Examensecretaris: De heer C. van Uden
Datum: September 2017
Plaats: Laren
PTA Mobiliteit & Transport Leerjaar 4
2017 - 2018
2
In de bovenbouw van het vmbo krijgen de leerlingen te maken met het examenprogramma. Het examen bestaat uit 2 delen: het schoolexamen en het landelijke centraal examen. Het schoolexamen bestaat vaak uit meerdere toetsen die leiden tot een examendossier. Deze toetsen worden in de loop van het derde en het vierde leerjaar afgenomen door de vakdocenten van de vakken waarin de leerling les krijgt. Het landelijke centraal examen wordt door de overheid vastgesteld en wordt aan het eind van het vierde leerjaar afgenomen.
Wat de leerlingen in deze twee jaren moeten doen, staat vermeld in het programma van toetsing en afsluiting, het PTA. Dit PTA heeft betrekking op het derde en vierde leerjaar. Het PTA wordt digitaal beschikbaar gesteld op de website van College De Brink (www.collegedebrink.nl). U kunt op deze website ook het examenreglement van 2017-2018 vinden. In het examenreglement staan de formele regels die betrekking hebben op het (school)examen.
Het PTA is gericht op het schoolexamen. Zo staan de schoolexamens en de examenstof beschreven, evenals de vorming van het examendossier en de bepalingen die in de examenjaren van kracht zijn.
Ook worden belangrijke data vermeld in het PTA. Het PTA stelt de leerling in staat zich goed voor te bereiden op de schoolexamens en stelt ouders/verzorgers in de gelegenheid om voldoende
ondersteuning te bieden.
Tegen de leerlingen wil ik tot slot zeggen dat alle medewerkers van College De Brink klaar zullen staan om je te allen tijde te steunen en te helpen tijdens de examenperiode. Zelf zal je echter het meeste werk moeten verzetten. Ik wens je daarbij heel veel succes en wijsheid!
R. Kok
Directeur
3
Inhoudsopgave
1. Begrippenlijst programma van toetsing en afsluiting ... 5
2. Vakroutes... 6
3. Uitleg PTA ... 7
4. Informatie over het eindcijfer ... 8
5. De rekentoets ...10
6. Afnameperiode rekentoets ...12
7. Uitslagbepaling voor het vmbo 2017-2018 ...13
8. Inrichting schoolexamen ...14
9. Indeling schoolexamens algemeen vormende vakken ...15
9. Roosters schoolexamens ...16
PTA Aardrijkskunde schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - mavo ...17
PTA Duits schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - kader & mavo ...18
PTA Economie schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - mavo ...20
PTA Engels schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - basis ...22
PTA Engels schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - kader ...23
PTA Engels schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - mavo ...24
PTA Kunstvakken 1 leerjaar 3 & 4 - basis, kader & mavo ...25
PTA Lichamelijke Opvoeding schooljaar 2017-2018 –leerjaar 4 - basis, kader en mavo ...26
PTA Loopbaanoriëntatie begeleiding schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - basis, kader & mavo ...27
PTA NASK schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - basis ...29
PTA NASK schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - kader ...31
PTA NASK schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - mavo ...33
PTA Nederlands schooljaar 2017 - 2018 - leerjaar 4 - basis ...35
PTA Nederlands schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - kader ...38
PTA Nederlands schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - mavo ...42
PTA Wiskunde schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - basis ...46
PTA Wiskunde schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - kader ...47
PTA Wiskunde schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - mavo ...49
PTA Mobiliteit & Transport leerjaar 3 & 4 - profielvakken basis ...51
PTA Mobiliteit & Transport leerjaar 3 & 4 - profielvakken kader ...57
PTA Mobiliteit & Transport leerjaar 3 & 4 - profielvakken mavo ...63
MT keuzedelen - leerjaar 3 + 4 ...66
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Motorsystemen - basis...68
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Aandrijf- en remsysteem - basis ...70
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Elektronica - basis ...72
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Fietstechniek - basis ...74
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Gemotoriseerde Tweewielers - basis ...77
4
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Aandrijf- en remsysteem - kader ...89
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Elektronica - kader ...91
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Fietstechniek - kader ...93
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Gemotoriseerde Tweewielers - kader ...96
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Ritvoorbereiding en ritafhandeling - kader...98
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Operationele magazijnwerkzaamheden - kader ...101
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Motorsystemen - mavo ...105
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Aandrijf- en remsysteem - mavo ...108
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Elektronica - mavo ...110
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Fietstechniek - mavo ...112
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Gemotoriseerde Tweewielers - mavo ...115
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Ritvoorbereiding en ritafhandeling - mavo ...117
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Operationele magazijnwerkzaamheden - mavo ...120
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Wielophanging en carrosserie - mavo ...124
PTA MT leerjaar 3 & 4 – keuzevak Transport - mavo ...125
5
1. Begrippenlijst programma van toetsing en afsluiting
Avo-vakken
Bij ons op school zijn de avo-vakken: Nederlands, Engels, Duits, wiskunde, natuur-/scheikunde 1, biologie, aardrijkskunde en economie.
Eindexamen
Het eindexamen van het vmbo bestaat uit het schoolexamen en het centraal examen. Leerlingen beginnen in leerjaar 3 al met het behalen van cijfers voor het schoolexamen die meetellen met het eindexamen.
Schoolexamen (se)
Het se is het deel van het eindexamen dat door de school wordt opgelegd. Het andere deel van het eindexamen is het centraal examen.
Programma van toetsing en afsluiting (PTA)
Een PTA is een overzicht van opdrachten en (schriftelijke) toetsen die gemaakt moeten worden voor het se. Voor elk vak is een PTA opgesteld. Voorbeelden van toetsvormen die kunnen voorkomen in het PTA:
Schriftelijke opdracht (so): een toets (schriftelijk of digitaal) die voornamelijk kennis en inzicht toetst.
Praktische opdracht (po): een opdracht die onder andere bedoeld is om vaardigheden in combinatie met vakinhoud te toetsen.
Mondelinge opdracht (mo): een mo kan worden gebruikt om kennis, dan wel vaardigheden te toetsen.
Centraal examen (ce)
Het ce vindt plaats in het laatste schooljaar, met uitzondering van de rekentoets die al in leerjaar 3 wordt afgenomen. Het ministerie van OCW stelt het ce op. Het ce heeft 3 tijdvakken. Het eerste tijdvak is in mei, het tweede tijdvak in juni en het derde tijdvak in augustus. In mei doen alle leerlingen examen. De andere tijdvakken zijn bestemd voor herkansers en inhalers.
Centraal schriftelijk en praktisch examen (cspe)
In het cspe worden vaktheorie en praktijk geïntegreerd getoetst. Dit komt voor bij de beroepsgerichte vakken.
Examendossier (ed)
Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het se. Het bevat een overzicht van de opdrachten en toetsen die de leerling moet maken, evenals de resultaten die de leerling voor deze onderdelen heeft behaald.
6
Vakroute avo-vakken
Economie & Ondernemen (EO) Horeca, Bakkerij & Recreatie (HBR)
Nederlands Engels economie wiskunde Bouwen, Wonen & Interieur (BWI)
Produceren, Installeren & Energie (PIE) Mobiliteit & Transport (MT)
Media, Vormgeving & ICT (MVI)
Nederlands Engels wiskunde
natuur-/scheikunde 1 Gezondheidszorg, Veiligheid, Welzijn & Bewegen (GVWB)*
* wettelijke naam zorg en welzijn (zw)
Nederlands Engels biologie
wiskunde of aardrijkskunde
Maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en ckv
Naast de avo-vakken volgt elke leerling de vakken maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en ckv (culturele en kunstzinnige vorming). Maatschappijleer en ckv worden in principe in leerjaar 3 afgerond.
Het beroepsgerichte profielvak
Het beroepsgerichte profielvak is het ‘vaste’ deel dat iedereen doet die kiest voor een bepaald profiel. De leerling leert hier de basiskennis en de basisvaardigheden die nodig zijn om in een beroep of werkveld goed te functioneren.
Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg: volgt het gehele beroepsgerichte profielvak.
Mavo: volgt de aangewezen helft van het beroepsgerichte profielvak omdat leerlingen minder beroepsgerichte uren krijgen en een extra avo-vak volgen.
De beroepsgerichte keuzevakken
College De Brink biedt de mogelijkheid om keuzevakken te volgen binnen het profiel dat de leerling heeft gekozen.
Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg: kiest minimaal vier beroepsgerichte keuzevakken.
Mavo: kiest minimaal twee beroepsgerichte keuzevakken.
LOB
De school begeleidt leerlingen bij het maken van keuzes, bijvoorbeeld over beroepsgerichte keuzevakken, stages en vervolgopleidingen. Deze begeleiding wordt LOB genoemd,
loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Tijdens LOB leren leerlingen allerlei vaardigheden waarmee ze nu en later zelf loopbaankeuzes kunnen maken. Het LOB programma is geïntegreerd in het profiel dat een leerling heeft gekozen. De ervaringen die een leerling aan de hand van LOB opdoet, worden vastgelegd in een loopbaandossier.
7
3. Uitleg PTA
Een PTA is een overzicht van opdrachten en (schriftelijke) toetsen die gemaakt moeten worden voor het se. Voor elk vak is een PTA opgesteld, evenals voor LOB. Dit zorgt ervoor dat de leerling voor ieder vak weet welke toetsen of opdrachten gedaan moeten worden.
In het PTA worden onder andere de volgende punten beschreven:
• De naam van het (beroeps)vak;
• De methode (lesboek) die wordt gebruikt bij een (beroeps)vak;
• Het leerjaar waarvoor het PTA geldt (leerjaar 3, leerjaar 4 of beide);
• De leerweg waarvoor het PTA is bedoeld (basisberoepsgerichte leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg of mavo);
• De toetsperiode waarin de toets/opdracht wordt afgenomen/uitgevoerd;
• De vorm van de toets, bijvoorbeeld so (schriftelijke opdracht), po (praktische opdracht) of mo (mondelinge opdracht);
• De weging die aangeeft hoe zwaar de opdracht/toets meetelt, bijvoorbeeld 1x of 2x;
• De beoordeling, bijvoorbeeld met een cijfer of een v/g (voldoende, goed);
• Een beschrijving van de kerndoelen en/of deeltaken;
• De inhoud en/of omschrijving van de toets;
• De omschrijving van de leerstof, al dan niet in hoofdstukken beschreven;
• De mogelijkheden rondom herkansingen.
Naast informatie over de toetsplanning per vak, wordt in het PTA tevens uitleg gegeven over het eindcijfer, de uitslagbepaling bij het eindexamen (voor zover bekend), de rekentoets en overige belangrijke zaken omtrent het examen.
8
aardrijkskunde en economie bestaat uit een schoolexamendeel (se) en een centraal examendeel (ce). Het eindcijfer wordt voor de helft bepaald door het schoolexamencijfer en voor de helft door het centraal examen.
Maatschappijleer
Maatschappijleer wordt in leerjaar 3 beoordeeld met een eindcijfer en komt als eindexamenvak op de cijferlijst van alle vmbo-leerlingen. Dit cijfer telt mee voor de slaagzakregeling, voor dit vak is er geen centraal examen.
Kunstvakken I (ckv) en lo (lichamelijke opvoeding)
Deze vakken moeten met voldoende of goed worden beoordeeld, pas dan mag de leerling deelnemen aan het centraal examen. De beoordeling van de vakken wordt apart vermeld op de cijferlijst. Voor deze vakken is er geen centraal examen.
Eindcijfer beroepsgerichte programma’s Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
Het beroepsgerichte programma in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg bestaat uit twee onderdelen:
1. Profieldeel
Het profieldeel bestaat uit 4 profielvakken. Op College De Brink hebben we ervoor gekozen om de profielvakken met een schoolexamen (SE) en een centraal examen (CSPE) af te ronden. De behaalde cijfers bij het se van het profielvak wegen even zwaar als het resultaat van het cspe. De se’s moeten voor het deelnemen aan het cspe zijn afgerond. Voor de uitslagbepaling worden de cijfers gecombineerd tot één eindcijfer.
2. De beroepsgerichte keuzevakken
Een leerling moet minimaal 4 keuzevakken doen. Elk beroepsgericht keuzevak wordt met een schoolexamen (conform PTA) afgesloten. Dit levert per keuzevak een eindcijfer op voor het schoolexamen. Ten minste vier eindcijfers voor de keuzevakken worden voor de
uitslagbepaling gecombineerd tot één eindcijfer.
9 Mavo
Het beroepsgerichte programma voor de mavo bestaat uit twee onderdelen:
1. Het profieldeel
Het profieldeel bestaat uit twee aangewezen profielvakken. Op College De Brink hebben we ervoor gekozen om de profielvakken met een cspe en een schoolexamen af te ronden. De behaalde cijfers bij het se van het profielvak wegen even zwaar als het resultaat van het cspe.
De se’s moeten voor het deelnemen aan het cspe zijn afgerond.
2. De beroepsgerichte keuzevakken
Een leerling moet minimaal 2 keuzevakken doen. Elk beroepsgericht keuzevak wordt met een schoolexamen (conform PTA) afgesloten. Dit levert per keuzevak een deelcijfer op voor het schoolexamen.
De cijfers voor de verschillende onderdelen worden zoals in bovenstaande afbeelding is te zien gecombineerd. Samen is het één eindcijfer voor de uitslagbepaling.
Profielwerkstuk (alleen mavo)
Het profielwerkstuk is een werkstuk waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het profiel dat de leerling heeft gekozen. Het
profielwerkstuk heeft betrekking op een thema uit het profiel waarin de leerling onderwijs volgt. Het moet met een voldoende worden afgesloten.
Voor meer informatie en eventuele wetswijzigingen verwijzen wij u naar www.examenblad.nl.
10
Kansen
De leerlingen krijgen vier kansen, waarvan de eerste kans in leerjaar 3 benut moet worden. De leerling moet de rekentoets dus verplicht een keer hebben gemaakt, maar heeft niet de plicht om alle vier de kansen te benutten. Het hoogst behaalde resultaat van alle ondernomen pogingen telt als eindresultaat, tenzij een leerling dit anders wenst (bijvoorbeeld door het niveau van een toets).
Niveau
Er zijn verschillende niveaus van rekentoetsen. Naast niveau 2F bestaat er ook een rekentoets op 2A, 2ER en 3F niveau. Een leerling dient in ieder geval een keer de 2F of de 2ER rekentoets te hebben gemaakt.
2ER rekentoets
Aan leerlingen met dyscalculie of ernstige rekenproblemen die de toets op 2F niveau maken, wordt de mogelijkheid geboden voor het maken van een rekentoets waarbij er aanpassingen zijn gedaan in zowel de eisen (de opgaven zijn eenvoudiger), de hulpmiddelen als de afnamecondities. De leerling krijgt een aantekening op zijn/haar diploma betreffende het afleggen van de 2ER rekentoets. Een leerling die de 2ER rekentoets heeft behaald, kan ook nog een kans benutten voor de reguliere 2F rekentoets, mits de leerling nog niet heeft voldaan aan het maximum van vier kansen. Voor meer informatie kan via de mentor contact worden opgenomen met een medewerker van Remedial Teaching.
2A rekentoets - pilot
2A is een rekentoets die beschikbaar is voor leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg. Deze toets is een pilot voor leerlingen die het 2F niveau als zeer moeilijk hebben ervaren. De wetgeving hierover wordt momenteel herzien. Mochten er wijzigingen optreden dan wordt u hierover geïnformeerd.
3F rekentoets
Goede rekenaars in het vmbo mogen de rekentoets, in overleg met de docent, ook op het hogere 3F niveau maken. Dit kan een goede keuze zijn voor leerlingen die na het afronden van de mavo naar de havo willen.
Uitslagbepaling
De uitslag van het rekenexamen telt momenteel niet mee voor het behalen van het vmbo diploma.
Wel dient de rekentoets te zijn gedaan, anders kan geen diploma worden uitgereikt.
Doorstroommogelijkheden
Het behalen van een diploma met een rekentoets op een ander niveau dan 2F kan gevolgen hebben voor bijvoorbeeld het doorstromen naar een mbo opleiding. Zo kunnen bijvoorbeeld vervolgscholen- en -opleidingen (o.a. pabo) leerlingen die de ER-toets hebben gemaakt, weigeren. Scholen zijn verplicht leerlingen en ouders hierover goed te informeren. Wij adviseren u om contact op te nemen met de gewenste vervolgschool- en/of -opleiding om u zo goed mogelijk te laten informeren.
Eventuele wijzigende wetgeving kan hierop ook van invloed zijn.
11 Vermelding uitslag
Het cijfer van de rekentoets wordt bij de leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg en de mavo op de cijferlijst vermeld. Bij de leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg wordt het cijfer niet vermeld op de cijferlijst maar op een aparte bijlage.
12 Poging 2: donderdag 7 of vrijdag 8 juni 2018
Belangrijk: de exacte dag, tijd en plaats van de afname rekentoetsen zullen te zijner tijd bekend worden gemaakt.
Rooster rekentoets leerjaar 4
Poging 2: dinsdag 16 januari 14.15 uur 2018 Poging 3: dinsdag 6 maart 14.15 uur 2018 Poging 4: dinsdag 5 juni 14.15 uur 2018
In het schooljaar wordt informatie verstrekt op welke wijze de aanmelding plaats vindt.
13
7. Uitslagbepaling voor het vmbo 2017-2018
Een leerling is geslaagd voor het eindexamen als:1. Het gemiddelde cijfer voor de vakken van het ce ten minste een voldoende is. Dat is onafgerond een 5,5. Als de leerling gemiddeld een 5,49 heeft gehaald, is hij dus gezakt.
2. Daarnaast gelden de volgende voorwaarden:
Voor het vak Nederlandse taal is het eindcijfer vijf of meer gehaald.
De rekentoets is afgelegd.
3. Ook geldt (uitgezonderd de rekentoets) dat de leerling alleen geslaagd is als:
alle eindcijfers een zes of hoger zijn of;
één eindcijfer een vijf is en alle andere eindcijfers een zes of hoger of;
één eindcijfer een vier is en de overige eindcijfers een zes of hoger, waarvan ten minste één eindcijfer een zeven of hoger is, of;
Voor twee vakken een eindcijfer vijf is gehaald en voor de overige eindcijfers een zes of hoger waarvan tenminste één eindcijfer een zeven of hoger is en;
Geen eindcijfer lager is dan een vier.
4. Verder geldt dat de leerling een ‘voldoende’ of een ‘goed’ moet hebben gekregen voor de vakken lichamelijke opvoeding en kunstvakken I (ckv).
5. Ten slotte moet de leerling een LOB-dossier hebben samengesteld.
Voor meer informatie en eventuele wetswijzigingen wordt u verwezen naar www.examenblad.nl
14
veel lesstof in een keer kan worden getoetst. De leerlingen wennen op die manier aan het maken van toetsen met grotere hoeveelheden leerstof. Deze toetsen tellen mee voor het examendossier.
De cijfers worden in SOMToday vermeld.
Naast de vaststaande toetsdagen kunnen er ook mondelinge of praktische opdrachten in het PTA staan vermeld. Deze toetsen worden soms over meerdere periodes afgenomen. Dit staat duidelijk in het PTA, evenals de beoordeling en weging van deze toetsen.
Afwezigheid tijdens toetsdagen
Tijdens de toetsdagen moeten de leerlingen op school zijn om de toetsen te maken. Indien een leerling niet aanwezig is, vervalt het recht op herkansing. Hiermee sluiten wij aan bij de regels die ook gelden bij het eindexamen.
Indien een leerling afwezig is, dient de leerling telefonisch te worden afgemeld bij de receptie met vermelding van de reden. Indien een leerling de toetsdagen afwezig is, zal door de teamleider en/of een lid van de examencommissie worden besloten of de reden geldig is.
Indien het verzuim geoorloofd is, vervalt het recht op herkansing en wordt de leerling doorverwezen naar het inhaalmoment. Ook bij ziekte vervalt de herkansing, dit zijn dezelfde regels als bij het eindexamen.
Indien het verzuim ongeoorloofd is, vervalt het recht op herkansing en wordt de leerling doorverwezen naar de examencommissie. De examencommissie bepaalt de maatregel, wat kan inhouden dat de leerling een 1 krijgt toegekend.
Afwezigheid bij inhaalmoment
Indien een leerling afwezig is, dient de leerling telefonisch te worden afgemeld bij de receptie met vermelding van de reden. Elke afwezigheid bij een inhaalmoment wordt direct doorverwezen naar de examencommissie, de commissie bepaalt de maatregel, wat kan inhouden dat de leerling een 1 krijgt toegekend.
Herkansingen
Als een leerling alle toetsen heeft gemaakt tijdens de toetsdagen heeft de leerling recht op één herkansing. De leerling krijgt een uitnodiging om zich hiervoor in te schrijven. Bij afwezigheid van een herkansing, is er geen mogelijkheid tot inhalen.
Faciliteiten
Het kan zijn dat leerlingen recht hebben op bepaalde faciliteiten tijdens het schoolexamen en/of het centraal eindexamen. Dit kan te maken hebben met bijvoorbeeld dyslexie of dyscalculie. Dit kan ook gelden voor bijvoorbeeld visuele, auditieve of lichamelijke beperkingen. Uiteraard zijn aan de toekenning van faciliteiten voorwaarden verbonden en is een goede registratie en onderbouwing belangrijk. Mocht u eraan twijfelen of de juist informatie bij de school bekend is, dan verzoeken wij u contact op te nemen met de mentor.
15
9. Indeling schoolexamens algemeen vormende vakken
Toetsdagen Maandag Dinsdag Woensdag
09.30 uur (basis) 09.15 uur (kader/mavo)
wiskunde
aardrijkskunde (basis/kader)
natuur- scheikunde biologie
economie (basis/kader)
aardrijkskunde (mavo)
11.05 uur Nederlands Engels economie (mavo)
Organisatorische uitgangspunten
• Toetsduur basis-leerlingen: 60 minuten, 15 minuten extra voor leerlingen met faciliteiten
• Toetsduur kader/mavo-leerlingen: 75 minuten, 15 minuten extra voor leerlingen met faciliteiten
• Leerlingen mogen tijdens de eerste 45 minuten het lokaal niet verlaten
• Vak Duits (kader/mavo) niet in toetsweken maar tijdens de les voorafgaand aan de toetsweek
Tot slot
Voor meer informatie over de regels rondom het schoolexamen (en de eventuele uitzonderingen en beroepsprocedures) verwijzen wij naar het schoolexamenreglement.
Mochten er nog vragen/opmerkingen zijn naar aanleiding van de verstrekte informatie, dan kan er contact worden opgenomen met de heer C. van Uden (examensecretaris) via cvuden@gsf.nl of via het vaste nummer van school 035-8009900. Voor vragen over de PTA’s kunt u terecht bij de desbetreffende vakdocent.
16
Toetsdagen periode 2 maandag 15 tot en met woensdag 17 januari Inhaal WI/AK vrijdag 2 februari 14.50 uur
Inhaal NS/BI/EC dinsdag 6 februari 14.05 uur Inhaal NE vrijdag 9 februari 14.50 uur Inhaal EN/DU dinsdag 13 februari 14.05 uur Inhaal mavo EC/AK vrijdag 16 februari 14.50 uur Herkansing periode 2 vrijdag 16 februari 14.50 uur
Toetsdagen periode 4 maandag 11 tot en met woensdag 13 juni Inhaal WI/AK vrijdag 22 juni 14.50 uur
Inhaal NS/BI/EC dinsdag 26 juni 14.05 uur
Inhaal NE vrijdag 29 juni 14.50 uur
Inhaal EN/DU dinsdag 3 juli 14.05 uur Inhaal mavo EC/AK vrijdag 6 juli 14.50 uur Herkansing periode 4 vrijdag 6 juli 14.50 uur
Rooster schoolexamens algemeen vormende vakken leerjaar 4 2017-2018
Toetsdagen periode 1 maandag 13 tot en met woensdag 15 november Inhaal WI/AK vrijdag 24 november 14.50 uur
Inhaal NS/BI/EC dinsdag 28 november 14.05 uur
Inhaal NE vrijdag 1 december 14.50 uur
Inhaal EN/DU maandag 4 december 14.05 uur Inhaal mavo EC/AK vrijdag 8 december 14.50 uur Herkansing periode 2 vrijdag 8 december 14.50 uur
Toetsdagen periode 2 maandag 22 tot en met woensdag 24 januari Inhaal WI/AK vrijdag 2 februari 14.50 uur
Inhaal NS/BI/EC dinsdag 6 februari 14.05 uur Inhaal NE vrijdag 9 februari 14.50 uur Inhaal EN/DU dinsdag 13 februari 14.05 uur Inhaal mavo EC/AK vrijdag 16 februari 14.50 uur Herkansing periode 2 vrijdag 16 februari 14.50 uur
Toetsdagen periode 3 maandag 26 tot en met woensdag 28 maart Inhaal WI/AK/NE dinsdag 3 april 14.05 uur
Inhaal NS/BI/EC/EN vrijdag 6 april 14.50 uur Inhaal overloop (indien nodig) dinsdag 10 april 14.05 uur Herkansing periode 4 dinsdag 10 april 14.05 uur
PTA Aardrijkskunde schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - mavo
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
4.1 - De kandidaat kan weer en klimaat, klimaatverandering en klimaatbeleid van Nederland en Spanje beschrijven en verklaren en de situatie in beide gebieden vergelijken.
- De kandidaat kan weer en klimaat, klimaatverandering en klimaatbeleid in de V.S beschrijven en verklaren.
Toets
Weer en klimaat
Het onderwerp is: Weer en klimaat van Nederland, Spanje en V.S. + casus
Ja 2
4.2 - De kandidaat kan de bevolkingsontwikkeling en het ruimtegebruik in Nederland en Duitsland beschrijven en verklaren en de situatie in beide gebieden vergelijken.
- De kandidaat kan de bevolkingsontwikkeling en het ruimtegebruik in China beschrijven en verklaren.
Toets
Bevolking en Ruimte
Het onderwerp is: bevolking en ruimte in Nederland, Duitsland en China + casus
Ja 2
4.3 - De kandidaat kan de herkomst, het voorkomen, de kwaliteit en het gebruik van water in Nederland beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van water en de effecten ervan beschrijven.
- De kandidaat kan de herkomst, het voorkomen, de kwaliteit en het gebruik van water in China en het Midden-Oosten beschrijven en verklaren, maatregelen voor een duurzamer gebruik van water en de effecten ervan beschrijven en de situatie in beide gebieden vergelijken.
Toets Water
Het onderwerp is: Het omgaan met water in Nederland, China en het Midden-Oosten + casus
Ja 2
4.3a Presentatie
Kandidaat presenteert een gedeelte van de examenstof.
Presentatie
Over 1 van de volgende onderwerpen:
- Weer en klimaat - Bevolking en ruimte - Water
Nee 1
18
Code Deeltake kerndo Toetsvo Omschr Herkans Ja/Nee Weging
4.1 - De leerling kan vragen over een gesproken tekst beantwoorden.
- De leerling maakt kennis met de cultuur uit Duitstalige landen. En kan vragen hierover beantwoorden.
- De Leerling kan schriftelijk een kort gesprek voeren.
- De leerling kan een korte Email of brief schrijven.
- De leerling maakt kennis met de grammaticale structuur van de Duitse taal en kan deze toepassen.
- De leerling kan vragen over een geschreven tekst beantwoorden.
Toets
Deel A: Luisteren 1
Kurznachrichten, Probleem tijdens de vakantie, ontmoeting kinderen van gescheiden ouders, probleem op het vliegveld, jonge kinderen en media, familiediner, rondleiding Babelsberg.
Deel B: Landeskunde 1
Hamburger Dom, Donauinselfest, Gigathlon, Litfasssäulen, Astor film Lounge, Filmpark Babelsberg, Tatortkneipen, Skyswing, Bodensee, Bildzeitung, Meinzelmännchen, VIVA.
Deel C: Spreken 1
Auf dem Schulhof, over vakantie, nieuwe school, party, iemand uitnodigen en het kopen van een cadeau.
Deel D: Schrijven 1
E-mail, briefje voor een prikbord, beterschapskaart, idioom.
Deel E: Grammatica 1
Haben, sein werden, regelmatige werkwoorden, sterke werkwoorden met “a” en “e”, persoonlijke voornaamwoord, 1e en 4e naamval.
Deel F: Lezen 1
Teksten examenniveau A2.
2 Ja
19
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
4.2 - De leerling kan vragen over een gesproken tekst beantwoorden.
- De leerling maakt kennis met de cultuur uit Duitstalige landen. En kan vragen hierover beantwoorden.
- De Leerling kan schriftelijk een kort gesprek voeren.
- De leerling kan een korte Email of brief schrijven.
- De leerling maakt kennis met de grammaticale structuur van de Duitse taal en kan deze toepassen.
- De leerling kan vragen over een geschreven tekst beantwoorden.
Toets
Deel A: Luisteren 2
openbaar vervoer, interview over vervoer van dieren, dienstregeling openbaar vervoer, interview over shoppen, interview koopverslaving, een bijzondere supermarkt.
Deel B: Landeskunde 2
Schwebebahn, Heissluftballonwoche, Gelmerbahn, ADAC, Berline Welcome Card, Zugspitzbahn, Hundepension, Märkte in Wien, Einkaufszentrum Glatt, Besondere Nebenjobs.
Deel C: Spreken 2
Problemen met pinnen, gevonden voorwerpen, kopen van kleding, modeshouw.
Deel D: Schrijven 2 E-mail, idioom.
Deel E: Grammatica 2
Du en Sie, pers. vnw., rangtelwoorden, 3e naamval bij de der- en eingroep, volt. dw. van sterke werkwoorden, de grote naamvallentest, voeg- en bijwoorden.
Deel F: Lezen 2
Teksten examenniveau A2.
Ja 2
4.3 - De leerling kan vragen over een gesproken tekst beantwoorden. Hierbij komen luister en filmfragmenten aan bod.
- De leerling kan vragen over een geschreven tekst beantwoord
Toets
Deel A: Luister- en kijkvaardigheid
Cito-toets, bestaande uit: Geluidfragmenten en beeldgeluidsfragmenten met vragen.
Deel B: Examenteksten
Ja 2
20
Code Deeltake kerndo Toetsvo Omschr Herkans Ja/Nee Weging
4.1 Consumptie
De leerling heeft inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen en in de functies van het geld, lenen en sparen en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.
Consumptie en consumentenorganisaties
Ook kan de leerling werken met het bankwezen, zoals verkrijgen van vreemd geld, spaarvormen, leningsvormen en kenmerken van verzekeringen en kan hierbij informatie van
consumentenorganisaties gebruiken.
Verrijkingsstof
De leerling heeft inzicht in de achtergronden van de problematiek betreffende de oorzaken en gevolgen van de waardeverandering van geld en de prijscompensatie als middel om
koopkrachtverlies tegen te gaan en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.
Toets - Hoofdstuk 1 en 2 Onderwerpen:
Marketingmix, koopgedrag, inkomensvormen, inflatie, prijsindexcijfers, geldfuncties, sparen, rente, beleggen, lenen en leenvormen en budgetteren.
Ja 1
4.2 Arbeid en productie
De leerling heeft inzicht in aspecten van het producentengedrag zoals kosten, opbrengsten, winst, toegevoegde waarde, arbeid, arbeidsverdeling, arbeidsproductiviteit, werkgelegenheid,
werkloosheid en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.
Arbeid en bedrijfsleven
De leerling heeft inzicht in de productie van goederen en diensten en in de fasen die een product doorloopt vanaf de producent van grondstoffen tot en met de detaillist/winkelier, en kan voorbeelden geven van beroepen/werkzaamheden die typerend zijn voor verschillende economische sectoren.
Internationale ontwikkelingen
De leerling heeft inzicht in internationale economische betrekkingen zoals Nederland als open economie, de Europese Unie, ontwikkelingsproblematiek en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.
Toets - Hoofdstuk 3, 4 en 8 met herhaling van periode 4.1
Onderwerpen:
Berekening en toepassen omzet, winst en
verkoopprijs, kostensoorten, arbeidsproductiviteit, soorten markten, evenwichtsprijs + - hoeveelheid, ondernemingsvormen, wetten m.b.t. werken, arbeidsmarkt, werkloosheidsvormen, soorten ontwikkelingshulp, vicieuze cirkel, ruilvoet, microkrediet en fairtrade.
Ja 1
21
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
4.3 Internationale ontwikkelingen
De leerling heeft inzicht in internationale economische betrekkingen zoals Nederland als open economie, de Europese Unie, ontwikkelingsproblematiek en kan dit inzicht
toepassen in een gegeven casus.
Overheid en bestuur
De kandidaat heeft inzicht in de sociale, economische en financiële functies van de overheid en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.
Verrijkingsstof
De leerling heeft inzicht in de achtergronden van de problematiek betreffende de ontwikkeling van het begrotingstekort en de staatsschuld, de systematiek en uitgangspunten van loon- en inkomstenbelasting en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.
Toets - Hoofdstuk 5, 6 en 7 met herhaling van periode 4.1 en 4.2
Onderwerpen:
Rijksbegroting, soorten economie, belastingen, sociale zekerheid, vergrijzing, economische roei, recessie, inkomstenbelasting, aftrekposten,
vermogensrendementheffing, nivellering, import en export, Europese Unie, handelsbalans,
protectiemaatregelen, vrijhandel en globalisering.
Ja 1
22
Code Deeltake kerndo Toetsvo Omschr Herkans Ja/Nee Weging
4.1 - Leerling begrijpt belang van Engels.
- Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen. Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld. Leerling kan gesprekken en/of mededelingen volgen en weet wat belangrijk is.
Toets – kijk- en Luistervaardigheid
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Ja 2
4.2 - Leerling begrijpt belang van Engels.
- Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen. Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld. Leerling kan schriftelijk informatie geven en vragen over alledaagse zaken.
Toets – schrijfvaardigheid
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Ja 2
4.3 - Leerling begrijpt belang van Engels.
- Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen. Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld. Leerling kan teksten lezen en weet wat belangrijk is.
Toets – leesvaardigheid
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Ja 2
4.3a P alle
- Leerling begrijpt belang van Engels. Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen.
- Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld.
- Leerling kan gesprek voeren en vragen beantwoorden over alledaagse zaken.
Mondeling
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Nee 2
23
PTA Engels schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - kader
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
4.1 - Leerling begrijpt belang van Engels.
- Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen. Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld. Leerling kan gesprekken en/of mededelingen volgen en weet wat belangrijk is.
Toets – kijk- en Luistervaardigheid
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Ja 2
4.2 - Leerling begrijpt belang van Engels.
- Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen. Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld. Leerling kan schriftelijk informatie geven en vragen over alledaagse zaken.
Toets – schrijfvaardigheid
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Ja 2
4.3 - Leerling begrijpt belang van Engels.
- Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen. Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld. Leerling kan teksten lezen en weet wat belangrijk is.
Toets – leesvaardigheid
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Ja 2
4.3a P alle
- Leerling begrijpt belang van Engels. Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen.
- Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld.
- Leerling kan gesprek voeren en vragen beantwoorden over alledaagse zaken.
Mondeling
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Nee 2
24
Code Deeltake kerndo Toetsvo Omschr Herkans Ja/Nee Weging
4.1 - Leerling begrijpt belang van Engels.
- Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen. Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld. Leerling kan gesprekken en/of mededelingen volgen en weet wat belangrijk is.
Toets – kijk- en Luistervaardigheid
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Ja 2
4.2 - Leerling begrijpt belang van Engels.
- Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen. Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld. Leerling kan schriftelijk informatie geven en vragen over alledaagse zaken.
Toets – schrijfvaardigheid
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Ja 2
4.3 - Leerling begrijpt belang van Engels.
- Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen. Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld. Leerling kan teksten lezen en weet wat belangrijk is.
Toets – leesvaardigheid
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Ja 2
4.3a P alle
- Leerling begrijpt belang van Engels. Hij/zij kan op eenvoudige manier communiceren, samenwerken en info verwerken.
- Leerling weet hoe hij/zij taalvaardigheid kan vergroten en weet om te gaan met beperkingen.
- Hij/zij heeft kennis van de Engelstalige wereld.
- Leerling kan gesprek voeren en vragen beantwoorden over alledaagse zaken.
Mondeling
Alle stof wordt behandeld en geoefend in de les.
Nee 2
25
PTA Kunstvakken 1 leerjaar 3 & 4 - basis, kader & mavo
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
1 Oriëntatie op leren en werken
De leerling kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van kunst en cultuur in de maatschappij herkennen.
Basis vaardigheden
De leerling kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, informatie verwerken en verwerven.
Verslag
Voorkant Kunstdossier Cultureel zelfportret bestaande uit moodboard (interesses) en opdrachten “Wie ben ik op dit moment”.
Ja 1
2 Culturele activiteiten
De leerling heeft actief deelgenomen aan ten minste 3 culturele activiteiten. De culturele activiteiten zijn verspreid over verschillende kunstdisciplines.
Verslag
Bezoek aan film en/of animatie
Een voorbereidende les, bezoek van de activiteit en een reflectie-opdracht.
Ja 1
3 Culturele activiteiten
De leerling heeft actief deelgenomen aan ten minste 3 culturele activiteiten. De culturele activiteiten zijn verspreid over verschillende kunstdisciplines.
Verslag
Bezoek aan musea
Een voorbereidende les, bezoek van de activiteit en een reflectie-opdracht.
Ja 1
4 Culturele activiteiten
De leerling heeft actief deelgenomen aan ten minste 3 culturele activiteiten. De culturele activiteiten zijn verspreid over verschillende kunstdisciplines.
Verslag
Bezoek aan theater, dans of muziekvoorstelling Een voorbereidende les, bezoek van de activiteit en een reflectieopdracht.
Ja 1
5 Reflectie en Kunstdossier
De kandidaat kan met betrekking tot de culturele activiteiten:
- een kunstdossier samenstellen waarin hij verslag doet van het voorbereiden een ondernemen van culturele activiteiten.
- aan de hand daarvan reflecteren op zijn ervaringen, interpretaties en waarderingen.
Verslag
Reflectie en Kunstdossier
De leerling maakt een opdracht aan de hand van de verplichte activiteiten die zijn uitgevoerd. Op basis daarvan reflecteert de leerling op zijn of haar ervaringen, interpretaties en waarderingen.
Ja 1
26
Code Deeltake kerndo Toetsvo Omschr Herkans Ja/Nee Weging
4.1 LO1/K 1 t/m 9 Praktische opdracht
Samengesteld cijfer: Actieve deelname in de les op de onderdelen die hieronder benoemd zijn, inzet, algemene vaardigheden, sociale vaardigheden
Ja 1
4.2 LO1/K 1 t/m 9 Praktische opdracht
Samengesteld cijfer: Actieve deelname in de les op de onderdelen die hieronder benoemd zijn, inzet, algemene vaardigheden, sociale vaardigheden
Ja 1
4.3 LO1/K 1 t/m 9 Praktische opdracht
Samengesteld cijfer: Actieve deelname in de les op de onderdelen die hieronder benoemd zijn, inzet, algemene vaardigheden, sociale vaardigheden
Ja 1
Atletiek - lopen, speerwerpen, hoogspringen/verspringen, kogelstoten
Spel - voetbal, hockey, handbal, basketbal, korfbal, volleybal, badminton, tennis, softbal, frisbee, flagfootball, rugby
Turnen - springen, zwaaien, balanceren, over de kop gaan, acrogym en freerunning Zelfverdediging - stoeispelen, judo en boksen
Bewegen op muziek - streetdance, zumba en /of hiphop Buitenschoolse sport oriëntatie
De herkansing van LO bestaat uit het inhalen van de onderdelen in overleg met de LO-docent, dan wel het inleveren van een verslag in overleg met de LO-docent. Voor beide vormen van herkansing geldt dat de herkansing binnen de rapportperiode waarin de les gemist is wordt gedaan. Let op LO moet voldoende worden afgerond.
27
PTA Loopbaanoriëntatie begeleiding schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - basis, kader & mavo
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
4.1 C1. De leerling kan zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm geven.
Hij doet dat met een oriëntatie op een toekomstige opleiding en (loop)baan.
De leerling heeft de vaardigheid zijn eigen loopbaan vorm te geven door op systematische wijze om te gaan met “loopbaancompetenties”.
1. Wat kan ik het best en hoe weet ik dat? (kwaliteitenreflectie) 2. Waar ga en sta ik voor en waarom dan? (motievenreflectie)
3. Waar ben ik het meest op mijn gemak en waarom dan? (werkexploratie) 4. Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo? (loopbaansturing)
5. Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen? (netwerken)
Praktische opdracht
Beroepsinteressetest maken en aan loopbaandossier toevoegen.
4de klas stage, stageboek invullen.
Beoordeling: voldaan.
4.2 C1. De leerling kan zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm geven.
Hij doet dat met een oriëntatie op een toekomstige opleiding en (loop)baan.
De leerling heeft de vaardigheid zijn eigen loopbaan vorm te geven door op systematische wijze om te gaan met “loopbaancompetenties”.
1. Wat kan ik het best en hoe weet ik dat? (kwaliteitenreflectie) 2. Waar ga en sta ik voor en waarom dan? (motievenreflectie)
3. Waar ben ik het meest op mijn gemak en waarom dan? (werkexploratie) 4. Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo? (loopbaansturing)
5. Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen? (netwerken) C2 De leerling maakt zijn eigen loopbaanontwikkeling inzichtelijk voor zichzelf en voor anderen d.m.v. een loopbaandossier.
In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van de “loopbaancompetenties”.
Praktische opdracht/mondeling
Verslaglegging van loopbaangesprek met beroepsdocenten.
Doel: oriëntatie op vervolgopleiding.
Beoordeling: voldaan.
4.3 C2. De leerling maakt zijn eigen loopbaanontwikkeling inzichtelijk voor zichzelf en voor anderen d.m.v. een loopbaandossier.
In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van de “loopbaancompetenties”.
Praktische opdracht
Bezoek Open Dagen en verslaglegging.
Aanmelding vervolgopleiding.
Definitieve inschrijving vervolgopleiding.
Beoordeling: voldaan.
28
C D ke To O H Ja W
4.3a C2. De leerling maakt zijn eigen loopbaanontwikkeling inzichtelijk voor zichzelf en voor anderen d.m.v. een loopbaandossier.
In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van de “loopbaancompetenties”.
Mondeling
Eindpresentatie loopbaandossier/sectorwerkstuk Beoordeling: voldoende.
29
PTA NASK schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - basis
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
4.1 De kandidaat kan o.a.:
Verschillende soorten lenzen herkennen en de werking van de vlakke spiegel en de bolle lens toepassen.
De kandidaat kan o.a.:
De werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond berekenen.
SO - hoofdstuk 1 + 2 Hoofdstuk 1: Licht
1. Licht en Schaduw. 2. Spectrum van wit Licht. 3. IR.
En UV. Straling. 4. Lenzen. 5. Reëel beeld. 6. Het oog.
Hoofdstuk 2: Krachten
1. Krachten. 2. Toepassingen. 3. Krachten meten. 4.
Hefbomen. 5. Katrollen en takels. 6. Druk.
Ja 2
4.2 De kandidaat kan o.a.:
Elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren.
De kandidaat kan o.a.:
Het omzetten van energie van de ene vorm in de andere vorm beschrijven en hierover berekeningen uitvoeren.
De kandidaat kan o.a.:
Beveiligingen voor elektriciteit verklaren en toepassen en keuzes tussen verschillende apparaten beargumenteren.
SO - hoofdstuk 3 + 4 + 5
Hoofdstuk 3: Elektrische schakelingen 1. Serie schakeling. 2. Parallel schakeling. 3.
Halfgeleiders. 4. Bijzondere weerstanden. 5.
Spanning, stroom en weerstand.
Hoofdstuk 4: Warmte en energie.
1. Warmtebronnen . 2. Energie omzetten. 3.
Centrale verwarming. 4. Energierekening. 5, 6 Warmte besparen.
Hoofdstuk 5: Elektrische energie en veiligheid 1. Elektriciteit en veiligheid. 2. Kortsluiting en overbelasting. 3. Elektriciteit en de auto. 4. Het relais. 5. Energie- verbruik.
Ja 2
4.3 De kandidaat kan o.a.:
Geluid vastleggen met de oscilloscoop en daaruit de frequentie bepalen.
De kandidaat kan o.a.:
De bouw van stoffen en materialen beschrijven in termen van moleculen en atomen.
SO - hoofdstuk 6 + 7 + 8 Hoofdstuk 6: Geluid
1. Trillingen. 2. Transport van geluid. 3.
Geluidshinder. 4. Geluidsterkte. 5. Geluid versterken.
Hoofdstuk 7: Stoffen en materialen
Ja 2
30
C D ke To O H Ja W
De kandidaat kan o.a.:
Veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen en verschijnselen van traagheid verklaren.
1. Materialen gebruiken. 2. Van grondstof tot product. 3. Bouw van de materie. 4. Eigenschappen van stoffen. 5. Stoffen en veiligheid. 6. Chemische reacties.
Hoofdstuk 8: Snelheid, verkeer en veiligheid
1. Beweging en snelheid. 2. Krachten op voertuigen.
3. Versnellen en vertragen. 4. Remweg en
stopafstand. 5. Traagheid. 6. Veiligheid in auto’s. 7.
Veiligheid op motoren en scooters.
31
PTA NASK schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - kader
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
4.1 De kandidaat kan o.a.:
De werking van verschillende soorten krachten beschrijven en toepassen. Krachten samenstellen.
De hefboomwet toepassen.
De kandidaat kan o.a.:
Het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen.
De kandidaat kan o.a.:
Het omzetten van energie van de ene vorm in de andere vorm beschrijven en hierover berekeningen uitvoeren.
SO - hoofdstuk 1 + 2 + 3 Hoofdstuk 1: Krachten
Soorten krachten. Paragraaf 2 niet en paragraaf 3 en 4 slechts gedeeltelijk.
Hoofdstuk 2: Warmte
Brandstoffen verbranden. Warmte en temperatuur.
Warmtetransport en isoleren.
Hoofdstuk 3: Energie
Energie omzetten. Energiebronnen. Energiebronnen en het milieu. Rekenen met energie. Rendement.
Ja 2
4.2 De kandidaat kan o.a.:
Elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren.
De kandidaat kan o.a.:
Geluid vastleggen met een oscilloscoop of computer en daaruit de frequentie bepalen.
De kandidaat kan o.a.:
De werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond berekenen en in evenwicht situaties kwalitatief de hefboomwet toepassen.
De kandidaat kan o.a.:
Gevaren van stoffen en effecten van chemische en natuurkundige processen voor de mens en het milieu herkennen en verantwoord met afvalstoffen omgaan.
SO - hoofdstuk 4 + 5 + 6 + 7 Hoofdstuk 4 : Elektriciteit
Stroomkringen. Elektrische energie. Elektrische energie opwekken. Elektrische energie vervoeren.
Elektrische energie gebruiken Hoofdstuk 5: Geluid
Geluid maken en ontvangen. Toonhoogte.
Geluidsterkte. Geluid versterken. Geluidshinder.
Hoofdstuk 6: Werktuigen
Werken met hefbomen. Hefbomen en zwaartekracht. Katrollen en takels. Druk.
Hoofdstuk 7: Stoffen
Stofeigenschappen. Fasen en fase overgangen.
Veilig werken met stoffen. Chemische reacties
Ja 2
32
C D ke To O H Ja W
4.3 De kandidaat kan o.a.:
De bouw van een atoom beschrijven en het gedrag van atomen en moleculen in de verschillende fasen uiteggen.
De kandidaat kan o.a.:
Beveiliging voor elektriciteit verklaren en toepassen en keuzes tussen verschillende apparaten beargumenteren.
De kandidaat kan o.a.:
Bij een bewegend voorwerp diagrammen interpreteren, krachten samenstellen en de gemiddelde snelheid berekenen.
De kandidaat kan o.a.:
Veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen en verschijnselen van traagheid verklaren.
SO – hoofdstuk 8 + 9 + 10 + 11 Hoofdstuk 8: Materialen
Toepassingen. Van grondstof tot product.
Afvalverwerking. Materialen kiezen.
Hoofdstuk 9: Schakelingen
Werken met weerstanden. Parallelschakelingen.
Automatische schakelaars. Condensatoren.
Hoofdstuk 10: Bewegingen
Bewegingen onderzoeken. Snelheid en versnelling (gedeeltelijk). Eenparig versneld (gedeeltelijk).
Eenparig vertraagd (gedeeltelijk) Hoofdstuk 11: Kracht en beweging
Voortstuwen en tegenwerken. Optrekken en afremmen. Kracht en arbeid (gedeeltelijk).
Veiligheid in het verkeer.
Ja 2
33
PTA NASK schooljaar 2017-2018 - leerjaar 4 - mavo
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
4.1 De kandidaat kan o.a.:
De werking van verschillende soorten krachten beschrijven en toepassen. Krachten samenstellen.
De druk van een voorwerp op de ondergrond berekenen.
De kandidaat kan o.a.:
Het proces van verbranden beschrijven en de verspreiding en isolatie van warmte verklaren en toepassen.
De kandidaat kan o.a.:
Het omzetten van energie van de ene vorm in de andere vorm beschrijven en hierover berekeningen uitvoeren. De manieren van opwekking van elektrische energie en de gevolgen hiervan beschrijven.
SO - hoofdstuk 1 + 2 + 3 Hoofdstuk 1: Krachten
1. Soorten krachten. 2. Krachten in constructies. 3.
Krachten samenstellen. 4 Krachten ontbinden.
Hoofdstuk 2: Warmte
1. Brandstoffen verbranden. 2. Warmte en temperatuur. 3. Warmtetransport. 4. Isoleren.
Hoofdstuk 3: Energie
1. Energie omzetten. 2. Energiebronnen. 3.
Energiebronnen en het milieu. 4. Rekenen met energie. 5. Rendement.
Ja 2
4.2 De kandidaat kan o.a.:
Elektrische schakelingen ontwerpen en analyseren en hierover berekeningen uitvoeren. De werking van de dynamo en de transformator beschrijven met begrippen uit het magnetisme.
De kandidaat kan o.a.:
Geluid vastleggen met een oscilloscoop of computer en daaruit de frequentie bepalen. De werking van een luidspreker uitleggen.
De kandidaat kan o.a.:
De werking van verschillende soorten krachten en de druk van een voorwerp op de ondergrond berekenen en in evenwicht situaties kwalitatief de hefboomwet toepassen.
De kandidaat kan o.a.:
Gevaren van stoffen en effecten van chemische en natuurkundige processen voor de mens en het milieu herkennen en verantwoord met afvalstoffen omgaan.
SO - hoofdstuk 4 + 5 + 6 + 7 Hoofdstuk 4: Elektriciteit
1. Stroomkringen. 2. Elektrische energie. 3.
Elektrische energie opwekken. 4. Elektrische energie vervoeren. 5. Elektrische energie gebruiken
Hoofdstuk 5: Geluid
1. Geluid maken en ontvangen. 2. Toonhoogte. 3.
Geluidsterkte. 4. Geluid versterken. 5.
Geluidshinder.
Hoofdstuk 6: Werktuigen
1. Werken met hefbomen. 2. Hefbomen en zwaartekracht. 3. Katrollen en takels. 4. Druk.
Hoofdstuk 7: Stoffen
Ja 2
34
C D ke To O H Ja W
1. Stofeigenschappen. 2. Fasen en fase overgangen.
3. Veilig werken met stoffen. 4. Chemische reacties.
4.3 De kandidaat kan o.a.:
De bouw van een atoom beschrijven en het gedrag van atomen en moleculen in de verschillende fasen uiteggen.
De kandidaat kan o.a.:
Beveiliging voor elektriciteit verklaren en toepassen en keuzes tussen verschillende apparaten beargumenteren.
De kandidaat kan o.a.:
Bij een bewegend voorwerp diagrammen interpreteren, krachten samenstellen en de gemiddelde snelheid berekenen.
De kandidaat kan o.a.:
Veiligheidsmaatregelen in het verkeer uitleggen en toepassen en verschijnselen van traagheid verklaren.
SO – hoofdstuk 8 + 9 + 10 + 11 Hoofdstuk 8: Materialen
1. Toepassingen. 2. Van grondstof tot product. 3.
Afvalverwerking. 4. Materialen kiezen.
Hoofdstuk 9: Schakelingen 1. Werken met weerstanden. 2.
Parallelschakelingen. 3. Automatische schakelaars.
4. Condensatoren.
Hoofdstuk 10: Bewegingen
1. Bewegingen onderzoeken. 2. Snelheid en versnelling. 3. Eenparig versneld. 4. Eenparig vertraagd
Hoofdstuk 11: Kracht en beweging
1. Voortstuwen en tegenwerken. 2. Optrekken en afremmen. 3. Kracht en arbeid. 4. Veiligheid in het verkeer.
Ja 2
35
PTA Nederlands schooljaar 2017 - 2018 - leerjaar 4 - basis
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
4.1 NE/K/6 – Leesvaardigheid De kandidaat kan:
- leesstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen - het schrijfdoel van de auteur aangeven
- een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die - eenheden benoemen
- het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven - een oordeel geven over de tekst en dit oordeel toelichten
Toets - zakelijk lezen
Verklarend lezen van een of meerdere teksten
Ja 2
4.2 NE/K/6 – Leesvaardigheid De kandidaat kan:
- leesstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen - het schrijfdoel van de auteur aangeven
- een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die - eenheden benoemen
- het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven - een oordeel geven over de tekst en dit oordeel toelichten
NE/K/7 – Schrijfvaardigheid De kandidaat kan:
- relevante informatie verzamelen en verwerken ten behoeve van het schrijven - schrijfstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - het schrijfdoel in teksten tot uitdrukking brengen
- het schrijfdoel en taalgebruik richten op verschillende soorten lezerspubliek - conventies hanteren met betrekking tot schriftelijk taalgebruik
- elektronische hulpmiddelen gebruiken bij het schrijven
Toets - schrijven van een zakelijke brief Het schrijven van een brief aan een organisatie, bedrijf of gemeente volgens vastgestelde regels
Ja 2
36
C D ke To O H Ja W
- concepten van de tekst herschrijven op basis van geleverd commentaar NE/V/2 – Schrijven op basis van documentatie
De kandidaat kan een doel- en publiekgerichte tekst schrijven - overeenkomstig de voor de tekstsoort geldende conventies - onder gebruikmaking van documentatie
NE/V/3 – Vaardigheden in samenhang
De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.
4.3 NE/K/6 – Leesvaardigheid De kandidaat kan:
- leesstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen - het schrijfdoel van de auteur aangeven
- een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die - eenheden benoemen
- het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven - een oordeel geven over de tekst en dit oordeel toelichten
Zakelijk lezen
Verklarend lezen van een of meerdere teksten
Ja 2
4.3a NE/K/6 – Leesvaardigheid De kandidaat kan:
- leesstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen - het schrijfdoel van de auteur aangeven
- een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die - eenheden benoemen
- het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven - een oordeel geven over de tekst en dit oordeel toelichten.
NE/K/7 – Schrijfvaardigheid De kandidaat kan:
- relevante informatie verzamelen en verwerken ten behoeve van het schrijven
Verslag fictie
De opdracht wordt uitgelegd door de docent.
Nee 1
37
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
- schrijfstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - het schrijfdoel in teksten tot uitdrukking brengen
- het schrijfdoel en taalgebruik richten op verschillende soorten lezerspubliek - conventies hanteren met betrekking tot schriftelijk taalgebruik
- elektronische hulpmiddelen gebruiken bij het schrijven
- concepten van de tekst herschrijven op basis van geleverd commentaar.
NE/V/3 – Vaardigheden in samenhang
De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.
4.3b NE/K/5 – Spreek- en gespreksvaardigheid De kandidaat kan:
- relevante informatie verzamelen en verwerken ten behoeve van de spreek- en gesprekssituatie
- strategieën hanteren ten behoeve van de spreek- en gesprekssituatie - compenserende strategieën kiezen en hanteren
- het spreek-/luisterdoel in de situatie tot uitdrukking brengen
- het spreek-/luisterdoel en taalgebruik richten op verschillende soorten publiek - het spreekdoel van anderen herkennen en de reacties van anderen inschatten
- in spreek- en gesprekssituaties taalvarianten herkennen en daar adequaat op inspelen.
NE/K/6 – Leesvaardigheid De kandidaat kan:
- leesstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen - het schrijfdoel van de auteur aangeven
- een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die - eenheden benoemen
- het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven - een oordeel geven over de tekst en dit oordeel toelichten
Presentatie over onderwerp naar keuze Er wordt een presentatie gehouden over een onderwerp naar keuze. Deze keuze wordt
gebaseerd op het niveau van de leerling en moet bij diens leeftijd passen. Het onderwerp wordt
besproken met de docent, deze moet goedkeuring over het onderwerp geven.
Nee 1
38
Code Deelta kerndo Toetsvo Omschr Herkans Ja/Nee Weging
4.1 NE/K/5 – Spreek- en gespreksvaardigheid De kandidaat kan:
- relevante informatie verzamelen en verwerken ten behoeve van de spreek- en gesprekssituatie
- strategieën hanteren ten behoeve van de spreek- en gesprekssituatie - compenserende strategieën kiezen en hanteren
- het spreek-/luisterdoel in de situatie tot uitdrukking brengen
- het spreek-/luisterdoel en taalgebruik richten op verschillende soorten publiek - het spreekdoel van anderen herkennen en de reacties van anderen inschatten - in spreek- en gesprekssituaties taalvarianten herkennen en daar adequaat op inspelen NE/K/6 – Leesvaardigheid
De kandidaat kan:
- leesstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen
- het schrijfdoel van de auteur aangeven en de talige middelen die hij hanteert om dit doel te bereiken
- een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die - eenheden benoemen
- het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven en een samenvatting geven
- een oordeel geven over de tekst en dit oordeel toelichten
Toets - zakelijk Lezen
Verklarend lezen van een of meerdere teksten.
Hierbij hebben de leerlingen kennis over:
- tekstverbanden - signaalwoorden
- inleiding/middenstuk/slot - manieren van inleiden - afsluiten van een tekst.
- hoofd- en deelonderwerp, - tekstdoelen, -soorten en –vormen - feiten en meningen onderscheiden - hoofd- en bijzaken onderscheiden
Ja 2
4.2 NE/K/6 – Leesvaardigheid De kandidaat kan:
- leesstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen
- het schrijfdoel van de auteur aangeven en de talige middelen die hij hanteert om dit doel te bereiken
- een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die
Toets - samenvatten van een tekst
- Het beknopt schriftelijk kunnen weergeven van de hoofdzaken uit een tekst volgens bepaalde richtlijnen.
- Op basis van een geleide samenvatting: de samenvatting wordt aan de hand van vragen gemaakt.
Ja 2
39
Code Deeltaken + kerndoelen Toetsvorm + Omschrijving Herkansing Ja/Nee Weging
- eenheden benoemen
- het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven en een samenvatting geven
- een oordeel geven over de tekst en dit oordeel toelichten NE/K/7 – Schrijfvaardigheid
De kandidaat kan:
- relevante informatie verzamelen en verwerken ten behoeve van het schrijven - schrijfstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - het schrijfdoel in teksten tot uitdrukking brengen
- het schrijfdoel en taalgebruik richten op verschillende soorten lezerspubliek - conventies hanteren met betrekking tot schriftelijk taalgebruik
- elektronische hulpmiddelen gebruiken bij het schrijven
- concepten van de tekst herschrijven op basis van geleverd commentaar NE/V/2 – Schrijven op basis van documentatie
De kandidaat kan een doel- en publiekgerichte tekst schrijven:
- overeenkomstig de voor de tekstsoort geldende conventies - onder gebruikmaking van documentatie
NE/V/3 – Vaardigheden in samenhang
De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.
4.3 NE/K/7 – Schrijfvaardigheid De kandidaat kan:
- relevante informatie verzamelen en verwerken ten behoeve van het schrijven - schrijfstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - het schrijfdoel in teksten tot uitdrukking brengen
- het schrijfdoel en taalgebruik richten op verschillende soorten lezerspubliek - conventies hanteren met betrekking tot schriftelijk taalgebruik
- elektronische hulpmiddelen gebruiken bij het schrijven
- concepten van de tekst herschrijven op basis van geleverd commentaar.
Toets - schrijven van een zakelijke brief Het schrijven van een brief aan een organisatie, bedrijf of gemeente volgens vastgestelde regels.
Hierbij wordt aandacht besteed aan de adressering, aanhef, inleidende zin, de informerende functie, slot, (slot)formulering en spelling.
Ja 2
40
C D ke To O H Ja W
NE/V/2 – Schrijven op basis van documentatie
De kandidaat kan een doel- en publiekgerichte tekst schrijven:
- overeenkomstig de voor de tekstsoort geldende conventies - onder gebruikmaking van documentatie
NE/V/3 – Vaardigheden in samenhang
De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.
4.3a NE/K/6 – Leesvaardigheid De kandidaat kan:
- leesstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen - het schrijfdoel van de auteur aangeven
- een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die - eenheden benoemen
- het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven - een oordeel geven over de tekst en dit oordeel toelichten
NE/K/7 – Schrijfvaardigheid De kandidaat kan:
- relevante informatie verzamelen en verwerken ten behoeve van het schrijven - schrijfstrategieën hanteren
- compenserende strategieën kiezen en hanteren - het schrijfdoel in teksten tot uitdrukking brengen
- het schrijfdoel en taalgebruik richten op verschillende soorten lezerspubliek - conventies hanteren met betrekking tot schriftelijk taalgebruik
- elektronische hulpmiddelen gebruiken bij het schrijven
- concepten van de tekst herschrijven op basis van geleverd commentaar NE/V/3 – Vaardigheden in samenhang
De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.
Verslag - fictie
De opdracht wordt uitgelegd door de docent.
Nee 1