• No results found

VESTIGING DER HOLLANDERS OP CELEBES. - OORLOGEN MET DEN KONING VAN MARASSAR. - HET FORT ROTTERDAM ALDAAR.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VESTIGING DER HOLLANDERS OP CELEBES. - OORLOGEN MET DEN KONING VAN MARASSAR. - HET FORT ROTTERDAM ALDAAR."

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VAN MARASSAR. - HET FORT ROTTERDAM ALDAAR.

Weinig voorzeker vindt men tot nu toe in geschriften iets aangeteekend omtrent den aard der versterkingen, welke in on- derscheidene deelen onzer Indische bezit- tingen ons gezag verzekeren, en omtrent de bijzondere omstandigheden, geheel tot onze geschiedenis in die gewesten t'huis behoorende, onder welke de vestiging heeft plaats gehad. En nogtans is het wel der moeite waardig wat nader met eenige dier bezittingen bekend te worden, om de ge- schiedkundige herinneringen welke zich aan die vestiging verbinden, en tot een roemrijk tijdperk terugvoeren waarin onze dappere voorouders, trots mededinging van Portugezen en Engelschen en den hardnekkigen wederstand van Inlandsclie bevolkingen, op deze, door kracht van wapenen, eene blijvende overheersching wisten daar te stellen. In dien zin mogen dan ook welligt eenige bijzonderheden o'ïitrent het fort Rotterdam te Makassar — d6 grondsteen onzer vestiging op het eiland

^elebes, dat men zoo dikwerf den sleutel

van onze oostelijke bezittingen in den In- dischen archipel pleegt te noemen — als niet geheel van alle belang ontbloot, dei- vermelding waardig worden geacht.

4. D. N°. H.

Reeds lang voor dat de Hollanders eenig verkeer hadden met Celebes, waren de Portugezen, zich beijverende alom in Indië hunnen invloed te verspreiden , aldaar ge- vestigd, en men vindt aangeteekend dat zij dit eiland, van Ternate stevenende, tij- dens ANTONI DE GALVANO er hun Landvoogd was, in 1538 voor het eerst bezochten.

Het altijd gereede voorwendsel van verkon- diging der Christelijke leer door Priesters en Jesuilen, baande ook hier den eersten weg tot het aanknoopen van handelsbe- trekkingen. Zoo werd de vergunning ver- worven tot het stichten van kerken en het aanleggen van factorijen, terwijl het bouwen van forten voor derzelver bescherming hel overige deed om hen eenen vasten voet te doen verkrijgen in het gebied der Vorsten van Makassar. In 1607 bezocht de Hol- lamlsche Zeevoogd, COBNELIS MATELIEF, voor het eerst Celebes aan deszelfs zuidkust, en het van dezen togt overgebragle berigl naar Amboina, gaf aanleiding tot het aan- knoopen van belrekkingen met den Koning van Makassar, welke het aanleggen van een comptoir (kantoor) en loge, ten dienste van onzen met zijne onderdanen geopenden handel, ten gevolge had. Zoodanige neder-

1

(2)

482 zetting echter, blootgesteld aan de ijver- zuchtige mededinging der Portugezen, zonder bescherming van genoegzame ver- sterking om op eene blijvende wijze ontzag in te boezemen, terwijl de Hollaridsche vaartuigen sleehls nu en dan, voor zoo verre de handel en belangen van het comploir zulks vereischlen , aldaar hunne vlag lielen zien, kon op den duur geenen voldoenden waarborg van zekerheid en veiligheid op- leveren. De onbestendigheid en trouw- loosheid der Makassaarsche Vorsten deed dan ook gedurig den handel met moeije- lijkheden en belemmeringen gepaard gaan, waarbij liet bestaan zeil' van hel comploir gevaar liep, en zoo werd in 1618 de Hol- landsche loge op ecne verraderlijke wijze afgeloopen en de gelieele bemanning ver- moord. Zoodanige snoode en geweld- dadige schending van het vertrouwen op reeds gevestigde vriendschappelijke be- trekking, werd wel streng gewroken door het naar Makassar zenden van drie gewa- pende schepen, onder ARENT MAUTENSZOON , om hel gepleegde verraad te luchtige», waarbij levens het comptoir op den ouden voet werd hersteld; doch zoodanig even- tueel vertoon van magt kon slechls eene korlstondige schorsing in de gewone Irou- welooze handelingen der Makassaren ten gevolge hebben. De moeijelijkheden en dwarsdrijverijen van allerhanden aard, waaraan, behalve de Portugezen, de En- gelsehen, die ook hunne nederzelling te Mpkassar hadden, niet vreemd waren, herhaalden zich dan ook weldra, vooral onder den Koning SAMCONGKO, en zetleden zich voort onder zijn opvolger HASSAIHNODIN (1653), welke zich zelfs niet ontzag opcnt-

l i j k , door zijne vaartuigen en krijgsvolk, de van ons afvallige Hilloëzen op Amboina bij te staan.

Het rijk van Makassar wordt beschreven als destijds te zijn een der magtigsle en vermogendstc van Celebes, alom in den lu- dischen archipel uitgebreide handelsbetrek- kingen onderhoudende en lalrijke violen.

geducht door krijgslogten en zeerooverijen, overal langs de kusten van Java, Sumalra, Borneo enz., lol aan den vasten wal van Indié verloonende. Niet minder geducht aan land, hadden de Makassaren zich ecnen roem van krijgshallighcid en hardnekkige dapperheid verworven, welke hun steeds is bijgebleven en nog beden eene eerste plaats doel bekleeden onder de Iroepen uil inlandsche natiën gelrokken, welke bij de Nederlandst'h-lndische krijgsmagl zijn ingedeeld, (iedurig in oorlog met de na- burige rijkjcs, zouden de Vorsten van Makassar, in de krijgstoglen tol uitbrei- ding van hun grondgebied ondernomen, hun leger, de hulptroepen der leenpliglige staten daarbij gerekend, tot eene sterkte hebben opgevoerd van 80,000 man voet- volk en 12,000 ruiters; welke opgave niet als overdreven moet worden be- schouwd ., wanneer men in aanmerking neemt, dat genoegzaam de geheele man- nelijke bevolking, even als bij de Arabische stammen, ingeval van oproepingien oorlog, onder de wapenen kwam. Een in onze Indische bezittingen algemeen hooggeschat ras van paarden bezittende, bekend door vurig gestel en onvermoeidheid; door de gewoonte van het hert te paard te jagen — eene geliefkoosde nationale uitspanning, in hel binnenland op groote schaal hè-

(3)

dreven — lo! sloute ruiters gevormd en ge- meenzaam te paard , was hunne ruiterij, die veel had van die der ongeregelde Be- douïnen , niet hel minst te achten gedeelte hunner krijgsmagt; en nog heden worden voor onze artillerie in Indië, om die er- kende eigenschappen, de stukrijders bij uitsluiting uit de Makassaren getrokken, of de Boeginezen (bevolking van het Celebes- sche rijk Bonie of Boegie), gelijk men gebruikelijk is te zegeen. Het gebruik van geschut, zelfs van aanmerkelijk kaliber, was hun gemeenzaam, doch de slechte hoedanigheid van hel buskruid, 't welk zij zelve vervaardigden, onbekendheid mei alle gronden van rigling, en onhandigheid in doelmatig gebruik, maakten de uitwer- king er van weinig geducht. Langs de kust was bet gebied van Makassar door onderscheidene versterkingen bevestigd;

behalve eenige verschanste punten van inlandschen aanleg en minder aanbelang, kwamen daaronder, van het Zuiden naar het Noorden rekenende, in aanmerking;

het kasteel Panekoke, de stad en het kas- teel Samboepo, en hel kasteel Oedjong- Pandang of Joepandang (Kijkhoek), zoo als VALENTIJN ze in zijne «Beschrijvinge van Makassar» noemt. Samboepo was, als voorname haven en zeestad, als Ko- ninklijke verblijfplaats, de hoofdstad van bet rijk, waar zich alle bedrijvigheid van handel en scheepvaart vereenigde; 'l was hel naluurlijke aantrekkingspunt voor de vaartuigen der onderscheidene handeldrij- vende Europeschc naliën, als: Portugezen, Engelschen, Denen en Hollanders, welke, tijdelijk, of tol het tijdstip dat de laalsten uitsluitend bezitters werden, al hunne

kantoren en loges in de onmiddellijke na- bijheid gevestigd hadden. Bovendien had- den de Engelschen eenen korten tijd lang eene loge, hoogstens een musketschol benoorden het kasteel Oedjong-Pandang, dat sedert den overgang in onze banden het legenwoordige'forl Rotterdam is ge- worden.

FRANCOIS VALENTIJN, met zijne gewone uitvoerigheid en naauwgezetheid, geeft in zijne beschiïjvinge van Makassar (3" Deel, 2' Stuk) eene afbeelding van Samboepo, met onmiddellijk nabijgelegen hoofdslad en voorsteden, en met aanwijzing der loges van de onderscheidene Europesche natiën. Het kasteel of fort, aan de uitwa- lering der rivier Goa gelegen, al waar nog thans de fondamenten van rood gebakken steen aan den linker oever te herkennen zijn, was eene versterking met gemetseld muurwerk van vierkanten vorm en niet onaanzienlijken omtrek, aan de zeezijde met vier rondeelen of bolwerken voor- zien, waarvan twee met 15 stukken ge- schut gewapend. Inwendig bevatte het zooveel als een reduit, ook van bolwerks- vorm, waarin de vorstelijke woning, terwijl zich overigens in de tusschenruimle, tus- sehen fort en reduit, des Konings Messigit of Mahomedaansche tempel, zijn pakhuis, woningen voor de hofhouding, enz. be- vonden ; cenc verzameling van gebouwen uitmakende, welke al eenig denkbeeld kan geven van de uitgestrektheid der verster- king Samboepo. Wat deszelfs gewigt als veslingwerk betreft, VALENTUN kent het reeds weinig defensieve waarde toe, als:

«door de slegte order en kieyne weteii-

«schap van weinig gebruik, zijnde de

i*

(4)

484

«murasie ook zoo vervallen, dat dezelve

«niet alleen geen canon, maar ook geene

«houten rammen zoude konnen verdra-

«gen » Nogtans lag Samboepo, niettegenstaande zijn vervallen toestand, in vorm en aanleg, waarin de beginselen van onze permanente vestingbouw niet te mis- kennen waren, zoo geheel buiten het denk- beeld van versterkingskunst, den Makas- saren eigen, dat rnen hier van zelfs de behulpzame bouwmeestersliand van Por- tugezen moet erkennen; en hoewel, volgens de geschiedenis, Samboepo reeds in l o80 door de Makassaarsche Vorst PATTANG- ÜOEUN, of anders CHAIN CAROD, werd aan- gelegd , zoo laat zich althans aannemen, dat later eenc verbouwing en wijziging, volgens door Portugezen aangegeven denk- beelden, hebbc plaats gehad.

Tot bovengczegden slaat van zaken tusschen de Hollanders en den Koning vau Makassar terugkomende, de Gouverneur- Generaal en Raad van Indie te Batavia, begrijpende dat zonder ernstige en krach- tige maatregelen, niets van afdoende en blijvende waarde te verrigten was, zoo werd tot toebereidselen ten oorlog beslo- ten , om dien Vorst in zijn trots en over- moed lot reden te brengen, en naar den uitslag der te volgen krijgsverrigtingen zich eerieu vasten voet in zijn gebied te verwerven, terwijl tevens de Portugezen — onze natuurlijke en bestendige vijanden — zouden worden waargenomen en zooveel mogelijk afbreuk toegebragt. Eene wel uitgeruste vloot zeilde, onder geheimhou- ding van het doel, naar Amboina, als ver- zamelplaats, en van daar in Mei 1660 naar Makassar, onder het bevel van de Heeren

JOHAN VAN DAM en JOHAN TIUJIJTMAN , als opperhoofden. De vloot bestond uit 22 schepen, 3 galjoten en 8 chaloepen, in 't geheel 33 zeilen, waarop verdeeld waren 24 vaandels Europeanen a 50 man ieder, en 400 inlanders, meest Amboinezen, met het verdere scheepsvolk eene gczament- lijke magt uitmakende van 2700 man. Op het naderen van Celebes, beriglinwinnende van hel ter reede van Makassar liggen van 6 Portugesche vaarluigen, werd onmid- dellijk tot den aanval op deze besloten en hiertoe 2 schepen vooruitgezonden, welke in 't gezigt der vesting Samhoepo en de op deszelfs wallen en het strand zamen- geloopen bevolking, koen en onversaagd de vijandelijke vloot aantasteden. Niet- tegenstaande den dappersten tegenstand, viel het gevecht, genoegzaam onder ver- nietiging der vijandelijke scheepsmagt, tot het volkomenste voordeel van onze zijde uit. Het Portugeesch Admiraalschip, in brand gescholen, vloog met zijne geheele bemanning in de lucht, waardoor onze zeevoogd, voornemens hetzelve aan boord te klampen, ter naauwernood hetzelfde gevaar ontkwam; het vuur deelde zich aan l wee andere vijandelijke schepen mede, welke tot het water afbrandden, doch waarvan hel scheepsvolk zich nog lijdig aan wal redde. Nog iwee andere vaar- tuigen werden op strand gejaagd, en 't laatst nog overblijvende aan boord geklampt, en in aller gezigt veroverd. Deze beslis- sende strijd had den Hollanders slechts 4 dooden en 8 gekwetsten gekost.

Zoodanige uilkomsten waren zeer be- langrijk voor onze zaak, wanneer men in aanmerking neemt, dat de Portugezen in

(5)

hunne ijverzucht overal de Hollanders poogden iu den weg te staan, hen bij den Koning van Makassar steeds hadden beschreven als een hoop zeeschuimers, hoogstens gelukkige avanluriers, zonder hoofd oi' regering, zonder godsdienst of wetten, zonder maatschappelijke instel- lingen of deugden, in hun werelddeel ter naauwernood in den rang der natiën op- genomen, en zicli vooral nimmer door krijgs- deugden eenigen naam of roem hebbende verworven; eigenschappen welke meer dan andere bij den vorst eener krijgshaftige natie hoog moesten gelden en in staat zijn bijzondere waardering en hoogschatting iu te boezemen. Zulke lasterlijke voor- dragt had te gereeder ingang gevonden, daar de willekeurige beheerscher eener Indische bevolking uit zijnen aard weinig tot achting voor eene natie gezind was, welke geen hoofd met koninklijke waardigheid als de hare wist aan te wijzen, terwijl met de ingeschapen denkbeelden van geeue andere gekende dan despotische overmagt, weinig bestaanbaar was de voorstelling van een gemeenebeslgezind bestuur, on- der eenen Stadhouder. Het niet terug- vinden bij de Hollanders van de vormen des Catholieken geloofs, door de Portu- gezen met zooveel uitwendig vertoon be- leden , stemde gereedelijk tot de veronder- stelling van geheel gernis aan godsdienst, terwijl de Hollanders zich overigens tot nu toe bij de Makassaren, meer door scheep- vaart en geschiktheid voor den handel, dan door oorlogsdaden hadden bekend gemaakt.

De Portugezen daarentegen hadden, door eene lange loopbaan van schitterende be- drijven, door geheel Indie heen, zich eenen

gevestigden roem van dapperheid ver- worven, die hen nog van vroegere lijdei»

van luister en grootheid bijgebleven was, en zoodanig had het denkbeeld hunner meerderheid te dien opzigle bij de Makas- saren veld gewonnen, dat deze zich geen gevecht met de wapens in de hand tusschen beide natiën konden voorstellen, mei ccnige kans van goede uitkomst voor de Hollan- ders. Toen uu, even als de aan strand zamengeloopen bevolking, de Koning en zijn hofstoet, van de wallen der vesting Samboepo, aanschouwers waren van hel gevecht, met gezegden noodlottigen u i t - slag voor de Portugezen, steeg hunne verbazing, niet vrij van ontsteltenis, ten top; de gevoedde meening omtrent Hol- landsche strijdbaarheid en dapperheid, onderging eene even volledige als onver- wachte omkeering, en met zeer ontmoe- digde vooruilzigten, zag de Koning van Makassar zich nu genoegzaam lot eigen krachten beperkt in een aan te vangen kamp met de overwinnaars, diezelfde lot nu toe zoo hooggeschatte Portugezen, op wier verwachtten bijstand hij al zijne kracht en overmoed tegenover de Hollanders ge- grond had. Door dezen werden nu van de vloot, welke inlusschen was komen opdagen (12 Junij 1660), 11 der grootste en kloekste schepen, eerst tegen de ves- ting Panckoke aangewend, kruisende men voorts langs de kust tot Samboepo, 't welk door ecu vercenigd geschutvuur hevig be- schoten werd. Men beoogde hiermede, door eene krijgslist het gros der Makas- saarsche magt naar Samboepo te lokken, om met te meer gemak Panekoke door een aanval te land in te nemen, welk

(6)

48Ü opzei, zoo als blijken zal, volkomen ge- iukle. Het vuur tegen de Koninklijke versterking werd levendig beantwoord, doch met weinig uitwerking, daar het ge- schut over 't geheel te hoog gerigl was, tot dat de Portugezen, tol hulp der Ma- kassaren bijspringende, met hun geschut van 18 en 24 ffi onze schepen veel schade loebragten. Eindelijk, zoo als VALENTUN meldt: «een van 'sKonings liefste wijven

«was met een swaaren kogel, als zij

«nevens hem zat, in flarden geschoten,

«zoodal hem het ingewand om de ooren

«gevlogen was — , » waarop die vorst, hall' radeloos geworden, het grootste gedeelte der bezetting van Panekoke tol zijne ver- sterking binnen Samboepo liel aanrukken.

Dit maakten de Hollanders zich dadelijk ten nutte, orn troepen aan wal te zetten, welke de nu bijna verlaten vesting, zonder moeite innamen, en al wie zich er nog in bevond in de pan hakten, haar voorts van geschut, arnmunilie en genoegzame bezetting ter verdediging voorzagen. Te vergeefs snelden nu de Makassaren, in groot aantal en met hevig geweld, weder van Sampoepo naar Panekoke ten aanval toe; met geschulvuur en handgranaten ontvangen, werden zij met aanmerkelijk verlies teruggedreven. De Hollandsche be- zeltiug, aan welks hoofd zich de opper- j hoofden VAN DAM en TRDYTMAN hadden gesleld, deed een uitval en vervolgde den wijkenden vijand, wiens leruglogt in eene ordelooze vlugl overging, in welke hij nog veel volks verloor, tol bij de wallen van Samboepo; in hel terugtrekken op Pane- koke alles in den brand slckende, waar- door een groot gedeelte der stad Makassar

eene prooi der vlammen werd. Inlusschen waren de 11 schepen, in stelling voor Samboepo, voortgegaan met de wallen Ie beschieten, tot dat de opstijgende vlam- men der stad ziglbaar werden en men het tijd oordeelde die vesting wal te laten rusten, om thans ook de sterkten der Portugezen waar Ie nemen. Zoo digl mo- gelijk langs deze heen kruisende, werden hunne balterijen, onder een lot den in- vallenden avond voortgezel geschutvuur, geheel reddeloos geschoten en zoo goed als vernield.

Reeds's anderen daags, den lö"c" J u n i j , deed de aanblik der ontredderde wallen van Samboepo en de moedeloosheid waar- toe de bezetting was gekomen, lerwijl van de Porlugezen, in den hulpeloozen slaal waarloe zij waren gebragl, op geene on- dersleuuing meer te rekenen viel, den Koning HASSAN-NODIN van verderen legen - stand afzien, en een wapenstilstand ver- zoeken, welke werd toegestaan, onder voorwaarde dat hij met onze schepen een gezantschap met volmagl zoude mede- geven, om Ie Batavia met den Gouver- neur-Generaal en Baad van Indië, eenen vasten vrede te sluiten. Na eenige onder- handelingen over en weder, werd hierin toegestemd, lutusschen bleef de vesting Panekoke van de noodige bezelling voor- zien, en vier schepen werden lol hare dekking achtergelaten. Bij den vrede, den 19""" Auguslus 1660 in 'l kasteel Ie Batavia gesloleu, en den 2dei1 December daaraan- volgende Ie Makassar bevesligd, werden hoofdzakelijk de volgende voorwaarden be- dongen: geheele uitdrijving der Porlugezen mei hunnen aanhang van hel grondgebied

(7)

van Makassar, vernieling hunner kerken j en verdere gestichlen, slechting hunner, i alsmede van alle Makassaarsehe aan de kust gelegen versterkingen, met uitzon- dering van Samboepo, dat als Koninklijke residentie den Vorst zou verblijven, en van Oedjong-Pandaug ol Joepandang, dat met eeiie terrein-uilgeslrektheid van 5 a 4 mijlen, den Hollanders zoude worden af- gestaan ; eindelijk, alleenhandel op Ma- kassar, rnet uilsluiiiug vau alle overige Europesche natiën.

Weldra echter bleek op nieuw de trouw- loosheid van den Koning van Makassar, on moest men ondervinden 't geen tot in de jongste lijden de geschiedenis van onze betrekkingen met inlandsche Vorsten heeft gekenmerkt, dal geen staat te maken is op een vredesverbond, onder welke pleg- lige vormen ook lol sland gebragt, wan- neer de indruk van moreel en stofl'elijk overwigt, door overmagt van wapenen ingeboezemd, verzwakt was. Zonder na- koming der overeengekomen voorwaarden, sloeg HASSAN-NODIN weder tot openlijke vre- dcbreuk over, door in 1665 twee Holland- sclie vaartuigen, op de kust van Gelebes verongelukt, na bel vermoorden der be- manning te doen plunderen; hij zond eeue

xlool mei 10,000 gewapende mannen

;iaar het eiland Boelou, waarvan de Vorsl onze vriend en bondgenool was, om onze

•slerkleu aldaar aan te laslen, en ons opper- iioold te Makassar onderging, in ecne woor- denwisseling aangaande de twee gerooide

\aarluigen, de persoonlijke beleediging, vau een Makassaarsch Prins een klap in 'l aangezigl ie ontvangen. Zich niel langer

veilig durvende achten, vertrok hel opper- hoofd naar Balavia, heimelijk vergezeld van Radja PALACKA, een jong Boegineesch Vorsl, welke in zijn vaderland, het Hijk van Bonie, dat sints eenigen lijd door ge- weld van wapenen aan bet gebied van Mukassar onderworpen, doch steeds met moeite bedwongen was, een maglige hem toegenegen aanhang bezat. Van den troon zijner voorvaderen verstoolen, zijnen groot- vader en vader, op last van den Koning van Makassar, wreedaardig ter dood heb- bende zien brengen, zelf tot eene dienst- bare betrekking aan zijn hol' gedwongen , nam hij mei drift de gelegenheid waar, zich op HASSAN-NODIN te wreken. Te Ba- lavia gekomen, droeg hij met warmte zijne grieven en belangen aan ons bestuur voor, en gat' hel de middelen aan üe hand om, krachtig door zijne parlij in hel land vau Bonie ondersteund, den Vorst van Makassar tot het uilersle Ie brengen, lu overleg met Hadja PALACKA, werd door den Gouverneur-Generaal JOAN MAATSUIKEB en de Baden van Indie besloten, op nieuw eene aanzienlijke viool naar Makassar Ie zenden, over welke men hel bevel opdroeg aan den dapperen Admiraal COUNELLS SPEEL- M A N , wordende lladja PALACKA vooruil gezonden, om bij voorraad zijne parlij te verzamelen. Hierin ging hij echter zoo onvoor/iglig en overijld te werk, dat hij in levensgevaar geraakle, naauwelijks gele- genheid vond, nog lijdig naar Boelou te ontkomen, alwaar hij bij den ons bevrien- den Vorst vau dit eiland bescherming vond. Daarop zond de Koning van Ma- kassar, lol opeisching van den vlugleliug, eene viool mei 25,000 man naar Boeion,

(8)

488 door welke overmagl deze kleine slaat zich in zulk eenen beuardeu toestand zag gebragt, dat alleen de stellige verzekering van Radja PALACKA , nopens de spoedig op te dagen hulp der Hollanders, hem in de weigering zijner uitlevering kon doen vol- harden.

Den 24Bte" November 1666 zeilde de Admiraal SPEELMAN van Balavia, met ecne vloot vau 15 schepen , bemand met 500 Nederlandsche soldaten, 300 inlanders en omtrent 800 man scheepsvolk. Voor Ma- kassar gekomen, zeilde hij van daar, na aanzegging van den oorlog, onder het op- hijschen der bloedvlag, om het zuiden van Celebes, onderweg te Toeratle en Bonthain alles te vuur en te zwaard ver- woestende , naar Boeion, alwaar hij den 21Bte" December verscheen, en er den Vorst en Radja PALACKA , door eene naauwe in- sluiting zoo ter land als ter zee van de Makassaren, tol het uiterste gebragt vond.

Te gelijk den vijand op zijne vloot en aan wal aantreffende, waartoe de Ilollandsche troepen werden onlscheept, behaalde de Admiraal eene tweevoudige volledige over- winning; meer dan 300 praauwen der Makassaren werden vernield en hun leger lolaal geslagen, zoodat het zijne leger- plaats in brand slak, op de vlugt toog, doch, door het vernielen der vloot allen uitweg afgesneden vindende, zich den 4*"1 Januarij 1667 op genade en ongenade overgaf. ISiel minder dan 11,000 Makas- saren vielen bij deze gelegenheid in onze handen, benevens eenen aanzienlijken en rijken buit aan in goud en zilver gezette krissen en andere sieraden, geschut, stuk- en schietgeweer, enz., benevens 195 vaan-

dels, terwijl onze magl nog aanmerkelijk werd versterkt door het overkomen naar den thans ontzetlen Radja PALACKA vau 86 praauwen met 5000 Boniers of Boe- ginezen, welke, de gedwongen dienst bij het vijandelijke leger moede, reeds bij 't begin van onzen aanval deszelfs zijde ver- lieten.

Voornemens de verdere voortzetling der krijgsbedrijven met kracht op het gebied van Makassar over te brengen, bezocht de Admiraal SPEELMAN eerst Amboina, waar, in zijne belrekking van super-intendant en commissaris over de Ooslersehc pro- vinciën , zijne tegenwoordigheid werd ver- eischl, en zeilde in Junij 1667 weder van daar naar Celcbes, mei eene vloot van 16 schepen en jagten, 14 chaloepen en ander klein vaartuig, waaronder 4 van den Koning van Ternate met zijne hulptroepen, benevens de Inlandsche vaar- tuigen van Radja PALACKA, mei zijne Bo- nieren , onder bijzonder geleide van den kapitein POLEMAN. In de leiding van den oorlog zich als een even geschikl veldheer doende kennen, als hij lot hiertoe geloond had een bekwaam en dapper vlooivoogd te zijn, beoogde de Admiraal, door het gelijktijdig aanlasten en bezighouden vau den vijand op onderscheidene punten, diens magt Ie verslrooijen en aldus bij gedeel- ten mei te meer gemak te verslaan, door de snelle opvolging der bewegingen zijn moreel te schokken, en hem in de bera- ming van eiken plaurnaligen wederstand van den weg af Ie brengen, door het ver- nielen der ingenomen versterkingen hem elke schuilplaats te ontnemen, zijn land te vuur en te zwaard te verwoesten;

(9)

eindelijk, door het afvallig maken van bondgenooteu en leenpligtigcn, hem lot in zijne laatste middelen zoodanig uit te pul ten, dal geen andere uitweg dan on- voorwaardelijke onderwerping kon over- blijven. Dienovereenkomslig werd Radja PALACKA beslemd, om mei kapilein POLE- MAN door het land van Bonie te breken, wordende Bonthain, waar de Admiraal met zijne vloot zou verschijnen, als verzamel- plaats bescheiden. Dubbel aangevuurd, door zijn' haat en wraaklust tegen de Makassaren en door de eerzucht om aan hel in hem gestelde vertrouwen te beant- woorden, volbragt Radja PALACKA met ijver en moed de hem opgedragene taak, en met al het karakter der inlandsche wijze van oorlogvoeren, maakte hij van zijnen togl eene ware razzia, waarin meer dan 100 kampongs (dorpen) werden ver- brand en den vijand een aanzienlijke voor- raad rijst en padie (rijst in den bolster) werd oulnomen, benevens geheele kud- den vee. Deze logl, door het gebied van Bouie volbragt, leverde nog het voordeel op, gaande weg onze parlij op eeue be- duidende wijze te versterken door het overkomen van geheele scharen Bonieren.

De Admiraal, iritusschen met de vloot voor Bonthain komende, vond den vijand al- daar 6000 man sterk, in aarden werken van palissaadwerk voorzien, en zóó wel verschanst, dat het niet dan na herhaalde hevige onlmoelingen gelukle, hem geheel van daar Ie verdrijven , waarna alles ver- nield en in den asch gelegd werd. De vloot zeilde daarop naar Samboepo, welks wallen men den 19"

1

" J ulij den geheelen dag door geschulvuur teisterde, voorts werd het

versterkte Borrambong gekannonncerd, en den 28

8tc

" verscheen men voor de vesting Glisson, 2 mijlen bezuiden Samboepo, hoogstens 5 a 4 mijlen bezuiden ons te- genwoordig fort Rotterdam, aan de kust gelegen. Bij Glisson had de Koning van Makassar zijne hool'dmagt, 20,000 man sterk, in eene legerstelling, omgeven door eene dubbele rij van paggers (borstwering met dooruhaagwerk en voorliggende diepe grachl) geconcenlreerd, en was besloten deze slelling met de uiterste hardnekkig- heid te verdedigen. Dil deed den Ad- miraal besluilen de vereeuiging van al zijne hulpbcnden af Ie wachten, alvorens lol eenen beslissenden aanval legen de Koninklijke legerplaals over Ie gaan, voor- loopig slechts den vijand door aanvallen, zonder ernstige gevechlsinlaling, bezig- houdende. In eene eersle onlmoeting bij Glisson, waarbij de Makassaren uit het veld werden geslagen, bleven van onze zijde Jonker SLOOT met 14 man. De Ad- miraal, welke geregelde verstandhouding onderhield met Radja PALACKA , om op de hoogte zijner bewegingen te blijven, in- lusschen vernomen hebbende dal de vijand voornemens was zich tegen de voorlzel- ling van zijnen logl van Bonthain naar Glisson ernslig Ie verzeilen, begaf zich mei de viool nogmaals derwaarls (naar Bonlhain), doch dien Vorsl, mei kapilein POLEMAN reeds lol Palembeau gevorderd vindende, alwaar zij na ecnen heelen strijd overwinnaars waren gebleven, keerde hij gerustgesteld naar Glisson lerug, alwaar hij den 2

dcn

Auguslus zonder verhindering de Hollaudsche troepen weder debarkeerde.

In twee onderscheidene daarop gevolgde,

i

(10)

490 hardnekkige ontmoetingen, verloren de Ma- kassaren, welke liet veld moesten ruimen, behalve hunne voornaamste voorvechters, meer dan 1000 m a n , terwijl de onzen 56 gekwetsten bekwamen. Toen eindelijk Radja PALACKA met zijne bijhebbende magt, zich te Glisson met den Admiraal veree- nigde, bedroeg onze gezamenllijke slerkte aldaar, behalve omtrent 1300 Nederlan- ders aan soldalen en scheepsvolk, 7000 Boeginezen en ruim 5000 Ternatanen en Boelonnezen. Nu wierd in rade besloten, dat door Radja PALACKA met zijne Boegi- nezen, geleid door eeneu overlooper als wegwijzer, en bijgestaan door 100 Neder- landsche keurlingen, de vesting Glisson bij nacht zoude worden overrompeld, blij- vende men de noodige reserveu tol onder- steuning in gereedheid houden. De aanslag in den nacht van den 18de" Augustus on- dernomen , werd met eene gelukkige uil- komst bekroond, daar de Admiraal des morgens ten 5 ure berigt ontving, dat de vesting in onze handen was, waarop hij onmiddellijk de reserven daar binnen liet rukken, welke voorzorg zeer te stade kwam, daar de vijand, van zijne eerste verrassing bekomen, van 's morgens 6 tot 's namiddags 12 uren, onophoudelijk her- haalde wanhopige aanvallen deed, welke echter telkens even manhaftig werden af- geslageri. Des middags ten 5 ure ruk- ten de Makassaren weder ter bestorming a a n , ditmaal met zulk eene hardnekkige woede voorwaarts dringende, dat de kaus- een oogenblik Iwijl'elachlig stond; einde- lijk tot staan gebragt door de werking van geschut en handgranaten, welke in de digle drommen eene vernielende uilwerking

deden, werden zij bij eenen daarop ge- volgden uitval tot builen hunnen eersten pagger teruggedreven, welke ihaus door de Hollanders ingenomen en bezel werd.

In dezen harden slrijd bekwam de vijand een gevoelig verlies aan dooden, volgens berigteu van overloopers meer dan 2000 m a n , waaronder, behalve veel van den voornaainslen adel, de Koning van Mand- har en de Kroonprins van Tjsinranah, bondgenoolen van den Koning vau Ma- kassar; van onze zijde had men, behalve eenige gesneuvelden, hoogstens een 50 a GO tal gekwetsten. De veroverde vesting Glisson werd behoorlijk rnet geschul ge- wapend, eene kompagnie Nederlanders, onder kapitein POLEMAN, als garnizoen al- daar gelegd en de ingenomen pagger wel bezet; daar builen Hel de Admiraal het Bonischeleger, onder Radja PALACKA, voor- waarts gaan, hetwelk nu met 8 stukken geschul den schrik overbragt tot in het Koninklijk leger zeli', dat nog steeds zijnen l \veeden, of builensten omlrekspagger van G lissou, bezet hield. Zoo van nabij be- dreigd, besloten de Makassaren nog tot eeue laatste wanhopige poging; al hunne magl verzamelende, deden zij iu den vroe- gen morgen van den 20slt° Auguslus, eeuen vereenigden conceulrerenden aanval op onze stelling, doch hunne pogingen stielen, be- halve op de ualuurlijke wapen-overmagt, ook op onze voordeelige stelling af; door hel geschutvuur uit de vesting en den om- liggendeu pagger en door de herhaalde uit- vallen, onder deszelfs bescherming gedaan, werd hun zamenhang met geweld gescheurd en verbroken; de halstarrigheid en blinde woede, waarmede zij in hel bestormen

(11)

aanhielden, vermeerderde slechts hun ver- derf eu leidden tot niets anders dan dat zij des middags, uitgeput door nieuwe zware verliezen, het veld moesten ruimen.

De vijand den volgenden dag voor goed zijne stelling opgevende, stak zelf zijne wer- ken en legerplaats in den hrand; HASSAN- NODIN hrak nu met de hem overhlijveude magt op, en zich meer op de vesting en hoofdplaats Satnboepo terugtrekkende, bragt hij zijne legerplaats henoorden de rivier Ayer, aan haren regier oever over.

Zijn stelsel getrouw, om den vijand geen oogenblik rust te geven , volgde de Ad- miraal hem op den voet. Na de verster- king Glisson en onze verschansingen aldaar te hebben geslecht, verzeilde hij met zijne geheele magt naar genoemde rivier en deed haar, door schanskorven gedekt, eene stelling aan den linker oever, tegen- over die van den vijand innemen. Uier herhaalde zich, met al hel karakter van den partijgangers-oorlog, eene voortzetting vau gevechten en ontmoetingen, afwisse- lend op de beide oevers der rivier, welke hiertoe over en weder hoven de legerplaats werd overgestoken, doch waarin de Makas- sareu steeds het onderspit delfden. Vooral bewees hier Radja PALACKA, welke meer dan eens gekwetst werd, weder gewigtige diensten, door vernielende slrooptogten, welke meer dan eenig ander bedrijf in den geest van oorlogvoeren zijner Boegi- uezeu lag, en weldra ten gevolge had dat de bevolking bezuiden de rivier, de ver- woesting ea uitputting van hun land moede, voor een groot gedeelte onze zijde koos.

In de Koninklijke legerplaats zelf werd de toestand meer en meer benard: van nabij

bedreigd door de Hollanders uit hunne verschansingen, onophoudelijk verontrust door de Boeginezeu, weinig geschikt voor langdurige volharding in eene vaste stel- ling, en op den duur niet bestand legen de stelselmatige wijze van oorlogvoeren, door den Admiraal gevolgd, begonnen on- derscheidene Vorsten, bondgenooten vau den Koning van Makassar, zijne partij te verlaten, met hun volk naar hunne stalen aftrekkende; eenigen, waaronder de Vor- sten van Laysen Bankala en Radja PANNA, bloedverwant van Radja PALACKA , kwamen zelfs regelregl lot ons over. Toen ein- delijk de Hollanders den 2üstl" October, regt tegenover de stelling der Makassaren de rivier overstaken eu hunne werken aan- grepen , waarbij de Koning lot in zijne eigen verblijfplaals werd bedreigd, ont- stond er zulk eene algemeeue ontsteltenis in het vijandelijke kamp, dal geheele scha- ren van daar tot in de vesting Samboepo verliepen. De kans niet willende af- wachten van in deze zijne hoofdstad als laalsle schuilplaals Ie worden aangevallen, zond HASSAN-NODIN den l81011 November een gezant Ier onderhandeling over, vooreerst een wapenstilstand voor drie dagen vra- gende. De Admiraal deze echler voor slechts ééneu dag willende toestaan, gin- gen de vijandelijkheden weder haren gang.

Den 7dc" November bestuurde hij-zelf eeneu aanval, waarin kapitein DUPONT met 200 NederJandsche soldalen en de Amboine- zeu, onder kapitein JONKEU , ondersteund door Radja PALACÜ.A mei zijne hulpbeudeu , na hel innemen en verbranden van de Kampong Bouaye, den Koning, in het versterkte Borrambong, werwaarls hij

(12)

492 thans zijne legerplaats had overgebragt, op inieuw bedreigden, waarop die Vorst zich haastte, andermaal een gezantschap over te zenden, ditmaal met volmagt om zich aan de voorwaarden te onderwerpen welke de Admiraal, uit krachte zijner be- haalde overwinningen, zou goedvinden op te leggen.

Na de gewone moeijelijkheden, omslag- lige vormen en omwegen, welke doorgaans de Indische staatkunde kenmerken, doch aan welke de Admiraal, door beslissende houding en taal, spoedig paal en perk stelde, kwam eindelijk den 18den November 1667 te Bonaye bij Borrambong — «op des Compagnie's eigen grond» — zoo als het nu krachtens gemaakte verovering heette, een vrede tot stand, waarbij die den 19dt" Augustus 1660 te Balavia gesloten, werd bevestigd, echter met de uitbreiding en gevolgd door de dadelijkheid, waartoe de veranderde verhouding en de verooi- moedigde toestand van HASSAN-NODIN van zelfs de bevoegdheid gaven. Het bij ver- drag overgegeven noorder fort Oedjong- Pandang of Joepandang, hel belangrijkste in het gebied van Makassar na Samboepo, en zulks vooral voor de Hollanders, om deszelfs reede met veilige ankerplaats voor schepen, werd onder den naam van kas- teel Rotterdam — des Admiraals geboorte- plaats — dadelijk in bezit genomen en van garnizoen voorzien, wordende Samboepo nogmaals, als eenigste vesting aan de kust, den Koning gelalen. Voor zijne veelvuldige eu gewigtige diensten aan de Hollandsche Compagnie bewezen, werd Radja PALACKA op den troon zijner voorvaderen hersteld en zijne onafhankelijke heerschappij over hel

ijk van Bonie, in een bijzonder artikel van den vrede, uitdrukkelijk door den Koning vau Makassar erkend. Over 't geheel was overigens de vrede of het verbond van Bonaye de grondlegging van ons gebied in iel zuiderdeel van Celebes, zoo als het tot op dezen lijd is blijven bestaan; het

;>epaalde de verhouding van bondgenoot- schap en afhankelijkheid van den Koning van Makassar (thans Koning van Goa) en naburige vorsten, welke nog thans de heer- schende is, gelijk dan ook dat verbond voor h e n , tot op den huidigen dag, als de gouden Bul is gebleven , welke wederzijds de betrekkelijke regten en belangen regelt en in ontstane moeijelijkheden beslist.

Wat nu vooreerst de veiligheid van het -verworven grondgebied, door de bezetting van een belangrijk versterktpunl verzekerde, die veiligheid zou zich echter niet tot op onze scheepvaart uitstrekken, zoo lang HASSAN-NODIN in zijne vesting Samboepo het middel bleef behouden om zijn gezag over zee uit te strekken. In April 1668 her- haalde hij het van ouds gepleegde verraad, door het weder doen afloopen en ver- moorden der bemanning van twee onge- wapende Hollandsche vaartuigen. Dit viel in te moeijelijker omstandigheden voor, daar de tegenwoordigheid van het grootste gedeelte der beschikbare inagt, reeds door ontstane zieklen ondermijnd, in hel kasleel Rotterdam werd vcreischt, waar men bezig was de noodige wijzigingen en vermeer- deringen aan Ie brengen. De Admiraal zelf, door de werking van het klimaat en zijne veelvuldige inspanningen uitgeput, was in de verandering van lucht, door een togt in zee, de herstelling zijner verzwakte ge-

(13)

zondheid gaan zoeken. Naauwelijks weder tot krachten gekomen, nam hij, in af- wachting van aan Ie voeren versterking van Batavia, de noodigc voorloopige maat- regelen , door het bezetten van Batta-Batta aan de noordzijde van Samboepo, en het insluiten der vesting van de zeezijde, door eenige schepen welke hun geschutvuur tegen haar openden. Ditmaal wilde de Admiraal niet rusten vóór hij in de in- neming en slechting van Samboepo, de Hydra des oproers zelf, voor altijd zou vernietigd hebben. De Boeginezen, ons steeds als bondgenooten ter zijde staande, werden op nieuw tegen den vijand aan- gewend, op welken zij den 12dc" Augustus 1668, bij Maros, eene aanmerkelijke over- winning behaalden, waarin een van HASSAN- NODIN'S voornaamste veldheeren, PAYE- LINGEN, sneuvelde. Verder stormenderhand de onmiddellijk om Samboepo aangelegde verschansingen innemende, was aldra de vesting zelf door eene naauwe insluiting omsingeld, lot eindelijk in April 1669 de aangekomen versterking van Batavia, om- trent 400 Nederlandsche soldaten, tot meer regtslreeksehe maatregelen kon doen over- gaan. HASSAN-NODIN , bewust dat het thans liet behoud der hoofdstad gold, met welks verlies zijn gebied over het reeds zeer ge- zonken rijk van Makassar, als zeevarende Staat, voor altijd een einde zou nemen, was van zijne zijde besloten zich met al den rnoed der wanhoop te verdedigen. In deze omstandigheden zijn volk niet noode- loos willende opofferen in eene aanvanke- lijke bestorming, koos de Admiraal den regeimaligen belegeringsweg, en liet van de rivicrzijde, waarvan de vesting hoogstens

eene 2 a 300 schreden verwijderd was, loopgraven aanleggen, waardoor men haar bedekt naderde. Door de dikwerf her- haalde hevige uitvallen der bezetting, on - dervond het werk zooveel moeijelijkheid en belemmering in den voortgang, dat men eene geheele maand besteden moest om tot op eene roede na aan den voet des munrs te komen, welke niet eens van eene gracht w as voorzien. Volgens berigten van gevangenen, in 't begin van Junij be- komen , waren toen reeds de levensmid- delen binnen de vesting uitgeput, en gebrek en hongersnood er tot zulk eene hoogte gekomen, dat de rijst tegen gewigt in goud werd verkocht, en huiden van dieren, welke men liet koken , sedert ettelijke dagen bijna het eenig te bekomen voedsel was.

Het gros der bezetting was dan ook tot overgave geneigd, of tot het aftrekken uit de vesting door het front aan de landzijde, 't welk het minst bedreigd was; doch HASSAN-NODIN , bijgestaan door den adel en de voorname hoofden, bleef met al het fanatismus, 't welk hel geloof aan den Is- lam kan ingeven, in het voortzelten der verdediging volharden, en wisl den ge- zonken moed der belegerden weder op te beuren. De belegeraars waren intusschen begonnen eene afdaling Ie graven, waar- mede zij den 9dc° Junij lol onder den muur waren gekomen, onder welken nu eene mijn werd aangelegd, welke men den 17dl° liet springen, mei het gevolg dat een aan- merkelijk deel van den wal instortte. Doch de Makassaren, door den oorlog zelven mei de Hollanders, mei de uilwerkselen van deszelfs vrceslijksle middelen gemeenzaam geworden, bekroonden de bres met schans-

(14)

494 korven en verdedigden zich van achter de/e met zulk ecnen moed on dapperheid, dat eene eerste bestorming volledig werd afgeslagen. Niet dan na herhaalde be- stormingen , gelukte het de wallen te be- klimmen en te vermeesteren, waarop nog van uit de binnenruimte zoodanige tegen- stand werd geboden, dat men eerst den 24"e" Junij, door inname van het reduit met de Koninklijke hofplaats, in 't volkomen bezit der vesting geraakte, waarmede de overgave van de stad Samboepo van zelfs volgde. HASSAN-NODIN , mei de hem over- blijvende bezetting, ontruimde al strijdende, door de Landpoort, de zoo dapper ver- dedigde vesting, op het eene groote mijl landwaarts in gelegen Goa terugtrekkende, waarover hij en zijne opvolgers, afstand doende der verloren heerschappij over Makassar, voortaan den titel van Koning voerden.

Aldus eindigde een oorlog, die voor- zeker tot de hardnekkigste behoort welke de Hollanders immer in Indië te voeren hadden; een oorlog, welke tot op dezen dag bij de Makassaren en naburige vol- keren de herinnering aan den Admiraal SPEELMAN heeft levendig gehouden, als aan eenen geduchten krijgsman, welke met krachtigen arm de scherpte zijns zwaards op hen wist te doen nedervallen.

Onmiddellijk na bezetting van het kasteel Rotterdam, hetwelk ten gevolge van zijn aandeel in de gevoerde oorlogen in zeer vervallen toestand werd bevonden, hielden de Hollanders zich onledig met de noodige herstellingen aan te brengen, zij gaven hel den toenmaals hecrschenden gebastion- neerdcn vorm en voorzagen hel inwendig

van de noodige sleciien gebouwen, liet is een onregelmatig fort, beslaande uit drie hcele en twee halve bastions, binnen een vierkant van ongelijke zijden aange- legd, waarvan de langste, zich langs zee uitstrekkende, 223 !Ned. el bedraagt. De 5 el hooge, tot aan de kruin van zware granietblokken opgetrokken muur, heeft langs de courlinen , welke slechts voor ge- weervuur zijn ingerigt, eene dikte van ruim l el; langs de facen en flanken der bas- tions, van walgangen voor geschut voor- zien , eene dikte van ruim l ,SO. De toe- gang tol de bastions heeft uit de inwendige binnenruimte door middel van opridden of steenen trappen plaats, kunnende men langs den smallen gang achter de courline, door de tegen aanleunende gebouwen bepaald , het geschut niet van het eene bastion naar het andere vervoeren, wat als een wezentlijk gebrek kan worden aangemerkt. Door vooruitspringende insnijdingen in de flanken en faecs, om het geschut behoorlijk over de kruin van den muur te doen reiken, is het gehcele fort tot het bewapenen met 48 stuk- ken ingerigt, bestaande de bewapening uil de kalibers van 8, 12 en 18 ïï. Kleine ronde torentjes op den muur, bij wijze van schilderhuizen, in de saillanten en het midden der courtinen, half vooruitsprin- gende aangebragt, en welke, wit aange- streken , van verre zigtbaar zijn, geven het fort een eigenaardig voorkomen, aan den kasteelbouw uit vroegere tijden herinne- rende. Om den geheelen omtrek, behalve langs het fronl aan de zeezijde, is de muur van een 10 a 12 el breede berm voorzien, met voorliggende gracht van 25 el breedte en 1 el diepte, welke haar water door een

(15)

gegraven kanaaltje uit zee ontvangt. Drink- water van zeer goede hoedanigheid, is overvloedig in putten binnen hel fort voor- handen , daar men het reeds in drinkbaren staal verkrijgt bij het graven in den zandigen oever, op hoogstens eenigc ellen van zee.

Twee poorlen, in twee tegenovergestelde fronten aangebragt, verleenen den toegang tot het fort: de zoogenaamde Waterpoort in het front aan zee en de Landpoort in het midden der courtine aan de landzijde, uit welke men door eene brug over de gracht in het ravelijn komt. Behalve dit ravelijn , van eenc gracht voorzien , is het eenigsle buitenwerk eene van aarde op- geworpen zcebatlerij, beslaande uit eene flêche, waarvan links en regis eene ilaauw gelenailleerde borstwering uilgaal, welker uileinden door een epaulement op de einden van het front aan zee aansluiten. Deze batterij is zoo ver vooruilgebragl, dal bij eenigzins hooge zee de golven lot aan het buitentalud reiken, waardoor gedurig herstellingen noodig zijn.

VALENTUN geelt in zijne meergenoemde

«Beschrijvinge van Macassar» eene af- beelding van 't kasteel Rotterdam, waarin Men, volgens de eigenaardige voorstellings- wijze van zijnen tijd, hel fort te gelijk

10 plan en in opsland ziel, even goed in-

a's uitwendig. In die teekening, ter wille van de figuur eene regelmatige gedaante voorstellende welke hel lort op verre na

"'et bezit, zijn de gebouwen afgebeeld

z°o als zij nog heden bestaan; alleen is de bestemming volgens de geheel veran- derde lijden gewijzigd. Onder den indruk van onveiligheid, welke altijd eene ver- overing en de daarop volgende vestiging

in 't begin vergezelt, bevalle hel forl in- wendig alles wal lot het civiel en mili- tair bestuur, den koophandel en eene maatschappij in 'l klein behoorden; zoo had m e n , na de kerk, de woningen voor den Landvoogd of Gouverneur, opperkoop- man , 2lle koopman, secretaris of geheim- sclmjver, adsistenten, boekhouders, pre- d i k a n t , kapitein (militair kommandant) en verdere officieren, enz., het stadhuis en de pakhuizen, en voorts de militaire gebouwen, die naluurlijk in eene vesting voorhanden moeten zijn. Thans nu de Gouverneur en de verdere civiele ambtenaren builen hel fort wonen, zijn in hetzelve alleenlijk de mili- taire k o m m a n d a n t met verdere officieren en het garnizoen gelogeerd, en hebben de gebouwen uitsluitend eene overeenkomstige bestemming. Het garnizoen beslaat uit twee kompagniën infanterie, waarbij in voorkomend geval nog kunnen worden ge- rekend Iwee kompagniën van het ongeveer duizend passen verwijderde kampement Ie Vredenburg; een 25 lal artillerislen en een detachement van 50 kavalleristen.

In 1667 door de Hollanders bezet, zoo kon door den nieuw onlslanen oorlog, eerst op het einde van 1669 ernslig en aanhoudend mei den arbeid aan het fort worden voortgegaan, 't welk 8 jaren daarna tol zijnen tegenwoordigen slaal was vol- looid. Deze betrekkelijk korte lijd, de moeijelijke omstandigheden waarin men zich de middelen voor den bouw moest scheppen, de hechlheid en sterkte van fort en gebouwen, welke na omtrent twee eeuwen nog geheel ongedeerd daar staan, getuigen van den nadruk en klem, welke deslijds de handelingen onzer voorvaderen

(16)

496 in Indië kenmerkten. In 1679 werd het steenen ravelijn voor de Landpoorl aan- gehragt. Toen later een reeks van jaren in rustig bezit verloopen waren, begon, in 't begin der \Sie eeuw, langzamerhand de aldus genoemde stad Vlaardingen te verrij/en, meer bekend onder den naam Makassar, welke men onbepaald op de stad en de vesting toepast.

Met zijne gebreken en onvolkomenheden, reeds genoeg uit het voormelde blijkbaar, van geen bedekten weg voorzien en zeer

onvolledig door buitenwerken verdedigd, zou het fort Rotterdam tegenover eenen Europeschen vijand naauwelijks bestand zijn tegen een coup de mam, met overleg beraamd en met beleid uitgevoerd; maar tegenover den Inlander is hetzelve als een Palladium te beschouwen, welks bescher- mende kracht hem nog nimmer in den zin gekomen is op de proef te stellen.

De Gepens. kap. der Pfcd. Ind. dr t.,

J. DE CHATELEUX.

Maastricht, April 1852.

A R C H I E F

N E D E R L A N D S C H E KRIJGSGESCHIEDFJIS.

—» 0,330.*—

MÉMOIRE DU GÉNÉRAL-MAJOR DU MOULIN, ÉCRITE LE 8 DECEMBRE 1788 ET PRÉSENTËE A SA MAJESTÉ LE ROI DE PRUSSE AU LOO.

(Vertaling eener reeds vroeger, namelijk den \ 4aen Mei 1788 , geschrevene Memorie, waarbij de verdediging der Nederlanden mei die van Pruissen

in verband was beschouwd.)

D'après les informations que l'on recut il y a quelque lems sur les dispositions qui se formoient a Givet et autres fron- tières Franc,oises, et qui méritoient de fixer rallenlion de la Répubiique et de ses hauts alliez, Ie soussigné recut ordre d'ex- poser dans un mémoire les mesures qu'il jugeroit nécessaire pow mellre les fron- tières les plus exposées en état de dcl'ense.

Le soussigné ayant obéï a ces ordres dans un mémoirc écrit en Hollandois, en

date 14 Mai 1788, eut l'honneur de faire sa cour a sa Majesté Ie Roi de Prusse a Loo, et la conversation qu'il eut l'honneur d'avoir avec ce Monarque ayanl fourni l'oc- casion de parier de ce mémoire, ce Prince lui donna a connoilre qu'il désiroit d'en faire la lecture.

Le soussigné pour enlrer Ie mieux pos- sible dans les vues de sa Majesté a cru devoir rassembler en subslance dans ce mémoire, les objets qui lui paroissent dans

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We previously demonstrated that uridine adenosine tetraphosphate (Up4A) is a novel vasodilator in the porcine coronary microcirculation, acting mainly on A2AR in smooth muscle

• the attitudinal barriers at school level, in terms of which disabled students are not viewed as higher education material and, hence, are inadequately prepared for participation

Toen Hendrickje Stoffels stierf was dat een ‘vreselijk verlies’ en ‘Rembrandts leven kan nooit meer hetzelfde zijn geweest.’ (57) ‘Zijn zelfportretten van de kunstenaar die hij

Het feit dat de zwarte prijzen extreme waarden aannamen in een periode dat de bevolking in de hongerprovincies van zwarte aanvoer afhankelijk werd, wekt de indruk dat deze

Wie wat afgeleid raakt door dit taalgebruik, moet bedenken dat de beide overzichten niet bedoeld zullen zijn voor de lezer van de BMGN.. Die zal misschien van de recensent willen

Hij had in eerste instantie het plan een weten- schappelijke biografie te schrijven, maar omdat Albert Heijn zijn correspondentie en inter-... Recensies

Een boek over de verschil- lende vormen van 'renaissance' waarin een hoofdstuk over Italië ontbreekt of waarin op zijn minst niet systematisch en doordacht wordt gerefereerd

The expected results are to optimize production in geothermal reservoirs by obtaining information about the influence of environment-friendly chelating agents on