• No results found

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK DE REGENBOOG. BRIN-nummer : 15IL Onderzoeksnummer : 92502

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK DE REGENBOOG. BRIN-nummer : 15IL Onderzoeksnummer : 92502"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT

PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK DE REGENBOOG

School : De Regenboog

Plaats : Ens

BRIN-nummer : 15IL Onderzoeksnummer : 92502

Datum schoolbezoek : 5 februari 2007 Datum vaststelling : 29 maart 2007

(2)
(3)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Regenboog - 5-2-2007 3

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING ... 5

2 KWALITEITSPROFIEL... 7

3 BESCHOUWING ... 9

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT... 13

(4)
(5)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Regenboog - 5-2-2007 5

1 INLEIDING

Het periodiek kwaliteitsonderzoek

Op 5 februari 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs De Regenboog in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005.

Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de

onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen.

In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie:

www.onderwijsinspectie.nl.

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer of minder indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school aan de orde geweest.

Omdat uit analyse van het risicoprofiel van de school en het gesprek daarover met het bovenschools management van de school enige risico's voor de kwaliteit van het onderwijs bleken te bestaan, heeft de inspectie besloten in plaats van een schriftelijke afhandeling van het jaarlijkse onderzoek een beperkt kwaliteitsonderzoek uit te voeren. Daarbij is het onderzoek beperkt tot

indicatoren van de aspecten kwaliteitszorg, zorg en begeleiding, de resulaten en enkele indicatoren betreffende het onderwijzen en leren.

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld, kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast.

Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan enkele documenten ingestuurd, die op uw schoolontwikkeling betrekking hebben. Het betrof de volgende documenten:

• evaluatie eindresultaten Cito 2004 - 2005 - 2006;

• trendanalyses tussenresultaten;

• tussentoetsen verbeterpunten;

• jaarverslag 2005-2006;

• jaarplan 2006-2007;

• evaluatierapport oudertevredenheidspeiling 2005-2006.

(6)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Regenboog - 5-2-2007 6 De opzet van het onderzoek

Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten.

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie- activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken.

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de combinatiegroepen 3/4/5 en 6/7/8.

• Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider.

• Op uw school is verder een gesprek gevoerd met de leraren.

• Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de

kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de directie.

De inhoud van het rapport

Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van

toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken.

In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.

(7)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Regenboog - 5-2-2007 7

2 KWALITEITSPROFIEL

Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs.

In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs:

1. draagt niet of nauwelijks bij;

2. draagt onvoldoende bij;

3. draagt voldoende bij;

4. draagt in hoge mate bij;

5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van

leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft.

Het kwaliteitsprofiel van De Regenboog Kwaliteitszorg

1 2 3 4

1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in

onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. l

1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van

haar opbrengsten. l

1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. l 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. l 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. l 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over

de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. l

1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en

personeel. l

1.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief

burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.

l

Afstemming

1 2 3 4

7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de

verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. l

Actieve en zelfstandige rol leerlingen

1 2 3 4

8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de

onderwijsactiviteiten. l

(8)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Regenboog - 5-2-2007 8 Begeleiding

1 2 3 4

10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en

de ontwikkeling van de leerlingen. l

Zorg

1 2 3 4

11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens,

bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. l

11.3 De school voert de zorg planmatig uit. l

11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. l

Resultaten

1 2 3 4 5

12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

l 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op

een niveau dat mag worden verwacht. l

Ontwikkeling van leerlingen

1 2 3 4 5

13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

l 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. l

13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de

verwachte periode van 8 jaar. l

(9)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Regenboog - 5-2-2007 9

3 BESCHOUWING

Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op basisschool De Regenboog en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant - tussen de indicatoren en de context van de school, de specifieke doelstellingen van De Regenboog en eerdere inspectieonderzoeken.

De uitgangssituatie van de school

De openbare basisschool De Regenboog kampt sinds enige jaren met een forse terugloop in het leerlingenaantal. Momenteel zijn er 55 leerlingen ingeschreven.

Door de krimp heeft De Regenboog het aantal combinatieklassen van vier naar drie teruggebracht: 1/2, 3/4/5 en 6/7/8. Ondanks de extra werkdruk, die dat voor de leerkrachten met zich meebrengt, is de motivatie hoog en het ziekteverzuim laag.

Algemeen beeld

In het onderzoek van de inspectie stond de vraag centraal of het onderwijs van De Regenboog van voldoende kwaliteit is. De inspectie concludeert dat dit het geval is. De inspectie baseert dit oordeel op de opbrengsten, kwaliteitszorg en begeleiding en zorg en twee indicatoren die bij het voorgaande grote onderzoek in 2005 met een onvoldoende zijn beoordeeld.

De resultaten van De Regenboog liggen op het verwachte niveau, maar waren en zijn nog steeds risicovol. De school kent haar sterke en zwakke kanten en werkt hard, maar uiteindelijk onvoldoende planmatig, aan verbeteractiviteiten.

De zorg en begeleiding zijn overwegend van voldoende niveau; de evaluatie van de zorg is een verbeterpunt.

Toelichting Opbrengsten

De resultaten op basis van de Cito Eindtoets zijn op het verwachte niveau.

De inspectie beoordeelt in principe de opbrengsten aan het einde van de basisschool aan de hand van de scores op de laatste drie afnames van een landelijk genormeerde eindtoets. Bij scholen met weinig leerlingen, zoals basisschool De Regenboog, heeft een enkele leerling onevenredig veel invloed op de schoolscore en kiest de inspectie er voor om de resulaten over een langere periode te beoordelen. Dat is ook bij deze school gebeurd. De conclusie is dat de eindresultaten net boven de door de inspectie gehanteerde

ondergrens liggen; een herhaling van de conclusie van het inspectieonderzoek van 2005. Dat is voldoende, maar de inspectie beschouwt de opbrengsten wel als risicovol.

De inspectie beoordeelt de leerresultaten van de leerlingen tijdens de basisschoolperiode aan de hand van vijf landelijk genormeerde toetsen, te weten: technisch lezen in de groepen 3 en 4, rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. Ze is van oordeel dat de tussentijdse opbrengsten van voldoende niveau zijn, maar constateert wel dat de resultaten voor technisch lezen en rekenen/wiskunde in groep 4

onvoldoende zijn.

(10)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Regenboog - 5-2-2007 10 De inspectie onthoudt zich van een oordeel over de mate waarin leerlingen aan het einde van de basisschool sociale vaardigheden beheersen. De school beschikt niet over betrouwbare en valide opbrengstgegevens van de leerlingen uit groep 7 en groep 8. Zij maakt wel gebruik van een observatie-instrument.

De inspectie stelt vast dat het aantal zittenblijvers, verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs en verlenging van de kleuterbouwperiode op een acceptabel niveau liggen. De leerlingen doorlopen de school in beginsel binnen acht jaar.

Kwaliteitszorg

De kwaliteitszorg op De Regenboog is op vrijwel alle indicatoren van voldoende niveau, maar moet planmatiger ingestoken worden.

De school verzamelt en analyseert in voldoende mate gegevens over de leerlingen, de eind- en tussenresultaten en het onderwijzen en leren.

De inspectie geeft de school wel ter overweging de totale hoeveelheid onderwijstijd meer bij haar evaluaties te betrekken.

Naast de eigen analyses was een belangrijk uitgangspunt voor

verbeteractiviteiten het inspectierapport van 2005. De school is actief en enthousiast aan de verbeterpunten gaan werken. Dit blijkt ook uit de manier waarop de afspraken uit de verbeteracties worden geborgd: afspraken in de klassenmappen, kijkwijzers ("doelgericht werken" en "hoge eisen stellen") voor collegiale consultatie en klassenbezoek door de directie.

De school rapporteert ook voldoende inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs aan de belanghebbenden, maar kan de in de schoolgids gepubliceerde resultaten beter duiden.

Een verbeterpunt is de planmatigheid van de verbeteractiviteiten. Net als in 2005 constateert de inspectie dat veel activiteiten, die in het jaarplan volgens de PDCA-cyclus beschreven zijn, eigenlijk geen verbeteractiviteiten zijn maar reguliere- of kernactiviteiten. Het ontbreekt bij veel plannen van aanpak aan heldere en ´smart´ geformuleerde doelen en een concreet tijdpad (zie bijvoorbeeld het plan van aanpak over het imago: wat is het doel precies?

lopen doel en middel niet door elkaar? wie is verantwoordelijk? wat is het tijdpad? wanneer wordt er (tussentijds) geëvalueerd? en wanneer ben je tevreden?).

De inspectie beoordeelt de mate waarin de school de sociale veiligheid van haar leerlingen en personeel op beleidsniveau waarborgt vooralsnog als onvoldoende. Van scholen wordt gevraagd om periodiek de beleefde sociale (on)veiligheid van leerlingen en leraren te peilen en een incidentenregistratie te voeren. Deze informatie zou dan moeten dienen als input voor het formuleren van preventief en curatief beleid op dit gebied. Op bovenschools niveau wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een veiligheidsbeleid.

De school heeft nog geen incidentenregistratie en ook heeft er nog geen peiling van de veiligheidsbeleving van leerlingen en leerkrachten plaatsgevonden.

De inspectie heeft de zorg voor de kwaliteit van het onderwijs voor bevordering van actief burgerschap en sociale integratie als voldoende beoordeeld. Wel constateert de inspectie dat

(11)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Regenboog - 5-2-2007 11

• de visie op burgerschap en integratie en de planmatige aanpak daarvan en

• de verantwoording van de visie en invulling van burgerschap en integratie en

• de evaluatie van de resultaten van het onderwijs gericht op burgerschap en integratie;

onvoldoende zijn uitgewerkt.

Zorg en begeleiding

De zorg en begeleiding is van voldoende kwaliteit, maar kan op het punt van de evaluatie van de zorg verbeterd worden.

De Intern Begeleider (IB´er) ondersteunt een cluster van vijf scholen en heeft daarvoor één middag per twee weken voor De Regenboog beschikbaar. Dit betekent dat de groepsleerkrachten zelf de handelingsplannen schrijven en hulp vragen als daar problemen bij worden ondervonden. De IB´er doet

klassenobservaties, waarbij hij zowel zorgleerlingen als de uitvoering van de handelingsplannen bekijkt. Een probleem is dat er in de werkzaamheden van de IB´er een piek zit bij de verwerking, analyse en evaluatie van de

toetsresultaten. Gezien het relatief hoge aantal zorgleerlingen en de reeds bestaande werkdruk bij de leerkrachten, is de vraag relevant of er voldoende tijd aan de IB-taken is toegekend.

Een verbeterpunt van het inspectieonderzoek van 2005 was het aanscherpen van de gehanteerde criteria voor uitval. De school heeft dit goed opgepakt:

deze criteria zijn vastgesteld en bij iedereen bekend.

De inspectie is van oordeel dat de school in onvoldoende mate de effecten van de zorg nagaat.

De Regenboog heeft relatief veel leerlingen die een handelingsplan hebben met een langere looptijd dan zes tot acht weken. Voor deze handelingsplannen zijn geen tussendoelen geformuleerd, waardoor tussentijdse evaluatie en bijstelling niet mogelijk is. Ook blijkt uit de evaluatie van niet-succesvolle

handelingstrajecten niet waarom de doelstellingen niet gehaald zijn en wordt het handelingsrepertoire herhaald in plaats van bijgesteld.

Onderwijs en leren

Bij het vorige uitgebreide onderzoek van de inspectie in 2005 is een aantal indicatoren van het onderwijs en leren als onvoldoende beoordeeld.

Dit waren:

• ´De leraren stemmen de instructie en verwerking af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen´(indicator 7.3). Deze indicator was toen nog gesplitst in twee indicatoren: één voor de instructie en één voor de verwerking;

• ´De leerlingen zijn actief betrokken bij de lessen´(indicator 8.1).

Deze oordelen zijn voor De Regenboog mede aanleiding geweest een aantal verbeteractiviteiten te starten. Het resultaat is dat de inspectie constateert dat de leerlingen nu actief betrokken zijn bij de les en dat er ook bij de instructie in voldoende mate gedifferentieerd wordt. Echter, bij de verwerking wordt niet op niveau of tempo gedifferentieerd. Hierdoor worden snelle leerlingen

onvoldoende uitgedaagd en/of zwakke leerlingen mogelijk gefrustreerd door een te hoog niveau of tempo. De differentiatie als geheel wordt dan ook als onvoldoende beoordeeld.

(12)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Regenboog - 5-2-2007 12

(13)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Regenboog - 5-2-2007 13

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT

Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke

voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. De inspectie concludeert dat deze documenten niet volledig voldoen aan de wettelijke bepalingen.

In de eerstvolgende uitgave van de schoolgids en het schoolplan zal de school haar doelen voor het onderwijs in sociale integratie en actief burgerschap (WPO art.13, lid 1 a) opnemen.

De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement):

De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen

aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de

tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats.

Als de risico-analyses van de inspectie zouden wijzen op een negatieve schoolontwikkeling kan de inspectie overgaan tot aanpassing van het toezichtarrangement.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn