• No results found

EXAMENREGLEMENT MAVO LVO-WEERT Versie 16 september Begripsbepaling Indeling examen Organisatie van het examen 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "EXAMENREGLEMENT MAVO LVO-WEERT Versie 16 september Begripsbepaling Indeling examen Organisatie van het examen 2"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

0

EXAMENREGLEMENT MAVO LVO-WEERT

Versie 16 september 2013

Inhoudsopgave pagina

1. Begripsbepaling 2

2. Indeling examen 2

3. Organisatie van het examen 2

3.1. Schoolexamen 2

3.2. Centraal Schriftelijk Examen 3

3.3. Nadere aanwijzingen voor het Centraal Schriftelijk examen 3

3.4. Cijfergeving 5

3.4.7. Correctie Centraal Schriftelijk Examen 5

3.4.8. Slaag-/zakregeling 6

3.4.9. Uitslag 7

3.4.10. Herkansing 7

3.4.14. Diploma en cijferlijst 7

3.4.15. Certificaten 7

3.4.16. Gegevensverstrekking aan minister en inspecteur 7

3.5. Bewaarplicht examenwerk 8

4. Onregelmatigheden 8

4.1. Procedure onregelmatigheden 8

4.2. Geheimhouding 9

4.3. Commissie van beroep 9

5. Afwijkende wijze van examineren 10

6. Spreiding examen 11

7. Bijzondere bepalingen 11

(2)

1

EXAMENREGLEMENT MAVO LVO-WEERT

Versie 16 september 2013 1. Begripsbepaling

In dit reglement wordt verstaan onder

‘LVO’: stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs, gevestigd te Sittard;

‘het bevoegd gezag’: de centrale directie van LVO Weert namens het college van bestuur van LVO;

‘directeur’: de locatiedirecteur of degene aan wie hij de taak gedelegeerd heeft;

‘examinator’: degene die belast is met het afnemen van het examen;

‘kandidaat’: een ieder die door het bevoegd gezag tot het examen wordt toegelaten;

‘examenprogramma’: kennis, vaardigheden en inzicht die de kandidaat moet hebben om aan de exameneisen te voldoen.

‘PTA’: programma van toetsing en afsluiting; inhoud en organisatie van het schoolexamen

‘schoolexamen’: SE; dat deel van het examen dat door de school zelf wordt afgenomen en wordt beoordeeld volgens de door de minister bepaalde voorschriften;

‘centraal examen’: CE; examen, afgenomen als onderdeel van het landelijk examen; CSE; schriftelijk examen, afgenomen als onderdeel van het landelijk examen

‘CvE’: College voor Examens; waarborgt de kwaliteit en de organisatie van de examens.

2. Indeling examen

Het examen bestaat voor elk vak uit een schoolexamen, of uit een centraal examen, of uit een schoolexamen én een centraal examen. Het centraal examen bestaat,

afhankelijk van het vak, uit een centraal schriftelijk examen, eventueel digitaal, al dan niet aangevuld met een centraal praktisch examen.

3. Organisatie van het examen

3.1. Schoolexamen (SE)

3.1.1. Het schoolexamen mavo bestaat uit een examendossier en omvat toetsen, praktische opdrachten*, handelingsdelen * en het

sectorwerkstuk**. De inhoud en organisatie van het schoolexamen staan in het PTA (programma van toetsing en afsluiting).

*) Voor elke praktische opdracht geldt een uiterste inleverdatum. In overleg met de docent kan uitstel verleend worden tot een maximum van 5 werkdagen. Een kandidaat die in gebreke blijft krijgt voor de betreffende opdracht het cijfer 1,0.

De beoordeling van een handelingsdeel wordt weergegeven in de kwalificatie

‘goed’, ‘voldoende’, of ‘onvoldoende’. Vóór het begin van het CE dienen alle

(3)

2

handelingsdelen ten minste ‘voldoende’ te zijn afgerond. Indien de kandidaat het handelingsdeel of de handelingsdelen nog niet met ‘voldoende’ of ‘goed’ heeft afgerond, dan ontvangen de kandidaat en ouders, verzorgers of voogd een aangetekende brief van de directeur met daarin de mededeling dat de kandidaat een onregelmatigheid heeft begaan. Wanneer een kandidaat zich aan het

schoolexamen onttrekt of zich ten aanzien van het schoolexamen of een deel daarvan aan enige onregelmatigheid schuldig maakt, is het gestelde in lid 4 van het Examenreglement van LVO-Weert, van overeenkomstige toepassing.

**) Uit het sectorwerkstuk voor mavo en de bijbehorende presentatie blijkt dat de kandidaat geïntegreerde kennis, vaardigheden en inzicht heeft die in de betreffende sector van betekenis zijn.

3.2. Centraal Schriftelijk Examen (CSE)

3.2.1. Het centraal schriftelijk examen wordt afgenomen op de door het CvE vastgestelde data in de door de directeur aangewezen lokalen.

3.2.2. De kandidaten maken het examen onder toezicht van zoveel

personeelsleden als voor een zorgvuldig verloop noodzakelijk is; de directeur regelt het toezichtrooster.

3.2.3. Over het verloop van elk examen wordt een proces-verbaal opgemaakt; elke toezichthouder ondertekent dit. In het proces- verbaal staan minstens de namen van de kandidaten; de namen van de toezichthouders; de datum, begin- en eindtijd van het examen; het examenvak; tijdstip van binnenkomst en vertrek, indien deze afwijken van de begin- en eindtijd van het examen; alle bijzonderheden die van belang zijn voor de vereiste zorgvuldigheid bij het afnemen van het examen.

3.2.4. Vóór de aanvang van elk examen leest een toezichthouder hardop de tekst voor op het schutblad van de examenopgaven. Bij

aanvang verwijdert hij de verzegeling in aanwezigheid van alle kandidaten. Als een deel van de kandidaten in een ander lokaal is ondergebracht, en dit leidt tot oponthoud, kan de gemiste tijd aan het eind van de zitting worden ingehaald.

3.2.5. De opgaven worden onmiddellijk na verwijdering van de verzegeling in volkomen stilte uitgedeeld.

3.2.6. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een centraal examen blijven in het examenlokaal tot aan het einde van de zitting.

3.2.7. De kandidaten mogen vanaf één uur na aanvang van het examen het lokaal verlaten en vervolgens om het kwartier, op aangeven van één van de toezichthouders. Men kan ook ervoor kiezen de

kandidaten tot het einde van de zitting in het examenlokaal te laten verblijven.

3.2.8. Tot een half uur na aanvang van de zitting mag een kandidaat die te laat komt in het lokaal worden toegelaten. Op de reguliere eindtijd levert hij zijn werk in. Een kandidaat die zonder geldige reden meer dan een half uur te laat komt, wordt van het examen in dat vak uitgesloten, krijgt daarvoor het cijfer 1,0 en wordt naar het tweede tijdvak verwezen om dat vak te herkansen en daarmee zijn examen compleet te maken. (Zie artikel 3.3.11., 3.3.12. en 3.3.13.)

(4)

3

3.2.9. Meteen na afloop van het examen levert een toezichthouder het examenwerk en het proces-verbaal in bij de examensecretaris.

3.3. Nadere aanwijzingen voor het Centraal Schriftelijk Examen 3.3.1. De toezichthouders ontvangen vóór het begin van het centraal

schriftelijk examen duidelijke schriftelijke instructies.

3.3.2. De kandidaten ontvangen vóór het begin van het centraal schriftelijk examen duidelijke schriftelijke instructies.

3.3.3. De school verstrekt het examenpapier en kladpapier, tenzij dit papier door de commissie belast met de vaststelling van de opgaven is verstrekt.

3.3.4. De kandidaat plaatst zijn naam en examennummer op het examenpapier.

3.3.5. Omtrent de opgaven mag niemand mededelingen doen of inlichtingen verstrekken aan de kandidaten, behalve de officiële mededelingen van het CvE.

3.3.6. De kandidaat mag geen boeken, logaritmetafels, tabellen of andere hulpmiddelen gebruiken, met uitzondering van de hulpmiddelen waarvan het gebruik is toegestaan door de commissie die belast is met de vaststelling van de opgaven. De toegestane hulpmiddelen worden in het examenlokaal door de toezichthouders

gecontroleerd.

3.3.7. Het schrijven met potlood is niet toegestaan. De volgende zaken dienen buiten de examenzaal te blijven: tipp-ex(-pen), hoes van elektronische rekenapparaten, alle overige elektronische

apparaten.

3.3.8. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat het examenlokaal niet verlaten. Krijgt de kandidaat toestemming, dan dient een toezichthouder hem te begeleiden.

3.3.9. Een kandidaat die onwel wordt kan onder begeleiding van een toezichthouder het examenlokaal verlaten. Na overleg met de kandidaat beslist de directeur of de kandidaat het werk later kan hervatten. Wordt het werk hervat, dan kan de directeur toestaan dat de kandidaat de gemiste tijd inhaalt na het einde van de zitting.

Hervat de kandidaat het werk niet, dan kan de directeur, indien mogelijk na overleg met de kandidaat, vóór het einde van de zitting het betreffende examenwerk ongeldig verklaren. De kandidaat wordt dan geacht met een geldige reden verhinderd te zijn om aan het betreffende examen deel te nemen.

3.3.10. Vóór het verlaten van het examenlokaal levert de kandidaat zijn werk bij een toezichthouder in.

3.3.11. Indien een kandidaat verhinderd is aan een of meer onderdelen van het centraal schriftelijk examen deel te nemen, dient een ouder, verzorger of voogd de directeur binnen 48 uur een schriftelijke verklaring te overleggen, waaruit de reden van

verhindering blijkt. Een meerderjarige kandidaat dient deze verklaring zelf in. De directeur bepaalt of de opgegeven redenen geldig zijn in de zin van artikel 45 van het ‘Eindexamenbesluit vwo- havo-mavo-vbo’.

(5)

4

3.3.12. Een kandidaat die aan één of meer onderdelen van het centraal examen niet deelneemt, wordt verwezen naar het tweede of derde tijdvak.

3.3.13. Een kandidaat die verhinderd is aan één of meer onderdelen van het tweede tijdvak deel te nemen, wordt in de gelegenheid gesteld het centraal examen te voltooien in het derde tijdvak, ten overstaan van de staatsexamencommissie

3.4. Cijfergeving

3.4.1. Het eindcijfer voor een vak wordt bepaald door het gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen (SE) en het cijfer voor het centraal schriftelijk examen (CSE) en of het centraal praktisch examen (CPE). Dit eindcijfer is een geheel cijfer in de reeks 1 tot en met 10.

3.4.2. Het gemiddelde SE cijfer wordt berekend in de verhouding die in het reglement schoolexamen bij de afzonderlijke vakken staat aangegeven. Per vak moeten de cijfers op 1 decimaal nauwkeurig gegeven worden. Bij een vak met alleen een SE is het SE cijfer, uitgedrukt in een geheel cijfer, tevens het eindcijfer.

3.4.3. Indien een vak alleen een SE afneemt, worden de twee decimalen achter de komma lager dan 50 naar beneden afgerond; 50 of hoger naar boven

(vb.: 6,49 wordt 6; 6,50 wordt 7).

3.4.4. Het SE cijfer van vakken met een CSE en/of CPE wordt tot op 1 decimaal afgerond; deze decimaal wordt met 1 verhoogd als de tweede decimaal 5 of hoger is

(vb.: 5,44 wordt 5,4; 5,45 wordt 5,5; 5,46 wordt 5,5) 3.4.5. De examinator bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig

gemiddelde van het SE cijfer en het CE cijfer. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt, indien de cijfers achter de komma 45 of minder zijn, naar beneden afgerond; indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond

(vb: 6,45 wordt 6; 6,50 wordt 7).

3.4.6. Niet van toepassing

3.4.7. Correctie centraal schriftelijk examen

3.4.7.1. De examensecretaris geeft het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, het door het CvE

voorgeschreven correctiemodel, de regels voor het bepalen van de score en het proces-verbaal aan de examinator. De examinator kijkt het werk na en geeft het met zijn beoordeling terug aan de examensecretaris. Bij zijn beoordeling past de examinator de CvE-voorschriften en- regels toe.

3.4.7.2. Aansluitend stuurt de examensecretaris de complete stukken naar de tweede corrector (gecommitteerde).

3.4.7.3. De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk; hij past de CvE-voorschriften en -regels toe.

(6)

5

3.4.7.4. In onderling overleg stellen de gecommitteerde en de examinator de score voor het centraal examen vast.

3.4.7.5. Zij dienen er alles aan te doen om tot overeenstemming te komen; middelen is niet vanzelfsprekend.

3.4.7.6. Komen zij niet tot overeenstemming, dan vindt op

initiatief van het bevoegd gezag van de gecommitteerde overleg plaats tussen het bevoegd gezag van de eerste en de tweede corrector en daarna eventueel met de examinator en de gecommitteerde. Indien het geschil door het bevoegd gezag van beide scholen niet kan worden opgelost, wijst de inspectie een derde,

onafhankelijke gecommitteerde aan. Het oordeel van deze gecommitteerde is bindend.

3.4.7.7. De omrekening van score CE naar cijfer CE komt tot stand door toepassing van de normering van het CvE.

3.4.8. Slaag-/zakregeling mavo

De examenkandidaat is geslaagd als hij:

 Alle eindcijfers 6 of hoger zijn;

 Alle cijfers gehaald bij het centraal examen gemiddeld een 5,5 zijn (dus met een gemiddelde van 5,49 ben je gezakt);

 Ten hoogste één 5 heeft en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn;

 Ten hoogste één 4 heeft, al zijn andere eindcijfers 6 of hoger zijn en ten minste één 7 of hoger;

 Voor twee vakken een 5 heeft, al zijn andere eindcijfers 6 of hoger zijn en ten minste één 7 of hoger.

 Het vak Nederlands moet ook worden afgesloten met minimaal het cijfer 5 ( referentiekader ).

En:

 Voor Kunstvakken 1, Lichamelijke Opvoeding en voor het sectorwerkstuk minstens de kwalificatie 'voldoende' heeft behaald.

 De kandidaat doet weliswaar geen centraal examen Maatschappijleer 1, maar het vak telt wel mee in de uitslagregeling!

Als de kandidaat dus een compensatie-7 nodig heeft, mag die bij het vak maatschappijleer 1 staan. En als hij een 3 haalt voor Maatschappijleer 1, is hij gezakt.

 De kandidaat kan slagen op grond van 6 cijfers en

maatschappijleer 1. Een kandidaat die een 7e vak volledig heeft gevolgd en daarbij het examen heeft afgelegd, mag onder bijzondere omstandigheden een niet verplicht of een niet sector gebonden vak inzetten om alsnog te voldoen aan de

slaagregeling.

(7)

6

 NB: De rekentoets wordt in 2013-2014 ingevoerd; voor alle leerlingen is deze dan een verplicht onderdeel van het examen. Echter, tot 2015-2016 maakt de rekentoets nog geen deel uit van de slaag-/zakregeling. Wel komt het cijfer ter informatie voor het vervolgonderwijs op de cijferlijst.

3.4.9. Uitslag

Een mavoleerling heeft 7 eindcijfers die meewegen in de

slaag-/zakregeling: de cijfers voor Nederlands en Engels, voor 4 sectorvakken en het cijfer voor Maatschappijleer. Eventueel komt daar het cijfer voor het extra vak nog bij.

3.4.10. Herkansing

De kandidaat die niet voldoet aan de in 3.4.8. genoemde voorwaarden is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing.

3.4.11. De kandidaat heeft, nadat de uitslag is vastgesteld, het recht om voor 1 vak van het eindexamen, waarin hij reeds centraal examen heeft afgelegd, in het tweede tijdvak of, indien artikel 45 eerste lid Eindexamenbesluit van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw deel te nemen aan het centraal examen.

3.4.12. De directeur bepaalt uiterlijke dag en tijdstip, waarop de kandidaat hem zijn cijferlijst en gewaarmerkte kopieën kan overhandigen en schriftelijk melden dat hij van de herkansing, bedoeld als in 3.4.10. gebruik maakt.

3.4.13. Het hoogste van de beide cijfers, behaald bij het eerder afgelegde centraal examen en bij de herkansing, geldt als definitief cijfer voor het centraal examen.

3.4.14. Diploma en cijferlijst

Op grond van de definitieve uitslag geeft de directeur elke kandidaat de lijst van het SE cijfers, CE cijfers en eindcijfers; de uitslag van het examen. Elke geslaagde kandidaat ontvangt één uniek exemplaar van zijn diploma.

Heeft een kandidaat in meer vakken examen gedaan en deze vakken zijn niet bij de bepaling van de uitslag betrokken, dan bepaalt de kandidaat welke cijfers op de lijst worden opgenomen.

De directeur en de examensecretaris ondertekenen elke cijferlijst en elk diploma.

3.4.15. Certificaten

Een kandidaat die definitief is afgewezen en die de school verlaat, kan zijn cijferlijst als certificatenlijst gebruiken.

(8)

7

3.4.16. Gegevensverstrekking aan minister en inspecteur Na de vaststelling van de uitslag stuurt de directeur de minister en de inspecteur een volledige kandidatenlijst, waarop staan vermeld

 De vakken, waarin examen is afgelegd;

 De cijfers van het SE;

 De cijfers van het CE;

 De eindcijfers;

 De uitslag van het examen of deelexamen.

3.5. Bewaarplicht examenwerk

De school bewaart het werk van het CSE en de in 3.4.14. genoemde lijsten minstens tot 1 januari van het jaar, volgend op de vaststelling van de uitslag. Inzage is alleen mogelijk voor de betreffende kandidaat in het bijzijn van de directeur, nadat de kandidaat de directeur schriftelijk hierom verzocht heeft.

De school bewaart de reguliere toetsen totdat de leerling zijn persoonlijk examendossier heeft geautoriseerd.

4. Onregelmatigheden

4.1. Procedure onregelmatigheden

4.1.1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen, dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling, aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de directeur maatregelen nemen.

4.1.2. Indien de toezichthouder vermoedt dat een kandidaat zich schuldig maakt aan enige onregelmatigheid, stelt hij de kandidaat hiervan onmiddellijk in kennis.

4.1.3. Als het mogelijk is, wordt de kandidaat in staat gesteld het werk af te maken. In geval van schriftelijk werk, krijgt de kandidaat een nieuw antwoordblad. De toezichthouder tekent de onregelmatigheid op het oorspronkelijke antwoordblad aan en neemt dit in beslag.

4.1.4. De toezichthouder stelt de directeur in kennis van de geconstateerde onregelmatigheid.

4.1.5. De directeur stelt een onderzoek in, waarbij de betrokkenen gehoord worden. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een door hem aan te wijzen meerderjarige.

4.1.6. Na het onderzoek kan de directeur beslissen over te gaan tot de volgende maatregelen, al dan niet in combinatie met elkaar:

4.1.6.1. Het toekennen van het cijfer 1,0 voor een toets of een praktische opdracht van het SE of het CE;

4.1.6.2. Het toekennen van het cijfer 1,0 voor een toets of een praktische opdracht van het SE of het CE, waarbij tevens het recht op herkansing van het betreffende onderdeel vervalt;

(9)

8

4.1.6.3. Het ontzeggen van deelname of verdere deelname aan één of meer zittingen van het SE of CE;

4.1.6.4. Het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het SE of CE;

4.1.6.5. Het opleggen van een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen, zoals bedoeld in de vorige volzin, betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen, dan legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie.

4.1.7. De directeur deelt de kandidaat en zijn ouders/verzorgers of voogd deze beslissing schriftelijk mee en wijst op het bepaalde in 4.1.8.

Een afschrift wordt de inspecteur van het voortgezet onderwijs toegestuurd.

4.1.8. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen

‘Commissie van Beroep Eindexamenaangelegenheden’ (zie 4.3.1.).

De voorzitter van de commissie van beroep is de directeur van een van de beide ander locaties van LVO-Weert. Naar gelang de klacht stelt de voorzitter een adequate commissie van beroep in van minstens drie leden. De kandidaat dient schriftelijk beroep aan te tekenen bij deze commissie binnen vijf werkdagen nadat hij de schriftelijke kennisgeving van de beslissing heeft ontvangen. De commissie van beroep neemt het beroep binnen 15 werkdagen in behandeling en stelt een onderzoek in. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid wordt gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen. De commissie van beroep deelt haar beslissing

schriftelijk mee aan de kandidaat; aan diens ouders/verzorgers of voogd indien de kandidaat minderjarig is; aan de voorzitter van de centrale directie en aan de inspecteur van het voortgezet onderwijs.

4.2. Geheimhouding

Iedereen die betrokken is bij de uitvoering van deze beslissing en die de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze vertrouwelijk zijn, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van deze gegevens, tenzij de wet hem tot bekendmaking verplicht ofwel bekendmaking van de gegevens

noodzakelijk is bij het uitvoeren van de beslissing.

(10)

9 4.3. Commissie van beroep

4.3.1. De in 4.1.8. bedoelde commissie van beroep is door de directeur van de locatie ingestelde ‘Commissie van Beroep

Eindexamenaangelegenheden’. Zij bestaat uit minstens 3 leden; de directeur maakt geen deel uit van deze commissie.

4.3.2. Een beroepschrift dient gericht te worden aan de voorzitter van de Commissie van Beroep Eindexamenaangelegenheden op het adres van de betreffende locatie:

p/a Het College, Parklaan 1A, Postbus 69, 6000 AB Weert p/a Het Kwadrant, Thornstraat 7, Postbus 140, 6000 AC Weert p/a Philips van Horne, Wertastraat 1, Postbus 190, 6000 AD Weert

5. Afwijkende wijze van examineren

5.1. De directeur kan toestaan dat een lichamelijk of geestelijk gehandicapte kandidaat het examen of het schoolexamen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan demogelijkheden van de kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. De directeur meldt dit bij de inspectie.

5.1.1. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat:

a. er een deskundigenverklaring is die door psycholoog of orthopedagoog is opgesteld,

b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan

voor zover daartoe in de onder a. genoemde

deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring.

5.1.2. De directeur kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt ten hoogste 6 jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, met betrekking tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt deze afwijking

meegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover dit het centraal examen betreft slechts bestaan uit een verlenging van de duur van het examen met ten hoogste 30 minuten en het toestaan van het gebruik van een verklarend woordenboek van zijn eigen taal naar het Nederlands.

(11)

10

5.1.3. Voor kandidaten die door langdurige ziekte of overmacht belemmerd worden om zich voor te bereiden op een geheel

eindexamen is het mogelijk om gespreid examen te doen. Zij zullen net zoals de kandidaten die in één jaar een geheel examen

afleggen onvoldoendes mogen

compenseren. (zie artikel 59, Eindexamenbesluit)

5.1.4. Indien een kandidaat meent in aanmerking te komen voor een regeling zoals vermeld in artikel 5, dient hij daarvoor zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vóór 1 november een schriftelijk verzoek in bij de secretaris van het examen.

De directeur beslist over dit verzoek.

6. Spreiding examen

De directeur kan, de inspectie gehoord hebbende, toestaan dat

kandidaten die tijdens het examenjaar langdurig ziek geweest zijn of die lange tijd buiten hun schuld niet in staat geweest zijn het onderwijs te volgen, het eindexamen gespreid over twee schooljaren afleggen.

7. Bijzondere bepalingen

7.1.1. Elke kandidaat krijgt vóór 1 oktober van het examenjaar een exemplaar van dit examenreglement en het reglement schoolexamen/programma van toetsing en afsluiting. Iedere kandidaat wordt geacht bekend te zijn met de inhoud van deze documenten.

7.1.2. Dit examenreglement treedt in werking op 1 oktober 2013

7.1.3. Wijzigingen van dit reglement zijn eerst van toepassing op delen van het schoolexamen dat afgenomen wordt na 1 oktober, ingaande de wijzigingsdatum, tenzij de wijzigingen namens de minister met onmiddellijke ingang worden voorgeschreven.

7.1.4. In alle gevallen waarin dit reglement niet of niet naar billijkheid voorziet, beslist de directeur van de betreffende locatie.

7.1.5. Dit reglement kan geciteerd worden als

‘Examenreglement mavo LVO-Weert’.

-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als we het wel of niet voldoen aan de regels en richtlijnen relateren aan procedures voor borging van het examen, blijkt dat van de scholen die niet voldoen 15 procent (2 van de 13

Ook kunnen leerlingen 1 of meerdere vakken doorschuiven naar het tweede tijdvak zodat voor deze vakken meer voorbereidingstijd is.. Wij willen u met klem adviseren om uw

 Als je tijd over hebt en je weet niet goed meer wat je moet doen is het maken en nakijken van één of meerdere oude (wis-a en/of wis-b) examens nuttig om op niveau met de

21) De kandidaat, die voor het verstrijken van de examentijd klaar is, levert zijn volledige werk in bij de surveillant, die het dichtst bij de uitgang zit. 22) Dit is niet

Kandidaten die het complete examen in het derde tijdvak hebben afgerond worden donderdag 14 juli tussen 11.00 uur en 12.00 uur gebeld of ze wel of niet geslaagd zijn.. De

Kandidaten die het complete examen in het derde tijdvak hebben afgerond worden donderdag 15 juli tussen 11.00 uur en 12.00 uur gebeld of ze wel of niet geslaagd zijn.. De

De laatste vergadering van de examencommissie vindt plaats op woensdag 16 juni voor de basis en kader leerlingen, wanneer de uitslagen van het centraal examen verstuurd worden naar

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.. “Inmiddels zijn er drie vestigingen van Studiemeesters.”