternatievenonderzoek hier niet aan de orde is;

- Dit werd besproken in het antwoord van de provincie. Het bedrijf heeft geen uitbreidingsvraag op lange termijn;

- Bij de milderende maatregelen werd duidelijk gesteld dat het om suggesties gaat om het plan meer milieuvriendelijk te maken en het dus niet gaat om milderende maatregelen die noodzakelijk zijn om te vermijden dat het plan een aanzienlijk negatief effect kan hebben.

Gezien detaillering van de groenbuffer (zie antwoord provincie) gaat het hier wel degelijk om een verdere ‘milieuvriendelijkheid’ dan de van toepassing zijnde verordening. Het compenseren van beperkte reliëfwijzigingen is strikt gezien niet noodzakelijk maar werd opgenomen onder de milderende maatregelen omdat het juist een maatregel betreft om het plan meer milieuvriendelijk te maken.

- Er is geen bodemverontreiniging aangetroffen. Een conclusie van dit onderzoek zit in bijlage bij deze motivatienota;

- Zoals opgenomen in de screening (pg 21) is de bedrijvigheid idd. verankerd door de verkavelingsvergunning;

- Het bedrijf situeert zich idd. in de kern, op 220m van een bushalte en langsheen een bovenlokaal functioneel fietspad. Binnen het plan zal er ruimte voorzien worden voor het plaatsen van een ruime fietsenstalling. Een interne verbinding met 1 inrit en 1 uitrit is technisch gezien onmogelijk gezien de noordelijke toegang enkel voor autoverkeer toegankelijk is en de tuin behouden blijft. De noordelijke toegang is te smal is voor vrachtverkeer. Een interne verbinding met 1 inrit en 1 uitrit is dus technisch gezien onmogelijk.

Mobiliteit en openbare werken

Het departement MOW had de volgende bedenkingen:

- De focus werd alleen gelegd op de autobereikbaarheid. In het voorliggende plan is het bereikbaarheidsprofiel voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer niet bekeken;

- Het is wenselijk om ruimte te voorzien voor een fietsenstalling.

Antwoord

- Het bedrijf situeert zich in de kern, op 220m van een bushalte en langsheen een bovenlokaal functioneel fietspad.

- Binnen het plan zal er ruimte voorzien worden voor het plaatsen van een ruime fietsenstalling.

(4)
(5)
(6)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

C4 R ECHT OP VOORKOOP IN HET KADER VAN HET DECREET RUIMTELIJKE ORDENING Het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) is bevoegd voor het bijhouden en de bekendmaking

C4 R ECHT OP VOORKOOP IN HET KADER VAN HET DECREET RUIMTELIJKE ORDENING Het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) is bevoegd voor het bijhouden en de bekendmaking

Wat betreft de inlichtingen vastgoed vestigen wij er uw aandacht op dat de gegeven inlichtingen verstrekt worden op basis van de actuele gegevens welke ons heden

van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is het college van burgemeester en schepenen verantwoordelijk voor de overeenstemming van het plannenregister met de stukken

Dit betreft slechts 1 van de 2 documenten van het uittreksel en dient steeds samen bekeken te worden met document 2 Vastgoedinformatie...

van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is het college van burgemeester en schepenen verantwoordelijk voor de overeenstemming van het plannenregister met de

: Neen Datum van de beslissing van de deputatie over het beroep : Aard van de beslissing van de deputatie over het beroep : Werd een rappelbrief verstuurd door de aanvrager.. :

: Neen Datum van de beslissing van de deputatie over het beroep : Aard van de beslissing van de deputatie over het beroep : Werd een rappelbrief verstuurd door de aanvrager.. :