• No results found

Verkennend en aanvullend Bodemonderzoek Oude Liesselseweg 42 Deurne. rapport 3105R datum: 24 juli Bodem en Bouwstoffen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verkennend en aanvullend Bodemonderzoek Oude Liesselseweg 42 Deurne. rapport 3105R datum: 24 juli Bodem en Bouwstoffen"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en / of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming van Archimil BV. Op al onze werkzaamheden zijn de algemene leveringsvoorwaarden van toepassing, zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Eindhoven, onder nummer 17159750.

Verkennend en aanvullend Bodemonderzoek

Oude Liesselseweg 42 Deurne

rapport 3105R001-4

datum: 24 juli 2015

opdrachtgever:

Bodem en Bouwstoffen

Dhr. J. Knapen

.

(2)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen VERANTWOORDING

Ing. B. van den Bosch Teamleider

Archimil B.V. Koningsplein 18 te Asten, Postbus 136 5720 AC te Asten, Tel.nr. 0493-671818 – Faxnr. 0493-671800, Email: info@archimil.nl Archimil BV, Laagheidehof 5, 5804 XB Venray, telnr. 0478-515736

Rabobank rek. IBAN NL70RABO0163628580, Kvk nr. 17159750

(3)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen SAMENVATTING

Voor een verklaring van de gebruikte terminologie met betrekking tot eventuele verontreinigingen

verwijzen wij naar de ‘circulaire bodemsanering 2013’ en het ‘besluit bodemkwaliteit’. Op een terrein aan de Oude Liesselseweg 42 te Deurne is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd zoals voorgeschreven in de Nederlandse norm NEN 5740. Tevens is een aanvullend onderzoek uitgevoerd naar een mogelijke verontreiniging met zware metalen.

De geografische gegevens van de onderzoekslocatie staan weergegeven in het volgende overzicht:

Gemeente Deurne

Adres Oude Liesselseweg 42 te Deurne

Kadastraal Sectie: L Nr: 2478

Coördinaten X: 183.397 Y: 285.572

Oppervlakte locatie 771 m2

Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de resultaten van het vooronderzoek van de onderzoekslocatie en de directe omgeving. Op basis van de in het vooronderzoek verzamelde gegevens kan de locatie vooralsnog als niet-verdacht worden beschouwd. Veld- en laboratoriumwerkzaamheden zijn derhalve uitgevoerd conform de strategie onverdacht uit de NEN 5740. Ter plaatse van een mogelijke verontreiniging met zware metalen heeft aanvullend onderzoek met behulp van een XRF-meter plaatsgevonden.

Uit het onderzoek volgt dat de grond uit de bovenlaag (0-0,5 m-mv) licht tot matig verontreinigd is met zink en andere zware metalen en plaatselijk licht verontreinigd is met PAK's. Oorzaak voor de lichte verontreinigingen is een zinkassenverharding die in het verleden op het noordelijk perceel heeft gelegen.

De grond uit de onverdachte onderlaag (0,5-2 m-mv) is niet analytisch onderzocht, op basis van het geheel aan onderzoeksresultaten wordt hier geen substantiële verontreiniging verwacht. Het grondwater is niet verontreinigd met één van de componenten waarop is onderzocht.

Op een aantal plaatsen zijn lichte verontreinigingen met zware metalen aangetroffen ten gevolge van een zinkassenverharding die op het noordelijk gelegen perceel heeft gelegen echter liggen de concentraties onder de maximale waarde voor wonen met moestuin zoals deze in de regio worden gehanteerd. Niet uitgesloten kan worden dat plaatselijk overschrijdingen van de interventiewaarde voor zware metalen aanwezig zijn echter is bij de tien boringen op het achterterrein geen overschrijding aangetroffen.

Indien, bijvoorbeeld bij bouwactiviteiten, grond vrijkomt die op een andere locatie zal worden hergebruikt dan zal vermoedelijk sprake zijn van grond in de klasse industrie. Hergebruik op een andere locatie zal wel kosten met zich meebrengen.

Bij het plaatsen van de peilbuis is geen gebruik gemaakt van werkwater. Alhoewel de peilbuis direct na plaatsing bemonsterd is, in afwijking van protocol 2002, is het niet de verwachting dat bij een nieuwe bemonstering met de in acht name van de wachttijd van één week substantieel andere resultaten zouden worden aangetroffen.

733

(4)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen Formeel gezien vormt de aanwezigheid van asbesthoudende bebouwing (buiten-toepassing) aanleiding tot het instellen van een onderzoek naar asbest conform NEN 5707, echter zijn in de bodem geen substantiële bijmengingen met bodemvreemde materialen aangetroffen.

Ons inziens behoeven er, op basis van de onderzoeksresultaten, vanuit bodemhygiënisch oogpunt en met inachtname van bovenstaande geen restricties gesteld te worden aan aan- of verkoop van of toekomstige bouwactiviteiten op de onderzochte locatie;

Naar aanleiding hiervan merken wij op dat ons inziens er, op basis van de onderzoeksresultaten, vanuit bodemhygiënisch oogpunt geen restricties gesteld behoeven te worden aan aan- of verkoop van of

toekomstige bouwactiviteiten op de onderzochte locatie. Op een aantal plaatsen zijn lichte verontreinigingen met zware metalen aangetroffen ten gevolge van een zinkassenverharding die op het noordelijk gelegen perceel heeft gelegen echter liggen de concentraties onder de maximale waarde voor wonen met moestuin zoals deze in de regio worden gehanteerd.

Bij het plaatsen van de peilbuis is geen gebruik gemaakt van werkwater. Alhoewel de peilbuis direct na plaatsing bemonsterd is, in afwijking van protocol 2002, is het niet de verwachting dat bij een nieuwe bemonstering met de in acht name van de wachttijd van één week substantieel andere resultaten zouden worden aangetroffen.

Formeel gezien vormt de aanwezigheid van asbesthoudende bebouwing (buiten-toepassing) aanleiding tot het instellen van een onderzoek naar asbest conform NEN 5707, echter zijn in de bodem geen substantiële bijmengingen met bodemvreemde materialen aangetroffen.

(5)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen INHOUDSOPGAVE

SAMENVATTING

1 INLEIDING EN DOEL VAN HET ONDERZOEK ... 1

2 VOORONDERZOEK ... 3

2.1 GEOGRAFISCHE GEGEVENS ... 3

2.2 HUIDIG BODEMGEBRUIK ... 3

2.3 MILIEUVERGUNNINGEN ... 4

2.4 BODEMONDERZOEKEN ... 4

2.5 TOEKOMSTIG GEBRUIK ... 5

2.6 BODEMOPBOUW EN (GEO-)HYDROLOGIE ... 5

2.6.1 Algehele bodemkwaliteit... 6

2.7 CONCLUSIE VOORONDERZOEK ... 6

3 OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK ... 7

3.1 OPZET BODEMONDERZOEK ... 7

3.2 ANALYSEPAKKETTEN ... 7

3.3 UITVOERING BODEMONDERZOEK ... 8

4 WIJZE VAN BEOORDELEN EN INTERPRETATIE ... 9

5 RESULTATEN ... 11

5.1 VELDWERK GROND ... 11

5.2 AANPASSING ONDERZOEKSOPZET ... 11

5.3 VELDWERK GRONDWATER ... 11

5.4 ANALYSERESULTATEN ... 11

5.4.1 Grondmengmonsters ... 11

5.4.2 Grondwatermonsters ... 12

6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ... 13

TABELLEN ... 14

Bijlage 1 ... overzichtstekening Bijlage 2 ... vooronderzoek Bijlage 3 ... locatie en boringen Bijlage 4 ... boorstaten Bijlage 5 ... analyseresultaten Bijlage 6 ... referenties

(6)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 1 INLEIDING EN DOEL VAN HET ONDERZOEK

In verband met de voorgenomen aankoop van het perceel aan de Oude Liesselseweg 42 te Deurne is door de heer J. Knapen schriftelijk opdracht verleend om een verkennend bodemonderzoek op bovengenoemde locatie uit te voeren.

Het doel van het onderzoek bestaat uit het verkrijgen van inzicht in de kwaliteit van de grond en het freatische grondwater op het te onderzoeken terrein. Voor de milieuhygiënische verklaring kan dit onderzoek dienen als bewijs voor de kwaliteit van de ontvangende bodem (Regeling bodemkwaliteit artikel 4.3.4) in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit.

Het onderzoek is uitgevoerd op basis van NEN 5740 [2] conform de BRL2000 met bijhorende protocollen van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsboring Bodemonderzoek [3]. De grondmengmonsters en het grondwatermonster zijn geanalyseerd op de parameters welke opgenomen zijn in het NEN-pakket of op eventueel verdachte componenten. De analyseresultaten zijn getoetst aan de achtergrond-, streef- en interventiewaarden, zoals vermeld in de Circulaire bodemsanering 2013 [8].

Het rapport is als volgt opgebouwd:

Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de verzamelde gegevens van de onderzoekslocatie en/ of de daaromheen liggende percelen, welke tijdens het vooronderzoek naar voren zijn gekomen. De opzet en uitvoering van het onderzoek worden besproken in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt het toetsingskader van de resultaten gepresenteerd waarna in hoofdstuk 5 de gevonden resultaten besproken zullen

worden. Tot slot worden in hoofdstuk 6 de conclusies besproken en worden enkele aanbevelingen gedaan. De in de tekst aangehaalde literatuurbronnen zijn opgenomen in bijlage 6.

Contactpersoon voor de opdrachtgever was de heer Knapen zelf .

(7)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen Luchtfoto onderzoekslocatie en omgeving

(8)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 2 VOORONDERZOEK

Het vooronderzoek met betrekking tot het bodemonderzoek is uitgevoerd op het standaardniveau, conform NEN 5725. Het vooronderzoek heeft zich gericht zich op de onderzoekslocatie en de direct aanliggende percelen vanaf de grens van het onderzoeksgebied tot aan 25 meter buiten het onderzoeksgebied. Het doel van het vooronderzoek is het verzamelen van relevante informatie over de locatie van het

bodemonderzoek, door het opvragen van informatie bij de opdrachtgever, de eigenaar en de gemeente, houden van interviews, uitvoeren van terreininspectie en archiefonderzoek. De te verzamelen informatie heeft betrekking op het voormalige gebruik, het huidige gebruik, het toekomstige gebruik, de

bodemopbouw, de geohydrologische situatie en financieel-juridische aspecten.

Hiervoor worden de volgende informatiebronnen geraadpleegd: milieuvergunningdossiers, archief bodemonderzoeken, etc. In bijlage 2 is een overzicht weergegeven van deze (geraadpleegde) informatiebronnen en de verkregen informatie.

Op basis van de verzamelde informatie wordt het veld- en chemisch onderzoek goed voorbereid en wordt de onderzoekshypothese voor het verkennend of nader bodemonderzoek opgesteld. Ook worden de resultaten van het vooronderzoek gebruikt bij de interpretatie van de resultaten van het bodemonderzoek.

2.1 Geografische gegevens

De geografische gegevens van de onderzoekslocatie staan weergegeven in het volgende overzicht:

Gemeente Deurne

Adres Oude Liesselseweg 42 te Deurne

Kadastraal Sectie: L Nr: 2478

Coördinaten X: 183.397 Y: 285.572

Oppervlakte locatie 771 m2

Op de onderzoekslocatie is er voor zover bekend geen sprake van een calamiteit of overtreding van voorschriften in het kader van de Wet Milieubeheer en/of Wet Bodembescherming en/of andere milieuregelgeving.

2.2 Huidig bodemgebruik

Het onderzoeksterrein, welke momenteel in gebruik is als woonhuis met siertuin en garage, zal in de nabije toekomst worden aangekocht. Mogelijk zal hier vervolgens nieuwbouw plaatsvinden. Het onderzoeksterrein zelf is voor zover bekend niet opgehoogd met bodemvreemde materialen zoals puin, sintels of gebroken asfalt. Op de onderzoekslocatie hebben voor zover bekend geen olietanks in of op de bodem gelegen. Er zijn geen gegevens bekend omtrent eventuele activiteiten of calamiteiten op de onderzoekslocatie zelf welke geleid kunnen hebben tot een bodemverontreiniging.

Bekend is dat het naastgelegen terrein (nummer 40) gesaneerd is en dat hier een restverontreiniging is achtergebleven op de perceelsgrens. Vermoedelijk beperkt deze verontreiniging zich tot de perceelsgrens en is op het perceel zelf geen sprake van een substantiële verontreiniging.

733

(9)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen Uit de historische kaarten (bron: http://www.watwaswaar.nl) blijkt dat ter plaatse van en in de directe omgeving van de locatie al lange tijd bebouwing aanwezig is. De naam van de weg wijst hier eveneens op.

kaart 1911 kaart 1936

2.3 Milieuvergunningen

Ter plaatse van de onderzoekslocatie is of in de directe nabijheid zijn in het verleden voor zover bekend geen vergunningen verleend, meldingen ingediend en/of controles uitgevoerd. Op 23-7-2015 is dit door de gemeente Deurne bevestigd. Wel heeft ter plaatse van Oude Liesselseweg 40 een ondergrondse brandstoftank gelegen. Deze tank is op 6-4-1998 gesaneerd door Schippers en afgevoerd (KIWA- certificaatnummer: W-1631, d.d. afgifte 20-4-1998). Hierbij is geen bodemverontreiniging waargenomen.

2.4 Bodemonderzoeken In het archief van de gemeente noch in het eigen archief van Archimil zijn gegevens bekend van reeds uitgevoerde

bodemonderzoeken op deze locatie.

Direct ten noorden van de locatie zijn diverse onderzoeken uitgevoerd waarna in 2009 een bodemsanering heeft plaatsgevonden. De evaluatie van de bodemsanering is vastgelegd in rapport 9043-08.bbk, d.d. 29-4- 2009. Circa 12 m3 zinkassen en circa 132 m3 grond zijn afgevoerd.

Ter plaatse van putwanden z2 en o2 zijn restverontreinigingen achtergebleven.

(10)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen Zuidelijk van de onderzoekslocatie is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (Tritium, d.d. 19-6- 2015) waarbij in de bovengrond geen verontreinigingen zijn aangetroffen. De ondergrond was licht verontreinigd met lood en zink. Het grondwater was licht verontreinigd met barium, koper, zink en xylenen. Op het maaiveld is één fragment asbestverdacht materiaal aangetroffen, in de bodem is geen asbest aangetroffen.

2.5 Toekomstig gebruik

Ter plaatse van het onderzoeksterrein zal in de nabije toekomst een herontwikkeling plaatsvinden.

2.6 Bodemopbouw en (geo-)hydrologie

Het te onderzoeken terrein heeft een hoogteligging gelijk aan ca. 27,7 m + N.A.P. De opbouw van de ondergrond is schematis ch weergegeven in tabel A.

De freatische grondwaterspiegel bevindt zich op circa 3 m-mv. De stromingsrichting van het grondwater in het eerste watervoerende pakket is globaal west/noord-westelijk gericht. De stromingsrichting van het freatische grondwater is vermoedelijk eveneens west-noordwestelijk gericht. Voorgenoemde geohydrologische gegevens zijn ontleend aan de grondwaterkaart van Nederland [6].

(11)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 2.7 Algehele bodemkwaliteit

De gemeente Deurne maakt gebruik van een goedgekeurde bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan waarin diffuus verhoogde achtergrondgehalten aan verontreiniging zijn vastgelegd. Hierin is vastgelegd dat de bodemkwaliteit gemiddeld genomen voldoet aan de klasse wonen. De gemeente Deurne maakt gebruik van een goedgekeurde bodemfunctieklassenkaart. Hierin heeft de locatie de functie wonen toegekend gekregen.

2.8 Conclusie vooronderzoek

Het vooronderzoek heeft zich gericht zich op de onderzoekslocatie en de direct aanliggende percelen vanaf de grens van het onderzoeksgebied tot aan 25 meter buiten het onderzoeksgebied.

Vooralsnog wordt derhalve uitgegaan van een niet verdachte locatie. Onderzoek zal derhalve uitgevoerd worden volgens de strategie ONV uit NEN 5740. Wel zal aanvullend onderzoek nabij de perceelsgrens plaatsvinden. In bijlage 3 is een tekening van de geografische afbakening van de onderzoekslocatie voor het bodemonderzoek opgenomen.

(12)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 3 OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK

3.1 Opzet bodemonderzoek

Langs de perceelsgrens met nummer 40 worden zes boringen geplaatst tot 100 cm-mv, de bodem wordt hier bemonsterd in lagen van maximaal 30 cm dik. In het veld zal direct het gehalte aan zware metalen worden bepaald met behulp van een XRF-meter (door middel van een röntgen-meetapparaat wordt in een halve minuut bepaald hoeveel metalen aanwezig zijn). Indien een verontreiniging wordt aangetroffen dan zal deze met behulp van XRF verder in kaart worden gebracht.

Op het te onderzoeken onverdachte terrein worden zes grondboringen geplaatst, waarvan 4 stuks tot 0,5 m-mv en één boring tot 2 m-mv. Tevens wordt één geplaatst tot circa 150 cm onder de actuele grondwaterstand en afgewerkt met een peilbuis om het grondwater te onderzoeken. Van elke 50 cm bodemlaag of van iedere bodemlaag afzonderlijk worden representatieve monsters genomen. Per boring wordt de samenstelling van de bodem vastgelegd.

Van elke 50 cm bodemlaag of van iedere bodemlaag afzonderlijk worden tot de freatische

grondwaterspiegel representatieve monsters genomen. De boringen worden gelijkmatig over de te onderzoeken locatie verdeeld volgens een systematisch patroon. In bijlage 3 is een situatieschets opgenomen waarin de plaatsen van de boringen en de peilbuizen zijn aangegeven.

3.2 Analysepakketten

De toegepaste NEN-pakketten bestaan uit:

Grond: standaardpakket grond:

Droge stof, Metalen (Ba,Cd,Co,Cu,Hg,Mo,Ni,Pb,Zn), Minerale Olie (GC) (C10 - C40), PAK (10 VROM), PCB (7)

Grondwater: standaardpakket grondwater:

Metalen (Ba,Cd,Co,Cu,Hg,Mo,Ni,Pb,Zn), Minerale olie (GC), Aromaten (BTEXN), Styreen, VOCl (11), Vinylchloride, 1,1 Dichlooretheen, 1,1-Dichloorpropaan, 1,2-Dichloorpropaan, 1,3-Dichloorpropaan, Bromoform

Ter bepaling van de achtergrond- en interventiewaarden wordt één representatief grondmengmonster onderzocht op het gehalte aan lutum en organisch stof.

(13)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 3.3 Uitvoering bodemonderzoek

De veldwerkzaamheden worden uitgevoerd volgens de NEN-normen en de protocollen van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodemonderzoek [4]. De activiteiten bestaan uit:

1. het verrichten van de boringen en

2. het bepalen van het gehalte aan zware metalen met behulp van een XRF-meter.

3. het plaatsen van de peilbuis;

4. het bemonsteren van de grond en het (in afwijking van protocol 2002 direct na plaatsing) bemonsteren van het grondwater;

5. visueel en organoleptisch onderzoek van de monsters.

De grondboringen worden voor zover mogelijk met handkracht uitgevoerd waarbij gebruik wordt gemaakt van een ongelakte Edelmanboor met een diameters van 6 tot 12 cm. Er wordt voor zover mogelijk geen werkwater gebruikt. Na elke boring wordt het boormateriaal met leidingwater schoongemaakt.

Voor het plaatsen van de peilbuis wordt geboord tot circa 1,5 meter beneden de freatische grondwaterspiegel. Het materiaal van de buis is slagvast P.V.C.. Het geperforeerde gedeelte wordt omgeven door een gewassen, paraffinevrije filterkous en gegloeid en gezeefd filtergrind. Het niet- geperforeerde gedeelte wordt met de oorspronkelijke grond omstort. Het boorgat wordt afgedicht met een laag zwelklei van ca. 30 cm.

De chemische analyses van de grond- en grondwatermonsters worden uitgevoerd door een AS3000 geaccrediteerd laboratorium. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de voorbehandelings-, opwerkings-, en analysemethoden zoals beschreven in de NEN-normen en de protocollen van de Vereniging

Kwaliteitsborging Bodemonderzoek [4].

(14)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 4 WIJZE VAN BEOORDELEN EN INTERPRETATIE

Bij de beoordeling en interpretatie van de resultaten is gebruik gemaakt van de circulaire bodemsanering 2013. Deze circulaire definieert streefwaarden, achtergrondwaarden, interventiewaarden en tussenwaarden voor de beoordeling van de concentratieniveaus van diverse verontreinigingen in grond en grondwater.

In onderstaand overzicht worden deze toegelicht:

- de Achtergrondwaarde (grond) of Streefwaarde (grondwater) geeft het niveau aan waarbij, volgens de huidige inzichten, sprake is van een duurzame bodemkwaliteit. In geval er curatief gehandeld moet worden, geeft deze waarde het niveau aan dat bereikt moet worden om de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, dier of plant heeft, volledig te herstellen;

- de interventiewaarde (I) geeft het niveau aan waarbij de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, dier en plant, ernstig zijn verminderd of dreigen te worden verminderd. Bij gehalten boven deze waarde is normaliter sprake van een ernstige verontreiniging en zal moeten worden bekeken of sanering urgent is;

- de tussenwaarde (T = [S + I] / 2) bevindt zich op de helft tussen de streef- en interventiewaarde.

Boven deze waarde is in ieder geval, en onder deze waarde afhankelijk van bepaalde factoren zoals bodemtype, een nader onderzoek gewenst.

Deze waarden zijn afhankelijk van de grondsoort. Op basis van het lutum en het organische stofgehalte van de onderzochte grond, wordt een correctie uitgevoerd op de waarden zoals die voor een standaardbodem (lutum= 25% en humus= 10%) zijn vastgesteld.

Om de mate van verontreiniging weer te geven wordt in dit rapport de onderstaande terminologie gebruikt:

- niet verontreinigd concentratie lager dan of gelijk aan de achtergrondwaarde;

- licht verontreinigd concentratie hoger dan de achtergrondwaarde, maar lager dan of gelijk aan de tussenwaarde;

- matig verontreinigd concentratie hoger dan de tussenwaarde, maar lager dan of gelijk aan de interventiewaarde;

- sterk verontreinigd concentratie hoger dan de interventiewaarde.

Specifiek voor verontreinigingen met zware metalen ten gevolge van zinkassen in projectgebied de Kempen zijn in de regeling uniforme saneringen terugsaneerwaarden vastgesteld voor wonen met moestuin (ABdK-M) en wonen met siertuin (ABdK-S). Deze normen zijn verruimd ten opzichte van de algemene

terugsaneerwaarden zoals deze eerder in de bodemgebruikswaarden waren vastgelegd en die sinds 1 oktober 2008 zijn vervangen door de achtergrondwaarden (AW), maximale waarden voor wonen (MWW) en maximale waarden voor industrie (MWI) uit het besluit bodemkwaliteit.

(15)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen

(16)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 5 RESULTATEN

5.1 Veldwerk grond

De grondmonsters zijn op 20 juli 2015 onafhankelijk van de opdrachtgever genomen door P. Heesakkers (erkend monsternemer VKB 2001). Voor een beschrijving van de opgeboorde grond ter plaatse wordt verwezen naar de boorstaten (bijlage 4). Bij geen van de monsters is een verdachte en/ of afwijkende geur waargenomen. In de bovengrond zijn geen substantiële bijmengingen met bodemvreemde materialen aangetroffen. Het dan van de garage bestaat uit asbestverdachte golfplaat. Zintuiglijk zijn geen

bijmengingen met asbest aangetroffen in of op de bodem, er is echter geen onderzoek conform NEN5707 uitgevoerd.

5.2 Aanpassing onderzoeksopzet

Op basis van de XRF-metingen zijn een aantal aanvullende boringen geplaatst waarbij het gehalte aan zware metalen is bepaald. Op basis van deze resultaten is besloten een additioneel mengmonster van de bovengrond te laten onderzoeken op de componenten uit het standaardpakket in plaats van een

mengmonster van de verder onverdachte ondergrond.

5.3 Veldwerk grondwater

De peilbuis is op 20 juli 2015 geplaatst en voorgepompt. Bij het plaatsen is geen werkwater gebruikt.

Het grondwater is, in afwijking van protocol 2002 in verband met geboden spoed, op 20 juli 2015 enkele uren na plaatsing bemonsterd door P. Heesakkers (erkend monsternemer VKB 2002). De in het veld bepaalde gegevens met betrekking tot het grondwater staan vermeld in het volgende overzicht:

Peilbuis nr.

Filterstelling (m-mv)

Datum Gw-stand

(m-mv)

pH Ec

(µS/cm)

Troebelheid (FTU)

Opmerkingen

101 3.75-4.75 20-07-2015 3,10 6,52 166 17,31 geen

Wanneer een watermonster troebel is (> 10 FTU), dus losgespoelde gronddeeltjes bevat, is er een kans dat er gronddeeltjes worden geanalyseerd in plaats van het grondwater. (An)organische stoffen (die zich hebben gehecht aan de gronddeeltjes) kunnen daardoor de analyseresultaten beïnvloeden.

5.4 Analyseresultaten

De resultaten van de analyses van de grondmengmonsters en het grondwatermonster zijn weergegeven in de tabellen. Tevens zijn de analyserapporten opgenomen in bijlage 5. Van alle bodemlagen is tevens het gehalte aan zware metalen bepaald met behulp van een XRF-meter, een overzicht van de metingen en de toetsing aan de normen uit de circulaire bodemsanering, de regeling uniforme saneringen en het besluit bodemkwaliteit is eveneens bij de tabellen gevoegd.

5.4.1 Grondmengmonsters

De boringen 103 t/m 108 zijn langs de noordelijke perceelsgrens geplaatst, hierbij zijn op basis van de XRF-metingen overwegend lichte verontreinigingen aangetroffen met zink en lood, bij boring 111 werd de tussenwaarde voor zink overschreden. Op basis hiervan zijn aanvullend de boringen 113 t/m 120 geplaatst en onderzocht met behulp van de XRF-meter.

(17)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen Hierbij zijn bij boringen 113, 114 en 118 eveneens overschrijdingen van de tussenwaarde aangetroffen, bij de overige boringen ligt de concentratie onder de tussenwaarde.

Ter verificatie is monster 111.1 in het laboratorium afzonderlijk onderzocht op de componenten uit het standaardpakket. Hierbij is vastgesteld dat een matige verontreiniging met zink en lichte

verontreinigingen met cadmium, lood en PAK's worden aangetroffen. Een mengmonster van de

bovengrond van boringen 103 t/m 108, langs de noordelijke perceelsgrens, is onderzocht en blijkt zoals op basis van de XRF-metingen werd verwacht, licht verontreinigd met zink, lood en cadmium. Ook in het mengmonster van de bovengrond van de overige boringen zijn lichte verontreinigingen met lood en cadmium aangetroffen. Deze zijn mogelijk te wijten aan verwaaiing vanuit nabijgelegen verhardingen van zinkassen alhoewel dan ook een lichte verontreiniging met zink te verwachten zou zijn. In van oudsher bebouwde gebieden komen lichte verontreinigingen met zware metalen en PAK's veelvuldig voor, de verontreiniging zou mogelijk ook een andere al dan niet diffuse bron kunnen hebben.

Op basis hiervan wordt vermoed dat de verharding (bestaande uit zinkassen) die zuidelijk van de Oude Liesselseweg 40 heeft gelegen een weg/pad vormde dat achter de (huidige) woning Oude Liesselseweg 42 heeft gelegen. Op basis van de historische kaarten is bekend dat (globaal) ten zuidwesten van het perceel bijgebouwen hebben gestaan, mogelijk betrof het hier het toegangspad naar deze bijgebouwen.

De grenzen van de uitgevoerde sanering op het noordelijk perceel wijzen hier eveneens op. Boring 120 is tegen de zuidelijke perceelsgrens geplaatst, ook hier zijn lichte verontreinigingen aangetroffen waaruit kan worden geconcludeerd dat deze verharding verder naar het zuiden heeft doorgelopen.

Niet uitgesloten kan worden dat plaatselijk overschrijdingen van de interventiewaarde voor zware metalen aanwezig zijn echter is bij de tien boringen op het achterterrein geen overschrijding aangetroffen.

Ervan uitgaande dat de verontreiniging is ontstaan ten gevolge van de zinkassenverharding op het noordelijk perceel ligt het in de rede om de meetresultaten te toetsen aan de normen uit de regeling uniforme saneringen (ABdK) zoals die in de regio worden gehanteerd. Hieruit blijkt dat de norm voor wonen met moestuin niet wordt overschreden. Op basis hiervan is er geen aanleiding tot het instellen van een nader onderzoek of het treffen van sanerende maatregelen. De lichte verontreiniging met PAK's bij boring 111 overschrijdt weliswaar de reguliere norm voor wonen maar de mate van overschrijding is zeer beperkt.

Wanneer vrijkomende grond elders wordt toegepast dan dient de kwaliteit getoetst te worden aan de reguliere normen uit de regeling bodemkwaliteit. Hieruit volgt dat overwegend sprake zal zijn van grond in de klasse industrie. Aan hergebruik op een andere locatie zullen wel kosten verbonden zijn.

5.4.2 Grondwatermonsters

Uit de toetsing van de analyseresultaten blijkt dat het grondwater niet verontreinigd is met één van de componenten waarop is onderzocht. Bij het plaatsen van de peilbuis is geen gebruik gemaakt van werkwater. Alhoewel de peilbuis direct na plaatsing bemonsterd is, in afwijking van protocol 2002, is het niet de verwachting dat bij een nieuwe bemonstering met de inachtname van de wachttijd van één week substantieel andere resultaten zouden worden aangetroffen.

(18)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Het onderzoek heeft betrekking op het terrein gelegen aan de Oude Liesselseweg 42 te Deurne.

Het doel van een verkennend bodemonderzoek is door een relatief geringe inspanning een inzicht te verkrijgen van de bodemgesteldheid. Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

1. De grond uit de bovenlaag (0-0,5 m-mv) is licht tot matig verontreinigd met zink en andere zware metalen en plaatselijk licht verontreinigd met PAK's. Oorzaak voor de lichte verontreinigingen is een zinkassenverharding die in het verleden op het noordelijk perceel heeft gelegen.

2. De grond uit de onverdachte onderlaag (0,5-2 m-mv) is niet analytisch onderzocht, op basis van het geheel aan onderzoeksresultaten wordt hier geen substantiële verontreiniging verwacht.

3. Het grondwater is niet verontreinigd met één van de componenten waarop is onderzocht.

4. De hypothese onverdachte locatie dient voor de bovengrond te worden verworpen.

Naar aanleiding van bovenstaande conclusies merken wij het volgende op:

1. Niet uitgesloten kan worden dat plaatselijk overschrijdingen van de interventiewaarde voor zware metalen aanwezig zijn echter is bij de tien boringen op het achterterrein geen overschrijding aangetroffen.

2. Op een aantal plaatsen zijn lichte verontreinigingen met zware metalen aangetroffen ten gevolge van een zinkassenverharding die op het noordelijk gelegen perceel heeft gelegen echter liggen de concentraties onder de maximale waarde voor wonen met moestuin zoals deze in de regio worden gehanteerd.

3. Indien, bijvoorbeeld bij bouwactiviteiten, grond vrijkomt die op een andere locatie zal worden hergebruikt dan zal vermoedelijk sprake zijn van grond in de klasse industrie. Hergebruik op een andere locatie zal wel kosten met zich meebrengen.

4. Bij het plaatsen van de peilbuis is geen gebruik gemaakt van werkwater. Alhoewel de peilbuis direct na plaatsing bemonsterd is, in afwijking van protocol 2002, is het niet de verwachting dat bij een nieuwe bemonstering met de in acht name van de wachttijd van één week substantieel andere resultaten zouden worden aangetroffen.

5. Formeel gezien vormt de aanwezigheid van asbesthoudende bebouwing (buiten-toepassing) aanleiding tot het instellen van een onderzoek naar asbest conform NEN 5707, echter zijn in de bodem geen substantiële bijmengingen met bodemvreemde materialen aangetroffen.

6. Ons inziens behoeven er, op basis van de onderzoeksresultaten, vanuit bodemhygiënisch oogpunt en met inachtname van bovenstaande geen restricties gesteld te worden aan aan- of verkoop van of toekomstige bouwactiviteiten op de onderzochte locatie;

(19)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen TABELLEN

Archimil BV voert zijn bodemonderzoeken zorgvuldig en volgens de geldende normen uit. Elk

bodemonderzoek is echter gebaseerd op een beperkt aantal grondboringen: ten opzichte van het totale bodemvolume is slechts een klein deel (chemisch) onderzocht. Het is dus mogelijk dat plaatselijk afwijkingen in de bodem voorkomen, of dat zich verontreinigende stoffen in de bodem bevinden die niet met dit onderzoek naar voren zijn gekomen.

Een bodemonderzoek is een momentopname en heeft een beperkte geldigheid: na monstername kan immers een nieuwe verontreiniging geïntroduceerd zijn, terwijl een mobiele verontreiniging zich misschien verplaatst.

Archimil BV acht zich dan ook niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade of gevolgen van welke aard dan ook.

(20)

circulaire bodemsanering BBK ABdK (RUS)

monster traject Zink (Zn) Lood (Pb) Koper (Cu) Arseen (As) Zink (Zn) Lood (Pb) Koper (Cu) Arseen (As) Zink (Zn) Lood (Pb) Koper (Cu) Arseen (As)

101,1 4-25 17,75 6,31 < LOD < LOD 17,75 6,31 < LOD < LOD 17,75 6,31 < LOD < LOD

101,2 25-35 27,88 16,15 < LOD < LOD 27,88 16,15 < LOD < LOD 27,88 16,15 < LOD < LOD

101,3 35-85 14,89 < LOD < LOD < LOD 14,89 < LOD < LOD < LOD 14,89 < LOD < LOD < LOD 101,4 85-135 13,15 < LOD < LOD < LOD 13,15 < LOD < LOD < LOD 13,15 < LOD < LOD < LOD

101,5 135-185 22,1 9,08 < LOD < LOD 22,1 9,08 < LOD < LOD 22,1 9,08 < LOD < LOD

101,6 185-210 11,83 7,98 < LOD < LOD 11,83 7,98 < LOD < LOD 11,83 7,98 < LOD < LOD

101,7 290-340 18,34 7,2 < LOD < LOD 18,34 7,2 < LOD < LOD 18,34 7,2 < LOD < LOD

102,1 5-14 < LOD 8,14 < LOD < LOD < LOD 8,14 < LOD < LOD < LOD 8,14 < LOD < LOD

102,2 14-65 64,93 62,88 17,48 < LOD 64,93 62,88 17,48 < LOD 64,93 62,88 17,48 < LOD

102,3 65-115 23,37 7,88 < LOD < LOD 23,37 7,88 < LOD < LOD 23,37 7,88 < LOD < LOD

102,4 115-150 10,67 < LOD < LOD < LOD 10,67 < LOD < LOD < LOD 10,67 < LOD < LOD < LOD 102,5 150-200 12,52 < LOD < LOD < LOD 12,52 < LOD < LOD < LOD 12,52 < LOD < LOD < LOD

103,1 0-30 72,96 107,39 23,25 < LOD 72,96 107,39 23,25 < LOD 72,96 107,39 23,25 < LOD

103,2 30-60 106,13 123,35 16,49 < LOD 106,13 123,35 16,49 < LOD 106,13 123,35 16,49 < LOD

103,3 60-90 38,53 9,55 16,04 < LOD 38,53 9,55 16,04 < LOD 38,53 9,55 16,04 < LOD

104,1 0-30 58,67 102,54 37,14 < LOD 58,67 102,54 37,14 < LOD 58,67 102,54 37,14 < LOD

104,2 30-60 84,48 97,39 < LOD < LOD 84,48 97,39 < LOD < LOD 84,48 97,39 < LOD < LOD

104,2 30-60 84,48 97,39 < LOD < LOD 84,48 97,39 < LOD < LOD 84,48 97,39 < LOD < LOD

104,3 60-90 26,24 12,3 < LOD < LOD 26,24 12,3 < LOD < LOD 26,24 12,3 < LOD < LOD

105,1 0-30 61,55 95,53 23,04 < LOD 61,55 95,53 23,04 < LOD 61,55 95,53 23,04 < LOD

105,2 30-60 179,26 89,11 37,17 < LOD 179,26 89,11 37,17 < LOD 179,26 89,11 37,17 < LOD

105,3 60-90 20,23 10,62 < LOD < LOD 20,23 10,62 < LOD < LOD 20,23 10,62 < LOD < LOD

106,1 0-30 77,63 97,6 27,36 < LOD 77,63 97,6 27,36 < LOD 77,63 97,6 27,36 < LOD

106,2 30-60 184,23 90,93 26,06 < LOD 184,23 90,93 26,06 < LOD 184,23 90,93 26,06 < LOD

106,3 60-90 85,89 12,99 16,54 6,72 85,89 12,99 16,54 6,72 85,89 12,99 16,54 6,72

107,1 0-30 129,62 56,04 20,66 < LOD 129,62 56,04 20,66 < LOD 129,62 56,04 20,66 < LOD

107,2 30-60 210,92 18,72 < LOD < LOD 210,92 18,72 < LOD < LOD 210,92 18,72 < LOD < LOD

107,3 60-90 79,81 24,17 16,09 < LOD 79,81 24,17 16,09 < LOD 79,81 24,17 16,09 < LOD

108,1 0-30 188,84 93,04 39,62 < LOD 188,84 93,04 39,62 < LOD 188,84 93,04 39,62 < LOD

108,2 30-60 108,92 49,55 24,6 < LOD 108,92 49,55 24,6 < LOD 108,92 49,55 24,6 < LOD

108,3 60-90 59,48 18,18 < LOD < LOD 59,48 18,18 < LOD < LOD 59,48 18,18 < LOD < LOD

109,1 0-50 62,09 57,44 15,71 < LOD 62,09 57,44 15,71 < LOD 62,09 57,44 15,71 < LOD

110,1 4-55 94,25 84,33 < LOD < LOD 94,25 84,33 < LOD < LOD 94,25 84,33 < LOD < LOD

111,1 0-50 267,36 73,14 < LOD < LOD 267,36 73,14 < LOD < LOD 267,36 73,14 < LOD < LOD

111.1d 0-50 237,24 66,92 24,48 < LOD 237,24 66,92 24,48 < LOD 237,24 66,92 24,48 < LOD

111,2 50-90 117,07 47,6 17,15 < LOD 117,07 47,6 17,15 < LOD 117,07 47,6 17,15 < LOD

112,1 4-55 90,07 65,18 19,61 < LOD 90,07 65,18 19,61 < LOD 90,07 65,18 19,61 < LOD

113,1 0-50 237,03 75,91 33,93 < LOD 237,03 75,91 33,93 < LOD 237,03 75,91 33,93 < LOD

113,2 50-90 183,16 71,05 31,62 < LOD 183,16 71,05 31,62 < LOD 183,16 71,05 31,62 < LOD

114,1 0-50 250 69,41 37,76 < LOD 250 69,41 37,76 < LOD 250 69,41 37,76 < LOD

114,2 50-90 65,33 20,37 15,01 < LOD 65,33 20,37 15,01 < LOD 65,33 20,37 15,01 < LOD

115,1 0-50 194,41 148,85 < LOD < LOD 194,41 148,85 < LOD < LOD 194,41 148,85 < LOD < LOD

114,2 50-90 65,33 20,37 15,01 < LOD 65,33 20,37 15,01 < LOD 65,33 20,37 15,01 < LOD

115,1 0-50 194,41 148,85 < LOD < LOD 194,41 148,85 < LOD < LOD 194,41 148,85 < LOD < LOD

115,2 50-100 153,17 67,5 33 < LOD 153,17 67,5 33 < LOD 153,17 67,5 33 < LOD

116,1 0-50 101,18 46,47 17,72 < LOD 101,18 46,47 17,72 < LOD 101,18 46,47 17,72 < LOD

116,2 50-85 46,81 20,68 < LOD < LOD 46,81 20,68 < LOD < LOD 46,81 20,68 < LOD < LOD

117,1 0-50 208,52 96,42 27,86 < LOD 208,52 96,42 27,86 < LOD 208,52 96,42 27,86 < LOD

117,2 50-85 133,85 50,19 27,29 < LOD 133,85 50,19 27,29 < LOD 133,85 50,19 27,29 < LOD

118,1 0-50 226,61 74,95 49,44 < LOD 226,61 74,95 49,44 < LOD 226,61 74,95 49,44 < LOD

118,2 50-100 149,77 53,75 28,59 < LOD 149,77 53,75 28,59 < LOD 149,77 53,75 28,59 < LOD

119,1 0-50 165,4 63,74 25 < LOD 165,4 63,74 25 < LOD 165,4 63,74 25 < LOD

119,2 50-100 72,35 40,86 23,67 < LOD 72,35 40,86 23,67 < LOD 72,35 40,86 23,67 < LOD

120,1 0-50 221,7 65,36 30,85 < LOD 221,7 65,36 30,85 < LOD 221,7 65,36 30,85 < LOD

120,2 50-100 203,73 81,02 30,33 < LOD 203,73 81,02 30,33 < LOD 203,73 81,02 30,33 < LOD

120.2d 50-100 206,55 98,31 32,84 < LOD 206,55 98,31 32,84 < LOD 206,55 98,31 32,84 < LOD

Zink (Zn) Lood (Pb) Koper (Cu) Arseen (As) Zink (Zn) Lood (Pb) Koper (Cu) Arseen (As) Zink (Zn) Lood (Pb) Koper (Cu) Arseen (As)

AW 72 36 24 13 AW 72 36 24 13 AW 72 36 24 13

T 222 207 69 32 MW-Wonen 103 150 32 18 ABdK-M 372 150 113 37

I 372 379 113 51 MW-Industrie 372 379 113 51 ABdK-S 372 197 113 37

Emissie-TW 222 220 67 28

AW : Achtergrondwaarde AW : Achtergrondwaarde AW : Achtergrondwaarde

T : Tussenwaarde MWW : Maximale Waarde Wonen (regulier) ABdK-M : Maximale Waarde wonen met Moestuin (ABdK) I : Interventiewaarde MWI : Maximale Waarde Industrie (regulier) ABdK-S : Maximale Waarde wonen met Siertuin (ABdK)

46,81 concentratie < AW 46,81 concentratie < AW 46,81 concentratie < AW

133,85 AW < concentratie < T 133,85 AW < concentratie < MWW 133,85 AW < concentratie < ABdK-M 226,61 T < concentratie < I 226,61 MWW < concentratie < MWI 226,61 ABdK-M < concentratie < ABdK-S

450 concentratie > I 450 concentratie > MWI 450 concentratie > ABdK-S

(21)

Datum monstername 20-07-2015 Monsternemer

Certificaatnummer 2015081350

Startdatum 20-07-2015

Rapportagedatum 22-07-2015

Analyse Eenheid 1 GSSD Oordeel RG AW T I

Bodemtype correctie

Organische stof 6,7

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) 4,1

Voorbehandeling

Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd

Bodemkundige analyses

Droge stof % (m/m) 92,6

Organische stof % (m/m) ds 6,7 6,700

Gloeirest % (m/m) ds 93

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds 4,1 4,100

Metalen

Barium (Ba) mg/kg ds 120 368,3 20 190 555 920

Cadmium (Cd) mg/kg ds 0,96 1,323 * 0,2 0,6 6,8 13

Kobalt (Co) mg/kg ds <3,0 6,004 - 3 15 103 190

Koper (Cu) mg/kg ds 21 35,20 - 5 40 115 190

Kwik (Hg) mg/kg ds 0,1 0,1340 - 0,05 0,15 18,1 36

Molybdeen (Mo) mg/kg ds <1,5 1,050 - 1,5 1,5 95,8 190

Nikkel (Ni) mg/kg ds 4,1 10,18 - 4 35 67,5 100

Lood (Pb) mg/kg ds 110 153,8 * 10 50 290 530

Zink (Zn) mg/kg ds 250 483,8 ** 20 140 430 720

Minerale olie

Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3,0

Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5,0

Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds 5,6

Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds 21

Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds 15

Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0

Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds 48 71,64 - 35 190 2600 5000

Chromatogram olie (GC) Zie bijl.

Polychloorbifenylen, PCB

PCB 28 mg/kg ds <0,0010 0,0010

PCB 52 mg/kg ds <0,0010 0,0010

PCB 101 mg/kg ds <0,0010 0,0010

PCB 118 mg/kg ds <0,0010 0,0010

PCB 138 mg/kg ds 0,0015 0,0022

PCB 153 mg/kg ds 0,0015 0,0022

PCB 180 mg/kg ds 0,0012 0,0017

PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds 0,007 0,0104 - 0,007 0,02 0,51 1

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK

Naftaleen mg/kg ds <0,050 0,0350

Fenanthreen mg/kg ds 0,75 0,75

Anthraceen mg/kg ds 0,32 0,3200

Fluorantheen mg/kg ds 1,9 1,900

Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 1 1

Chryseen mg/kg ds 1 1

Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,47 0,4700

Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,91 0,9100

Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds 0,62 0,6200

Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds 0,72 0,7200

PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds 7,8 7,725 * 0,35 1,5 20,8 40

Legenda

Nr. Monster Analytico-nr

1 bg achterterrein (0-50) 8657379 111,1

Verklaring van de gebruikte tekens:

niet getoetst

kleiner dan of gelijk aan achtergrondwaarde -

groter dan achtergrondwaarde *

groter dan tussenwaarde **

groter dan interventiewaarde ***

GSSD = Gehalte gestandaardiseerd naar standaardbodem

Deze toetsing is uitgevoerd met behulp van BoToVa.

Zie voor info: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/

Eurofins Analytico B.V. is niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.

Mocht u een probleem in deze toetsing signaleren, dan verzoeken wij u vriendelijk dit door te geven aan pais.helpdesk@eurofins.com

(22)

Datum monstername 20-07-2015 Monsternemer

Certificaatnummer 2015081350

Startdatum 20-07-2015

Rapportagedatum 22-07-2015

Analyse Eenheid 2 GSSD Oordeel RG AW T I

Bodemtype correctie

Organische stof 6,7

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) 4,1

Voorbehandeling

Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd

Bodemkundige analyses

Droge stof % (m/m) 89,5

Metalen

Cadmium (Cd) mg/kg ds 0,72 0,9926 * 0,2 0,6 6,8 13

Koper (Cu) mg/kg ds 21 35,20 - 5 40 115 190

Lood (Pb) mg/kg ds 80 111,8 * 10 50 290 530

Zink (Zn) mg/kg ds 96 185,8 * 20 140 430 720

Arseen (As) mg/kg ds <4,0 4,203 - 4 20 48 76

Legenda

Nr. Monster Analytico-nr

2 bg perceelsgrens (0-30) 8657380 103,1-108,1

Verklaring van de gebruikte tekens:

niet getoetst

kleiner dan of gelijk aan achtergrondwaarde -

groter dan achtergrondwaarde *

groter dan tussenwaarde **

groter dan interventiewaarde ***

GSSD = Gehalte gestandaardiseerd naar standaardbodem

Deze toetsing is uitgevoerd met behulp van BoToVa.

Zie voor info: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/

Eurofins Analytico B.V. is niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.

Mocht u een probleem in deze toetsing signaleren, dan verzoeken wij u vriendelijk dit door te geven aan pais.helpdesk@eurofins.com

(23)

Datum monstername 20-07-2015 Monsternemer

Certificaatnummer 2015081350

Startdatum 20-07-2015

Rapportagedatum 22-07-2015

Analyse Eenheid 3 GSSD Oordeel RG AW T I

Bodemtype correctie

Organische stof 4

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) 4

Voorbehandeling

Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd

Bodemkundige analyses

Droge stof % (m/m) 87,2

Organische stof % (m/m) ds 4 4

Gloeirest % (m/m) ds 95,8

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds 4 4

Metalen

Barium (Ba) mg/kg ds 110 341 20 190 555 920

Cadmium (Cd) mg/kg ds 0,43 0,6593 * 0,2 0,6 6,8 13

Kobalt (Co) mg/kg ds <3,0 6,058 - 3 15 103 190

Koper (Cu) mg/kg ds 10 18,18 - 5 40 115 190

Kwik (Hg) mg/kg ds 0,073 0,1000 - 0,05 0,15 18,1 36

Molybdeen (Mo) mg/kg ds <1,5 1,050 - 1,5 1,5 95,8 190

Nikkel (Ni) mg/kg ds <4,0 7 - 4 35 67,5 100

Lood (Pb) mg/kg ds 37 54,22 * 10 50 290 530

Zink (Zn) mg/kg ds 60 123,5 - 20 140 430 720

Minerale olie

Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3,0

Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5,0

Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <5,0

Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds <11

Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds 6,1

Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0

Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds <35 61,25 - 35 190 2600 5000

Polychloorbifenylen, PCB

PCB 28 mg/kg ds <0,0010 0,0017

PCB 52 mg/kg ds <0,0010 0,0017

PCB 101 mg/kg ds <0,0010 0,0017

PCB 118 mg/kg ds <0,0010 0,0017

PCB 138 mg/kg ds <0,0010 0,0017

PCB 153 mg/kg ds <0,0010 0,0017

PCB 180 mg/kg ds <0,0010 0,0017

PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds 0,0049 0,0122 - 0,007 0,02 0,51 1

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK

Naftaleen mg/kg ds <0,050 0,0350

Fenanthreen mg/kg ds 0,091 0,0910

Anthraceen mg/kg ds 0,058 0,0580

Fluorantheen mg/kg ds 0,22 0,2200

Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,13 0,1300

Chryseen mg/kg ds 0,18 0,1800

Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,098 0,0980

Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,12 0,1200

Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds 0,12 0,1200

Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds 0,12 0,1200

PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds 1,2 1,172 - 0,35 1,5 20,8 40

Legenda

Nr. Monster Analytico-nr

3 bg rest (0-65) 8657381 101,2+102,2+109,1+110,1+112,1

Verklaring van de gebruikte tekens:

niet getoetst

kleiner dan of gelijk aan achtergrondwaarde -

groter dan achtergrondwaarde *

groter dan tussenwaarde **

groter dan interventiewaarde ***

GSSD = Gehalte gestandaardiseerd naar standaardbodem

Deze toetsing is uitgevoerd met behulp van BoToVa.

Zie voor info: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/

Eurofins Analytico B.V. is niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.

Mocht u een probleem in deze toetsing signaleren, dan verzoeken wij u vriendelijk dit door te geven aan pais.helpdesk@eurofins.com

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid

IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR.

is ISO 14001: 2015 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid

Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Tel.. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Tel.. Marc van Gelder Dr.

De onderzoekslocatie zal worden onderzocht conform NEN 5740 ‘Bodem – Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek – Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en

Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Eurofins Omegam volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het

AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER KVK

Bij het door de gemeente verrichten van de in lid 2 bedoelde werkzaamheden dient de rechthebbende of gebruiker, voordat met de werkzaamheden wordt gestart, tevoren