• No results found

SAMEN STERK! Wmo Beleid 2012 tot en met 2014

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "SAMEN STERK! Wmo Beleid 2012 tot en met 2014"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

SAMEN STERK!

Wmo Beleid

2012 tot en met 2014

(2)

Colofon

Datum : april 2012

Uitgever : gemeente Schouwen-Duiveland

Teksten : afdelingen Samenleving, Werk, Inkomen en Zorg en Recreatie, Economie en Bijzondere Wetten

Foto’s : met dank aan De Inwonerskrant Thuis in Maltadag,Huibert van den Bos O&U orkest, Ester van Haut

Zeeuwland café, Pieter van der Laan Creatafel, Ben Willemsen

GALM project Bruinisse, Pieter van der Laan

(3)

Inhoud

1. Voorwoord 5

2. Nieuw Wmo beleidsplan waarom en wat kunnen we ermee? 7

3. Waar hebben we mee te maken? 9

4. Onze visie op de Wmo 15

5. Wat willen we bereiken en waar zetten we

de komende 3 jaar op in 17

ACTIEF BURGERSCHAP en LEEFBAARHEID 17 ZELFREDZAAMHEID 18 VOORZIENINGEN 20

6. Uitvoering 23

Invloed op en communicatie over de Wmo 23

Financiën 24

Nieuwe taken en initiatieven 24

Evaluaties en monitoren 25

Projecten, producten, maatregelen en monitors 2012 en verder 25

(4)
(5)

Het wordt een spannende beleidsperiode. In de komende jaren draagt het huidige kabinet vanuit de AWBZ de begeleiding naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) over. Ook komt er een wet Werken naar vermogen en wordt Jeugdzorg naar de gemeente overgedragen. Al deze opgaven hebben in de kern dezelfde uitgangspunten en willen hetzelfde bereiken als de Wmo. Iedereen moet mee kunnen doen. De Wmo en deze nieuwe opdrachten gaan uit van actief burgerschap en de kracht van de lokale gemeenschap. Ook zijn dezelfde spelers betrokken. Wij pakken deze nieuwe taken daarom in samenhang op. Om de uitdagingen in de komende beleidsperiode het hoofd te kunnen bieden gaan we het wel anders doen dan we het totnutoe hebben gedaan. Dit vraagt tijd. In de komende drie jaar willen we een nieuwe weg inslaan.

Met de manier waarop we dit Wmo beleidsplan hebben opgesteld, hebben we een begin gemaakt.

Waar we eerder vooral de Wmo adviesraad bij het opstellen van beleid om advies hebben gevraagd, is nu een brede vertegenwoordiging van maatschappelijke organisaties betrokken. Denk hierbij aan vertegenwoordigers van dorpsraden, algemeen maatschappelijk werk, kerken, welzijnswerk, de woningcorporatie, zorgaanbieders en ook de Wmo adviesraad. Samen is het werkzame bestanddeel.

Samen geven we de gemeenschap van Schouwen-Duiveland vorm. Een betrokken gemeenschap waarin wij klaarstaan voor elkaar.

Voorwoord 1

(6)
(7)

In de Wmo staat dat onze gemeenteraad telkens voor een periode van ten hoogste vier jaar een plan vaststelt. Dit plan geeft richting aan de door ons en de raad te nemen beslissingen over maatschappelijke ondersteuning. In 2007 hebben wij Met elkaar en voor elkaar – beleidsplan Wet maatschappelijke

ondersteuning (Wmo) gemeente Schouwen-Duiveland 2008-2012 opgesteld en vastgesteld voor de periode 2008 tot en met 2011. Voor de periode vanaf 2012 hebben wij dit nieuwe beleidsplan opgesteld. Naast een wettelijke verplichting vinden wij nieuw beleid op dit moment ook van groot inhoudelijk belang.

Ontwikkelingen op het gebied van welzijn, zorg en wonen, gaan razend snel. Het nieuwe beleidsplan is voor ons noodzakelijk om de nieuwe ontwikkelingen in samenhang te kunnen oppakken.

In de Wet maatschappelijke ondersteuning is omschreven wat de gemeente op het gebied van

maatschappelijke ondersteuning moet doen en wat daarbij de plichten zijn. Dit beleidsplan is gebaseerd op de inhoud van de wet. Ook zijn in dit nieuwe beleidsplan de aandachtspunten uit de Evaluatie van Wmo beleid 2008-2012 verwerkt.

Het nieuwe beleid wordt voor de periode van 2012 tot en met 2014 vastgesteld, zodat we vanaf 2015 kunnen aansluiten bij de vierjaarlijkse cyclus van de gemeenteraadsverkiezingen. In 2014 evalueren we het beleidsplan en stellen we nieuw beleid op. In dit beleid kunnen we uitgaan van het nieuwe collegeakkoord en heeft de nieuwe gemeenteraad de mogelijkheid om vanaf het eerste moment haar uitgangspunten neer te leggen in nieuw Wmo beleid voor de daarop volgende jaren. Vanaf 2015 wordt het Wmo beleidsplan weer voor vier jaar vastgesteld.

Wij willen zorgvuldig afgewogen keuzen kunnen maken voor de maatschappelijke ondersteuning op Schouwen-Duiveland. Dit nieuwe beleidsplan geeft hiervoor de kaders. Om meer samenhang in beleid te realiseren is de kapstok van de 9 prestatievelden in het nieuwe beleidsplan losgelaten. Met de Strategische Visie heeft de raad de richting voor de ontwikkeling van Schouwen-Duiveland in de komende jaren vastgelegd.

De strategische visie Tij van de Toekomst voor Schouwen-Duiveland is op 3 oktober 2011 door de gemeenteraad vastgesteld als richtinggevend kader voor een duurzaam economische en sociaal evenwichtige toekomst van Schouwen-Duiveland. Als eerste is goed gekeken naar de huidige situatie;

waar staan we nu. Hiervoor zijn analyses opgesteld langs de lijn van People, Planet en Profit. Deze analyses leiden tot de kern van de opgave die het uitgangspunt vormt voor de visie. Vervolgens is de visie opgesteld en hebben we bepaald waar we naar toe willen. In onze strategie geven we aan hoe we onze doelen willen bereiken. Het uitgangspunt van onze strategie is om onze sterke kanten te versterken en onze zwakke punten te verbeteren. Het gaat er niet om wat we nog kunnen krijgen, maar om wat we bezitten. Iedere raadsperiode wordt de visie binnen een jaar na aantreding van een nieuwe raad geëvalueerd. Nu de visie definitief is, volgt in 2012 een uitvoeringsprogramma waarin de zaken zijn opgenomen waar we concreet mee aan de slag gaan. Vooruitlopend hierop is Wmo beleid voor de periode 2012-2014 opgesteld.

Bij het opstellen van het nieuwe Wmo beleid is de Strategische Visie Tij van de toekomst als uitgangspunt genomen en vertaald naar nieuw Wmo beleid voor de komende jaren. Jaarlijks stellen we een apart uitvoeringsprogramma op. Een jaarlijkse evaluatie van de uitvoering vinden wij van groot belang. Het instrument dat we hiervoor gaan inzetten is de programmabegroting. In onze p&c cyclus zit jaarlijks terugblikken en vooruitkijken opgenomen. Wij sluiten hier met de evaluatie, bijstelling en uitvoering van het Wmo beleid op aan.

Nieuw Wmo beleidsplan waarom

en wat kunnen we ermee? 2

(8)
(9)

Om de juiste keuzes te maken is het van belang een schets van de huidige situatie te maken. Hoe staan we er op Schouwen-Duiveland voor. Waar kunnen we op bouwen en wat moeten we versterken.

Wat zijn onze sterke kanten?

Samenwerking

Wij zijn vooruitstrevend in onze samenwerking met partners op sociaal-maatschappelijk terrein op lokaal, regionaal en provinciaal niveau.

Lokaal

In het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) werken wij met verschillende organisaties samen om ouders/

verzorgers, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals een plek te geven waar ze terecht kunnen met al hun vragen over opvoeden en opgroeien. Deze samenwerking werpt inmiddels zijn vruchten af. De doelgroep weet het CJG, vooral telefonisch en digitaal, goed te vinden.

In het project Hart van leefbaarheid dat een initiatief is van Zeeuwland, Het Welzijnshuis, Allévo, Stichting Dorpshuizen, gemeente en provincie werken we samen met inwoners aan de leefbaarheid in de kernen.

Uitgangspunt bij de samenwerking is dat de inwoners ‘aan het stuur zitten.’ Door Hart van leefbaarheid hebben de partijen ervaren dat samenwerking en verbinding van bestaande en nieuwe initiatieven veel oplevert. Door Hart van leefbaarheid hebben wij de ontwikkeling van een eilandbreed netwerk waarin wij samenwerken met inwoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers aan de leefbaarheid een grote impuls gegeven.

In de werkgroep verslavingszorg, nu het OGGZ Platform (Openbare Geestelijke GezondheidsZorg), werken maatschappelijke organisaties en dienstverleners nauw samen om problemen van de doelgroep in een vroeg stadium op te pakken.

Op sociaal-maatschappelijk vlak hebben we een overzichtelijk aantal professionele ‘spelers’. Zo is er één woningbouwvereniging en één stichting voor welzijnswerk.

Regio

Op regionaal niveau werken wij samen met de andere zes Oosterschelderegio gemeenten in het Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio (SWVO). Onze aandachtsgebieden zijn zorg, jeugd, cultuur, volwasseneducatie en Wet maatschappelijke ondersteuning (individuele voorzieningen als hulp bij het huishouden). Het SWVO neemt beleids- en uitvoeringstaken voor haar rekening. De samenwerking verhoogt de kwaliteit van beleid en uitvoering.

Provincie

In de provincie werken we samen in het College Zorg en Welzijn (CZW). De 13 wethouders Wmo en de gedeputeerde bereiden beleid voor stemmen beleid af op de terreinen van de Wmo. Het CZW heeft de Taskforce Jeugd opgericht om de oprichting van CJG’s in Zeeland te begeleiden. Nu bereidt deze taskforce de overgang van de Jeugdzorg van Rijk en provincie naar de gemeenten voor. Het CZW wordt ondersteund door het zogenaamde CZW bureau dat organisatorisch is ondergebracht bij het SWVO.

Dit bureau voert beleidstaken uit voor alle Zeeuwse gemeenten op het terrein van: Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang, project Jeugd en Alcohol, Huiselijk Geweld, Anti Discriminatie en

Mantelzorgondersteuning.

Waar hebben we mee te maken? 3

(10)

Sociaal-culturele infrastructuur

Schouwen-Duiveland heeft een actief verenigingsleven. Circa 30% van de bevolking is lid van een vereniging. Het percentage mensen van 16 jaar en ouder dat enige vorm van vrijwilligerswerk doet in Schouwen-Duiveland is 29%. In Zeeland is dit ook 29 %.

Wij hebben een uitgebreide en gevarieerde sociaal-culturele infrastructuur van onderwijsvoorzieningen, welzijns- en eerstelijns gezondheidsvoorzieningen en verenigingsleven. In vergelijking met andere gemeenten van onze grootte hebben wij op het terrein van de welzijnsvoorzieningen een gevarieerd aanbod aan sport en cultuur. Verder zijn er diverse cultuuruitingen zoals de Kunstschouw, kunstroutes, muziek monumentaal, open monumentendag en weekeinde voor de amateurkunst. Er zijn verspreid over het hele eiland 18 dorpshuizen/ multifunctionele centra.

Veilig en sociaal leefklimaat

Schouwen-Duiveland is voor Nederlandse begrippen een veilige gemeente. Uit de sociale atlas blijkt dat de (subjectieve) veiligheidsbeleving hoog scoort. Het aantal meldingen van criminaliteit (objectief ) ligt hoger dan het Zeeuws gemiddelde. Een oorzaak ligt in het feit dat wij te maken hebben met een grote toestroom van toeristen. Dit is een kwetsbare doelgroep als het gaat om criminaliteit. Op het terrein van fysieke veiligheid laat de risicokaart zien dat er slechts beperkte risico’s zijn. Op het gebied van veiligheid en het sociaal leefklimaat zijn wij gericht op participatie en samenwerking met de burger. In de dorpskernen bestaat sociale cohesie; mensen zijn nog betrokken bij hun woonomgeving en elkaar.

We voeren al jaren een actief integraal veiligheidsbeleid. Op dit punt scoren we goed in vergelijking met andere Zeeuwse gemeenten. Uit reacties van de veiligheidspartners en adviesorganen blijkt dat wij het goed doen.

Primaire gemeentelijke dienstverlening

De burger in zijn rol als “klant” waardeert de behandeling aan onze loketten en de afhandeling van zijn vraag al jaren met een hoog cijfer. Dat blijkt onder andere uit de uitkomsten van de Benchmark Publiekszaken van TNS NIPO uit 2009 en eerdere onderzoeken.

Het geringe aantal klachten en bezwaren is laag in relatie tot de vele handelingen en activiteiten waarop burgers klachten en bezwaren kunnen indienen. Ook het aantal gegronde beroepschriften is laag.

Wat kan er beter?

Aansluiten aanbod op de zorgvraag

Ons zorgaanbod sluit onvoldoende aan op de veranderende zorgvraag, terwijl inwoners het beschikbare aanbod te weinig gebruiken. We hebben op onderdelen zorgvraag en -aanbod goed in beeld. Voor een goed en betaalbaar aanbod van zorg en welzijn dat vraaggericht tot stand komt hebben we echter een integraal inzicht nodig - wat is de zorgvraag, wat hebben wij aan zorgaanbod en hoe kunnen we dit naar de toekomst toe ontwikkelen inspelend op de bevolkingsontwikkelingen. De aansluiting van zorgvraag en zorgaanbod is ook van belang voor het ontwikkelen van een toekomstbestendig voorzieningenniveau.

(11)

Veel loketten

Klanten met een zorgvraag kunnen bij verschillende ‘loketten’ terecht. Tussen deze loketten, bijv. het Wmo loket, het CJG, Algemeen Maatschappelijk Werk, Welzijnshuis en anderen vindt te weinig afstemming plaats. Ook weten we onvoldoende van elkaar wat we bij elkaar kunnen krijgen. De netwerkaanpak die in het CJG wordt gehanteerd zou veel meer gemeengoed moeten zijn.

Samenhang in beleid

Ook is een meer samenhangend beleid zeer wenselijk gezien de belangrijke taken die op ons afkomen, zoals de Wet werken naar Vermogen, de overgang van de AWBZ begeleiding en Jeugdzorg naar de Wmo.

Bovendien belemmert het ontbreken ervan ons in onze communicatie met partners en in onze reactie op plannen en ideeën van anderen.

Burgerparticipatie

De gemeente zet in de regel vroegtijdig in op het betrekken van burgers bij bijvoorbeeld het ontwikkelen van nieuw beleid. Hiervoor wordt gemeentebreed echter geen eenduidige methode gebruikt. Eenzelfde aanpak gemeentebreed zou de kwaliteit van de communicatie met onze inwoners en het imago van de gemeente ten goede komen.

Waar liggen onze kansen?

Met z’n allen kantelen

Op Schouwen-Duiveland hebben we veel voorzieningen van diverse kwaliteit. De leefbaarheid op Schouwen-Duiveland staat of valt echter niet bij zoveel mogelijk voorzieningen. Gemeenschapszin is essentieel voor de leefbaarheid in de kernen. Dit vraagt om actief burgerschap van inwoners die betrokken zijn bij elkaar en bij hun woon- en leefomgeving.

Het vraagt van de gemeente een proactieve, naar buiten gerichte houding; van aanbodgericht naar vraaggericht. We doen burgers geen aanbod, maar onderzoeken samen de vraag. Met de vrager kijken we wat zij zelf of wat hun netwerk kan doen. Aanvullend ondersteunen wij de vrager waar nodig.

Op het gebied van de zorg vindt deze ‘Kanteling’ ook plaats.

Demografische ontwikkeling

Door de verzilvering zal de zorgvraag toenemen. Niet alleen zal de vraag toenemen, maar ook veranderen.

Maatschappelijke organisaties en zorgaanbieders kunnen anticiperen op deze ontwikkelingen met een innovatief aanbod. Ook Welzijn Nieuwe Stijl speelt op deze ontwikkelingen in, waarbij welzijn als sector in het gat springt wat niet meer binnen de zorg wordt opgevangen. Welzijn wordt ingezet op het aanbieden van collectieve voorzieningen. Een verdergaande samenwerking tussen zorgaanbieders en welzijnsinstellingen is daarbij een actuele ontwikkeling.

Voor Schouwen-Duiveland als uitgestrekte landelijke gemeente is de uitdaging om een

toekomstbestendig aanbod van zorg en welzijn te realiseren dat voorziet in de behoefte, maar ook betaalbaar blijft. Mensen willen steeds langer thuis blijven wonen. Om de zorg lang thuis te kunnen aanbieden is de ontwikkeling van nieuwe innovatieve concepten, bijvoorbeeld op het gebied van ict

(12)

Samenhang en samenwerking

Op veel terreinen liggen er kansen voor samenwerking of kan een versterking van samenwerking leiden tot betere resultaten. We maken zichtbaar welke activiteiten, samenwerkingsverbanden en voorzieningen er nu al zijn en hier verbinding tussen zoeken. Wij nemen hierbij de regierol.

Nog meer dan we nu al doen, zien we de mogelijkheden groeien om met ketenpartners op de terreinen van werk, inkomen en zorg tot (strategische) samenwerking te komen. Dit komt de effectiviteit en efficiency van de dienstverlening aan werkzoekenden, werkgevers en zorgbehoevenden ten goede.

Bundeling van functies en activiteiten

Samenwerking in het gebruik van (openbare) voorzieningen kan leiden tot meervoudig ruimtegebruik en lagere kosten. Door (nog) meer in te zetten op meervoudig ruimtegebruik, samenwerkingsvoordeel te zoeken, daalt de kostprijs per functie en worden initiatieven mogelijk die daarvoor niet haalbaar waren.

Hierbij denken we aan initiatieven als de brede school en het bundelen van voorzieningen in dorpshuizen, waarbij juist het optimaliseren van het gebruik van (bestaande) voorzieningen in elkaars nabijheid leidt tot een versterking van het aanbod.

Welke bedreigingen zijn er?

Demografische ontwikkelingen

De mogelijke gevolgen van de veranderende bevolkingsopbouw (demografische ontwikkeling) zien we als belangrijkste opgave. We vergrijzen, ontgroenen, onze huishoudensamenstelling verandert en we wonen straks met aanzienlijk minder mensen op dit eiland. Dit gaan we vooral merken in de arbeidsmarkt, woningmarkt, het verenigingsleven en in de zorg.

Onze bevolking krimpt en verzilvert, de beroepsbevolking neemt af en de samenstelling van de huishoudens verandert. Schouwen-Duiveland beweegt mee met de demografische ontwikkelingen.

Meebewegen past immers bij ons. Bestrijden is niet effectief. Daarom richt onze strategie zich op een goede voorbereiding op veranderingen in de bevolkingssamenstelling. Door flexibel en dynamisch mee te bewegen, blijven we economisch gezond en sociaal veerkrachtig.

De demografische ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de vraag naar en het draagvlak voor voorzieningen. De nabijheid van voorzieningen wordt door inwoners gezien als een belangrijke katalysator voor de leefbaarheid. Uit de Sociale Staat van Zeeland blijkt dat niet de voorzieningen, maar juist de sociale cohesie hiervoor van groot belang is. Bij de instandhouding en ontwikkeling van duurzame voorzieningen moet daarom naast betaalbaarheid ook kwaliteit en bereikbaarheid een leidraad zijn.

Verdergaande individualisering

Individualisering is nog steeds de trend. Mensen zijn druk binnen hun eigen kring en hebben overvolle agenda’s. Als gevolg hiervan zijn mensen steeds minder bereid zich voor anderen in te zetten en hebben steeds minder tijd voor elkaar.

Door de individualisering loopt de belangstelling voor het vervullen van vrijwilligerswerk, zoals

bestuursfuncties in het verenigingsleven, terug. Dit geeft druk op de continuïteit van het verenigingsleven

(13)

De toenemende individualisering is ook op de mantelzorg van invloed. Mensen hebben minder tijd voor het verlenen van vrijwillige zorg aan familie en mensen in hun omgeving die ondersteuning nodig hebben.

Afname draagkracht

Onze verwachting is dat de draagkracht van een gedeelte van onze bevolking negatief beïnvloed zal worden door bijvoorbeeld de wijzigingen in de verstrekkingen PGB, de toename van het aantal senioren waarvan de pensionering leid tot een vermindering van het besteedbaar inkomen, de stijging van de woonlasten en kosten voor het levensonderhoud. Als gevolg hiervan dreigt een deel van de bevolking buiten de “samenlevingsboot” te vallen en zullen noodgedwongen een beroep moeten doen op voorzieningen zoals de Wmo. Daarbij komt dat de dreigende bezuinigingen voor specifieke groepen, zoals gehandicapten en chronisch zieken, een stapeling betekent en tot grote inkomensachteruitgang zal leiden.

Decentralisatie taken zonder voldoende financiële middelen

De rijksoverheid draagt steeds meer uitvoeringstaken en verantwoordelijkheden over aan de gemeenten.

Een goed voorbeeld hiervan is de Wmo. Deze wijzigingen in de zorg dragen op zich bij aan modernisering van en efficiency in het bestaande zorgstelsel, maar moeten wel op een passende wijze ingevoerd worden.

Een punt van zorg is dat hiervoor niet de benodigde middelen vanuit het Rijk beschikbaar worden gesteld.

Combineren werk en zorg

De arbeidsmarkt ontwikkelt zich in de komende jaren dusdanig dat vacatures steeds lastiger op te vullen zijn. Naast een sterke vergrijzing hebben we te maken met een tekort aan jongeren om het vertrek van de ouderen op te vangen. Dit zorgt voor een krapte in de zorg en het mkb. Mensen in het arbeidsproces krijgen het steeds drukker. Naast het werk wordt ook steeds meer van ze gevraagd als vrijwilliger en mantelzorger. Aandacht voor het combineren van werk en zorgtaken wordt steeds belangrijker.

(14)
(15)

De Wet maatschappelijke ondersteuning is vanaf 1 januari 2007 van kracht. Net als veel gemeenten hebben wij ons in eerste instantie vooral gericht op het op orde krijgen van de nieuwe taken.

We zijn nog niet volledig toegekomen aan het in de volle breedte benutten van de ruimte die de Wmo biedt voor maatwerk, verbinding en integraliteit. In de komende beleidsperiode willen we de werkelijke potentie van de Wmo nog meer gaan benutten.

De ontgroening en verzilvering hebben gevolgen voor gezondheidsontwikkelingen, zorgvraag en zorgaanbod, het voorzieningenniveau en de vraag naar vrijwilligerswerk en mantelzorg. De demografische ontwikkelingen vragen om een verandering van focus, namelijk van kwantiteit naar kwaliteit. De

demografische ontwikkelingen zetten ons daarmee niet alleen voor een probleem, maar dagen ons uit onze sociale infrastructuur zo in te richten en om te vormen dat we klaar zijn deze veranderingen op te vangen.

Onze inwoners moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Dit betekent dat zorg dichtbij, ook aan huis, wordt gebracht. Voor voorzieningen betekent dit dat deze niet per se om de hoek, maar wel goed bereikbaar zijn. Eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en een persoonlijk netwerk van ondersteuning worden steeds belangrijker. Voor mensen die minder zelfredzaam zijn en een te klein of geen ondersteuningsnetwerk hebben, is er een vangnet. Wij zetten in op het versterken van deze ondersteuningsnetwerken.

Wij zijn verantwoordelijk voor alle onze inwoners en vinden het belangrijk om voorbereid te zijn op uiteenlopende zorgvragen. Daarom zetten wij in op inclusief beleid, beleid voor alle inwoners met en zonder beperkingen. Wij gaan niet uit van de beperking van mensen, maar van de mogelijkheden.

Bij voorkeur ondersteunen we mensen met algemene of collectieve voorzieningen, waar nodig met maatwerk.

Wij zetten in op een toekomstbestendig aanbod van zorg en welzijn dat in de behoefte voorziet en betaalbaar is. Dit aanbod van voorzieningen voor het compenseren van mensen met beperkingen komt vraaggericht tot stand. We ontwikkelen het aanbod samen met maatschappelijke organisaties en zorgaanbieders. Deze samenwerking, die met de doorontwikkeling van de hulp bij het huishouden in gang is gezet, biedt kansen om in een vroeg stadium samen na te denken over vernieuwende concepten en de betaalbaarheid van producten, en mogelijkheden om deze te realiseren.

De richtinggevende strategische doelen uit Tij van de toekomst voor het Wmo beleid zijn:

• De leefbaarheid en sociale samenhang in de kernen is groot. Inwoners zijn actief en betrokken (leefbaarheid, vrijwilligers en mantelzorg, ondersteuning jeugd en ouders, huiselijk geweld);

• Er is een goed en betaalbaar aanbod van zorg en welzijn dat vraaggericht tot stand komt (ondersteuning jeugd en ouders, cliëntondersteuning, bevorderen participatie, individuele voorzieningen, maatschappelijke opvang, Openbare Geestelijke Gezondheidszorg en verslavingszorg);

• We hebben een kwalitatief goed en realistisch voorzieningenniveau (randvoorwaardelijk).

In het beleidsplan geven we aan wat we willen we bereiken en waar we op inzetten in de komende drie jaar. Wij hebben ervoor gezorgd dat de negen prestatievelden van de Wmo in het beleidsplan allemaal aan bod komen.

Voor de uitvoering in 2012 hebben we in 2011 een eerste vertaling gemaakt naar activiteiten in de programmabegroting 2012-2015.

Onze visie op de Wmo 4

(16)
(17)

ACTIEF BURGERSCHAP en LEEFBAARHEID

De leefbaarheid en sociale samenhang in de kernen is groot. Inwoners zijn actief en betrokken Schouwen-Duiveland in 2040

Schouwen-Duiveland is een prachtig stuk Zeeland waar het prettig wonen is. De inwoners zijn betrokken. Zij nemen verantwoordelijkheid voor zichzelf en elkaar en voor de noodzakelijke

voorzieningen in hun woon- en leefomgeving. Door betrokkenheid en actief burgerschap is invulling gegeven aan de toenemende zorgvraag door vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt. Ook

deeltijdinwoners dragen hieraan bij.

Er is een model van communicerende vaten gerealiseerd tussen professionele zorg en informele zorg.

Minder inzet van overheid en professionele zorg- en welzijnsinstellingen leidt tot evenredige toename van meer informele vormen van ondersteuning zoals vrijwilligerswerk, mantelzorg en zelfhulp. De gemeenschap heeft collectieve veerkracht.

Wat willen we bereiken?

We verbeteren de leefbaarheid in onze kernen.

In de komende 3 jaar:

• stimuleren we actief burgerschap;

• realiseren we nieuwe verbindingen tussen overheid, bedrijfsleven, onderwijs en andere maatschappelijke instellingen op het gebied van wonen, welzijn en zorg.

Dit gaan we doen door:

• het ondersteunen van sociaal maatschappelijke en culturele initiatieven van inwoners, die de leefbaarheid verbeteren en voor iedereen toegankelijk zijn;

• het ondersteunen van dorpsraden en (sport)verenigingen zodat zij een actieve rol in de leefbaarheid van hun kern kunnen spelen;

• het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers, naar hun behoefte;

• het ontwikkelen van stimuleringsinstrumenten voor actief burgerschap;

• het voortzetten van onze samenwerking en activiteiten in Hart van leefbaarheid;

• het stimuleren van bedrijven om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. We geven zelf het goede voorbeeld.

Wat willen we bereiken?

We vergroten de veiligheidsbeleving van de Schouwen-Duivelanders.

Wat willen we bereiken en waar

zetten we de komende 3 jaar op in 5

(18)

In de komende 3 jaar:

• verminderen we het aantal gevallen van jeugdoverlast, vandalisme, overige vormen van overlast en huiselijk geweld.

We gaan dit doen door:

• de gemeenteraad het Integraal Veiligheidsprogramma 2012-2016 te laten vaststellen en uit dit veiligheidsprogramma meerdere uitvoeringsprogramma’s uit te voeren:

• het voeren van regie bij de uitvoering van de maatregelen uit het Integraal Veiligheidsprogramma samen met alle relevante partners;

• gebruik te maken van de ketenaanpak van het Zeeuws Veiligheidshuis, het lokale Jeugdoverlast Preventie Overleg en het Jeugd Interventie Team;

• het terugdringen van vermogensdelicten (diefstallen en inbraken);

• het terugdringen van overlast rond ondernemingen (Keurmerk Veilig Ondernemen, Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan en het uitwerking van het Convenant Veilig uitgaan en Recreëren in de Westhoek;

• het terugdringen van (overmatig) alcoholgebruik bij jongeren en drugsgebruik en –handel in het algemeen;

• het invoeren van een project Veilige School in het voortgezet onderwijs (Pontes Pieter Zeeman);

• aandacht voor ontwikkelingen rond cybercrime. (internet en bijkomende vormen van criminaliteit, pestgedrag rond sociale media etc.)

(19)

ZELFREDZAAMHEID

Er is een goed en betaalbaar aanbod van zorg en welzijn dat vraaggericht tot stand komt Schouwen-Duiveland in 2040

Op Schouwen-Duiveland is het leefklimaat gezond. Rust, ruimte en gezonde lucht zorgen voor een permanent ‘vakantiegevoel’. Hier wonen mondige, zelfredzame burgers met een gezonde levensstijl. Ze kunnen de eigen ondersteuningsvraag goed formuleren. Waar mensen het niet meer zelf kunnen, is een vangnet gecreëerd en organiseert de zorgketen ondersteuning. De ondersteuning komt vraaggericht tot stand.

Zorg en ondersteuning zijn kleinschalig en dicht bij de mensen georganiseerd, waardoor mensen zo lang mogelijk binnen het eigen netwerk en in hun eigen omgeving kunnen blijven. Hoewel oudere mensen langer fit blijven, neemt door de toename van het aantal hoogbejaarden de vraag naar meer intensieve zorg toe. Hoe intensiever de zorg, hoe meer geconcentreerd en mogelijk verder van huis. Specialistische zorg concentreert zich in grote centra buiten het eiland om aan de minimale kwaliteitseisen te kunnen voldoen.

Vanwege de diversiteit aan kwaliteiten (natuur, rust, ruimte, frisse lucht) is Schouwen-Duiveland aantrekkelijk voor resorts voor de meer eenvoudige behandelingen, nazorg en herstel. De ontwikkeling van deze vormen van zorg en welzijn creëert werkgelegenheid, versterkt het toeristisch product (jaarrond) en levert daarmee impliciet een bijdrage aan het in stand houden of versterken van het welzijn en de zorg voor de vaste inwoners van Schouwen-Duiveland. Enerzijds omdat hierdoor het aanbod van voorzieningen wordt vergroot en in stand kan worden gehouden (meer mensen maken er immers gebruik van), anderzijds omdat hierdoor de inkomsten voor de gemeente hoger zijn en er vervolgens meer te besteden is per inwoner.

Passend bij het bevorderen van een gezonde levensstijl is er veel aandacht voor preventie en sportbeoefening. Sport heeft een belangrijke functie op maatschappelijk gebied - het versterkt de sociale cohesie en draagt bij aan een gezond leven - maar ook op economisch gebied. Als ‘vakantie- eiland’ hebben we alle ruimtelijke kwaliteiten om (op land en op / in het water) waardevol en aantrekkelijk te zijn.

1. Wat willen we bereiken?

Alle inwoners van Schouwen-Duiveland kunnen participeren in de samenleving.

In de komende 3 jaar:

• ondersteunen we de burger bij het vergroten van zijn zelfredzaamheid;

• versterken we de ketengerichte benadering in de zorg;

• beperken we de toestroom van jongeren naar de jeugdzorg;

• zorgen we voor de opvang van dak- en thuislozen;

• zetten we in op werken naar vermogen.

(20)

Dit gaan we doen door:

• het compenseren van mensen met een ondersteuningsvraag volgens de regels van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Collectief waar kan, maatwerk waar nodig;

• het ondersteunen van mensen met een beperking bij het organiseren van activiteiten die deelname van deze doelgroep aan de samenleving verbeteren;

• het aanmoedigen van mensen om zich vrijwillig in te zetten voor anderen en hun omgeving, vooral actieve senioren;

• samenwerking met ketenpartners in het Platform voor Openbare Geestelijke Gezondheidszorg om op een effectieve en efficiënte manier ondersteuningsvragen van de doelgroep aan te pakken;

• het krijgen van inzicht in de zorgvraag van de bevolking van Schouwen-Duiveland in de breedte en hoe deze zich in de toekomst ontwikkelt. Wat is de zorgvraag, wat hebben wij aan zorgaanbod en hoe kunnen we dit naar de toekomst toe ontwikkelen inspelend op de bevolkingsontwikkelingen;

• vroegtijdige signalering van problemen met als doel de ontwikkeling van zorg naar preventie en de ontwikkeling van zorg naar welzijn mogelijk te maken;

• het ondersteunen van innovatieve ICT ontwikkelingen die het mogelijk maken dat voorzieningen dicht bij de burger worden gebracht, zodat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen;

• het verkrijgen van inzicht in de mate van acceptatieschroom en vraagverlegenheid op Schouwen- Duiveland die zelfredzaamheid in de weg zitten. We ontwikkelen hiervoor een passende aanpak;

• het ontwikkelen van één loket voor alle vragen over zorg en welzijn op Schouwen-Duiveland;

• problemen bij jeugd te voorkomen, vroegtijdig te signaleren en op te lossen;

• het verder terugdringen van schooluitval;

• samen te werken met de andere Zeeuwse gemeenten om een voorziening voor maatschappelijke opvang te organiseren die in de behoefte voorziet en betaalbaar is;

• het stimuleren van een beter gebruik van het Declaratiefonds;

• het verminderen van het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening;

• het stimuleren van samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers;

• het activeren van niet-actieven door ze te stimuleren vrijwilligerswerk te doen als opstap naar betaald werk.

2. Wat willen we bereiken?

De bevolking van Schouwen-Duiveland is gezond.

In de komende 3 jaar:

We stimuleren onze inwoners een gezonde levensstijl te volgen.

Dit gaan we doen door:

• het voeren van een goed preventief gezondheidsbeleid. We zoomen daarbij in op de belangrijkste gezondheidsproblemen, zoals bovenmatig alcoholgebruik, overgewicht, roken en depressie en hebben daarbij extra aandacht voor de jeugd en groepen met een verhoogde kans op gezondheidsachterstanden;

(21)

VOORZIENINGEN

We hebben een kwalitatief goed en realistisch voorzieningenniveau Schouwen-Duiveland in 2040

Schouwen-Duiveland heeft een kwalitatief goed maatschappelijk voorzieningenniveau, dat verspreid is over het eiland. De betaalbaarheid van de voorzieningen is gewaarborgd door bundeling van functies en de gebruiksintensiteit is goed. De inwoners houden zelf sport- en culturele voorzieningen en gemeenschappelijke ontmoetingsruimten in stand.

Het aantal onderwijsvoorzieningen is afgestemd op het leerlingenaantal. Scholen van diverse signatuur werken samen om het totale aanbod in kwalitatieve zin en in diversiteit te realiseren. Er zijn arrangementen van 7.00 tot 19.00 uur gerealiseerd door kinderopvang te verbinden aan de school.

In Zierikzee zijn de eilandelijke functies aanwezig, zoals de middelbare school, sportcomplexen, een mediatheek en diverse andere culturele voorzieningen.

Verspreid over het eiland zijn in diverse kernen kwalitatief goede voorzieningen op het gebied van sport, cultuur, onderwijs en zorg en welzijn aanwezig. Deze multifunctionele voorzieningen voorzien in de lokale behoefte van de omliggende gebieden en vervullen daarmee een satellietfunctie.

Er is een effectief systeem van vervoer op maat waardoor de bereikbaarheid van het onderwijs en andere voorzieningen goed is geregeld.

1. Wat willen we bereiken?

Schouwen-Duiveland heeft een voorzieningenniveau wat in de behoefte voorziet en betaalbaar is.

In de komende 3 jaar:

• zetten wij in op het realiseren van een toekomstbestendig voorzieningenniveau.

Dit gaan we doen door:

• het opstellen van een Masterplan voorzieningen dat draagvlak heeft bij inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Uitgangspunten hierbij zijn behoefte, kwaliteit, bereikbaarheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid;

• aan de hand van de uitkomsten van het Masterplan Voorzieningen een voorstel voor een effectief systeem van vervoer op maat ontwikkelen;

• het in stand houden van een ontmoetingsplek per kern;

• het ondersteunen van inwoners bij het in stand houden van sport- en culturele voorzieningen en gemeenschappelijke ontmoetingsruimten;

• het stimuleren van samenwerking van primair onderwijs met als doel kwaliteit en huisvesting te behouden en te verbeteren;

• het in samenwerking met het onderwijsveld ontwikkelen van een visie met draagvlak voor toekomstbestendige onderwijshuisvesting;

(22)

• het combineren van functies voor kinderen op één plek, waarbij huisvesting in het dorpshuis of leegkomende ruimten in schoolgebouwen prioriteit heeft;

• de realisatie van de Campus Cultura.

2. Wat willen we bereiken?

Schouwen-Duivelanders wonen prettig naar wens en behoefte.

In de komende 3 jaar:

• voeren we een woningbouwprogramma uit dat is afgestemd op de vraag (kwalitatief en kwantitatief ).

We gaan dit doen door:

• het opstellen en uitvoeren van een beleidsplan wonen;

• herstructurering met als doel de verbetering van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

• de realisatie van nultreden (levensloopbestendige) huurwoningen;

• het ondersteunen van kleinschalige initiatieven voor zorg en wonen, zoals tijdelijke woningen voor mantelzorgondersteuning;

• het zorgen voor huisvesting naar behoefte voor (ex-)psychiatrische patiënten, ex-gedetineerden en ex-dak-en thuislozen.

(23)

Invloed op en communicatie over de Wmo

Invloed op

In de Wet maatschappelijke ondersteuning is de invloed van de inwoners en belanghebbenden bij het opstellen van Wmo beleid een voorwaarde. Wij betrekken de doelgroepen bij het opstellen van nieuw beleid en de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. Wij hebben oog voor de belangen en behoeften van inwoners die hun belangen en behoeften niet goed kenbaar kunnen maken en zorgen ervoor dat ook deze belangen en behoeften worden meegenomen. Wij hebben hiervoor een Wmo adviesraad die ons gevraagd en ongevraagd advies geeft.

Tijdens de beleidsperiode evalueren wij jaarlijks in het eerste kwartaal met de Wmo adviesraad en andere belanghebbenden de uitvoering. Aan de hand van deze resultaten geven we het uitvoeringsprogramma voor het daaropvolgende jaar vorm.

In 2014 evalueren wij in de eerste helft van dat jaar het beleid. In de tweede helft stellen we nieuw beleid op voor de daaropvolgende beleidsperiode 2015-2018.

Voordat beleid officieel door de gemeenteraad wordt vastgesteld hebben belanghebbenden de

mogelijkheid om hun zienswijzen in te dienen. B&w voegt bij het raadsvoorstel voor de gemeenteraad een verantwoording hoe de belangen en behoeften van de belanghebbenden zijn gewogen. Op deze officiële inspraakprocedure is de inspraakverordening 2003 van de gemeente van toepassing.

Communicatie over

De Wmo is geen gemakkelijk onderwerp. Wij hebben gemerkt dat onze communicatie over de Wet maatschappelijke ondersteuning en het begrip maatschappelijke ondersteuning alleen diegenen die er direct bij zijn betrokken iets zegt en interesseert.

In de komende drie jaar staat een aantal grote wijzigingen op stapel. Het gaat dit keer niet enkel om de jaarlijkse wijzigingen in tarieven en de lijst van zorgaanbieders, maar ook over een andere manier van werken. Wij willen toe naar een cultuur waar mensen met een beperking zelf participeren om een oplossing te vinden in plaats van de oplossing te zoeken in een pakket van bestaande voorzieningen die door ons worden aangereikt. Van de klant die met een zorgvraag komt, verwachten wij dat hij zelf meedenkt over de juiste oplossing. Daarbij wordt een groter beroep gedaan op de eigen mogelijkheden en die van de omgeving. Samengevat: bij het vinden van oplossingen staan regie over het eigen leven en zelfredzaamheid van de klant voorop.

Uitgangspunten voor de communicatie over de Wmo in de komende drie jaar zijn:

- onze communicatie is eenduidig, tijdig en ons taalgebruik is afgestemd op de doelgroep;

- de wijzigingen in de Wmo zijn bekend bij de verschillende doelgroepen;

- er vindt een cultuuromslag plaats waarbij burgers participeren in het oplossen van het probleem;

- waar mogelijk betrekken we maatschappelijke organisaties en intermediairs bij de communicatie over de Wmo.

Uitvoering 6

(24)

Financiën

Als we niets doen gaat de zorg steeds meer kosten. Initiatieven om meer op preventie in te zetten en de duurdere zorg te voorkomen worden steeds belangrijker. Inzetten op collectieve en algemene voorzieningen die relatief goedkoper zijn dan individuele voorzieningen is ook een manier. Met de ontmanteling van de AWBZ, de overgang van de jeugdzorg en de ontwikkeling van de Wet werk naar vermogen, gaan taken van provincie en Rijk naar de gemeenten. Dit vinden wij een goede ontwikkeling.

Met deze overdrachten van taken heeft het Rijk onder andere als doel om geld te besparen. Het is daarom een grote uitdaging om deze taken goed op te pakken.

Steeds meer taken betekent steeds meer financiële verantwoordelijkheid. Zoals het er nu naar uitziet zal met de overgang van de Jeugdzorg per 1 januari 2014 naar de gemeenten de Wmo zo’n 50% van de gemeentelijke begroting gaan uitmaken. Dit betekent dat we verantwoordelijk en zorgvuldig met onze middelen moeten omgaan.

Wij gebruiken hierbij de volgende uitgangspunten:

1. als er voor taken van Rijk en provincie financiële middelen meekomen dan oormerken wij deze in afwachting van hiervoor opgesteld beleid;

2. de bestaande budgetten voor de Wmo blijven voorlopig gehandhaafd en beschikbaar voor het bereiken van de doelstellingen van de Wmo. Takendiscussies en toekomstige bezuinigingen kunnen van invloed zijn op de samenstelling en hoogte van het Wmo budget;

3. het college mag de budgetten binnen de verschillende doelstellingen binnen eenzelfde programma besteden;

4. als er voor taken geen middelen beschikbaar zijn, dan vragen wij deze middelen via de Programmabegroting of door het indienen van aparte raadsvoorstellen.

Nieuwe taken en initiatieven

Het nieuwe Wmo beleid voor de periode 2012-2014 geeft richting aan de aanpak van sociaal

maatschappelijke ontwikkelingen en is een kapstok waaraan nieuwe ontwikkelingen, initiatieven en taken kunnen worden opgehangen. Wij creëren hiermee een samenhangend aanbod van voorzieningen dat in de behoefte van de Schouwen-Duivelanders voorziet en bovendien toekomstbestendig en betaalbaar is.

In de komende jaren krijgen wij te maken met de decentralisatie van een aantal overheidstaken. Ook komen regelmatig goede initiatieven op ons pad. Hoe kunnen we hier het beste mee omgaan?

In de Wet maatschappelijke ondersteuning is omschreven wat de gemeente op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning moet en wat daarbij de plichten zijn. De gemeente heeft bij de invulling van haar taken een grote mate van beleidsvrijheid. De compensatieplicht vullen wij volgens de wet en heel concreet in. Dit staat allemaal in onze Wmo verordening. Bij de invulling van onze taken op het gebied van de leefbaarheid of het ondersteunen van vrijwilligers nemen we onze strategische visie als leidraad en niet zozeer de wet. Voor het maken van juiste keuzen is het belangrijk om een aantal uitgangspunten te benoemen die we gebruiken bij het beoordelen en bij de aanpak van nieuwe taken en initiatieven.

(25)

Beoordeling

Steeds opnieuw moeten wij bekijken of nieuwe taken en initiatieven bijdragen aan de doelstellingen voor Schouwen-Duiveland. Dit doen we aan de hand van de volgende vraag:

Is de nieuwe taak een wettelijke taak en/of draagt de taak bij aan het realiseren van de doelstellingen uit de Strategische Visie?

Alleen taken en initiatieven en taken die een ja geven op deze vraag, worden door ons in deze

beleidsperiode opgepakt. Initiatieven die inzetten op de ontwikkeling van zorg naar preventie en van zorg naar welzijn, hebben onze voorkeur.

Aanpak

Om op een goede manier met deze nieuwe initiatieven en taken aan te pakken, gebruiken wij een aantal uitgangspunten hoe we met die nieuwe initiatieven en taken omgaan:

1. Wij onderzoeken eerst de relatie van bestaande en nieuwe taken en initiatieven. We starten niet automatisch met iets nieuws, maar onderzoeken eerst waar wij bij bestaande organisaties, ketens en structuren kunnen aansluiten.

2. Ook onderzoeken we of samenwerking lokaal, regionaal of provinciaal inhoudelijk en financieel meerwaarde kan opleveren. Afstemming op die niveaus is in ieder geval een voorwaarde.

3. Wij voeren de nieuwe taken zo effectief en efficiënt mogelijk uit, bij voorkeur binnen de beschikbare (rijks)middelen.

Evaluaties en monitoren

Het evalueren en bijstellen van beleid vinden we van belang, omdat we daarmee kunnen vasthouden wat goed gaat en verbeteren wat nodig is. Wij hanteren de plan-do-act-check cyclus. Om deze af te ronden kunnen we op veel beleidsgebieden van monitors gebruik maken. De monitors leveren informatie voor het op- en bijstellen van beleid. Hiervan hebben we totnutoe te weinig gebruik gemaakt.

Klanttevredenheid en provinciale monitors

Om de klanttevredenheid te meten in de Wmo houden we jaarlijks de zogenaamde Wmo monitor. Deze wordt door Scoop voor de 13 Zeeuwse gemeenten uitgevoerd. Om enquêtemoeheid te voorkomen wordt jaarlijks gekeken naar de te volgen werkwijze.

In de provincie Zeeland worden een groot aantal monitors uitgevoerd, waaronder de armoede monitor, veiligheidsmonitor en WOON. De monitors geven ons informatie op veel verschillende beleidsterreinen. In de provincie is er aandacht voor het afstemmen van de monitors op elkaar in tijd en qua inhoud.

Uitgangspunt voor evaluatie

Voor het evalueren van ons beleid gebruiken wij het volgende uitgangspunt:

In de uitvoering van ons beleid nemen we alleen meetbare resultaten op als er (bestaande) monitoren of meetinstrumenten zijn om ontwikkelingen te toetsen en wij de effecten van onze inzet echt kunnen meten. De resultaten uit de evaluaties en van deze monitors gebruiken wij bij het opstellen van nieuw beleid en het toetsen en bijstellen van bestaand beleid.

(26)

Projecten, producten, maatregelen en monitors 2012 en verder

Het Wmo beleid 2012-2014 borduurt voort op een groot aantal taken en projecten die van de Wmo zijn of verbinding hebben met de Wmo. Deze worden in de komende beleidsperiode uitgevoerd of in de komende periode opgesteld, vastgesteld en uitgevoerd. Wij hebben ze gerangschikt op Wmo thema. Ook is een kopje algemeen toegevoegd.

Actief Burgerschap en leefbaarheid Hart van leefbaarheid (2012 en verder) Integraal Veiligheidsplan (2012-2016)

Ontwikkelen stimuleringsinstrumenten voor vrijwilligers en mantelzorgers (2012-2014) Nieuwe vormen van jeugdparticipatie (2012-2013)

Deelname aan De Uitdaging (2012) WAK en Regioruis (2012 en verder) Zelfredzaamheid

Onderzoek naar zorgvraag en zorgaanbod op Schouwen-Duiveland (2012)

Onderzoek en ontwikkelen aanpak acceptatieschroom en vraagverlegenheid (2013-2014) Laat ze niet verzuipen! (tot 2013)

Visieontwikkeling één loket en opstellen plan van aanpak (2013) Wet werken naar vermogen (2012 en verder)

Overgang AWBZ Begeleiding naar Wmo (2013) Cliëntondersteuning naar gemeenten (2015)

Overheveling Jeugdzorg naar gemeenten (2014-2017) Uitvoeren Wet OKE (2012 en verder)

Opstellen lokale gezondheidsnota (2013 of 2014) Opstellen visie van GGD (2012)

Opstellen beleid Maatschappelijke Opvang (2012) Passend onderwijs (2013 en verder)

Uitvoeren IQ-maatregel (afhankelijk van besluitvorming door Rijksoverheid) Uitvoeren wettelijke taken Antidiscriminatie (2012 en verder)

Voorzieningen

Opstellen en uitvoeren Masterplan Voorzieningen (2012 en verder)

Uitwerking Masterplan Voorzieningen – effectief systeem van vervoer op maat (2013 en verder) Brede School Noorderpolder (realisatie 2013)

Beleidsplan Wonen (2012)

Opstellen beleidsvisie Onderwijs (2012) Campus Cultura (realisatie 2013)

(27)

Algemeen

Evaluatie subsidiebeleid (2012) Wmo monitor (jaarlijks)

Bijdragen aan het opstellen en uitvoeren van de Lokaal Educatieve Agenda (2012 en verder) Evaluatie Verordening voorzieningen maatschappelijke opvang 2012 (2014)

Sociale Staat van Zeeland (2013)

Opstellen en uitvoeren organisatievisie (2012 en verder) Uitvoeringsprogramma Strategische Visie (2012 en verder) Stimuleren actief gebruik bestaande monitoren (2012) Voorbereiding opstellen nieuw Wmo beleid (2015- 2018)

(28)

Laan van St. Hilaire 2 4301 SH Zierikzee Postadres:

Postbus 5555 4300 JA Zierikzee T (0111) 452 000 F (0111) 452 452

gemeente@schouwen-duiveland.nl www.schouwen-duiveland.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Leren & Ontwikkelen doen we niet alleen op onze eigen vierkante meter, maar we leren ook van onze klanten. Meneer Berden heeft samen met vier andere buurtbewoners zijn woning

Bij sommige mensen ging het snel, anderen waren sterker en leefden langer, had de dokter gezegd, maar beter zou zijn vader niet meer worden.. Chiel zuchtte en dacht aan het

het lijkt verstandig adolescenten te adviseren tweemaal per week vis te eten, maar niet vaker dan dat. Het kan 0.23 verschil uitmaken op

De ene partner heeft waarschijnlijk sterke en zwakke kanten vergeleken met de ander (de een ziet bijvoorbeeld beter de grote lijnen, terwijl de ander meer oog heeft voor de

De directie brengt de werkzaamheden voor het volgend schooljaar in kaart: het aantal groepen, het aantal leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen, overige werkzaamheden,

Om deze reden hebben wij de voorkeur dat een kind minimaal 2 dagen per week de kinderopvang bezoekt, wil het zich kunnen hechten aan de pedagogisch medewerkers en de andere kinderen

Om deze overheveling van taken goed uit te kunnen voeren moet eerst onderzocht worden wat de omvang van de doelgroep precies is, welke zorgbehoefte zij hebben, wie de

 Het verbeteren van onze dienstverlening aan inwoners en ondernemer en van de werkorganisatie aan de vier colleges en raden..  Meer voordeel voor inwoners en ondernemers uit