• No results found

Rapport van het inspectiebezoek op 15 juli 2019 aan Apanta-ggz te Eindhoven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek op 15 juli 2019 aan Apanta-ggz te Eindhoven"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek op 15 juli 2019 aan Apanta-ggz te Eindhoven

V2012681 2019-2376032

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 4

1.1 Aanleiding en belang 4 1.2 Doelstelling 4

1.3 Methode 4

1.4 Toetsingskader 5

1.5 Beschrijving organisatie 5 2 Resultaten inspectiebezoek 7

2.1 Interne procedure incidenten/calamiteiten 7 2.2 Persoonsgerichte Zorg 8

2.3 Deskundige hulpverlener 9

2.4 Sturen op kwaliteit en veiligheid 11

3 Conclusies 14

4 Handhaving 15

(4)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft op 15 juli 2019 een bezoek gebracht aan Apanta-ggz te Eindhoven. In dit rapport beschrijft de inspectie de resultaten, trekt zij haar conclusies en geeft zij zo nodig aan welke maatregelen zij treft naar aanleiding van de bevindingen.

1.1 Aanleiding en belang

De inspectie ontvangt alle gegrond verklaarde uitspraken van de Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg. Op die manier had de inspectie kennis genomen van een tuchtuitspraak tegen een medewerker van Apanta, waarin een casus werd beschreven die mogelijk duidde op een calamiteit, zoals gedefinieerd in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). De inspectie merkte op dat zij nog nooit een calamiteitmelding van Apanta heeft ontvangen. Na correspondentie met het bestuur hierover, besloot de inspectie een bezoek af te leggen en met het bestuur te spreken over de wijze waarop incidenten en calamiteiten intern (bij Apanta) worden onderzocht en over de meldplicht in de Wkkgz. Daarnaast wilde de inspectie een breder en actueel beeld van de organisatie krijgen en daarom spreken met medewerkers over diverse toezichtthema’s.

1.2 Doelstelling

Doel van het inspectiebezoek aan Apanta-ggz was tweeledig: enerzijds om het gesprek aan te gaan over de interne werkwijze rond het registreren, onderzoeken en melden van incidenten en (mogelijke) calamiteiten en anderzijds om te beoordelen of de zorgverlening aan de voorwaarden voor veilige en goede zorg voldoet. De inspectie maakt hiervoor gebruik van relevante gezondheidswet- en regelgeving, (veld)normen en daarop gebaseerde richtlijnen en standaarden.

1.3 Methode

De inspectie heeft twee rondes gesprekken gevoerd: één ronde met de directeur Zorg, een bestuurder (niet meer als zodanig in functie) en een

kwaliteitsadviseur/klachtenfunctionaris en één ronde met vier behandelaren.

Daarnaast heeft de inspectie inzage in enkele patiëntendossiers gehad. De inspectie heeft tijdens het bezoek een exemplaar van het document ‘MIC-melding’

ontvangen.

Naast de aandacht voor het onderwerp van de interne werkwijze rond incidenten, heeft de inspectie voor het verkrijgen van een breder en actueel beeld van de instelling en de zorg die wordt de volgende drie toezichtthema’s centraal gesteld:

- Persoonsgerichte zorg;

- Deskundige zorgverlener;

- Sturen op kwaliteit en veiligheid.

(5)

1.4 Toetsingskader

Om de normen die betrekking hebben op deze drie thema’s te beoordelen maakt de inspectie gebruik van een toezichtinstrument dat is gebaseerd op relevante

gezondheidswet- en regelgeving, (veld)normen en daarop gebaseerde richtlijnen en standaarden (zie hoofdstuk 2 voor een uitwerking van deze normen).

Deze normen zijn in het bijzonder afkomstig uit of afgeleid van:

-

Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg (Wkkgz; 2016);

-

Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG; 1993);

- Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst: Wijzigingswet;

-

Burgerlijk Wetboek (WGBO; 1994);

-

Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

(

2015);

-

Richtlijn psychiatrische diagnostiek, NVvP (2015);

- Model kwaliteitsstatuut GGZ (2016);

-

Handreiking verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg KNMG (2010);

-

Multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Suïcidaal Gedrag, Trimbos instituut (2012);

- Algemene verordening gegevensbescherming (AVG);

-

Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij suïcidaliteit, Trimbos instituut (2010);

-

NHG-richtlijn informatie-uitwisseling huisarts-tweedelijns GGZ (2011);

-

Richtlijn Medicatieoverdracht (2011);

-

Richtlijn Elektronisch Voorschrijven, KNMG (2013);

-

Nederlandse Apotheek Norm (NAN, 2006);

-

Standaard Farmaceutische zorg in GGZ-instellingen, GGZ Nederland, (2016);

-

Handreiking werkvoorraad geneesmiddelen (2011);

-

Handreiking patiëntveiligheid vanuit het perspectief van cliënten en familie, LPGGz (2010);

-

Beleidskader Goede zorg vraagt om goed bestuur, VWS (2016).

1.5 Beschrijving organisatie

Apanta-ggz is in 2007 voortgekomen uit een psychologenpraktijk in Veldhoven. Er zijn drie aparte BV’s opgericht: Apanta-direct voor de generalistische basis ggz (b-ggz), Apanta-ggz voor de gespecialiseerde ggz (s-ggz) en Apanta-academy voor opleidingen en (bij)scholing. Onlangs zijn de drie BV’s verkocht aan Delcourt Beheer BV. Delcourt Beheer BV heeft twee aandeelhouders, die eveneens bestuurder waren van de drie BV’s. Door deze verkoop hebben de drie BV’s een schuld aan de holding Delcourt Beheer BV. De drie BV’s betalen de lening de komende jaren af. Hierna gaat de holding over in een stichting waarbij de huidige drie BV’s de

‘werkmaatschappijen’ van de stichting zijn. Sinds juli 2019 hebben de drie BV’s één bestuurder.

Al het personeel is in dienst van Apanta-ggz BV en een deel van de medewerkers is van daaruit gedetacheerd naar één van de andere twee BV’s. De organisatie heeft in totaal ongeveer 80 fte medewerkers. Er zijn vier psychiaters, waarvan één in vaste dienst en drie ZZP’ers. Daarnaast zijn er klinisch psychologen, GZ-psychologen, psychotherapeuten, basispsychologen, een jeugdarts, een basisarts en enkele therapeuten (zoals psychomotorisch therapeut) werkzaam bij Apanta.

(6)

De organisatie beschikt over twee locaties: De Plank 101 in Veldhoven en Professor Dr. Dorgelolaan 40 in Eindhoven. Verdeeld over deze locaties zijn er zeven

behandelteams, die elk bestaan uit één psychiater, drie à vier behandelaren met een BIG-registratie en drie à vier behandelaren zonder BIG-registratie en enkele andere functies. De meeste medewerkers werken op één van de twee locaties, maar sommige op beide.

Er zijn geen klinische voorzieningen; er wordt uitsluitende ambulante behandeling geboden. Er wordt zorg geleverd die door zorgverzekeraars is gecontracteerd en er wordt zorg geleverd die wordt gefinancierd door gemeenten (Jeugd GGZ), door PoZoB/DOH en onverzekerde zorg.

Per jaar worden circa 1000 DBC’s afgesloten. De aangeboden zorg is een breed palet voor een grote doelgroep, zoals voor angst- en stemmingsstoornissen,

persoonlijkheidsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen (ADHD en

autismespectrumstoornissen), eetstoornissen. Exclusiecriteria zijn: actieve suïcidaliteit, verslavingsproblematiek, IQ lager dan 80 en crisisgevoeligheid of mogelijke noodzaak tot opname. Het feit dat de b-ggz en de s-ggz zijn

ondergebracht in twee aparte BV’s levert in de praktijk geen strikte scheiding op. Bij de aanmelding en intake wordt – mede op grond van de verwijzing- gekeken of de ernst van de klachten van de patiënt beter past bij Apanta-direct of bij Apanta-ggz.

Afhankelijk van wat patiënt nodig heeft kan er ook op- en afgeschaald worden tussen de twee BV’s. Ook zijn er bepaalde therapieën en activiteiten die vanuit de ene BV worden georganiseerd, maar ook toegankelijk zijn voor patiënten uit de andere BV.

Er is een ondernemingsraad, een cliëntenraad en een raad van toezicht.

Apanta heeft geen eigen crisisdienst en is niet bereikbaar buiten kantoortijden. In geval van crisis buiten kantoortijden kan men de HAP bellen, die eventueel de crisisdienst van GGzE kan inschakelen.

De ambitie is om regionaal te blijven werken en er zijn geen plannen of wensen om uit te breiden naar buiten de huidige regio.

(7)

2 Resultaten inspectiebezoek

In paragraaf 2.1 wordt aan de hand van de eerder genoemde tuchtuitspraak ingegaan op de wijze waarop incidenten en calamiteiten in de zorg binnen Apanta-ggz worden behandeld.

In de paragraaf 2.2, 2.3 en 2.4 worden de resultaten van het algemeen gedeelte van het toezichtbezoek weergegeven, waaronder de beoordelingen per getoetste norm per toezichtthema. De inspectie beoordeelde tijdens het bezoek of Apanta- ggz wel of niet voldeed aan de norm. Per thema is een toelichting opgenomen van de wijze waarop het betreffende thema in de praktijk vormgegeven is.

2.1 Interne procedure incidenten/calamiteiten

De inspectie heeft naar aanleiding van de genoemde tuchtuitspraak gesproken met de betrokken zorgverlener. Daarbij heeft de zorgverlener de casus toegelicht: welke afwegingen zijn gemaakt en hoe andere keuzes waarschijnlijk niet tot een andere uitkomst hadden geleid. Dat de verslaglegging van de besluitvorming onvoldoende is geweest (zoals in de tuchtuitspraak is vermeld) is weliswaar een tekortkoming, maar het is niet waarschijnlijk dat dat van invloed is geweest op het ontstaan van de gebeurtenis. De gesprekspartners gaven aan dat in het vervolg in geval van twijfel of iets een meldingsplichtige calamiteit betreft, de instelling contact zal zoeken met de inspectie.

Naar aanleiding van de casus uit de tuchtuitspraak wordt er als verbetermaatregel scholing georganiseerd voor het verbeteren van de verslaglegging van de

besluitvorming. De scholing is voor regiebehandelaren en zal in het najaar

plaatsvinden. De instelling is voornemens om door middel van audits te toetsen of de verslaglegging van de besluitvorming in de dossiers verbetert.

Wat betreft het feit dat de inspectie nog nooit een calamiteitmelding van Apanta-ggz heeft ontvangen, lichtten de gesprekspartners toe dat er naar hun weten ook geen calamiteiten hebben plaatsgevonden. Met de doelgroepen en de exclusiecriteria die zij hebben, hebben zich tot nu toe bijvoorbeeld geen ernstige agressie-incidenten, ernstige medicatiefouten of suïcides voorgedaan.

De zorgverleners gaven in het gesprek met de inspectie aan dat zij enkele weken geleden instructies hebben gehad over de MIC-procedure (Melding Incidenten in de Cliëntenzorg). Tot voor kort werden er slechts mondjesmaat MIC-meldingen gedaan in de organisatie. De zorgverleners gaven aan dat de recente instructies hebben geleid tot meer bewustwording onder medewerkers van welke type incidenten als MIC-melding geregistreerd moeten worden.

De inspectie heeft tijdens het bezoek een exemplaar van de MIC-procedure ontvangen en ingezien. Hierin staan diverse voorbeelden van incidenten genoemd en waarom en hoe deze door medewerkers intern gemeld moeten worden. Ook bevat deze procesbeschrijving de definitie van een calamiteit en het feit dat calamiteiten gemeld moeten worden aan de inspectie. De inspectie merkt op dat deze procedure geen verwijzing bevat naar de wettelijke grondslag voor de

meldplicht voor calamiteiten, namelijk de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

(8)

De procedure vermeldt dat incidenten worden geregistreerd in een overzicht en dat zij worden besproken in de werkgroep kwaliteit. Het bevat geen beschrijving van de wijze waarop incidenten worden geëvalueerd of onderzocht. De gesprekspartners zijn niet bekend met bijvoorbeeld de PRISMA- of SIRE methode voor het

onderzoeken van gebeurtenissen die mogelijk een tekortkoming in de zorgverlening als oorzaak hebben. De gesprekspartners gaven aan een dergelijke

onderzoeksmethode wel zinvol te vinden en zich hierin te zullen verdiepen.

Ook bevat de procedure geen beschrijving van bij welk orgaan of functionaris binnen de organisatie de verantwoordelijkheden liggen om na een bespreking van een MIC- melding een grondiger onderzoek te initiëren, te concluderen of er wel/geen sprake is van een calamiteit en om in geval van calamiteit, melding te maken bij de inspectie.

2.2 Persoonsgerichte Zorg

Norm Beoordeling

De diagnose bestaat uit een diagnostische classificatie (DSM), psychiatrisch onderzoek en uit een beschrijvende conclusie

(structuurdiagnose). Op grond van alle verzamelde gegevens is een behandelplan geformuleerd. (1,2,3,4)

Voldeed

De doelen in het behandelplan zijn passend bij de hulpvraag, stoornis en risicotaxaties. (1,2,3)

Voldeed De patiënt (of zijn wettelijk vertegenwoordiger) is aantoonbaar

betrokken bij het opstellen van en heeft aantoonbaar ingestemd met het behandelplan. Alles wordt met de patiënt besproken die voor het behandelplan en de uitvoering ervan al dan niet geheel of

gedeeltelijk informed consent geeft. (1,2,3,4)

Voldeed

Grondslagen:

1) Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), artikel 2 en 3

2) Artikel 7:448, 7:450 en 7:454 van het Burgerlijk Wetboek (Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst; WGBO)

3) Richtlijn psychiatrische diagnostiek (NVvP) 2015,3.3 Activiteiten en resultaten van de psychiatrische diagnostiek

4) Model kwaliteitsstatuut GGZ 2016, pagina 8 Toelichting

Intake en diagnostisch onderzoek

De verwijsbrieven van de huisartsen waren aanwezig in de geraadpleegde dossiers.

In de dossiers werd een diagnose en een diagnostische beschrijving aangetroffen.

Behandelplan

De dossiers vermeldden de term ‘behandelovereenkomst’ waar eigenlijk

behandelplan wordt bedoeld. De zorgverleners lichtten toe dat zij eerst een ‘plan’

opstellen en, zodra dat is ondertekend door de patiënt, het een ‘overeenkomst’

wordt. De inspectie wees tijdens het gesprek op het begrip ‘overeenkomst’ zoals bedoeld in de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (Wgbo) en raadt aan om voor het ondertekende plan de term ‘behandelplan’ te blijven gebruiken.

Uit deze documenten valt op te maken dat de patiënten in voldoende mate betrokken worden bij het opstellen van het behandelplan en voor de uitvoering hiervan informed consent geven.

(9)

Risicotaxaties en kindcheck

In de geraadpleegde dossiers werd geen informatie ten aanzien van risicotaxaties aangetroffen. In de gesprekken hebben de zorgverleners toegelicht dat in de aanmeld- en intakefase altijd aandacht is voor suïcidaliteit en de ernst van de klachten/crisisgevoeligheid. Hiervoor worden geen risicotaxatie-instrumenten gebruikt.

De ‘kindcheck’ wordt standaard gedaan bij de intake. Er is recent een wijziging in de software geweest waarbij een apart veld voor de kindcheck is toegevoegd. Bij dossiers van recente intakes is dit aparte veld voor de kindcheck ingevuld. Alle vragen horend bij de kindcheck zijn duidelijk zichtbaar. Bij oudere dossiers moet informatie over eventuele kinderen van patiënten teruggezocht worden in het intakeverslag. De inspectie constateert op basis van de gesprekken met de zorgverleners en de dossiercontroles dat de veiligheid van kinderen van patiënten een onderwerp is dat leeft en bij elke nieuwe patiënt (indien van toepassing) aan de orde komt.

Betrokkenheid naasten

De zorgverleners gaven aan dat zij het betrekken van naasten bij behandeling erg belangrijk vinden. Ze stimuleren patiënten altijd om een partner of andere naaste mee te nemen naar belangrijke gesprekken. Ook krijgen naasten psycho-educatie, instructies over crisissituaties en zijn er ‘naastengroepen’.

2.3 Deskundige hulpverlener

Norm Beoordeling

Medewerkers weten met welke richtlijnen, protocollen en werk- instructies gewerkt moet worden voor de behandelindicaties en hoe ze gebruikt moeten worden. (1,2,3)

Voldeed

Medewerkers zijn bekend met en werken conform het kwaliteitsstatuut. (1,2,4)

Voldeed Er is een opleidingsplan beschikbaar (passend scholingsbeleid om de

benodigde deskundigheid te kunnen leveren). (1,2)

Voldeed De zorgaanbieder heeft de meldcode huiselijk geweld en

kindermishandeling vastgesteld en bevordert kennis en gebruik.

(1,2,5,6).

Voldeed

Zorgverleners werken conform de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en voeren de ‘kindcheck’ uit. (1,2,5,6)

Voldeed Er wordt gehandeld conform de Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek

en behandeling van suïcidaal gedrag (MDR-suïcide). (1,2,7)

Voldeed De voorschrijver voert medicatiebewaking uit tijdens het

voorschrijven met behulp van een Elektronisch Voorschrijfsysteem (EVS). (1,8)

Voldeed

De voorschrijver gebruikt op het moment van voorschrijven een actueel medicatieoverzicht. (1,9)

Voldeed Het actueel medicatie overzicht is z.s.m. maar zeker binnen 24 uur

beschikbaar voor zowel voorschrijvers als andere zorgverleners.

(1,9)

Voldeed

(10)

Grondslagen:

1) Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), artikel 2 2) Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), artikel 3 3) Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) 4) Model Kwaliteitsstatuut GGZ 2016

5) Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), artikel 8 6) Beroepscode voor psychiaters, II.13, NVvP

7) Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag, NVvP, NIP, V&VN 8) Richtlijn ‘Elektronisch voorschrijven’ [2013] GGD Nederland, GGZ Nederland, KNMG, KNMP, KNOV, LHV, NHG, NPCF, NVAVG, NVZ, NVZA, OMS, V&VN, Verenso, VGN, VHN

9) Richtlijn ‘Overdracht van medicatiegegevens in de keten’ [2008] ActiZ, GGZ Nederland, KNMG, KNMP, LEVV, LHV, NFU, NHG, NICTIZ, NPCF, NVVA, NVZ, NVZA, OMS, V&VN, FNT, NMT, VGN

Toelichting

Richtlijnen, protocollen en werkinstructies

De zorgverleners gaven in het gesprek aan dat zij over digitale

kwaliteitshandboeken beschikken, waarin alle werkprocessen, beslisbomen en bijbehorende protocollen staan. De zorgverleners benoemden dat bijvoorbeeld de

‘MDR Suïcidaliteit’ daar ook in verwerkt is. De afdeling Kwaliteit zorgt ervoor dat wijzigingen in wet- en regelgeving en richtlijnen doorgevoerd worden in de kwaliteitshandboeken en dat medewerkers op de hoogte worden gebracht van wijzigingen.

De zorgverleners benoemden dat in de b-ggz wat meer protocollair wordt gewerkt dan in de s-ggz. Bij complexere vragen is juist een meer persoonsgerichte aanpak nodig en wordt meer ‘eclectisch’ gewerkt.

Kwaliteitsstatuut

Apanta-ggz beschikt over een kwaliteitsstatuut dat voor iedereen, zowel

medewerkers als patiënten, toegankelijk is via de website van Apanta. Medewerkers gaven aan hiermee bekend te zijn en het als richtinggevend te beschouwen.

Scholingsbeleid en deskundigheidsbevordering

Elke nieuwe behandelaar volgt de cliëntgerichte basiscursus. Voor elke medewerker is er een persoonlijk ontwikkelplan, waarbij er elk jaar wordt stilgestaan bij welke opleidingen of cursussen iemand gaat volgen. Ook op teamniveau wordt jaarlijks gekeken welke scholing nodig is. Een groot deel van de opleidingen wordt ‘in company’ gegeven. Daarnaast wordt scholing bij externe opleidingsinstituten gevolgd. Er zijn ook studiedagen, lunch-referaten, ‘pizza-avonden’ en

congresbezoeken. De psychiaters hebben hun eigen scholingsactiviteiten ten

behoeve van hun herregistratie als medisch specialist. Er is ook sprake van intervisie en supervisie voor verschillende functies. Zo krijgen de basispsychologen een uur per week werkbegeleiding van de GZ-psychologen en is er intervisie op thema zoals CGT-intervisie. Ook is er supervisie gerelateerd aan de registratie-eisen voor het SKJ-register. De gesproken medewerkers gaven aan tevreden te zijn met de scholingsmogelijkheden. Een aantal zaken moet volgens de gesprekspartners nog verder vorm krijgen, zoals scholing voor de functie van teamcoördinator.1

(11)

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en kindcheck

De gesprekspartners gaven aan dat de instelling beschikt over een vastgestelde Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en dat de kindcheck standaard bij de intake wordt uitgevoerd. Er zijn twee aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld en kindermishandeling binnen de insteling. De gesprekspartners vertelden dat zij, afhankelijk van de situatie en of er aanleiding toe is, het onderwerp huiselijk geweld met patiënten bespreken. Zij benoemden dat zij enkele keren, voortvloeiend uit de Meldcode, hebben overlegd met Veilig Thuis over een casus.

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag De MDR-diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag is opgenomen in een protocol in een kwaliteitshandboek voor de medewerkers van Apanta.

Medicatieveiligheid

De psychiater schrijft voor via een elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) gekoppeld aan het elektronisch patiëntendossier.

Het genereren van een actueel medicatieoverzicht bleek tijdens de dossierinzage niet eenvoudig. Medewerkers lichten toe dat er recentelijk een wijziging in de

software heeft plaatsgevonden waardoor een bepaalde knop voor medicatieoverzicht was verdwenen.2 In principe vermeldt de huisarts de door hem of haar

voorgeschreven medicatie in de verwijsbrief. De psychiater van Apanta gaf aan dat zij altijd de cliënt vraagt naar eventuele medicatie van andere voorschrijvers, indien nodig wordt aan de patiënt om een actuele uitdraai van de apotheek gevraagd en bij twijfel neemt de psychiater zelf contact op met de apotheek van patiënt. Hoewel de software volgens de gesproken medewerkers niet vlekkeloos functioneert, spannen de voorschrijvers zich in om het medicatieoverzicht zo compleet en actueel mogelijk te maken. De psychiater kan wel eenvoudig uit het systeem halen welke medicatie vanuit Apanta is voorgeschreven.

2.4 Sturen op kwaliteit en veiligheid

Norm Beoordeling

De zorgaanbieder heeft een klachtenregeling conform de Wkkgz en brengt dit onder de aandacht van de cliënten (en

vertegenwoordigers). (1)

Voldeed

De zorgaanbieder is aangesloten bij een geschilleninstantie. (2) Voldeed (Bijna) incidenten worden centraal gemeld, besproken en

geanalyseerd, in een systeem van Veilig Incidenten Melden (VIM). De analyse van meldingen leidt tot daadwerkelijke verbeteracties. (3,4)

Voldeed deels

De zorgaanbieder houdt zich aan de wettelijke bewaartermijnen van de dossiers, zorgt voor beveiliging en goede overdracht van de dossiers. (5,6,7)

Niet vastgesteld

De zorgaanbieder vergewist zich ervan dat de wijze waarop

zorgverleners in het verleden hebben gefunctioneerd, niet in de weg staat aan het inzetten van de zorgverleners bij het verlenen van zorg.

(8)

Voldeed

Op de website van de zorgaanbieder is de actuele wachttijd voor intake en voor behandeling gepubliceerd conform de vigerende beleidsregel van de NZa. (5,9,10)

Voldeed

2 In de reactie op feitelijke onjuistheden in het conceptrapport geeft de bestuurder aan: “De reden dat het generen van een actueel medicatieoverzicht niet mogelijk was had niet te maken met een software update maar met het feit dat de medewerker geen toegangsrechten had tot dit gedeelte van het dossier (voorbehouden aan artsen).

(12)

Wanneer intake of behandeling niet binnen de gestelde Treeknormen kan aanvangen, stelt de zorgaanbieder de patiënt hiervan op de hoogte en kan de patiënt zich wenden tot de zorgbemiddeling van de eigen zorgverzekeraar/financier. (5,9,10)

Voldeed

Bij de intake legt de zorgaanbieder vast wie verantwoordelijk is voor de patiënt en wie als aanspreekpunt fungeert in de periode tussen de intake en aanvang van de behandeling. (5,9,10)

Voldeed

Grondslagen:

1) Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), artikel 13 2) Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), artikel 18 3) Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), artikel 7 4) Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), artikel 9 5) Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), artikel 2

6) Artikel 7:454 en artikel 7:457 van het Burgerlijk Wetboek (Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst; WGBO)

7) Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) 8) Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), artikel 4 9) Model Kwaliteitsstatuut GGZ 2016, pagina 8

10) Wet Kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz), Artikel 3 Toelichting

Klachtenregeling

Er is een klachtenregeling die aan de Wkkgz voldoet en die is vermeld op de website van Apanta. Er is een klachtenfunctionaris die in eerste instantie probeert via bemiddeling tot een oplossing te komen. Daarnaast hebben patiënten de

mogelijkheid om ook (rechtstreeks) een klacht in te dienen bij een onafhankelijke klachtencommissie. De website van Apanta vermeldt dat zij is aangesloten bij Stichting Expertisecentrum Klacht- en Gezondheidsrecht en vermeldt de contactgegevens daarvan.

Veilig Incident Melden (VIM)

Er is een VIM-systeem in het EPD, van waaruit overzichten in Excel gemaakt kunnen worden van MIC-meldingen. Hoewel de mogelijkheid tot het doen van een VIM- melding er technisch gezien is, en er ook een werkbeschrijving voor is, leeft het onderwerp nog onvoldoende onder medewerkers. Door recente instructies zijn medewerkers zich wel meer bewust geworden van welk type gebeurtenissen zij als VIM-melding zouden moeten melden. Zie voor dit onderwerp en de relatie met onderzoeken, oorzakenanalyses en calamiteitmeldingen aan de inspectie ook de beschrijving onder paragraaf 2.1.

Bewaartermijn zorgdossiers

De gesprekspartners konden tijdens het gesprek niet met volledige zekerheid zeggen hoe het bewaren van de dossiers geregeld was en of hierbij aan de wettelijk vereiste bewaartermijn van 15 jaar werd voldaan. De inspectie gaf tijdens het bezoek de aanbeveling om na te gaan bij de softwareleverancier welke afspraken er zijn over het bewaren van de digitale gegevens. Een aandachtspunt hierbij is dat ook in geval van faillissement van Apanta of anderszins na het stoppen van de zorgactiviteiten, de dossiers voor patiënten inzichtelijk en overdraagbaar moeten zijn.3

(13)

Vergewisplicht

Van alle medewerkers is een actueel VOG beschikbaar. Ook wordt van de BIG- geregistreerde medewerkers jaarlijks de BIG-registratie gecontroleerd.

Wachttijden en verantwoordelijkheidsverdeling

De wachttijden zijn vermeld op de website. Voor sommige doelgroepen is de wachttijd (ver) boven de Treeknorm. Patiënten worden bij het eerste contact na aanmelding geïnformeerd over de wachttijden (tot intake en van intake tot start behandeling). Apanta heeft diverse vormen van zorg ter overbrugging tijdens de wachttijd. Zo wordt aan elke nieuw aangemelde patiënt de mogelijkheid voor het volgen van blended e-health modules aangeboden. Daarnaast zijn er mogelijkheden om te chatten met een psycholoog en om een workshop ‘herstel’ te volgen.

Bij de intake krijgt de patiënt uitleg over wie de regiebehandelaar is en hoe het verdere (behandel)proces eruit ziet.

In geval een patiënt medicatie voorgeschreven krijgt door de huisarts, stemt de regiebehandelaar tijdens de wachttijd af met de huisarts of de huisarts de medicatie blijft voorschrijven totdat er plaats is voor een consult bij de psychiater.

Voor spoedgevallen tijdens de wachttijd hebben de psychiaters elke week een plek in hun agenda vrij.

Voor zover bekend is er geen taskforce in de regio om de wachttijden in de ggz terug te dringen. Volgens de gesprekspartners zou zo’n taskforce in deze regio wel nodig zijn, omdat de wachttijden, ook bij andere instellingen, lang zijn.

Overig: investeren in personeel

Hoewel geen thema in bovenstaande tabel, is met betrekking tot ‘sturen op kwaliteit en veiligheid’ ook de aanpak van ziekteverzuim door het bestuur aan de orde gekomen. Twee jaar geleden was er een ziekteverzuim van ongeveer 8%, dat is nu gedaald naar 4-5%. Er was sprake van overbelasting van medewerkers. De

gesprekspartners gaven aan dat de organisatie geïnvesteerd heeft in mentaal welzijn. Teamcoördinatoren besteden nu meer aandacht aan werkdruk en preventie van uitval. De gesproken medewerkers bevestigden een cultuurverandering: men ervaart nu meer waardering en vertrouwen. De werkgever biedt de mogelijkheid om

‘Mentaal Fit’ te volgen en de mogelijkheid om te sporten is in ontwikkeling. Binnen de ondernemingsraad is duurzame inzetbaarheid ook een actueel thema.

(14)

3 Conclusies

De inspectie is van oordeel dat Apanta-ggz kwalitatieve goede en veilige zorg biedt.

Richtlijnen, protocollen en werkinstructies zijn op orde en medewerkers kunnen hiermee uit de voeten. Er zijn voldoende mogelijkheden voor medewerkers om (bij)scholing te volgen. Behandelingen worden gestructureerd en doelgericht uitgevoerd, het kwaliteitsstatuut is richtinggevend voor de organisatie en de inhoud van de zorg en de dossiervoering is zorgvuldig. Het aannamebeleid wordt correct uitgevoerd en er is aandacht voor het terugdringen van wachttijden.

De inspectie vraagt echter aan het bestuur zorg te dragen voor:

- verbetering van de MIC-registratie;

- het zorgdragen voor voldoende kennis in de organisatie van een analysemethode, zoals de Prisma-analyse;

- het uitwerken van het document met de MIC-procedure, waaronder: de wijze van onderzoek door de werkgroep (analysemethode) en vastlegging weke functionaris of orgaan binnen de organisatie beslist of een incident aanleiding geeft tot uitgebreider onderzoek inclusief de analysemethode, en de beslissing om, bij conclusie dat er sprake is van een calamiteit, melding te doen bij de inspectie.

(15)

4 Handhaving

De inspectie ziet geen aanleiding nadere handhavingsmaatregelen te treffen.

De kwaliteit en de veiligheid van de zorg die wordt geleverd door Apanta-ggz kan wel zo nodig tijdens regulier toezicht worden getoetst door middel van een aangekondigd of een onaangekondigd inspectiebezoek, waarbij de inspectie ook aandacht zal hebben voor de interne werkwijze rond incidenten en (mogelijke) calamiteiten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 In augustus 2016 heeft het Zorginstituut Nederland partijen in de GGZ medegedeeld een traject Zinnige Zorg GGZ te starten.. Het doel van dit traject, dat het Zorginstituut in

Twee onderwerpen uit de top 4 van onderwerpen voor verdieping zijn niet geselecteerd?. Het betreft het niet herkennen van licht verstandelijke beperking (LVB) en algemene

Respondenten zijn positief over het werken met deze scenario’s, maar geven tegelijkertijd ook aan dat het belangrijk is om naast scenario’s een duidelijk (project)plan met planning

3 Investeringen in niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiele activa (totale waarde € 10,7 mln.) zijn in deze grafiek buiten beschouwing gelaten, vanwege het

De inspectie heeft met haar toezichtactiviteiten in de zomerperiode van 2020 in kaart gebracht (1) of de ggz in staat is om op niveau te kunnen blijven functioneren, (2) welke

Vrijgevestigde zorgaanbieders geven specifiek aan vaker ontevreden te zijn over het (door de verzekeraar) informeren van de verzekerden over het contract, over het feit dat

Omdat het advies van ZIN te laat kwam voor inkoop van jeugdhulp 2015 door gemeenten, doen de zorgverzekeraars voor dit jaar de inkoop van deze vormen van Jeugdhulp bij de

Omdat er geen sprake is van recht op zorgcontinuïteit vanuit de Jeugdwet zijn gemeenten niet verplicht deze zorg te contracteren.. In de inkoophandreiking ‘Curatieve GGZ-zorg