CURSUS WERELDGODSDIENSTEN. Ontstaan, geschiedenis en stromingen islam

C

W

Ontstaan, geschiedenis en stromingen islam

I

: L

 Wat staat er in de koran?

 Zie: https://youtu.be/l5GEunBfHZg (onvolledig (foto’s niet mijn idee) of zie via we transfer)

 Wie zijn de echte moslims?

 Zie: https://youtu.be/-HqZ9e9Cud8

 Waar is de islam ontstaan?

 Zie: https://youtu.be/fq1NKSpviqk

G

 Ik denk dat dit deel wel leesbaar is in de cursus.

Probeer bij het lezen van de periodes in de

geschiedenis op zoek te gaan naar elementen van het paradigma: waarom zou iemand later deze periode idealiseren (of omgekeerd), waarom zou iemand in die periode willen leven? Welke

mensen willen nu naar welke periode ‘terug’?

M

 De stichter

 Arabië in de 6-7^de eeuw

 Opgegroeid in handelsstam

 Jong wees geworden

 Openbaring

 Eerste volgelingen

 Vlucht uit Mekka

 Verhouding tot de joden

 Strijd om Mekka

 Stichter ‘islamitische staat’

I

 Islam start als overwinnaar

 Gesticht door Mohammed wat na zijn dood?

 De vier eerste kaliefen

 Aboe Bakr

 Omar

 Uthman

 Ali

V

 I: deze zone is nog door Mohammed zelf veroverd.

Dat betekent dat de islam is begonnen met een overwinnaar die zelf gebeid heeft verzameld (anders dus dan bijvoorbeeld het christendom)

 II en III: zijn onder de eerste vier kaliefen veroverd

 IV: deze zone is binnen de 100 jaar na het

ontstaan veroverd, dat is ongelooflijk snel; kijk ook op de volgende dia’s. Nu is het misschien duidelijk dat die gebieden wel onder de leiding waren van een islamitisch regime, maar zelf nog niet islamitisch waren.

S

 Op de volgende dia ziet u de situatie in de late middeleeuwen, bij het begin van de moderne tijd is ook het Oost-Romeinse Rijk opgeslorpt…

H

 Op de volgende dia ziet u de laden waar de islam een duidelijke meerderheid heeft

I

 Meteen een georganiseerde gemeenschap

 Bloedverwantschap naar geloofsgemeenschap

 Wat na de dood van de profeet?

 4 kaliefen

A

 De economisch politieke as verschuift

 Er komt een echte dynastie: Oemayyaden

 Syrië wordt de kern, stedelijke hoge cultuur

 Arabische taal, dinar als munt

 Tweede burgeroorlog

 Islamitisch recht ontstaat

 Wereldrijk

K

 Bagdad wordt nieuwe centrum

 Arabische cultuur blijft belangrijk

 Wereldgodsdienst wordt geboren

 Uitwerking recht en bronnen oa ahadieth

 Wetenschap en rationeel denken in hoogbloei

 Interne desintegratie

O

’

’

 Meerdere islamitische rijken

 Plaatselijke groepen relevanter

 Spirituele leiders op voorgrond

 Recht én mystiek

 Grote bloeiperiode is ten einde, al breidt de islamitische wereld nog wel uit

M

 1453 vs 1492

 Malaise van 20^ste eeuw begon in 12^de

 Wereldeconomie, kennis, politieke macht…

verschuift naar Atlantische oceaan

 Nieuwe elites in Westen gevormd

 Verschillende strekkingen binnen islam

H

: T

R

 Islam is godsdienst geen cultuur

 Moslims kunnen dus participeren in andere culturen (voor eerst als minderheid)

 Verdedigt semitische filosofie

 Geen parallelle scholen, wel ‘catechese’

 Welke plaats krijgt de koran en het recht?

 Interreligieuze dialoog

S

 Soennieten

 Sji’ieten

 Andere