• No results found

VERZONDEN 0 2 APR. 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VERZONDEN 0 2 APR. 2020"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Habra Dairy Farms De heer W. Habraken Garststraat 4

5368 U HAREN

Brabantlaan l Postbus 90151

5200 MC 'sHertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 680 76 80 www.brabant.nl

IBAN NL861NGB0674560043

VERZONDEN 0 2 APR. 2020

Onderwerp

Besluit toepassen hardheidsclausule Beleidsregel natuurbescherming

Bereikbaarheid

openbaar vervoer en fiets:

www.brabant.nl/route

Ons kenmerk C2260224/4664254

Geachte heer Habraken,

Op

27

februari

2020

hebben wij uw verzoek, door tussenkomst van Geling Advies, ontvangen om de hardheidsclausule van de Beleidsregel

natuurbescherming Noord-Brabant (hierna: Beleidsregel) toe te passen voor de melkveehouderij aan de Garststraat 4, 5368 U te Haren. Het verzoek is gedaan om in afwijking van artikel

2.6

lid

5

van de Beleidsregel uit te mogen gaan van de vergunde situatie in de referentiesituatie in plaats van de feitelijk gerealiseerde capaciteit.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant (hierna: GS) zijn op basis van artikel

2.10

van de Beleidsregel bevoegd om in individuele gevallen bepalingen vastgesteld bij of krachtens de Beleidsregel buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken. Dit onder de voorwaarde dat de onverkorte toepassing van de Beleidsregel voor een

of

meer belanghebbenden gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met deze Beleidsregel te dienen doelen en de afwijking zo min mogelijk afbreuk doet aan het doel om N- depositie te reduceren.

Overwegingen

Op

1

februari

2019

heeft u een aanvraag omgevingsvergunning voor de wijziging van uw melkveehouderij, met het onderdeel natuur ingediend (OLO kenmerk:

4182979).

De gemeente heeft ons hiervoor om een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) op grond van de Wet natuurbescherming gevraagd.

U

heeft deze aanvraag ingediend op het moment dat het Programma Aanpak Stikstof (verder: PAS) nog in werking was. Op

29

mei

2019

heeft de Raad van State geoordeeld dat het PAS niet als toestemmingsbasis gebruikt mag worden voor activiteiten. Op dat moment was nog geen besluit genomen op uw aanvraag. Door het ontbreken van toetsingskaders heeft de behandeling van de vvgb hierdoor vanaf dat moment stilgelegen.

(2)

Op ll oktober 2019 traden de provinciale regels over salderen, zoals opgenomen in de Beleidsregel in werking. De Beleidsregel is vervolgens gewijzigd en op l3 december 2019 in werking getreden. Aanvragen zijn vanaf het moment van inwerkingtreden van de Beleidsregel weer opgepakt.

Lopende aanvragen en daarmee ook uw verzoek om vvgb dienen getoetst te worden aan de regels zoals opgenomen in deze Beleidsregel.

In artikel 2.6 lid 5 staat omschreven dat als uitgangspunt voor de beoordeling van de uitgangssituatie alleen gebruik wordt gemaakt van de in de toestemming opgenomen N-emissie in de referentiesituatie, voor zover de capaciteit

aantoonbaar feitelijk is gerealiseerd. In artikel 2.6 lid 6 staat uitgewerkt wat wordt verstaan onder feitelijk gerealiseerd. In uw situatie zal het daarbij gaan om de op het moment van indienen van de aanvraag op grond van een toestemming volledig opgerichte stallen.

U beschikt over een vergunning Wet natuurbescherming d.d. 26 juni 2015 (kenmerk: C2066509/15177). Deze vergunning heeft betrekking op het houden van 300 melkkoeien en 140 stuks jongvee verdeeld over een drietal stallen en iglo's met een totale emissie van 3.706 kg NH3/jaar. Binnen de verleende vergunning is sprake van het oprichten van een nieuwe stal. Deze stal is aangegeven als

stal

4 in de vergunning en is tot op heden niet opgericht.

De stal is vergund voor het houden van de 300 melkkoeien op het stalsysteem A1.15 met een emissiefactor van 10,3 kg NH3/dier/jaar en daarmee een totale emissie van 3090 kg NH3/jaar.

In uw huidige aanvraag van l februari 2019 vraagt u een wijziging aan. Deze aanvraag heeft betrekking op het houden van 299 melkkoeien en 140 stuks jongvee verdeeld over 4 stallen met een totale emissie van 2.709 kg

NH3/jaar. De nog niet opgerichte stal 4 wordt gewijzigd aangevraagd en een stuk kleiner uitgevoerd dan eerder vergund. In deze stal zullen l56 melkkoeien gehouden worden op het stalsysteem Al .21 met een emissiefactor van 7 kg NH3/dier/jaar. Tevens zullen de overige melkkoeien ook op het stalsysteem A 1.21 gehouden worden. Al het jongvee wordt in strohokken gehouden waarmee alle stallen voldoen aan de huidige technische eisen zoals

opgenomen in bijlage 2 van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant.

Zonder verzoek tot wijzing zou u de situatie zoals vergund in de Wnb- vergunning van 26 juni 2015 mogen realiseren. Dit inclusief de nog niet gerealiseerde stal 4. De totale emissie zou daarmee op uw locatie uitkomen op 3.706 kg NH 3/jaar, met een bijbehorende maximale depositie van

0,73 mol N/ha/jaar op het Natura 2000-gebied Rijntakken. In de aangevraagde situatie is sprake van een totale emissie van 2.709 kg

NH3/jaar, met een bijbehorende maximale depositie van 0,52 mol N/ha/jaar op het Natura 2000-gebied Rijntakken. Daarmee is sprake van een

emissiedaling van 997 kg NH3/jaar.

(3)

Datum

31 maart 2020

Ons kenmerk

C2260224/4664254

De referentiesituatie van uw huidige aanvraag wordt bepaald door de aanwezige Wnb-vergunning uit 2015. Conform artikel 2.6 lid 5 van de Beleidsregel maakt de nog niet gerealiseerde stal geen onderdeel uit van de uitgangssituatie waarop vergunningverlening plaats kan vinden. Ook valt de nog niet gerealiseerde stal niet onder de uitzonderingsbepalingen zoals opgenomen onder artikel 2.6 lid 8.

Met gebruikmaking van de Beleidsregel zou uw uitgangssituatie bij

vergunningverlening uitkomen op 616 kg NH3/jaar (3.706 - 3090). U zou daarmee voor de ingediende aanvraag niet kunnen volstaan met intern salderen, maar zou u daarmee ook uw aanvraag moeten onderbouwen met extern salderen. Wat voor u in zou houden dat u om een vergunning te kunnen krijgen hiervoor stikstof van derden aan zou moeten kopen. Daarnaast zou u kunnen besluiten om de aanvraag in te trekken en alsnog de reeds vergunde stal zou kunnen realiseren met een totale uitstoot van in totaal 3.706 kg NH3/j0ar.

Conclusie

Gezien dat u stal 4 conform de reeds verleende vergunning zou kunnen realiseren, dat in de nieuwe aangevraagde situatie sprake is van een aanzienlijke verlaging van de emissie en daarmee depositie, alle stallen voldoen aan de huidige technische eisen zoals opgenomen in bijlage 2 van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, maar ook dat sprake zal zijn van een kleinere nieuwe stal achten wij het in dit geval niet wenselijk dat conform artikel 2.6 lid 5 uitgegaan moet worden van de gerealiseerde stallen.

Met gebruikmaking van de hardheidsclausule zullen wij daarom besluiten dat u voor deze aangevraagde wijziging uit mag gaan van de vergunde situatie zoals opgenomen in de Wnb-vergunning van 26 juni 2015. Dit besluit geldt alleen voor de nog af te geven vvgb horende bij de aanvraag om een omgevingsvergunning dd 1 februari 2019 (OLO kenmerk: 4182979) met de verdeling van dieren, dieraantallen en stalsystemen zoals opgenomen in de voorwaarden bij dit besluit.

(4)

Beschikking

Gelet op artikel 2.10 van de Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant besluiten Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de hardheidsclausule toe te passen om in afwijking van artikel 2.6 lid 5 van de Beleidsregel

natuurbescherming Noord-Brabant binnen de aangevraagde situatie in de vergunningaanvraag van

l

februari 2019 voor wijziging van een

melkveehouderij aan de Garststraat 4, 5368 U te Haren uit te mogen gaan van de gehele vergunde situatie zoals opgenomen in de vergunning Wet

natuurbescherming van 26 juni 2015 (kenmerk: C2066509 /15177).

Voorwaarden

Het project wordt gerealiseerd zoals opgenomen in de aanvraag van

februari 2019 (OLO kenmerk: 4182979), conform onderstaande verdeling van dieren, dieraantallen en stalsystemen:

RAV-code (BB of BWL) Diercategorie

r d

s

li 0 "C

a

3 M

r

z

I

A 1.21 (BWL 2013.01.V2)

I

A 1.21 (BWL 2013.01.V2)

I

A3.100

I

A 1.21 (B8WL 2013.01.V2)

melkkoeien

melkkoeien

vrouwelijk jongvee

melkkoeien

.., r z

iii

s

9

37 37

-

259

106 106

-

742

140 140

-

616

156 156

a

1092

2709.0

's-Hertogenbosch, 3l maart 2020

Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit,

namens deze,

f A.

.- +

ing. H.J. van Herk,

programmamanager Natuurontwikkeling

(5)

Datum

31 maart 2020

Ons kenmerk

C2260224/4664254

Bezwaar

Bezwaren tegen dit besluit kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Secretariaat van de hoor- en adviescommissie

Postbus 90151

5200 MC te 'S-HERTOGENBOSCH

Wij vragen u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord

"bezwaarschrift" te vermelden.

Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van een handtekening, naam en adres van de indiener, de dagtekening en ons kenmerk van het besluit. Ook dient u een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is en de gronden van het bezwaar hierin op te nemen.

Daarnaast vragen wij u vriendelijk om een kopie van dit besluit bij te voegen.

Kunt u ons ook uw telefoonnummer geven? De provincie kan dan, mocht dit nodig zijn, u bellen om samen de beste aanpak van behandeling van uw bezwaarschrift te bespreken.

Meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften vindt u op www.brabant.nl/bezwaar.

U kunt het secretariaat van de Hoor- en adviescommissie bereiken via telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 80 ene mailadres bezwaar@b rabant.nl.

Voorlopige voorziening

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamde "voorlopige voorziening" te vragen bij:

de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, sector Bestuursrecht, Postbus 70584, 520

l

CZ 's-Hertogenbosch.

Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om de bezwaren te behandelen en daarop een besluit te nemen. Voorwaarde om zo'n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van spoedeisend belang.

Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

(6)
(7)

Brabant",

Habra Dairy Farms, Garststraat 4 te Haren (C2260224)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant maken bekend dat zij, op 31 maart 2020 het verzoek van Habra Dairy Farms tot toepassing van de hardheidsclausule op grond van artikel 2.10 van de Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant, voor de wijziging van een melkveehouderij aan de Garststraat 4, 5368LJ te Haren hebben toegewezen.

Het besluit en de bijbehorende stukken kunt u opvragen bij de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN), Telefoonnummer (0485) 729 189.

Het besluit is digitaal op te vragen via e-mail info@odbn.nl of terug te vinden op de website www.brabant.nl/loket/verleende-vergunningen.

Het besluit ligt digitaal ter inzage van 3 april 2020 tot en met 14 mei 2020. Gedurende deze termijn kan tegen dit besluit bezwaar worden ingesteld door belanghebbenden.

Het bezwaarschrift moet worden gericht en gezonden aan het college van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant, Secretariaat van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 90151, 5200 MC 's-Hertogenbosch. Wij verzoeken u tevens om in de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden.

Dit besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, sector Bestuursrecht, postbus 90125, 5200 MA 's-Hertogenbosch.

Aan deze procedure is het kenmerk C2260224/4664254 gekoppeld. U dient bij correspondentie dit kenmerk te vermelden.

's-Hertogenbosch, april 2020

(8)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Pettemerduinen' (grenswaarde 0,05 mol/ha/jr) het projecteffect hoger is dan de voor dat gebied geldende grenswaarde, conform artikel 2.12 eerste en tweede lid

Na het ongeschikt maken van de verblijfplaatsen dient minimaal drie dagen - met gunstige weersomstandigheden voor de gewone dwergvleermuis (dit ter beoordeling van een deskundige) -

In het derde lid van artikel 20 URAWR is op grond van de delegatiebepaling in artikel 8, tweede lid, onderdeel b, AWR uitwerking gegeven aan de mogelijkheid voor de inspecteur om

Bij besluit van 18 mei 2005, , nr WVO 2934, heeft u aan ons een Wvo-vergunning verleend voor het storten van 10.000 kubieke meter baggerspecie afkomstig uit de haven van

Dit gedeelte ligt in het kanaal naar Hansweert de bekleding bestaat uit breuksteen. Er komt een goede bedekking van wieren voor maar de soortenrijkdom is matig. Voor herstel het

• Op tekening ZLRW 2005-01201 bij profiel11 en 12 staat dat boven NAP + 2,45 betonzuilen hoog 35 cm moeten worden aangebracht?. Op tekening ZLRW 2005-01213 en 01214 van

Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder d, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang

Onder verwijzing naar de activiteit Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan van deze beschikking merken wij op dat de omgevingsvergunning,